Stel je voor dat je door de gangen van een Vlaamse school wandelt. Het is 8 uur 's morgens, de kinderen stromen de klaslokalen binnen. Maar terwijl je rondkijkt, valt het op: de muren vertonen scheuren, de ramen tochten en de vloeren hebben hun beste tijd gehad. Dit is geen uitzondering. Wist je dat meer dan de helft van de schoolgebouwen in Vlaanderen dateert van vóór 1970? Zelfs een kwart dateert van vóór 1950. De broodnodige renovaties blijven uit, en de problemen stapelen zichzelf op.
In Vlaanderen is de huidige realiteit pijnlijk: als een school dringende renovaties nodig heeft, kan het tot vijftien jaar duren voordat ze de nodige subsidies ontvangt. In een tijd waarin de lat voor onderwijskwaliteit en duurzaamheid steeds hoger ligt, is dat simpelweg onacceptabel. Deze problematiek zette ons aan tot een onderzoek naar een vernieuwende manier om de Vlaamse scholenbouw te financieren en sneller te vernieuwen.
Wat als er een oplossing bestaat die de wachtlijsten verkort, scholen vernieuwt én de financiële druk op de overheid vermindert? Stel je voor dat scholen hun eigen middelen kunnen genereren voor de vernieuwing van hun gebouwen, zonder jarenlang afhankelijk te zijn van subsidies. Het kan!
De masterproef Scholen van Verandering biedt een vernieuwende en innovatieve oplossing voor de uitdagingen waar de Vlaamse scholenbouw vandaag voor staat. In plaats van enkel te rekenen op overheidssteun, stelt dit onderzoek voor om samen te werken met private investeerders en projectontwikkelaars. Veel Vlaamse scholen bevinden zich op strategisch gunstig gelegen locaties, vaak in het centrum van dorpen en steden waar ruimte schaars is. De schoolterreinen zijn nu vaak inefficiënt ingedeeld en onderbenut. Door een slimmere reorganisatie van deze terreinen ontstaat er plaats voor extra functies zoals woningen, commerciële ruimtes en maatschappelijke voorzieningen. De opbrengsten uit deze ontwikkelingen kunnen vervolgens geïnvesteerd worden in het vernieuwen van de verouderde schoolinfrastructuur.
Het idee is eenvoudig: door extra functies toe te voegen aan schoolsites, ontstaat een nieuw soort levendige campus waar onderwijs, wonen en werken samenkomen. Waar het schoolterrein vroeger na schooltijd afgesloten bleef, wordt het nu opengesteld voor de buurt. Dit is niet alleen een voordelige situatie voor de scholen, maar ook voor de buurtbewoners, de overheid en de investeerders. Het brengt meer leven in de wijk en creëert een win-win situatie voor alle betrokkenen. De extra inkomsten kunnen rechtstreeks worden geïnvesteerd in de vernieuwing van de schoolgebouwen, zonder dat er telkens bij de overheid moet worden aangeklopt voor financiering.
Bovendien biedt dit model meer dan alleen een financiële oplossing. Het draagt ook bij aan duurzaamheid. Door compacter te bouwen en schoolterreinen efficiënter te benutten, sluiten we aan bij moderne stadsontwikkelingsstrategieën. Daarnaast worden scholen beter geïntegreerd in de gemeenschap. In plaats van geïsoleerde, verlaten terreinen na schooltijd, transformeren ze in actieve ontmoetingsplaatsen waar kinderen leren, mensen wonen en lokale ondernemers hun zaak runnen. Door ruimtes en faciliteiten te delen, zoals speelplaatsen en groenruimtes, ontstaat er een levendig centrum voor de buurt.
Om de maatschappelijke meerwaarde te illustreren, werd in de casestudy’s een ontwerpend onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek toont hoe de combinatie van wonen, werken en leren een dynamische, multifunctionele ruimte creëert. Door bijvoorbeeld ruimtes en technieken te delen, kunnen kosten worden bespaard en wordt de interactie tussen verschillende gebruikers gestimuleerd. Het project biedt niet alleen financiële voordelen, maar versterkt ook de sociale diversiteit en de gemeenschap.
In de masterproef wordt de theoretische analyse getoetst aan de hand van twee casestudy’s om de praktische haalbaarheid van het voorgestelde model te onderzoeken en na te gaan of volledige onafhankelijkheid van overheidssubsidies mogelijk is.
De focus van het onderzoek ligt op het katholiek onderwijs. Hoewel er verschillende onderwijsnetten binnen het Vlaamse onderwijssysteem bestaan, blijkt het katholiek onderwijs de meest uitdagende partner te zijn voor de toepassing van dit concept. Een juridische analyse laat zien dat slechts 25% van de schoolbesturen binnen het katholiek onderwijs eigenaar is van hun gebouwen en grond, terwijl dit percentage bij andere onderwijsnetten aanzienlijk hoger ligt. Aangezien deze schoolbesturen geen eigenaar zijn van de grond, kan deze niet verkocht worden aan externe partijen om extra functies aan het terrein toe te voegen. Doorheen het onderzoek wordt een systeem ontwikkeld dat het mogelijk maakt om externe partijen bij de schoolsite te betrekken zonder dat zij eigenaar hoeven te zijn van de grond, zodat de site efficiënt kan worden beheerd.
Een financiële analyse onderzoekt verschillende teamstructuren en de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, zoals projectontwikkelaars en investeerders. Door risico's en winsten eerlijk te verdelen, kunnen zowel de scholen als de private partners profiteren van deze samenwerking, wat het model aantrekkelijk maakt voor private investeerders. In de financiële analyse wordt een haalbaarheidsmatrix ontwikkeld die inzicht biedt in hoeveel oppervlakte aan winstgevende functies aan het schoolterrein moet worden toegevoegd, om een volledige vernieuwing van de school te realiseren.
De casestudy's tonen aan dat het niet altijd mogelijk is om een school volledig te vernieuwen zonder ondersteuning van overheidssubsidies. Er zijn drie mogelijkheden: volledige renovatie met private financiering, gedeeltelijke onafhankelijkheid of geen toepassing van het concept. Dit kan het gevolg zijn van een gebrek aan ruimte bij sommige scholen om extra functies toe te voegen. Toch kan het nieuwe financieringsconcept hand in hand gaan met de bestaande subsidieprocedures. Wanneer het model bij meerdere scholen wordt toegepast, kan de druk op overheidsmiddelen afnemen. Dit zou de kans vergroten dat projecten die niet binnen dit concept vallen sneller in aanmerking komen voor overheidssubsidies.
Dit vernieuwende model kan de toekomst van Vlaamse scholenbouw drastisch veranderen. Door schoolterreinen te verdichten en slimmer te gebruiken, kunnen we niet alleen sneller scholen vernieuwen, maar ook bijdragen aan een betere leefomgeving voor iedereen. Nu is het aan de schoolbesturen en beleidsmakers om deze kans te grijpen. Het model biedt de kans om te zorgen voor moderne, duurzame en levendige campussen waar iedereen van profiteert.