NAZIROOFKUNST: RAAKT BELGIË NOG VAN ZIJN KATER AF?

Marie
De Beul

Een derde van alle Europese kunst werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s geroofd. Vijftig jaar later onderzocht de Commissie Buysse deze massadiefstal voor België, maar was dat genoeg? De masterscriptie van Marie De Beul geeft antwoord: ‘Cultuurgoederen waren het laatste van onze zorgen.’

De nazi’s werden niet enkel gekenmerkt door hun Jodenhaat, maar ook door hun kunsthonger. De combinatie van beide mondde uit in een onvoorstelbaar netwerk van georganiseerde kunstroof. Door confiscaties en dwangverkopen kroop de gruwel van de Tweede Wereldoorlog tot in de steeds leger wordende huiskamers. Vandaag zijn vele gestolen kunstwerken nog steeds niet teruggekeerd naar waar ze thuishoren. Ook talloze Belgische schilderijen zitten nog altijd vast in de plooien van de geschiedenis.

image-20230929162828-1

Bron : Pexels

Deze masterthesis biedt een kijk achter de schermen van de weinig bekende Studie- en Schadeloosstellingscommissie Buysse (genoemd naar hun voorzitter, Lucien Buysse). Deze opeenvolgende organen waren bevoegd voor het onderzoek en herstelbeleid rond Belgische naziroofkunst. Dankzij uitgebreide interviews met twee ex-commissieleden kon deze scriptie verschillende pijnpunten in de werking van de Commissie Buysse blootleggen. Ze besluit dat ons land onvoldoende heeft ingezet op het vraagstuk van naziroofkunst en pleit voor actief herkomstonderzoek van schilderijen in Belgische musea.

 

De studie: laat begonnen is niet gewonnen

In 1997 gaf de regering de Studiecommissie Buysse de taak om een grondig onderzoek te voeren naar de naziroof op verschillende domeinen, zoals financiële tegoeden, vastgoed en diamant. De studie van de kunstroof werd daar pas veel later bij betrokken: het was al juni 2000 toen er daarvoor twee extra onderzoekers werden aangeworven. Door de overkoepelende deadline beschikten de cultuuronderzoekers slechts over acht maanden om hun onderzoek te voeren.

Die tijdsdruk was verpletterend en dwong hen ertoe hun studie tot een minimum te beperken. Daarom lezen we in het verslag over de cultuurgoederen dat het kunstonderzoek ‘zeer onvolledig’ is gebleven en slechts ‘het topje van de ijsberg’ weergeeft. De matig onderbouwde vaststellingen van de onderzoekers slaan de bal bovendien vaak mis. Het rapport verscheen nooit online.

‘De gestolen schilderijen hadden moeten terugkeren naar de rechtmatige eigenaars, maar de gaten in het werk van de Studiecommissie zorgden ervoor dat België onvoldoende gegevens had voor een echte restitutiepolitiek.’

 

Stilte in het museum!

Na de oorlog werd een groot deel van de in Duitsland gevonden schilderijen verdeeld onder de Belgische musea. Daarom verzocht de Studiecommissie hen om hun medewerking in haar herkomstonderzoek. Dat liep af met een sisser: slechts enkele musea reageerden. De magere participatie van de culturele instellingen, die bang waren om hun collecties te verliezen omdat ze naziroofkunst zouden bevatten, was weinig bevorderend voor het onderzoek. Door die onwelwillendheid bleven veel kansen onbenut.

image-20230929162828-2

Claude Monet, Jardin et fleurs, à Sainte-Adresse (1866), olie op doek. Een informatiebordje in het Franse Musée Fabre maakt de bezoekers duidelijk dat dit naziroofkunst is. In België gebeurt dat niet. Bron: eigen.

 

De schadevergoeding: van hetzelfde laken een broek

De Studiecommissie werd verdergezet door de Schadeloosstellings-commissie. Die onderzocht individuele dossiers van Joodse slachtoffers, die schadevergoeding vroegen voor hun bezittingen die door de nazi’s waren gestolen. De tweede commissie gebruikte hiervoor de resultaten van het onderzoek van de eerste commissie. Aangezien die onvolledig waren, zette de trend van gebrekkigheid zich voort. De gestolen schilderijen hadden moeten terugkeren naar de rechtmatige eigenaars, maar de gaten in het werk van de Studiecommissie zorgden ervoor dat België onvoldoende gegevens had voor een echte restitutiepolitiek.

