Nieuw seksueel strafrecht
“De golf van seksueel geweld is niet nieuw”, aldus federaal Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Het seksueel strafrecht was dat tot voor kort ook niet, maar daar werd op 1 juni 2022 verandering in gebracht. Hoewel een hervorming van het gehele Strafwetboek al langer op de politieke agenda stond/staat, kreeg de hervorming van het seksueel strafrecht voorrang. De aanpak van seksuele misdrijven vormde immers een topprioriteit voor de regering
Met deze hervorming wilde de wetgever het oud seksueel strafrecht moderniseren. Het oude seksueel strafrecht was op verschillende vlakken verouderd en vertoonde meerdere pijnpunten.
In dit onderzoek werd gefocust op twee misdrijven: verkrachting en aantasting van de seksuele integriteit (voorheen aanranding van de eerbaarheid). Meer bepaald werden de pijnpunten blootgelegd van de oude strafbaarstellingen. Onder meer aan de hand hiervan kon het nieuw seksueel strafrecht worden geëvalueerd.
Aan veel – maar niet alle - pijnpunten werd in grote mate werd verholpen. De hervorming bleek dan ook op sommige vlakken ook een gemiste kans…
Welke pijnpunten van het oud seksueel strafrecht werden verholpen?
Een aantal pijnpunten werden verholpen. Zo bepaalt de wet voortaan vanaf welke leeftijd een minderjarige kan toestemmen met seksuele handelingen. Vroeger zorgden de verschillende leeftijdsgrenzen per misdrijf voor nogal wat onduidelijkheid: een vijftienjarige leek te kunnen instemmen met een seksuele penetratie (want dit werd niet automatisch gekwalificeerd als verkrachting), maar niet met een minder verregaande seksuele handeling (want dit werd wel automatisch gekwalificeerd als aanranding van de eerbaarheid). Het feit dat er voortaan een uniforme leeftijdsgrens geldt voor seksuele meerderjarigheid is dan ook een positieve evolutie.
Daarnaast speelt (de afwezigheid van) toestemming voortaan een centrale rol in het seksueel strafrecht. Bij gebreke aan een geldige toestemming zal de seksuele handeling als verkrachting of aantasting van de seksuele integriteit kunnen worden gekwalificeerd. Dit wordt voortaan expliciet bepaald in de strafbaarstellingen, wat evenzeer een positieve evolutie is. Het oude artikel van aanranding van de eerbaarheid vereiste immers dat er sprake was van bijvoorbeeld dwang of geweld. Daardoor bestond er discussie over de vraag of de afwezigheid van toestemming (bijvoorbeeld een slachtoffer dat bevriest en daardoor de handelingen ondergaat) op zich voldoende was om te kunnen spreken van een aanranding. Voortaan bestaat hierover geen twijfel meer en zal dit kunnen worden gekwalificeerd als aantasting van de seksuele integriteit.
Een ander discussiepunt betrof de vraag of iets ook een verkrachting kon uitmaken indien niet het slachtoffer zelf gepenetreerd werd, maar wel de dader door het daartoe verplichte slachtoffer. Door een verschil in formulering van de strafbaarstelling van verkrachting met deze van aanranding, leek de oude wettekst van verkrachting enkel de eerste situatie te viseren, waardoor de tweede situatie enkel maar als aanranding kon worden gekwalificeerd (waarop een lagere strafmaat van toepassing is). Voortaan blijkt duidelijk uit de strafbaarstellingen dat beide situaties als verkrachting kunnen worden gekwalificeerd.
Tot slot bestond vroeger ook discussie over het gevolg van een aanvankelijk geldig gegeven toestemming, waar vervolgens tijdens de seksuele betrekkingen op wordt teruggekomen, ook verkrachting kon uitmaken. De nieuwe strafbaarstelling van verkrachting evenals de definitie van toestemming laten hierover geen twijfel meer bestaan: toestemming kan op elk moment worden ingetrokken.
Gemiste kans?
De hervorming van het seksueel strafrecht heeft dus zeker aan heel wat pijnpunten van de oude wetgeving verholpen. Toch bleek uit dit onderzoek dat dit niet voor alle pijnpunten van het oud seksueel strafrecht het geval was.
Zo is de strafbaarstelling van verkrachting nog steeds erg ruim geformuleerd (penetratie van welke aard en met welk middel ook), waardoor ook een tongzoen hieronder zou kunnen vallen. De wetgever geeft echter in de memorie van toelichting aan dat dit niet als verkrachting zou moeten worden gekwalificeerd. Het College van procureurs-generaal geeft daarentegen te kennen dat een tongzoen wel een verkrachting kan uitmaken. Hierdoor zullen de hoven en rechtbanken zich geconfronteerd zien met de moeilijke vraag of dit (maar ook andere minder duidelijke situaties) al dan niet een verkrachting uitmaakt. Deze discussie had mijns inziens dan ook beter op wetgevend niveau gevoerd kunnen worden en ook in de wettekst zelf opgenomen worden, in plaats van te opteren voor een ruime wettekst en een striktere interpretatie in de memorie van toelichting. Het is aan de wetgever om voor een van beide opties te kiezen.
