Kinderen achter tralies

Margot
Devloo

voorpagina

In de Vlaamse gevangenissen leven op dit moment tien kinderen bij hun moeder. Hoe gaat het Belgische systeem om met baby’s achter de tralies en is dit nog wel verantwoord? 

Yarno* (5) was één van die kinderen. Hij spendeerde al meer dan de helft van zijn jonge leven achter de tralies bij zijn gedetineerde moeder. De dag na zijn derde verjaardagsfeestje moest hij verhuizen, zoals de Belgische wet voorschrijft. Hij bracht eerst een jaar door in het residentiële verblijf van Kind en Gezin. Enkele maanden geleden trok Yarno eindelijk in bij zijn nieuwe pleegouders. 

Tijdens zijn periode in de gevangenis was Yarno bijna non-stop bij zijn mama. Ze sliepen bij elkaar in een cel, elk in hun eigen bed, waar ze de tijd samen vulden. Af en toe werd Yarno door Sofie Mortier, een begeleider binnen het Centrum voor Kind en Gezin, meegenomen naar de andere kant van de gevangenismuur. ‘We proberen ze zo nieuwe prikkels te laten ervaren’, vertelt Mortier. ‘De begeleiders gaan met het kind de stad in of gaan winkelen. Op die manier krijgt het kleutertje ook de wereld te zien.’ Vlak na Yarno’s tweede verjaardag werden hij en zijn mama voorbereid op de onafwendbare breuk. Volgens de wet mag een kind ouder dan drie niet meer bij zijn mama in de gevangenis wonen. Eerst wordt bekeken of het kind naar familie of vrienden kan. Als dat niet lukt, wordt er uitgekeken naar een pleeggezin. ‘De gesprekken beginnen met de moeder. Bij Yarno liep dat niet zo vlot. Eerst werd familie gecontacteerd’, vertelt Mortier. ‘Het is de optie die gedetineerde moeders prefereren, omdat ze op die manier het gevoel hebben dat ze iets aanweziger kunnen blijven in het leven van hun kind.’ Tot twee- maal toe kwam er iets tussen waardoor Yarno toch niet bij familie kon blijven. Hij kreeg tenslotte tijdelijk onderdak bij Kind en Gezin. Sinds afgelopen december woont Yarno bij zijn nieuwe pleegouders. ‘Hij doet het heel goed. Het is een clever ventje’, vertelt Mortier. ‘Dat komt deels omdat hij tijdens zijn eerste duizend levensdagen zoveel bij zijn mama is geweest.’

‘Ik zeg dan vaak dat een kind tot zijn drie wel wat speelgoed nodig heeft, maar vooral zijn mama. Het leven ontdekken kan later ook nog.’

De eerste duizend dagen zijn cruciaal volgens de bonding theory. Annelies Hoedemakers, psycholoog bij het Centrum voor Kind en Gezin legt uit: ‘Het is de basis voor de emotionele ontwikkeling van het kind, het gaat over de hechting. Het is belangrijk dat mama en kind dan in een vrij stabiele periode zitten. De moeder moet het kind leren kennen en omgekeerd. Als die eerste duizend levensdagen stabiel zijn, zorgt dat ervoor dat het kind later ook stabiel kan leven.’ Er wordt voor de bevalling bekeken of de gedetineerde bekwaam genoeg is om de moederrol op zich te nemen. Als dat het geval is, zal het kind tot zijn derde verjaardag bij de moeder in de gevangenis verblijven. ‘We willen vermijden dat het kind al vanaf zijn geboorte van pleeggezin naar pleeggezin gaat en breuken ervaart. Een kind voelt ook aan wie zijn of haar mama is, de moeder heeft het tenslotte negen maanden gedragen. Als de eerste drie jaar niet stabiel zijn, heeft dat effect op het verdere leven van het kind’, vertelt Hoedemakers. ‘Moeders voelen zich vaak schuldig dat ze hun kind voor de eerste drie jaar van het leven ontnemen’, vult Mortier aan. ‘Ik zeg dan vaak dat een kind tot zijn drie wel wat speelgoed nodig heeft, maar vooral zijn mama. Het leven ontdekken kan later ook nog.’