 

Een slecht rapport

Deze masterscriptie wijst de grootste zwakheden uit de werking van de Belgische commissies aan. Die maken duidelijk dat de voor kunst verantwoordelijke commissieleden simpelweg niet in staat waren om een grondige studie te maken. De beperkte infrastructuur, strenge privacywetgeving, povere museumrespons en vooral de onhaalbare deadline reduceerden het onderzoek in de kunstsector tot een flauw afkooksel van de rest van het onderzoek. De studie van de financiële sector ging daar met de meeste aandacht lopen.

Het magere resultaat van dat onderzoek was onvoldoende om in een degelijk herstelbeleid te voorzien voor de slachtoffers van de kunstroof: slechts 57 van de 12.000 uitbetaalde schadevergoedingen waren bedoeld voor cultuurgoederen. Dat cijfer is symptomatisch voor de noodgedwongen maar onterechte verwaarlozing van de kunstroof binnen de Commissie Buysse.

 

En toen bleef het stil

Na de rapporten van de Commissie Buysse bleef het in ons land merkwaardig stil op het vlak van naziroofkunst. Nochtans bewijzen de tientallen geroofde schilderijen die, in plaats van bij hun rechtmatige eigenaar, nog steeds in een Belgisch museum hangen, dat dit verhaal nog een staartje moet krijgen.

Jammer genoeg dringt dit besef nog niet door in het Belgische beleid. De scriptie geeft een overzicht van de recente nationale initiatieven op vlak van naziroofkunst. Die blijken weinig spectaculair, om niet te zeggen teleurstellend, te zijn. Bovendien bestaat de enige officiële overheidsinstelling met een bevoegdheid voor naziroofkunst slechts uit één personeelslid. Een sterk signaal is dat niet. België hinkt achterop in West-Europa, maar daarover lijkt weinig verontwaardiging te bestaan in het parlement en de regering.

image-20230929162828-3

Bron : persfoto’s Vlaams Parlement, Flickr

De Belgische musea ondernemen onvoldoende actie om de naziroofkunst uit hun collecties terug te geven aan de rechtmatige eigenaar. Als rechthebbende moet je bijna het geluk hebben jouw gestolen schilderij in een museum voorbij te wandelen en het terug te krijgen als je erom vraagt. Die passieve houding is een slag in het gezicht van (de erfgenamen van) de  Joodse slachtoffers. Ondanks de onrechtvaardigheid, die aan de muren van musea kleeft, wordt de nood aan nieuwe initiatieven niet aangevoeld door onze beleidsmakers.

 

Wat nu?

Dankzij deze scriptie hebben we een helder beeld van de interne werking van de Commissie Buysse. Dat leert ons waar het onderzoek naar naziroofkunst in het verleden steken heeft laten vallen. Die kennis levert op haar beurt een bouwsteen voor de toekomst. Daarom doet de masterproef ook enkele aanbevelingen.

‘Ondanks de onrechtvaardigheid, die aan de muren van musea kleeft, wordt de nood aan nieuwe initiatieven niet aangevoeld door onze beleidsmakers.’

 

Het wordt tijd dat ons land bijbeent en inzet op een uitdrukkelijke restitutiepolitiek. De huidige situatie, die de bal in het kamp van het slachtoffer legt, is passief en daarom onaanvaardbaar. De oplossing ligt in actief herkomstonderzoek binnen de musea. Daarbij is professionele training en begeleiding vanuit de overheid nodig. De resultaten van dat herkomstonderzoek moeten, zoals in andere landen, openbaar worden gemaakt. Publiciteit is immers de eerste stap in het opsporen en herstellen van onrechtvaardigheid. Bovendien zal u daardoor, wanneer u met open mond een schilderij bewondert in een museum, tenminste weten dat u naar naziroofkunst kijkt. Dat gebeurt vaker dan u denkt.