Last but not least, is het moreel bestanddeel nog steeds niet expliciet opgenomen in de strafbaarstellingen. Het moreel bestanddeel vormt samen met het materieel bestanddeel de constitutieve bestanddelen of kortweg de delictstypiciteit. Dit laatste is op zijn beurt een van de vier constitutieve elementen, nodig om te kunnen spreken van een misdrijf. Dat het vereiste moreel bestanddeel niet in de wettekst werd opgenomen is dan ook betreurenswaardig: op die manier wordt immers de deur naar rechtsonzekerheid op een kiertje gezet.
Kunnen de nieuwe regels al worden toegepast vanaf 1 juni 2022?
In het strafrecht geldt het principe dat een wet geen terugwerkende kracht mag hebben. Dit betekent dat een wet die vandaag in werking treedt, enkel maar mag worden toegepast op feiten die vanaf vandaag plaatsvonden. Dit tenzij de nieuwe wet minder streng is ten aanzien van de persoon die verdacht wordt van de feiten (bijvoorbeeld een lagere straf).
Het nieuw seksueel strafrecht is dus zonder meer van toepassing op feiten die dateren van 1 juni 2022 of later.
Voor feiten die dateren van voor deze datum, maar waarover nog geen uitspraak werd gedaan, is het antwoord ingewikkelder. De vraag waarop een antwoord moet worden gezocht is dan: is het nieuw seksueel strafrecht milder?
Gelet op de vele discussies die gevoerd werden omtrent het oud seksueel strafrecht, kan deze vraag niet simpel met ja of neen worden beantwoord voor het misdrijf van verkrachting, noch voor het misdrijf van aantasting van de seksuele integriteit.
Bovenstaande vraag moet dan ook beantwoord worden per constitutief bestanddeel van het misdrijf. Een uitgebreide analyse hiervan evenals een schematische samenvatting per constitutief bestanddeel is dan ook terug te vinden in de masterscriptie zelf. Advocaten, magistraten en andere rechtsgeleerden kunnen zich hierop baseren om zelf standpunt in te nemen omtrent de temporele werking in een bepaalde situatie.
1.1 Rechtspraak
Internationaal Straftribunaal voor ex-Joegoslavië 22 februari 2002, Kunarac, Kovač en Vuković.
1.2 Onlinebronnen
UNITED NATIONS ENTITY FOR GENDER EQUALITY AND THE EMPOWERMENT OF WOMEN (UN WOMEN), “Handbook for legislation on violence against women”, www.unwomen.org/sites/default/files/Headquarters/Attachments/Sections/L… (consultatie 25 april 2023).
2.1 Wetgeving
Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, CETS 11 mei 2011, nr. 210 (“Verdrag van Istanbul”).
Explanatory Report bij het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, CETS 11 mei 2011, nr. 210 (“Verdrag van Istanbul”).
Raad van Europa, Comité van ministers, Aanbeveling nr. 5 (2002) van 30 april 2002 inzake de bescherming van vrouwen tegen geweld.
2.2 Rechtspraak
EHRM 4 december 2003, M.C./Bulgarije, 39727/98.
EHRM 22 oktober 1981, nr. 7525/76, Dudgeon t. Verenigd Koninkrijk.
2.3 Onlinebronnen
COUNCIL OF EUROPE, “Chart of signatures and ratifications of Treaty 210”, www.coe.int/en/web/conventions/full-list?module=signatures-by-treaty&tr… (consultatie 25 maart 2023).
COUNCIL OF EUROPE, “GREVIO”, www.coe.int/en/web/istanbul-convention/grevio (consultatie 25 april 2023).
GROUP OF EXPERTS ON ACTION AGAINST VIOLENCE AGAINST WOMEN AND DOMESTIC VIOLENCE (GREVIO), “GREVIO’s Baseline Evaluation Report Belgium”, 26 juni 2020, https://rm.coe.int/grevio-report-on-belgium/16809f9a2c (consultatie 25 april 2023).
3.1 Wetgeving
Richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad
4.1 Wetgeving
4.1.1 Wetgevende normen
Artikel 22bis van de Grondwet
Strafwetboek
Wet 21 maart 2022 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, BS 30 maart 2022.
Wet 1 maart 2016 houdende instemming met het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, gedaan te Istanbul op 11 mei 2011, BS 9 juni 2016.
Wet 1 februari 2016 tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft, BS 19 februari 2016.
4.1.2 Ministeriële Besluiten
MB 22 december 2020 houdende oprichting van de Commissie tot hervorming van het strafrecht, BS 20 januari 2021.
MB 30 oktober 2015 houdende oprichting van de Commissie tot hervorming van het strafrecht, BS 29 december 2015.
4.1.3 Voorbereidende documenten
4.1.3.1 Voorbereidende werken
MvT, Parl.St. Kamer 2020-21, nr. 55-2141/001.
Hand. Kamer 2020-21, nr. 55-2141/017.
Hand. Kamer commissie voor justitie 2020-21, 23 december 2021, nr. 55-2141/006.
Amendement (K. GABRIËLS) op het wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, Parl.St. Kamer, nr. 55-2141/003, 26.
Verslag van de eerste lezing bij het wetsontwerp houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht e.a., Parl.St. 2021-22, nr. 55-2141/006.
Verslag Taelman, Parl.St. Senaat 1999-2000, 2-21/4.
Amendement (C. VAN COUTER) op het voorstel van wet tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft, Parl.St. Kamer 2015-16, nr. 54-699/3.
Verslag, Parl.St. Kamer 1988-89, nr. 702/4.