Scherm­afbeelding 2023-09-29 om 10.16.28

BREUK

Elk kind heeft het recht om samen te wonen met zijn/haar ouders. ‘Dat het toegelaten is tot drie jaar heeft ook te maken met de schoolleeftijd’, vertelt Hoedemakers. ‘Wij raden aan dat vanaf het kindje één jaar is het zoveel mogelijk naar een opvang buiten de gevangenis gaat. Zo leren zowel de mama als het kindje om apart te zijn, maar kan het kind wel steeds weer terug naar zijn vertrouwde nest.’ Zelfs al gaan de kinderen overdag naar buiten, toch spenderen ze gemiddeld meer tijd bij hun mama dan andere baby’s. Dat heeft onder andere een duidelijke invloed op hun taalgebruik. ‘We zien vaak dat de kindjes in de gevangenis sterk zijn op cognitief vlak omdat de mama er juist zoveel mee kan bezig zijn’, vertelt Mortier. Op sociaal vlak zijn ze meestal wel een beetje achter. ‘Kindjes in de gevangenis zijn een bepaalde structuur gewoon en kennen niet veel prikkels.’ Zo willen ze dat alle deuren en kasten altijd gesloten zijn. Ze spreken van ‘de wandeling’ en ze zijn niet veel lawaai gewend. Het geluid van een voorbijrijdende ambulance kan hen al bijzonder onrustig maken.

‘De kindjes die uit de gevangenis komen zijn vaak angstiger dan anderen. Yarno had het ook moeilijk om alleen te slapen. Als je drie jaar lang, elke nacht, bij je mama slaapt, is het normaal dat wanneer je plotseling alleen moet slapen, je bang wordt’, legt Hoedemakers uit. Toch probeert het Centrum voor Kind en Gezin de kinderen en de moeders zo goed mogelijk voor te bereiden op deze breuk.

Scherm­afbeelding 2023-09-29 om 10.16.49Ondanks de goede voorbereiding, kende Yarno toch een moeilijke overgang: ‘In het begin wilde hij, afgezien van zijn melkje, niet eten. We hebben veel tijd geïnvesteerd om zijn ver- trouwen te winnen. Na een poos lukte het uiteindelijk allemaal wel, mede omdat zijn basisvertrouwen wel vrij goed zit.’ Yarno weet dat zijn mama in de gevangenis zit, hij begrijpt goed wat er gebeurt en gaat al sinds zijn derde naar een psycholoog. ‘Het is belangrijk dat we de juiste termen gebruiken,’ zegt Hoedemakers, ‘we bespreken eerst met zijn mama wat we wel en niet gaan zeggen en vervolgens leggen we het uit aan Yarno.’ Ondertussen gaat Yarno met zijn pleegouders ongeveer wekelijks op bezoek in de gevangenis. ‘Het is een heel gedoe. Ze worden gescreend, gefouilleerd en daarna kan Yarno een paar uurtjes zijn mama zien in de bezoekzaal’, vertelt Geertrui Verdonck, aalmoe- zenier in de gevangenis van Brugge. Ook mag Yarno één keer per week 20 minuten videobellen met zijn mama. ‘Wat lastig is voor een kind. Het is natuurlijk een enorme verandering voor Yarno, hij was meer bij zijn mama dan andere kinderen en plots ziet hij haar nog maximum enkele uurtjes per week’, gaat Verdonck verder. Het is ook niet zeker dat wanneer de moeder van Yarno vrijkomt, ze Yarno weer fulltime bij zich mag hebben. ‘Dan wordt het weer opgebouwd en dat kan enkele jaren duren vooraleer Yarno weer voltijds bij zijn mama woont.’

Daar kan Sonja* over getuigen. Een jaar geleden kwam Sonja vrij. Haar vier kinderen zaten verspreid over Vlaanderen in instellingen. Nu, een jaar later, ziet ze haar kinderen enkel in het weekend. Hoewel Sonja goed begrijpt dat ze een fout heeft begaan, vindt ze dat zij en haar kinderen nog steeds gestraft worden op deze manier. Ook tijdens haar gevangenschap konden haar kinderen eigenlijk niet op bezoek komen. Als haar kinderen op bezoek wilden komen, kwam daar veel bij kijken.