 

MARIE DE BEUL

 

 

 

 

 

 

Bibliografie

Literatuur

  • ANGLADE, L., “Art, Law and the Holocaust: the French Situation”, Art Antiquity & Law 1999, 301-311.
  • BOCKEN, H., BOURGEOIS, G., DE BONDT, W., GORLE, F., LEMMENS, K. en REYNTJENS, F., Rechtsvergelijking, Mechelen, Kluwer, 2007, xvii + 359 p.
  • BRUYLANTS, A., “Notice sur Maurice Delacre”, Annuaire Académie Royale de Belgique 1974, https://academieroyale.be/Academie/documents/DELACREMauriceARB_19748535.pdf, 2-73.
  • CAMPFENS, E. (ed.), Fair and Just Solutions? Alternatives to Litigation in Nazi-Looted Art Disputes: Status Quo and New Developments, Den Haag, Eleven international publishing, 2015, xvi + 312 p.
  • CAMPFENS, E., “Sources of Inspiration: Old and New Rules for Looted Art” in CAMPFENS, E. (ed.), Fair and Just Solutions? Alternatives to Litigation in Nazi-looted Art Disputes: Status Quo and New Developments, Den Haag, Eleven international publishing, 2015, 13-40.
  • CHECHI, A. en RENOLD, M., “Just and Fair Solutions: an Analysis of International Practice and Trends” in E. CAMPFENS (ed.), Fair and Just Solutions? Alternatives to Litigation in Nazi-looted Art Disputes: Status Quo and New Developments, Den Haag, Eleven international publishing, 2015, 187-200.
  • COLLINS, P., “Has “The Lost Museum” Been Found? Declassification of Government Documents and Report on Holocaust Assets Offer Real Opportunity to “Do Justice” for Holocaust Victims on the Issue of Nazi Looted Art”, Maine Law Review 2002, afl. 54, nr. 1, 115-155.
  • DEMARSIN, B., “Let’s Not Talk About Terezín: Restitution of Nazi Era Looted Art and the Tenuousness of Public International Law”, Brooklyn Journal of International Law 2011, 117-186.
  • DEMARSIN, B., “MSK Gent kijkt aan tegen eerste Belgische nazi-roofkunstrechtszaak”, Juristenkrant 2009, afl. 185.
  • FELICIANO, H., The Lost Museum. The Nazi Conspiracy to Steal the World’s Greatest Works of Art, New York, Basic Books, 1997, vii + 280 p.
  • FISHER, W.A. en WEINBERGER, R., Holocaust-Era Looted Art: A Current World-Wide Overview, Conference on Jewish Material Claims Against Germany and World Jewish Restitution Organization, 2014, https://art.claimscon.org/wp-content/uploads/2014/11/Worldwide-Overview.pdf.
  • GARDEYN, A., Vinden ze nog de weg naar huis? De zoektocht naar een geschikt beleid voor roofkunst uit de Tweede Wereldoorlog, masterproef rechten UGent, 2020, https://scriptiebank.be/sites/default/files/thesis/2020-10/VINDEN%20ZE%20NOG%20DE%20WEG%20NAAR%20HUIS%20MASTERPROEF%20Amber%20Gardeyn%202020.pdf, 182 p.
  • GRAEFE, E.A., “The Conflicting Obligations of Museums Possessing Nazi-Looted Art”, Boston College Law Review 2010, 473-515.
  • KERSHAW, I., Hitler, London, Allen Lane the Penguin press, 2008, xxxii + 1030 p.
  • KÖTZ, H. en ZWEIGERT, K., An introduction to comparative law, Oxford, Clarendon press, 1998, xviii + 745 p.
  • KURTZ, M.J., “The End of the War and the Occupation of Germany, 1944-52. Laws and Conventions Enacted to Counter German Appropriations: the Allied Control Council” in SIMPSON, E. (ed.), The Spoils of War. World War II and its Aftermath: the Loss, Reappearance, and Recovery of Cultural Property, New York, Harry N. Abrams, Incorporated, 1997, 112-116.
  • LUST, J., “Grandeur et décadence d’Emile Renders. Chronique mouvementée d’une collection d’art belge” in VANWIJNSBERGHE, D. (ed.), Autour de la Madeleine Renders, Brussel, IRPA/KIK, 2008, 78-146.
  • LUST, J., “Ontaarde kunst in Belgisch openbaar bezit”, Magazine Openbaar Kunstbezit Vlaanderen 2014, https://www.okv.be/sites/default/files/2020-10/Ontaarde%20kunst%20in%20Belgisch%20openbaar%20bezit%20-%20Cit%C3%A9%20Miroir%20in%20Luik.pdf, 20-24.
  • LUST, J. “The Spoils of War Removed from Belgium during World War II” in SIMPSON, E. (ed.), The Spoils of War. World War II and its Aftermath: the Loss, Reappearance, and Recovery of Cultural Property, New York, Harry N. Abrams, Incorporated, 1997, 58-62.