Wetsontwerp tot wijziging van sommige bepaling betreffende het misdrijf verkrachting, Parl.St. Kamer 1988-89, nr. 702/4.
Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 369bis van het Strafwetboek betreffende de ontvoering van kinderen, Parl.St. Kamer 1998-99, nr. 1907/1.
Aanvullend Verslag, Parl.St. Senaat 1984-85, nr. 306/3.
4.1.3.2 Adviezen Raad van State afdeling Wetgeving
Adv.RvS afdeling Wetgeving van 3 februari 2022 over een ontwerp van wet ‘houdende wijzigingen van het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht’ (Parl.St. Kamer 2021-22, nr. 55-2141/007), nr. 70.817/3.
Adv.RvS afdeling Wetgeving van 25 mei 2021 over een voorontwerp van wet ‘houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht’, nr. 69.204/3.
Adv.RvS afdeling Wetgeving van 23 november 2018 over een voorontwerp van - ‘Strafwetboek - Boek 2’, nr. 64.121/1.
4.1.3.3 Omzendbrieven
Omz. nr. 05/2022 9 juni 2022 betreffende de Wet van 21 maart 2022 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 2022, met inwerkingtreding op 1 juni 2022, www.om-mp.be/nl/meer-weten/omzendbrieven.
Vademecum bij Omz. nr. 05/2022 9 juni 2022 betreffende de Wet van 21 maart 2022 houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 2022, met inwerkingtreding op 1 juni 2022, www.om-mp.be/nl/meer-weten/omzendbrieven.
4.1.3.4 Beleidsnota’s
Minister van Justitie, Algemene beleidsnota Justitie, 4 november 2020, nr. 1580/016 www.dekamer.be/doc/FLWB/pdf/55/1580/55K1580016.pdf.
4.2 Rechtspraak
GwH 16 januari 2020, nr. 1/2020.
GwH 15 mei 2017, nr. 76/2017.
GwH 11 mei 2017, nr. 54/2017.
GwH 22 december 2016 nr. 168/2016.
GwH 19 juli 2012, nr. 97/2012.
GwH 29 oktober 2009, nr. 167/2009.
GwH 4 juni 2009, nr. 93/2009.
Cass. 18 april 2023, AR P.22.1734.N.
Cass. 21 december 2021, AR P.21.0055.N.
Cass. 13 november 2019, AR P.19.0873.F.
Cass. 12 november 2019, AR P.19.0566.N.
Cass. 3 november 2015, AR P.14.0365.N, RABG 2016-17, 530-531.
Cass. 10 juni 2015, AR P.15.0316.F.
Cass. 31 maart 2015, AR P.14.0293.N.
Cass. 26 maart 2014, AR P.13.1860.F.
Cass. 24 februari 2014, Arr.Cass. 2014, 513.
Cass. 27 november 2013, AR P.13.0714.F.
Cass. 6 februari 2013, AR P.12.1650.F.
Cass. 9 oktober 2012, AR P.11.2120.N.
Cass. 29 november 2011, AR P.10.1766.N.
Cass. 24 mei 2011, AR P.10.1990.N, ‘roltraparrest’.
Cass. 26 april 2010, Arr.Cass. 2010, 283.
Cass. 7 mei 2008, P.08.0176.F., Arr.Cass. 2008, 1129-1130.
Cass. 8 april 2008, AR P.08.0137.N., Arr.Cass. 2008, 872-874.
Cass. 8 april 2008, AR P.08.0006.N. Arr.Cass. 2008, 866.
Cass. 23 januari 2008, AR P.08.0105.F.
Cass. 30 oktober 2007, AR P.07.0574.N.
Cass. 17 oktober 2007, AR P.07.0726.F.
Cass. 25 september 2007, RW 2007-08, 1503.
Cass. 23 mei 2007, P.07.0405.F.
Cass. 23 april 2007, AR P.07.0726.F.
Cass. 17 mei 2005, Arr.Cass. 2005, 282.
Cass. 6 oktober 2004, AR P.04.0665.F., JT 2005, 100.
Cass. 16 juni 2004, Arr.Cass. 2004, 1088.
Cass. 18 februari 2002, Arr.Cass. 2002, 115.
Cass. 2 november 1999, Arr.Cass. 1999, Pas. 1999, I, 1423.
Cass. 25 november 1997, Arr.Cass. 1997, 504.
Cass. 7 januari 1997, AR P.95.1312.N.
Cass. 22 maart 1994, Pas., 1994, I, 923.
Cass. 5 februari 1985, Arr.Cass. 1985, 749-763.
Cass. 8 december 1981, Arr.Cass. 1981, 483.
Cass. 14 december 1971, Pas., 1972, I, 367.
Cass. 13 mei 1942, Arr.Cass. 1942, 57-58.
Cass. 11 februari 1942, Arr.Cass. 1942, 17.
Cass. 7 mei 1928, Pas. 1928, I, 155.
Cass 17 mei 1926, Pas. 1926, I, 380.
Cass. 15 januari 1923, Pas. 1923, I, 155.
Cass. 24 juli 1916, Pas. 1916, I, 223.
Concl. DE SWAEF bij Cass. 31 maart 2015, ECLI:BE:CASS:2015:CONC.20150331.3.
Concl. LOOP bij Cass. 26 maart 2014, RDPC 2014, 803-806.