STRAF

Gedetineerde moeders zien hun kinderen veel minder eens ze ouder zijn dan drie. ‘Het is gewoon enorm lastig, het kind zit vaak in een instelling of een pleeggezin ver weg van de gevangenis. Het is een daguitstap als je dan voor twee uurtjes naar de gevangenis komt om je mama te zien’, vertelt Verdonck. ‘Moeders op de moeder-kindafdeling krijgen best veel ondersteuning, maar andere gedetineerde moeders worden een beetje aan hun lot overgelaten.’ Centrum voor Kind en Gezin begeleidt de moeders op de moeder-kindafdeling, voor de andere moeders bestaat er geen instantie die hen ondersteunt tijdens het moederschap. ‘Meestal verdwijnen ze zo een beetje uit het leven van hun kind’, vertelt Verdonck. ‘Dat heeft een slechte invloed op de mama, maar ook op het kind.’ In een ideale wereld zouden moeders in een detentiehuis worden gezet, vinden zowel Verdonck, Mortier als Hoedemakers. Een detentiehuis is kleinschaliger en gedetineerden worden er op maat begeleid. ‘Het zou mooi zijn mochten moeders in een detentiehuis hun straf kunnen uitzitten. Kinderen kunnen dan vaker en gemakkelijker op bezoek komen, omdat er minder bij komt kijken. De kinderen kunnen dan zelfs een nachtje per week blijven slapen’, legt Verdonck uit. Het zou goed zijn voor de band tussen moeder en kind vindt ook psycholoog Hoedemakers. ‘Hoe fijn zou het zijn, mocht Yarno nog één dagje in de week bij zijn mama kunnen logeren. Zo wordt de band veel beter onderhouden en heeft de mama tenminste het gevoel dat ze aanwezig is in zijn leven.’

Manu Pintelon

Kinderen (met een ouder in detentie) hebben nood aan een kind- vriendelijke en huiselijke omgeving wanneer ze hun ouder bezoeken, dat blijkt uit onderzoek van Hogeschool VIVES uit 2020. Het is ook iets waar vzw De Huizen op wil inzetten: de- tentiehuizen voor moeders. ‘De manier waarop we nu omgaan met gedetineerde moeders zorgt ervoor dat de straf niet alleen voor de moeder is, maar ook voor het kind’, vertelt Manu Pintelon, criminoloog en coördinator van vzw De Huizen. Het kind kan op die manier op bezoek komen wanneer het wil en het kan enkele dagen per week blijven slapen. Kinderen jonger dan drie kunnen zo bij hun mama verblijven in een huiselijke omgeving.