  • MARCK, A. en MULLER, E., “National Panels Advising on Nazi-looted Art in Austria, France, the United Kingdom, the Netherlands and Germany – a Brief Overview” in CAMPFENS, E. (ed.), Fair and Just Solutions? Alternatives to Litigation in Nazi-looted Art Disputes: Status Quo and New Developments, Den Haag, Eleven international publishing, 2015, 41-90.
  • MINYARD, K., “Adding Tools to the Arsenal: Options for Restitution from the Intermediary Seller and Recovery for Good-Faith Possessors of Nazi-Looted Art”, Texas International Law Journal 2007, afl. 43, nr. 1, 115-134.
  • MULLER, E. en SCHRETLEN, H., Betwist bezit. De Stichting Nederlands Kunstbezit en de teruggave van roofkunst na 1945, Zwolle, Waanders Uitgevers, 2002, 320 p.
  • MURRAY, M. D., “Stolen Art and Sovereign Immunity: the Case of Altmann v. Austria”, Columbia Journal of Law & the Arts 2004, afl. 27, 301-321.
  • NICHOLAS, L.H., The Rape of Europa. The Fate of Europe’s Treasures in the Third Reich and the Second World War, New York, Vintage Books, 1995, x + 498 p.
  • O’DONNELL, T., “The Restitution of Holocaust Looted Art and Transitional Justice: the Perfect Storm or the Raft of the Medusa?”, The European Journal of International Law 2011, afl. 22, nr. 1, 50-80.
  • OOST, T., In an Effort to Do Justice? Restitution Policies and the Washington Principles, Amsterdam, Centre of Art, Law and Policy, University of Amsterdam, 2012, vi + 220 p.
  • PEZCHKIAN, J., “La Möbelaktion en Belgique”, Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiendenis 2002, 153-180.
  • POLAK, R., “A Fruitful Discussion” in CAMPFENS, E. (ed.), Fair and Just Solutions? Alternatives to Litigation in Nazi-looted Art Disputes: Status Quo and New Developments, Den Haag, Eleven international publishing, 2015, 135-140.
  • SELS, G., “Kunst voor Das Reich. Het wedervaren van schilderijen in onze musea”, Magazine Openbaar Kunstbezit Vlaanderen 2017, https://www.okv.be/artikel/kunst-voor-das-reich-het-wedervaren-van-schilderijen-onze-musea, 40 p.
  • SELS, G., Kunst voor das Reich: op zoek naar naziroofkunst uit België, Tielt, Lannoo, 2022, 447 p.
  • SIMPSON, E. (ed.), The Spoils of War. World War II and its Aftermath: the Loss, Reappearance, and Recovery of Cultural Property, New York, Harry N. Abrams, Incorporated, 1997, 336 p.
  • TOOLEY, T.H., “Diktat 1919: The Versailles Treaty as Dictated Peace”, Mises Institute 7 januari 2019, https://mises.org/wire/diktat-1919-versailles-treaty-dictated-peace.
  • VAN DOORSLAER, R., “De spoliatie en restitutie van de joodse bezittingen in België en het onderzoek van de Studiecommissie”, Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis 2002, 81-106.
  • VAN DOORSLAER, R. (ed.), Gewillig België: Overheid en Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog, Antwerpen, Meulenhoff/Manteau, 2007, 1163 p.
  • WEISS, L., “The Role of Museums in Sustaining the Illicit Trade in Cultural Property”, Cardozo Arts & Entertainment Law Journal 2007, 837-875.
  • WELLER, M., “Key Elements of Just and Fair Solutions – the Case for a Restatement of Restitution Principles” in CAMPFENS, E. (ed.), Fair and Just Solutions? Alternatives to Litigation in Nazi-looted Art Disputes: Status Quo and New Developments, Den Haag, Eleven international publishing, 2015, 200-210.
  • YEIDE, N.H., “Provenance and Museums” in INTERNATIONAL BUREAU OF THE PERMANENT COURT OF ARBITRATION (ed.), Resolution of Cultural Property Disputes, Den Haag, Kluwer Law International, 2004, 99-111.
  • YEIDE, N.H., “The Pluder of Art as a War Crime: The Art Looting Investigation Unit Reports and the Hermann Goering Art Collection”, Rutgers Journal of Law and Religion 2007, afl. 8, nr. 2, 1-8.

 

Wetgeving

 

 

 

Overheidsdocumenten

 

 

Archieven

 

Overige bronnen

Download scriptie (3.06 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. dr. Georges Martyn