Concl. TIMPERMAN bij Cass. 29 november 2011, AR P.10.1766.N, ECLI:BE:CASS:2011:CONC.20111129.1.
Concl. VANDERMEERSCH bij Cass. 27 november 2013, RDP 2014, 226-231.
Concl. VANDERMEERSCH bij Cass. 6 februari 2013, ECLI:BE:CASS:2013:CONC.20130206.2.
Brussel 17 maart 2015, JLMB 2018, 540.
Luik 6 mei 2003, JLMB 2018, 540.
Antwerpen 25 augustus 1976, RW 1977-78, 1114-1115.
Luik 9 april 1992, JLMB 1993, 8-11.
Corr. Limburg (afd. Hasselt) 19 januari 2021, Limb.Rechtsl. 2021, 122-127, noot. I. DELBROUCK.
Corr. Leuven 19 december 2006, T.Strafr. 2007, 217-219.
Corr. Brussel 5 januari 1999, JT 1999, 627.
Corr. Neufchâteau 26 november 1992, Journ.proc. 1993, 28-31.
4.3 Rechtsleer
4.3.1 Boeken
BASTYNS, O., “Attentat à la pudeur” in X, Droit pénal et procédure pénale, Mechelen, Wolters Kluwer, losbl., 9-40.
BASTYNS, O., “Le viol” in X, Droit pénal et procédure pénale, Mechelen, Wolters Kluwer, losbl., 59-89.
COP, M. en HENRION, T., Het nieuwe seksueel strafrecht. Artikelsgewijze bespreking van de hervorming anno 2022, Leuven, LeA Uitgevers, 2022, 110 p.
DE BUSSCHER, M., MEESE, J., VAN DER KELEN, D. en VERBIST, J. (eds.), Duiding Strafrecht, Brussel, Larcier, 2018, 904 p.
DE HERT, P., “Mensenrechten en het liefdevol doodkussen van het liberale denken” in RAES, K. (ed.), Liefde’s onrecht, Gent, Mys & Breesch, 1998, 220 p.
DELBROUCK, I., Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, Brugge, die Keure, 2015, 158 p.
DELBROUCK, I., “Aanranding van de eerbaarheid - het misdrijf” in X, Comm.Straf., Mechelen, Wolters Kluwer, losbl., 11-59.
DELBROUCK, I., “Verkrachting” in X, Postal Memorialis. Lexicon strafrecht, strafvordering en bijzondere wetten, Mechelen, Wolters Kluwer, losbl., V.130/1 - V.130/44.
DE NAUW, A. en DERUYCK, F., Inleiding tot het bijzonder strafrecht, Mechelen, Kluwer, 2020, 658 p.
DE NAUW, A. en KUTY, F., Manuel de droit pénal spécial, Wolters Kluwer, Liège, 2018, 1392 p.
DERUYCK, F., SPRIET, B., TRAEST, P. en VERSTRAETEN, R. (eds.), Strafrecht. Deel 1- Algemeen strafrecht, Brugge, die Keure, 2022, 1242 p.
DERUYCK, F., SPRIET, B., TRAEST, P. en VERSTRAETEN, R. (eds.), Strafrecht. Deel 1 - Algemeen strafrecht, Brugge, die Keure, 2021, 1459 p.
DERUYCK, F. en VAN LANDEGHEM, Y., Overzicht van het Belgisch algemeen strafrecht, Brugge, die Keure, 2021, 270 p.
DIERICKX, A., Toestemming en strafrecht, Antwerpen, Intersentia, 2006, 561 p.
DILLEN, M., VAN VOLSEM, F., KEMPS, P. en DENENBOURG, K., Zakboekje strafrecht, Mechelen, Wolters Kluwer, 2022, 832 p.
GORLÉ, F., BOURGEOIS, G., BOCKEN, H., REYNTJENS, F., DE BONDT, W. en LEMMENS, K., Rechtsvergelijking, Mechelen, Kluwer, 2007, 359 p.
HENRION, T., La réforme du droit pénal sexuel, Limal, Anthemis, 2022, 108 p.
HENRION, T., “Le viol et l’atteinte à l’intégrité sexuelle” in COLSON, P., Actualités en matière de droit pénal sexuel, Limal, Anthemis, 2022, 7-39.
KESTEMONT, L., SCHOUKENS, P., HENDRICKX, K. en TERRYN, E. (eds.), Rechtswetenschappelijk schrijven, Leuven, Acco, 2021, 144 p.
LINDENBERG, K., “Verkrachting, aanranding en de bescherming van de seksuele integriteit: moet Nederland ook naar een ‘Nein heißt Nein’?” in GRITTER, E. (ed.), Modern Strafrecht, Deventer, Wolters Kluwer, 2019, 1-33.
MASSET, A., COCO, G., CORNEILLE, S., DE DECKER, S., GAZAN, F., LOUWETTE, S., VERMEULEN, G. en WATTIER, I., La poursuite et le traitement des auteurs d'infractions a caractère sexuel, Brugge, la Charte, 2009, 216 p.
MERCKX, D. en DELBROUCK, I., “Verkrachting - het misdrijf” in X, Comm.Straf., Mechelen, Wolters Kluwer, losbl., 229-300.
RIZZO, A. (ed.), Le nouveau droit pénal sexuel, Brussel, Larcier, 2022, 306 p.