foto

wetten

OPLOSSING

Alhoewel ook de politiek stilaan het nut van detentiehuizen begint in te zien, zal het toch nog niet voor meteen zijn. ‘Eind volgend jaar zullen er 7 detentiehuizen in Vlaanderen worden geopend’, vertelt Pintelon. ‘Die zijn voorlopig alleen voorgedetineerden met een korte straf. Wij pleiten voor twee specifieke doelgroepen momenteel: jongeren onder 25 jaar en moeders met kinderen. De politiek zal komend jaar enkel voor de eerste doelgroep detentiehuizen openen.’ Vzw De Huizen is ervan overtuigd dat we in de 21e eeuw niet op een correcte manier omgaan met detentie. ‘De enige straf is de vrijheidsstraf’, verduidelijkt Pintelon. Het is volgens De Huizen niet de bedoeling dat je mensen vervreemdt van de maatschappij, wel dat je hun vrijheid inperkt. ‘Zeker als we gaan kijken naar de moeders. Het is voor zowel moeder als kind een straf op dit moment. De gevangenis is geen ideale plek om de ontwikkeling van je kind te stimuleren. Voor zowel moeders als kinderen zouden detentiehuizen een betere oplossing zijn’, vindt Pintelon. ‘Detentiehuizen lossen natuurlijk niet alles op. Het is nog steeds een straf dus vrijheidsberovend, maar op die manier hebben de kinderen een betere connectie met hun mama en de samenleving.’ Yarno is slechts één van velen. ‘Het verhaal van Yarno is heel mooi gelopen’, vertelt Mortier. ‘Er zijn ook schrijnende verhalen. Moeders die terug naar hun land worden gestuurd en dan de keuze moeten maken: nemen ze hun kind mee of laten ze het achter om hun leven hier op te bouwen?’ Moeders willen het beste voor hun kind en dat is niet anders bij gedetineerde moeders. Toch wordt er nog een onderscheid gemaakt tussen gedetineerde moeders die hun kind binnen de gevangenis hebben en de gedetineerde moeders met kinderen buiten de gevangenis. ‘Vanaf het kind drie jaar is en de moeder nog vastzit, vervaagt de band meer en meer’, zegt Verdonck. Dat de gevangenis specifiek voor gedetineerde moeders niet ideaal is, beseft ook Justitie. Toch denkt het kabinet van minister Van Quickenborne nog niet na over moeder-kinddetentiehuizen.‘We zijn voorlopig nog maar in de eerste fase met de detentiehuizen’, vertelt Els Van Herck, adviseur van minister Van Quickenborne. ‘We hebben keuzes moeten maken en houden ons nu bezig met de detentiehuizen voorgedetineerden met een korte straf.’ Al geeft mevrouw Van Herck ook toe dat deze situatie niet ideaal is voor de moeders en kinderen.Wanneer detentiehuizen voor gedetineerde moeders er zullen komen is dus nog niet duidelijk, al zal dat zeker niet voor 2024 zijn. ‘We zullen sowieso moeten wachten tot de volgende regeerperiode’, vertelt Van Herck. ‘Het gaat normaal gezien niet meer voor deze legislatuur zijn, buiten als er zich een mogelijkheid aanbiedt, maar dat is eerder uitzonderijk.’ In Noorwegen, Denemarken en Spanje bestaan moeder-kinddetentiehuizen al, geeft Pintelon nog mee: ‘Er is voldoende bewijs dat het wel kan.’

Al staan detentiehuizen voor zowel gedetineerden met korte straf alsook gedetineerde moeders al sinds 2020 in het regeerakkoord, zal het toch nog even duren voor de moeder- kindafdeling zal verplaatsen naar een detentiehuis.  • 

*alle getuigen kregen een schuilnaam.

 

 

 

Bibliografie

Hieronder geef ik graag een overzicht van mijn meest relevante bronnen. Ze zijn onderverdeeld in mondelinge, geschreven en audiovisuele bronnen. Ik heb gekozen om een overzicht te maken van de meest relevante bronnen, diegenen die er echt toededen, simpelweg om jullie niet te overstelpen. Mochten jullie toch graag nog mijn uitgebreidere bronnenlijst zien, kan ik deze altijd voorleggen. Achteraan bij de bijlagen vindt u de uitgeschreven interviews en de niet-gebruikte foto’s die ik ontving van persfotograaf Wouter Van Vooren.

4.1. Mondelinge bronnen

 

4.1.1. Interviews

 

  • Geertrui Verdonck

Geertrui Verdonck is aalmoezenier in de gevangenis van Brugge. Ik had haar als eerste gecontacteerd omdat zij op een andere manier dichtbij gedetineerden staat. Als eerste gesprekspartner was Geertrui ideaal. Ze is zelf aalmoezenier vanuit de christelijke ambt, maar al snel was het duidelijk dat haar job niet alleen gaat om haar geloof. Ze heeft met heel wat gedetineerden een goede band, waardoor ze veel verhalen kent en ook goed begrijpt hoe de gevangenis van Brugge in elkaar steekt. Daarnaast heeft Geertrui ook andere interessante personen aan mij doorgegeven, zo ben ik bijvoorbeeld bij Manu Pintelon beland en heeft ze mij het verhaal van Arjen) verteld. Het verhaal van Arjen werd het dragende verhaal in mijn artikel.

 

  • Sofie Mortier

Als tweede ben ik Sofie Mortier gaan interviewen. Sofie heeft zelf als psycholoog gewerkt, maar is nu begeleider voor het Centrum Kind en Gezin (CKG) in Brugge. Ze begeleidt de moeders en kinderen op de moeder-kindafdeling, zo gaat ze soms met een kindje de stad in en bekijkt ze mee de overgang van het kind en de moeder als de breuk er na drie jaar aankomt. Sofie was een interessante gesprekspartner om mij een duidelijk zicht te geven op de moeder-kindafdeling van de gevangenis in Brugge. Sofie vertelde veel over haar beroep en het Centrum voor Kind en Gezin, het was voor mij daardoor snel duidelijk dat dit een instantie was die ik zeker ook moest contacteren.

