Een geesteszieke die een misdaad pleegt. Kan de Belgische Justitie ontoerekeningsvatbaarheid bestraffen?

Kristel Mary
Shannon

“What mental health needs is more sunlight, more candor, and more unashamed conversation.” – Glenn Close. 

In  theorie

In verschillende gevallen is dit mogelijk, waaronder de gevallen van geesteszieken. Dergelijke personen zullen normaal worden geïnterneerd in plaats van in de gevangenis te worden geplaatst. De nadruk zal liggen op de behandeling van de ziekte en het uiteindelijke doel is sociale re-integratie. Dit is heel anders dan het disciplinaire regime dat in de gevangenis wordt toegepast.

doctor

Belgische realiteit

Helaas stemt de bovenstaande paragraaf overeen met de theorie, met onze wetteksten, maar niet met de praktijk en de realiteit van de geesteszieken in België. Zij hebben geen toegang tot de zorg die zij nodig hebben en worden in gevangeniscellen geplaatst bij gebrek aan een adequate infrastructuur. Na meerdere veroordelingen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens begint ons land geleidelijk instellingen op te richten die bevorderlijk zijn voor internering. De twee nieuwe centra voor forensische psychiatrie, het ene in Gent en het andere in Antwerpen, zijn de vrucht van het werk dat België op het gebied van internering is begonnen. Dit jaar heb ik het geluk stage te kunnen lopen bij de hoofdgriffier van een van deze centra, het FPC Antwerpen na het schreven van deze onderzoekswerk.

prison

 

Internering

Internering is een maatregel om het individu en de samenleving te beschermen. Het rechtskader voor internering is de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen. Deze wet is echter niet rechtstreeks in werking getreden. Aanvankelijk werd een deel van dit wetsontwerp door het Grondwettelijk Hof vernietigd. Vervolgens is zij bij de wet Potpourri III gewijzigd en pas op 1 oktober 2016 in werking getreden. Internering wordt in de Belgische wetgeving als volgt gedefinieerd:

“De internering van personen met een geestesstoornis is een veiligheidsmaatregel die er tegelijkertijd toe strekt de maatschappij te beschermen en ervoor te zorgen dat aan de geïnterneerde persoon de zorg wordt verstrekt die zijn toestand vereist met het oog op zijn re-integratie in de maatschappij. Rekening houdend met het veiligheidsrisico en de gezondheid van de geïnterneerde persoon zal hem de nodige zorg aangeboden worden om een menswaardig leven te leiden. Die zorg is gericht op een maximaal haalbare vorm van maatschappelijke re-integratie en verloopt waar aangewezen en mogelijk via een zorgtraject waarin aan de geïnterneerde persoon telkens zorg op maat aangeboden wordt.” 

Iemand die de wet heeft overtreden, wordt slechts onder drie cumulatieve voorwaarden geïnterneerd.

  • De eerste voorwaarde is dat de betrokkene een misdrijf of overtreding heeft begaan waardoor de fysieke of psychische integriteit van een derde is geschaad of bedreigd.
  • De tweede voorwaarde is dat de betrokkene op het tijdstip van de rechterlijke beslissing moet lijden aan een geestesziekte die zijn onderscheidingsvermogen opheft of ernstig aantast.
  • De laatste, derde voorwaarde is dat het gevaar bestaat dat het individu opnieuw begint.

De rechter heeft de beoordelingsbevoegdheid met betrekking tot het letsel of de bedreiging van de fysieke of psychische integriteit van het slachtoffer, hij zal zijn beslissing moeten motiveren. Alvorens zijn beslissing te nemen, moet een psychiatrische expertise worden uitgevoerd op de beschuldigde.

brain

Werkwijze

Om dit probleem op een rigoureuze manier te benaderen, heb ik gebruik gemaakt van de methode van Maastricht. In feite dit is de "zevenstappenmethode", een methode "om problematische taken op een gestructureerde manier aan te pakken. Deze problematische taken kunnen worden geplaatst in het kader van probleemgestuurd onderwijs, volgens het model van Maastricht."

- Kristel Mary Shannon

Bibliografie

                                             Bibliographie

Wetgeving

Wet van 5 mei 2014 bettreffende de internering van personen, BS 9 juni 2014.

Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij, BS 11 mei 1930.

Wet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, BS 1 februari 2005.

Wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis, BS 13 juli 2007.

Wet van 1 juli 1964 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten, BS 17 juli 1964.

Koninklijk besluit van 25 september 2018 tot uitvoering van artikel 5, § 3, van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, BS 12 oktober 2018.

Ministerieel besluit van 28 oktober 2015 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de forensische psychiatrie, alsmede van stagemeesters en stagediensten, BS 10 november 2015.

Rechtspraak

Cass. 17 juli 2019, Nr. P.19.0660.N.

EHRM 30 juli 1998, nr. 25357/94, Aerts/België.

EHRM 24 januari 1979, nr. 6301/73, Winterwerp/Nederland.

GwH 28 juni 2018, nr. 80/2018.

GwH 6 november 2008, nr. 154/2008, J.T., 2009, p. 194-197.

GwH 24 oktober 2019, nr. 159/2019.