ROZIE, J., “Gender in het bijzonder strafrecht” in BREMS, E., CANNOOT P. en STEVENS, L. (eds.), Recht & Gender in Belgie - 10 jaar later, Brugge, die Keure, 2021, 267-294.
ROZIE, J., VANDERMEERSCH, D., DE HERDT, J. en DEBAUCHE, M., Commissie voor de hervorming van het strafrecht. Voorstel van voorontwerp van Boek I van het Strafwetboek, Brugge, die Keure, 2016, 169 p.
ROZIE, J., VANDERMEERSCH, D., DE HERDT, J., DEBAUCHE, M. en TAEYMANS, M., Naar een nieuw Strafwetboek? Het voorstel van de Commissie tot Hervorming van het Strafrecht, Brugge, die Keure, 2019, 610p.
SPRIET, B., “(Lichaams)grens aan verkrachting: van Antwerpse vrijspraak tot nieuwe wetgeving?” in TRAEST, P., LECLERCQ, J., GOETHALS, E. HUYBRECHTS, L. ROZIE, J. VERSTRAETEN, R. DERUYCK, F. EN ROZIE, M. (eds.), Amicus curiae. Liber amicorum Marc De Swaef, Mortsel, Intersentia, 2013, 317-334.
SOTTIAUX, S., Grondwettelijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2021, 319-337.
STEVENS, L., Strafrecht en seksualiteit, Antwerpen, Intersentia, 2002, 601 p.
THEUNIS, J., De exceptie van onwettigheid, onuitg. doctoraatsthesis rechten KU Leuven, 2011, https://lirias.kuleuven.be/retrieve/152319, 534 p.
TÖLLER, M. en WERDING, A., “La réforme du droit pénal sexuel” in FRANSSEN, V. en MASSET, A. (eds.), Le droit pénal et la procédure pénale en constante évolution, Limal, Anthemis, 2022, 9-116.
VANCOOPPERNOLLE, T., Intertemporeel recht, Antwerpen, Intersentia, 2019, 930 p.
VELAERS, J., De Grondwet - Een artikelsgewijze commentaar. Deel I - Het federale België, het grondgebied, de grondrechten, Brugge, die Keure, 2019, 651p.
VERBRUGGEN, F., “Voorwoord. De moeilijkste taak van het strafrecht” in COP M. en HENRION T., Het nieuwe seksueel strafrecht. Artikelsgewijze bespreking van de hervorming anno 2022, Leuven, LeA Uitgevers, 2022, v-ix.
VERSTRAETEN, R. en VERBRUGGEN, F., Inleiding tot het Belgische strafrecht en strafprocesrecht, Antwerpen, Intersentia, 2023, 735 p.
VERSTRAETEN, R. en VERBRUGGEN, F., Strafrecht en strafprocesrecht voor bachelors, Antwerpen, Intersentia, 2022, 578 p.
WAETERINCKX, P., “Effent de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (stilaan) het pad naar de distributieve toepassing van artikel 2 Sw.?” in DE NAUW, A., DE WOLF, D., ROZIE, M., WAETERINCKX, P. en WINANTS, A., Strafrecht meer… dan ooit, Brugge, die Keure, 2011, 219-245.
WATTIER, I., “L’attentat à la pudeur et le viol” in BOSLY, H. en DE VALKENEER C. (eds.), Les infactions. Volume 3. Les infractions contre l’ordre des familles, la moralité publique et les mineurs, Brussel, Larcier, 2011, 75-180.
WEYEMBERGH, A. en KENNES, L., Droit pénal spécial, Limal, Anthemis, 2011, 430 p.
4.3.2 Tijdschriften
BASTYNS, O., “Le viol, l’absence de consentement de la victime et la connaissance de ce refus par l’auteur” (noot onder corr. Henegouwen (afd. Bergen) 25 oktober 2021), JLMB 2021, 1882-1887.
BASTYNS, O., “Le viol: une notion évolutive?”, RDPC 2014, 808-814.
BASTYNS, O., “Pénétration de l’auteur: viol ou attentat à la pudeur?” (noot onder Brussel 17 maart 2015), JLMB 2018, 542-548.
BERGHIN, A., “Infractions à caractère sexuel liées à l’environnement numérique”, RDTI 2022, afl. 8, 29-49.
BOONE, R., “Mensen moeten in hun leven het verschil zien. Als dat lukt, kunnen we het vertrouwen in justitie heropbouwen”, Juristenkrant 2022, afl. 444, 8-9.
COLETTE, M., “Aanranding van de eerbaarheid en seksuele integriteit” (noot onder Cass. 24 mei 2011), TJK 2012, 149-159.
COP, M., “Seksueel strafrecht anno 2021; broodnodige (r)evolutie”, RW 2021-22, 650.
DE BÉCO, R., “La protection de l’intégrité sexuelle des enfants: la Cour de cassation remet les pendules à l’heure” (noot onder Cass. 10 juni 2015), JT 2015, 594-595.
DE BRAUWERE, Y., “Antwoord op de annotatie: ‘Over de tongkus en de seksuele penetratie’”, RW 1998-99, 791.
DECAIGNY, T., "De strafrechtelijke aanpak van voyeurisme" (noot onder Cass. 31 maart 2015), T.Strafr. 2015, 142-144.