 

  • Annelies Hoedemakers

Annelies Hoedemakers is kinderpsycholoog bij het Centrum voor Kind en Gezin, de instantie die onder andere instaat voor de ondersteuning van de kinderen op de moeder-kindafdeling in de gevangenis van Brugge. Sofie Mortier raadde mij Annelies Hoedemakers aan als psycholoog, aangezien zij Arjen mee heeft begeleid tijdens zijn overgang naar ‘buiten’. De psychologische kanten van mijn artikel heb ik zeker te danken aan Annelies, ze legde op een toegankelijke manier uit waarom de eerste drie jaren van een kinderleven zo belangrijk zijn.

 

  • Manu Pintelon

Ik kwam deze naam vaak tegen tijdens mijn research, nadat ook Geertrui mij had aangeraden om hem te interviewen, ben ik dat uiteraard gaan doen. Manu Pintelon is zelf criminoloog en werkt als coördinator voor Vzw De Huizen. Vzw De Huizen is een vereniging die zich al sinds 2012 inzetten voor detentiehuizen. ‘De manier waarop we omgaan met gevangenissen is niet meer van de 21e eeuw, maar gebaseerd op een ideologie uit de 18e eeuw’, vertelde Manu. Het was een interessant interview, aangezien Manu ook maandelijks samenzit met het kabinet van meneer Van Quickenborne.

 

4.1.2. Telefoongesprekken

 

  • Sandra (Sonja)

Sandra is een ex-gedetineerde vrouw die ik via Geertrui Verdonck kon contacteren. Tot tweemaal toe werd er een interview gepland met Sandra waar ook Geertrui bij ging zijn, maar door omstandigheden heeft Sandra twee keer afgezegd. Daarna liet ze ook weten dat ze er liever niet meer aan wilde meewerken. Ik heb Sandra zelf aan de telefoon wel gesproken en een paar korte vraagjes gesteld. Ik heb lang getwijfeld om ze te vernoemen in mijn artikel, aangezien ze niet wist dat dat telefoongesprek ook gebruikt zou worden. Na overleg met de helpdesk heb ik dan toch besloten haar erin te laten voorkomen, aangezien ze sowieso anoniem werd gemaakt.

 

  • Els Van den Herck

Mevrouw Van den Herck werkt voor het kabinet van minister Van Quickenborne. Enkele dagen voor de deadline contacteerde ze me gelukkig nog. Zo kon ik toch nog een stem van Justitie in mijn artikel verwerken, waar ik haar heel dankbaar voor ben.

 

  • Jan Van der Cruysse

Jan Van der Cruysse is de woordvoerder van onze minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Ik heb met hem telefonisch contact gehad nog voordat ik met mevrouw Van Herck contact had. Meneer Van der Cruysse liet op het einde van ons telefoongesprek plots weten dat hij niet genoeg van het dossier kende om op mijn vragen te beantwoorden. Hij kwam nogal negatief over langs de telefoon over de detentiehuizen voor moeders met kinderen. Het was een mening die ik sowieso niet kon gebruiken in mijn artikel aangezien hij op het einde zelf nog zei ‘Ik wil eigenlijk niet dat je dit gebruikt in je eindwerk.’ Meneer Van der Cruysse raadde me aan al mijn vragen nog eens in een mailtje te versturen, hier kreeg ik enkele dagen voor de deadline nog antwoord op van mevrouw Van Herck.