Rechtsleer

D. VANDERMEERSCH, « La loi du 21 avril 2007 relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental », J.T., 2008/7, n° 6299, point C.2, p. 117-125.

H. HEIMANS, T. VANDER BEKEN en A.E. SCHIPAANBOORD, “Eindelijk een nieuwe en goede wet op de internering? Deel 1: De gerechtelijke fase”, RW 2014- 15, 1046.

J. VAN DEN BOSSCHE et A. FETTWEIS, « L’évolution récente de la législation belge de défense sociale », R.D.P.C., 1967, p. 139. 45 I.

JEANDARME, B. VAN HEESCH, L. DE BOEL, I. DEKKERS, G. GOKTAS, G. VERBEKE, “High security geïnterneerden: Wie zijn zij? Waar komen ze vandaan? Waar gaan zij (niet) naartoe?”, Panopticon, 41 (5), 2020, p. 452.

K. HANOULLE, “Titel 3 - Beoordeling toerekeningsvatbaarheid: huidige wetgeving en praktijk” in Internering en toerekeningsvatbaarheid”, Intersentia, 2018, p. 125-411.

K. HANOULLE, « Pot-pourri III als sluitstuk van de nieuwe interneringswetsgeving », N.C., 2016/5, p. 386.

K. ROTTHIER, “Gedwongen opname van de geesteszieke. Handleiding bij de Wet Persoon Geesteszieke”, Brugge, die Keure, 2012, p. 13.

M. DE CLERCQ en F. VANDER LAENEN, “Psychiatrische expertises bij internering: de waarborgen in de nieuwe interneringswet zijn welgekomen”, Panopticon, 38 (4), 2017, p. 247.

M. DE CLERQ en F. VANDER LAENEN, “Gebruik van testinstrumenten in psychiatrische deskundigenverslagen bij internering; een exploratief dossieronderzoek in het gerechtelijk arrondissement Gent.”, TVP 2013, p. 338-339.

M. VAN DE KERCHOVE, « Les avatars de la loi Belge de Défense Sociale : Le changement dans la continuité », Médecine & Hygiène, 2010, p. 487.

N. COLETTE-BASECQZ, « La loi du 5 mai 2014 : un meilleur cadre légal pour l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental », p. 156

J. GOETHALS, « Krankzinnigheid en delinquentie anno 1990 : Problemen en oplossingen als aanloop naar de wet ter bescherming van de maatschappij », Panopticon, 1990, p. 369 P.

THYS, « Le traitement pénal des délinquants anormaux : un coup de sonde dans la pratique de la loi belge de défense sociale », R.D.P.C., 1995, p. 29.

P. JASPIS, « L’internement en prison », S.C., nr. 83, 2018. P. MARY, D. KAMINSKI, E. MAES et F. VANHAMME, « Le traitement de la dangerosité en Belgique : internement et mise à la disposition du gouvernement », Vol. VIII, 2011, mis en ligne le 25 octobre 2011, § 4.

R. DE BECO, « Le point de vue de l’avocat de l’interné », in Conclusions du colloque consacré à la nouvelle loi relative à l’internement des personnes atteintes d’un trouble mental organisé par le Centre Projucit des Facultés Universitaires de Namur, Namur, 9 novembre 2007, p. 1. S.

DE VUYSERE, « Wetgevende initiativen inzake internering », in Actuele thema’s uit het strafrecht en de criminologie, Louvain, Universitaire Pers, 2004, p. 70-75.

S. VANKEERBERGHEN, “Het ontoerekeningsvatbaarheidsbegrip naar Belgisch recht: over de noodzaak aan herdefiniëring en oplossingen uit het buitenland”, Jura Falc., 2013-2014/2, p. 261-348.

L. BRAFFORT et L. CORNIL, « Rapport sur la révision des dispositions relatives aux déments et aux anormaux », R.D.P.C., 1940, p. 218.

Universitaire proefschriften

CALLEWAERT, Geesteszieke in gevaar vs. Geesteszieke als gevaar, Faculteit der rechten en criminologie, Universiteit Gent, https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/162/931/RUG01- 002162931_2014_0001_AC.pdf , 2014, p. 18.

M. LECOMPTE, La loi du 5 mai 2014 relative à l'internement : véritable progression ou illusion ?, Faculté de droit et de criminologie, Université catholique de Louvain, http:// hdl.handle.net/2078.1/thesis:8685, 2017.

Webografie

https://www.fpcnv.be/nieuws/betere-kansen-op-resocialisatie-zinvolle-da…, consultatie 28 november 2020.

https://www.fpcnv.be/nieuws/buiten-naar-binnen-halen-sporten/, consultatie 28 november 2020.

https://www.fpcnv.be/nieuws/buurtdag-fpc-antwerpen/, consultatie 28 november 2020.

https://www.fpcnv.be/nieuws/buurtdag-fpc-antwerpen/, consultatie 28 november 2020.

https://www.fpcnv.be/nieuws/gezamenlijke-inspanningen-en-innovatief-bel…behandeling-van-forensisch-psychiatrische-patienten-leiden-tot-goedeuitstroomresultaten/, consultatie 28 november 2020.