DELBROUCK, I., “Speel niet met mijn voeten!” (noot onder corr. Hasselt 19 januari 2021), Limb.Rechtsl. 2021, 126-127.
DELBROUCK, L., “Eigen bedprestaties vastleggen hoeft geen aanranding te zijn” (noot onder Cass. 27 november 2013), RABG 2014, 499-502.
DE NAUW, A., “Les limites de l’incrimination classique de l’attentat de la pudeur” (noot onder Cass. 31 maart 2015), JLMB 2016,747-751.
DERMAGNE, J., “Des bavures policières et de leurs suites” (noot onder Corr. Neufchâteau 26 november 1992), Journ.proc. 1993, 31.
DIERICKX, A., “De seksuele penetratie en de geldige toestemming in het licht van het misdrijf verkrachting” (noot onder Cass. 17 oktober 2007), NC 2010, 81-84.
DIERICKX, A., “Hoe ver reikt de bescherming van de strafbepalingen van aanranding van de eerbaarheid en verkrachting?”, NC 2006, 95-108.
DIERICKX, A., “Noopt nieuwe seksuele criminaliteit tot nieuwe seksuele misdrijven?”, NC 2017, 207-239.
HUTSBEAUT, F., “De nieuwe wetgeving op de verkrachting”, Panopticon 1990, 32-54.
KETELS, B., “Cassatie lijkt afwezigheid toestemming als constitutief bestanddeel voor aanranding te aanvaarden” (noot onder Cass. 24 mei 2011), Juristenkrant 2011, afl. 236, 20.
KETELS, B., “Cassatie verduidelijkt draagwijdte seksuele toestemming” (noot onder Cass. 23 april 2007), Juristenkrant 2008, afl. 164, 3.
KETELS, B., “De beperkte draagwijdte en het herroepelijk karakter van de seksuele toestemming” (noot onder Cass. 17 oktober 2007), RW 2008-09, 570.
KETELS, B. en VERMEULEN, G., “Grondwettelijk Hof verfijnt onderscheid leeftijdsgrens verkrachting en aanranding”, Juristenkrant 2010, afl. 201, 4-5.
KETELS, B., “Volstaat de afwezigheid van toestemming voor aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging?”, NC 2012, 61-68.
KUTY, F., “Les notions de violence, de menace et de surprise constitutives de l'attentat à la pudeur”, JLMB 2015, 467-478.
KUTY, F. “Le viol, l'absence de consentement de la victime et la connaissance de ce refus par l'auteur”, JLMB 2021, 1882-1887.
MEEUSEN, B. en FRANÇOIS, L., “De ene toets is de andere niet. Variërende toetsingsintensiteit in de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof”, RW 2020-21, 363-373.
MELIS, B. “Kan men na de toestemming nog van verkrachting spreken? Eens, ja, altijd ja!?” (noot onder Corr. Antwerpen 28 maart 2003), RABG 2005, 1536-1538.
ROYER, S., “Kamer keurt nieuw seksueel strafrecht goed”, Juristenkrant 2022, afl. 446, 1-2.
ROZIE, J. "Beklaagde alwetend. Over het criterium van de redelijke voorzienbaarheid als maatstaf van het lex certa-principe in strafzaken", RW 2012-13, 802-817.
ROZIE, J. en DE HERDT, J., “De hervorming van het seksueel strafrecht geanalyseerd in het licht van het overgangsrecht”, NC 2022, 171-206.
ROZIE, J. en VANDERMEERSCH, D., “De aanpak van seksuele delinquentie in het licht van de publieke opinie en de voorstellen van de Commissie tot hervorming van het strafrecht”, RW 2019-20, 483-499.
SCHUERMANS, F., “Heimelijk voyeurisme is nog geen aanranding van de eerbaarheid” (noot onder Cass. 23 januari 2008), RABG 2008, 811-815.
SPRIET, B., “Bestraffing van verkrachting vóór en na de wet van 21 maart 2022”, (noot onder Cass. 21 april 2020), RW 2022-23, 948-952.
SPRIET, B. en BOECKXSTAENS J., “Het nieuwe misdrijf van voyeurisme en een aanpassing van het misdrijf van aanranding van de eerbaarheid en van verkrachting” in DECAIGNY, T., DE HERT, P., DELBROUCK, L., KERKHOFS, J., MEGANCK, B., SCHOORENS, G., SCHUERMANS, F., VAN BAVEL, H., VAN CAUTER, J., VAN DEN BERGE, Y. en VAN GAEVER, J., T.Strafr., Mechelen, Kluwer, 2016, 207-223.
SPRIET, B., CAREEL, S. en WALGRAEVE, M., “Actualia seksueel strafrecht: aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, voyeurisme” in CAREEL, S., COLLAGE, L., HUYSMANS, J., KNOPS, M., SPRIET, B., VERBRUGGEN, F., VERSTRAETEN, R. en WALGRAEVE, M.(eds.), Straf- en strafprocesrecht, Antwerpen, Intersentia, 2022, 1-70.
SPRIET, B. en MARLIER, G., “Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting in het begin van de 21ste eeuw” in CONINGS, C., DEMEDTS, H., HUYSMANS, J., MARLIER, G., SPRIET, B., VERBRUGGEN, F., en VERSTRAETEN, R., Straf- en strafprocesrecht, Brugge, die Keure, 2013, 81-154.