4.2. Geschreven bronnen

 

4.2.1. Artikels

 

  • ‘Detentiehuizen voor moeders halen kinderen uit de cel’ - Knack

Knack. (2021, 3 juni). ‘Detentiehuizen voor moeders halen kinderen uit de cel’. Knack. https://www.knack.be/nieuws/detentiehuizen-voor-moeders-halen-kinderen-uit-de-cel/

 

Dit artikel verscheen in Knack in juni 2021 en is zeer relevant. Het gaf me aan het begin van mijn proces een duidelijk beeld van wat er wel en niet is in de Belgische gevangenissen en de kritiek hierop. Ze belichten in dit artikel vooral waarom detentiehuizen voor moeders belangrijk zijn, welke wetten er al zijn rond gedetineerde moeders en hoe justitie er in 2021 tegenover stond. Ze geven aan wat ik al ondervond, gedetineerde moeders worden onderbelicht in onze samenleving. Het laatste deeltje van mijn eigen journalistiek product brengt hetzelfde onderwerp in kaart, maar mijn artikel heeft niet dezelfde insteek. Ik moest wel oppassen met de ‘enige’ visie die hierin wordt voorgesteld als de ‘juiste’. Het artikel werd geschreven door een professor en een criminoloog, niet dat ze niet de waarheid vertellen, maar er wordt niet gekeken naar het algemene maatschappelijke belang. Daarnaast heb ik één van de schrijvers, de criminoloog Manu Pintelon, zelf ook geïnterviewd. Bij mijn voorbereiding voor het interview heb ik ook dit artikel nog eens grondig doorgenomen om de juiste vragen te kunnen opstellen.

 

  • ‘Elke maand wordt één gevangenisbaby geboren’ - De Standaard

Demeyer, P. (2020, 13 januari). Elke maand wordt één gevangenisbaby geboren. De Standaard. https://www.standaard.be/cnt/dmf20200112_04803023 

 

‘Elke maand wordt één gevangenisbaby geboren’ verscheen in januari 2020 in De Standaard. Het artikel gaf me bij het begin van mijn proces wat basisinformatie mee. Al snel had ik door dat het niet meer echt relevant was, aangezien de gevangenis Berkendael ondertussen al gesloten is. Ik vond dit artikel in de eerste plaats handig voor kennis over het onderwerp, maar daarna niet meer zo nuttig.

 

  • ‘Domino-effect van onveilige hechting’ - Kiind

Van Roozendaal, F. (2021, 15 september). Domino-effect van onveilige hechting. Kiind. https://kiind.nl/domino-effect-onveilige-hechting/

 

Dit artikel kwam uit in 2021 in Kiind, een Nederlands magazine over ouderschap. In het artikel legt psycholoog Femke Van Roozendael uit wat het belang is van hechting en de gevolgen van onveilige hechting. Het artikel gaf me meer inzicht in de psychologische kant van een moeder-kindrelatie. Er wordt uitgelegd waarom een kind geen breuken mag ervaren in zijn eerste levensjaren, iets wat in mijn interviews ook steeds terugkwam. Het artikel was vooral interessant om vragen op te stellen voor de psychologen die ik ging interviewen.

 

 

 

  1.  
    1.  
      1. Thesissen

 

  • Detentiehuizen - Hogeschool Vives

Detentiehuizen. (2020 - 2021). [Bachelorproef]. Hogeschool Vives, van https://dehuizen.be/files/Bachelorproef_VIVES_Moeder-kindhuis_(2).pdf  

Deze bachelorproef vond ik onder andere op de website van vzw De Huizen. Het is zeer relevant geweest tijdens mijn research en uitschrijf-fase van dit project. Er wordt in mijn artikel ook verwezen naar dit onderzoek. Vooral de thema’s invloed op moeder en invloed op het kind heb ik veel gebruikt voor mijn vragen op te stellen tijdens mijn interview met Manu Pintelon en mijn telefoongesprek met Justitie. Er wordt ook aandacht besteed in deze bachelorproef naar de gevolgen van de hechting tussen moeder en kind en wat er na drie jaar gebeurt. Ook werden er interviews afgenomen met (ex)-gedetineerden, iets wat mij jammer genoeg niet gelukt is. Het was waardevol om deze te lezen en zo me beter te verdiepen in het onderwerp.  De volledige bachelorproef kan u terugvinden via link hierboven. Vooral hoofdstuk 4 en 5 waren relevant voor mij, dit hoofdstuk begint op pagina 28 in de scriptie.