STEVENS, L., “Over anale verkrachting” (noot onder Cass. 8 april 2008), T.Strafr. 2008, 462-463.
VAN BRUSTEM, E., “Observations “Voyeurisme passif et attentat à la pudeur”” (noot onder Cass. 10 juni 2015), JLMB 2016, 751-759.
VANDEPLAS, A., “Betreffende verkrachting” (noot onder Antwerpen 13 oktober 1978), RW 1978-79, 2817-2818.
VANDEPLAS, A., “De wetenschap t.a.v. de leeftijd van het slachtoffer bij aanranding van de eerbaarheid” (noot onder Antwerpen 25 augustus 1976), RW 1978-79, 1114-1116.
VANDEPLAS, A., “Over de tongkus en de seksuele penetratie” (noot onder Brussel 8 april 1998), RW 1998-99, 505.
VANDEPLAS, A., “Over zoenen en omhelzen” (noot onder Cass. 7 januari 1997), RW 1997-98, 116.
VANDEPLAS, A., “Wederantwoord van de annotator op de reactie van Y. De Brauwere”, RW 1998-99, 791.
VANDROMME, S., “Aanzetten van minderjarigen tot webcamseks: aanranding van de eerbaarheid en/of aanzetten tot ontucht” (noot onder Corr. Antwerpen 27 juni 2008, Corr. Antwerpen 25 juni 2008 en Corr. Antwerpen 20 juni 2008), T.Strafr. 2009, 176-180.
VANDROMME, S., “Afwezigheid van toestemming bij het misdrijf van verkrachting” (noot onder Cass. 25 september 2007), RW 2007-08, 1503-1505.
VANDROMME, S., “Zijn het stiekem filmen van seksuele betrekkingen en andere vormen van voyeurisme strafbaar als aanranding van de eerbaarheid?” (noot onder Cass. 27 november 2013), T.Strafr. 2014, 362-370.
VERBRUGGEN, F., “Gebrek aan toestemming als constitutief bestanddeel bij verkrachting van een mentaal gehandicapte minderjarige”, AJT 1995-96, 472-476.
WATTIER, I., “La jurisprudence récente relative à l'attentat à la pudeur: sans gêne ou mal à l'aise?” (noot onder Cass. 10 juni 2015), RDPC 2016, 139-150.
WATTIER, I. “De la constitutionnalité à la contrefactualité des catégories pénales de viol et de l’attentat à la pudeur commis sans violences ni menaces sur un mineur de moins de seize ans” (noot onder GwH 29 oktober 2009), RDPC 2010, 344.
4.4 Onlinebronnen
DE STANDAARD, “500 betogers in Brussel voor boycot horeca wegens seksueel geweld”, www.standaard.be/cnt/dmf20211112_97668733 (consultatie 7 augustus 2022).
FEDERALE POLITIE BELGIË, “Politiële criminaliteitsstatistieken”, www.stat.policefederale.be/assets/pdf/crimestat/nationaal/rapport_2021_… (consultatie 7 augustus 2022).
HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE, Advies voorontwerp van Strafwetboek - Boek II (goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 19 december 2018), https://hrj.be/admin/storage/hrj/advies-strafwetboekii.pdf.
HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE, Naar een betere aanpak van seksueel geweld (goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 25 april 2019), https://hrj.be/nl/publicaties/2019/naar-een-betere-aanpak-van-seksueel-….
HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE, Opvolgings- en uitdiepingsrapport. Naar een betere aanpak van seksueel geweld (goedgekeurd door de Algmene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 25 juni 2020), https://hrj.be/nl/publicaties/2020/opvolgings-en-uitdiepingsrapport-naa….
LANDTSHEERE, E., “Een nieuw Strafwetboek aangepast aan de 21e eeuw”, www.teamjustitie.be/2022/11/06/een-nieuw-strafwetboek-aangepast-aan-de-… (consultatie 28 november 2022).
SEGERS, F. en DE MAESENEER, W., “Protestbetoging tegen "verkrachtingscultuur" in het uitgaansleven in Gent”, www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/11/06/gentse-politie-start-opnieuw-onderzoek-… (consultatie 7 augustus 2022).
VAN VEEN, S., De strafrechtelijke onachtzaamheid getoetst aan de burgerlijke onzorgvuldigheid. Over de ontwikkeling van de eenheid van fout, onuitg. Masterproef rechten UGent, 2017, https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/349/415/RUG01-002349415_201…, 129 p.
5.1 Wetgeving
Sexual Offences Act 2003, www.legislation.gov.uk.
Explanatory Notes Relating to the Sexual Offences Act 2003, Commentary on Sections, www.legislation.gov.uk.
5.2 Rechtspraak
United Kingdom Supreme Court (VK) 26 juni 2013, R. v. Brown, UKSC, 43.
Opinions of the Lords of Appeal (VK) 18 juni 2008, R. v. G, UKHL, 37.
House of Lords (VK) 1 maart 1984, R. v. Courtie, AC, 463.
House of Lords (VK), 30 april 1975, DPP v Morgan, UKHL 3.
Attorney General’s Reference (No. 1 of 2020), 10 december 2020, EWCA Crim, 1665.
Court of Appeal (VK) 23 juli 2020, R. v. Lawrance, EWCA Crim, 971.
Court of Appeal (VK) 20 december 2019, R. v. Gabbai, EWCA Crim, 2287
Court of Appeal (VK) 29 november 2013, R. v. Kamki, EWCA Crim, 2335.