 

  • Baby’s van gedetineerden - UGent Masterproef

De Smet, J. (2009-2010) Baby’s van gedetineerden [Masterproef]. Universiteit Gent, van https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/458/131/RUG01-001458131_2011_0001_AC.pdf

 

Alhoewel deze masterproef al meer dan tien jaar geleden geschreven is, was deze toch nog relevant. Er komen gedetineerde ouders aan bod met zowel kinderen buiten als binnen de gevangenis. Er is nog niet veel veranderd sinds deze masterproef geschreven werd. Vooral voor de algemene kennis van het onderwerp was het nuttig om deze thesis te lezen.

 

  • Thesis Architectuur Ouderschap in detentiehuizen - UGent

Aanbevelingen voor ouderschap in detentiehuizen; moeder-kindhuizen [Onderzoek]. Universiteit Gent.

 

Ik kreeg dit onderzoek te pakken via Manu Pintelon. Het onderzoek is gemaakt door studenten Architectuur en het onderzoek gaat daarom ook grotendeels over de architectuur van detentiehuizen. Er wordt wel een mooi overzicht gegeven van de huidige situatie, wat zeker voor mijn research en algemene kennis zeer relevant was.

 

  • Onderzoek naar kleinschalige, geïntegreerde en gedifferentieerde detentievormen - VUB

 

Onderzoek naar kleinschalige, geïntegreerde en gedifferentieerde detentievormen[Masterproef].Vrije Universiteit Brussel. https://dehuizen.be/files/Onderzoek_naar_kleinschalige,_geïntegreerde_en_gedifferentieerde_detentievormen.pdf

 

Deze thesis heb ik enkel gebruikt om iets beter te begrijpen hoe zo een detentiehuis juist in elkaar zit. Daarna vond ik deze thesis niet meer super relevant en heb ik me vooral verdiept in bovenstaande thesissen.

 

4.2.3. Websites

 

  • Site over moeder-kindrelatie

Het verloop van hechting tussen ouder en kind. (n.d.). Opvoedadvies.nl. https://www.opvoedadvies.nl/hechting.htm

 

Deze site gebruikte ik vooral voor mijn interview met Annelies Hoedemakers en om in het begin zoveel mogelijk info te vergaren over de psychologie van een moeder-kindrelatie.

 

  • Website van Vzw De Huizen

De Huizen. (z.d.). https://dehuizen.be/nl/missie

 

Deze website kwam pas in het vizier toen het na andere bronnen duidelijk werd dat er wel degelijk een oplossing bestaat voor gedetineerde moeders en kinderen. De visie van vzw De Huizen gaat niet alleen over gedetineerde moeders, maar over alle gedetineerden. De website was handig voor mijn interview met Manu Pintelon, maar ook staan er wat andere interessante thesissen op hun website. Ik heb enkel de thesissen die ik erg relevant vond in mijn bronnenonderzoek gezet. De thesissen/artikels die ik ook eens heb geraadpleegd kan je vinden bij bijlagen.

 

  • Website over Belgische Wetgeving

E. Wet van 12/01/2005 basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden.

https://etaamb.openjustice.be/nl/wet-van-12-januari-2005_n2005009033.html

 

Ik heb deze website gebruikt om de Belgische wetgeving na te gaan over gedetineerden. Ik vond het iets overzichtelijker dan het Belgisch staatsblad.

4.3. Audiovisuele bronnen

 

  • 107 Mothers (film)

De film 107 Mothers gaat over een moeder-kindafdeling in een gevangenis in Oekraïne. De regisseur is Péter Kerekes en de film kwam uit in 2022, maar geeft uiteraard een beeld van de gevangenissen voor de oorlog in Oekraïne. Al snel was het voor mij duidelijk dat het er in Oekraïne allemaal erger aan toe gaat dan hier in België. De film was wel goed voor algemene kennis en de gelijkaardige structuur van de gevangenis.

 

  • Wouter Van Vooren

Wouter Van Vooren is freelance persfotograaf. Ik vond een foto van hem verwerkt in een artikel in De Standaard. Het was duidelijk dat ik zelf geen beeldmateriaal kon krijgen van de moeder-kindafdeling. Gelukkig mocht ik Wouter Van Vooren zijn beelden gebruiken in mijn artikel.

Download scriptie (11.34 MB)
Genomineerde longlist Scriptieprijs
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Ria Goris, Guy Delforge