Court of Appeal (VK) 27 juni 2013, R. v. McNally, EWCA Crim, 1051.
Court of Appeal (VK) 31 januari 2013, R. v. B, EWCA Crim, 3.
Court of Appeal (VK), 2 november 2011, R. v. Ciccarelli (Yuri), EWCA Crim, 2011, 2665.
Court of Appeal (VK) 23 maart 2011, R. v. Robinson, EWCA Crim, 916.
Court of Appeal (VK) 1 maart 2011, R. v. Grout, EWCA Crim, 299.
Court of Appeal (VK) 22 januari 2010, R. v. Doyle, EWCA Crim, 119.
Court of Appeal (VK) 19 november 2009, R. v. Ayeva, EWCA Crim, 2640.
Court of Appeal (VK) 10 september 2008, R. v. Basherdost, EWCA Crim, 2883.
Court of Appeal (VK) 18 februari 2008, R. v. SD, EWCA Crim, 527.
Court of Appeal (VK), 3 augustus 2007, R. v. Piper, EWCA Crim, 2151.
Court of Appeal (VK) 11 juli 2007, R. v. Jheeta, EWCA Crim, 1699.
Court of Appeal (VK) 10 juli 2007, R. v. Hysa, EWCA Crim, 2056.
Court of Appeal (VK) 26 maart 2007, R. v. Bree, EWCA Crim, 804.
Court of Appeal (VK) 12 februari 2007, R. v. Heard, EWCA Crim, 125.
Court of Appeal (VK), 14 december 2006, R. v. Farrar, EWCA Crim, 3261.
Court of Appeal (VK) 18 oktober 2006, R. v. Hill, EWCA Crim, 2575.
Court of Appeal (VK) 16 oktober 2006, R. v. EB, EWCA Crim, 2945.
Court of Appeal (VK) 3 oktober 2006, R. v. Swinscoe, EWCA Crim, 2412.
Court of Appeal (VK) 3 februari 2006, R. v. Lyddaman, EWCA Crim, 383.
Court of Appeal (VK) 2006, R. v. AJ, EWCA Crim, 2956.
Court of Appeal (VK) 1 februari 2005, R. v. H, EWCA Crim, 732.
Court of Appeal (VK) 25 oktober 2004, R. v. Minshull, EWCA Crim, 2673.
Court of Appeal (VK) 11 mei 2000, R. v. Tabassum, Crim LR, 686.
Court of Appeal (VK) 1 mei 1998, R. v. Malone, EWCA Crim, 1462.
Court of Appeal (VK) 1994, Cooper and Schaub, Crim LR, 531.
Court of Appeal (VK) 1985, R. v. Haughian, 80 Cr App R, 334.
Court of Appeal (VK) 1 mei 1984, R. v. Kaitamaki, UKPC, 15.
Court of Appeal (VK) 1984, R. v. Taylor, 80 Cr App R, 327.
High Court of Justice (VK) 14 december 2018, R. (on the application of Monica) v DPP, EWHC 3508.
High Court of Justice (VK) 24 april 2013, R. (on the application of F) v DPP, EWHC 945.
High Court of Justice (VK) 2 november 2011, Assange v Swedish Prosecution Authority, EWHC 2849.
5.3 Rechtsleer
5.3.1 Boeken
ALLEN, M.J. en EDWARDS, I., Criminal Law, Oxford (VK), Oxford University Press, 2021, 656 p.
HORDER, J., Ashworth’s Principles of Criminal Law, Oxford (VK), Oxford University Press, 2019, 548 p.
ORMEROD D. en LAIRD, K., Smith, Hogan, & Ormerod’s Criminal Law, Oxford (VK), Oxford University Press, 2021, 1158 p.
TAYLOR, C., Criminal Law, London (VK), Thomson Reuters, 2018, 653 p.
THOMAS, T., Sex Crime. Sex offending and society, Cullompton (VK), Willan Publishing, 2005, 214 p.
5.3.2 Tijdschriften
BREWIS, B. en STOREY, T., “The meaning of "reasonable belief in consent" under the Sexual Offences Act 2003 and the admissibility of bad character evidence under the Criminal Justice Act 2003”, Journal of Criminal Law 2020, 84(5), 508-511
GLENDINNING, I., “Should mistaken consent still be consent? In defence of an incremental understanding of consent in the Sexual Offences Act 2003”, Journal of Criminal Law 2021, afl. 85(3), 223-231.
5.4 Onlinebronnen
CROWN PROSECUTION SERVICE (CPS), “Rape and Sexual Offences - Overview and index of 2021 updated guidance”, www.cps.gov.uk/legal-guidance/rape-and-sexual-offences-overview-and-ind… (consultatie 17 april 2023).
HAUSER GLOBAL LAW SCHOOL PROGRAM, “Researching the Legal System of the United Kingdom”, www.nyulawglobal.org/globalex/United_Kingdom1.html#leged (consultatie 13 oktober 2022).
HOME OFFICE, “Setting the Boundaries. Reforming the law on sex offences.”, https://lawbore.net/articles/setting-the-boundaries.pdf (consultatie 20 februari 2023).
LEGISLATION.GOV.UK, “Understanding legislation”, www.legislation.gov.uk/understanding-legislation (consultatie 15 oktober 2022).