Politieke ontmanteling van een privé aangelegenheid

Carole
Kesteloot

Privileges binnen het huishouden

Twee Gouden Palm winnende films verbeelden waarover deze thesis gaat. Triangle of Sadness (2022)[1], een satire van een Zweedse regisseur, haalt de privileges van rijke, mooie mensen door het slijk. De film speelt zich af op een luxecruise waar het boordpersoneel geen ‘neen’ mag uitspreken en ten volle beschikbaar moeten zijn voor de rijken en hun vreemde eisen. Parasite (2019)[2], een verhaal over de Zuid-Koreaanse klassenmaatschappij, begint als satire en eindigt eerder als thriller. Het gaat om een arm gezin waarvan de leden als huishoudster, chauffeur en privéleraar bij een zeer welgesteld gezin binnendringt en tijdelijk ook genieten van hun luxueus bestaan. 

Deze thesis gaat niet over cruiseschepen of Zuid-Korea, maar wel over hoe welgestelde mensen minder bevoorrechte mensen percipiëren en hoe ze met hen omgaan. Zoals in Parasite, analyseer ik dit binnen het huishouden van de welgestelden, en zoals Triangle of Sadness, analyseer ik hun privileges. 

Een groep die weinig stoort?

Tijdens mijn vier jaar studies in de sociale wetenschappen, heb ik de indruk nagenoeg niets concreets geleerd te hebben over groepen met een hoge sociaaleconomische status. Dit is niet verwonderlijk, aangezien het een groep is die op het eerste zicht voor weinig ‘verstoring’ of ‘gebreken’ zorgt in de samenleving. Nochtans genieten deze mensen van veel privileges en vormen van macht waarover velen niet beschikken. En deze ongelijkheden blijken steeds meer toe te nemen. Wat denkt deze groep over ongelijkheid en hoe ervaren ze dit? Uit verschillende studies is het geweten dat mensen met sterk verschillende sociaaleconomische status niet dezelfde levensstijl hebben, niet dezelfde plekken bezoeken en weinig of niet langdurig in contact met elkaar komen (Pinçons-Charlot, 2007; Loopmans et al., 2011; Degreef & Vileyn, 2013; Paugam et al., 2017; Delpierre, 2022). Een van de weinige plaatsen waar welgestelden een andere sociale groep kruisen, op een fysiek nabije manier, is bij hen thuis, via hun huispersoneel. Er is een grote sociale en culturele afstand, maar een fysieke nabijheid. 

Ontmoeting met werkgevers van huispersoneel

Deze groep is niet makkelijk bereikbaar, maar dankzij de relaties van mijn (overleden) grootvader heb ik het hun zelf kunnen vragen. Ik heb 20-diepteinterviews uitgevoerd bij de Brusselse ‘elite’. De vragenlijst bevatte kennismakingsvragen zoals de geschiedenis van huishoudelijk personeel in hun gezin, transitievragen die polsten naar wat ze bijvoorbeeld verwachten van hun personeel en tot slot dieptevragen die nagingen of het contact met hun huishoudelijk personeel hun perceptie over andere sociaaleconomische groepen had veranderd. 

Wat de ontmoeting met huispersoneel teweegbrengt is complex en ambivalent. Mijn respondenten zijn bewust van hun privilege en geluk, maar tegelijk zien ze hun personeel als een onmisbaar onderdeel van hun leven en stellen ze deze positie niet in vraag. Ze hebben hun personeel nodig, want zonder hen kunnen ze hun levensstijl niet behouden. Machtsmechanismen van seksisme, racisme en klassisme worden in stand gehouden binnenin het privégebied van mensen met hoge sociaaleconomische status. 

Er werd mij verteld dat vrouwen hun ‘domein’ binnenshuis is en ze beter kunnen kuisen. Personeel dat een hoofddoek draagt zou een ‘radicaal’ gedrag vertonen en de huisbaas durft geen mensen meer over de vloer krijgen wegens de uiterlijke kenmerken van het personeel. Dit personeelslid wordt uiteindelijk dan ontslagen. Mensen die een hoofddoek dragen zouden meer ‘respect’ moeten tonen naar ‘ons’ toe door hun hoofddoek uit te doen. Huishoudelijk personeel hebben is goed want het geeft werkgelegenheden aan ‘nieuwkomers’. Sommige respondenten stellen ook dat ze huishoudelijk personeel hebben omdat ze zelf niet goed kunnen kuisen, ze zijn er ‘gewoon niet goed in’ en andere mensen hebben wel dat ‘talent’. Het heersend idee is dat iedereen op deze manier hun plaats heeft in de samenleving en doet waar die goed in is.

Men kan mensen niet persoonlijk verwijten dat ze ongelijkheid tot stand brengen. De ongelijkheid hangt samen met de maatschappijstructuur. Maar ze wordt wel door hen in stand gehouden. De meesten vinden dat ze zelf geluk hebben met hun positie in de samenleving en dat de anderen (hun personeel) minder geluk hebben. De meesten drukken hun respect voor het beroep of de personen uit. Over het geheel wordt de machtsverhouding weinig/niet aangehaald en nog minder in vraag gesteld. Ze wordt gepresenteerd als normaal, natuurlijk…’het is zo’, of ieder zijn plaats of rol.

Politieke ontmanteling van een privé aangelegenheid

Het huidig systeem van huispersoneel is cruciaal voor het behoud van het patriarchaat en het kapitalisme (Mies, 1986; Gorz, 1990; Vergès, 2019; Delpierre, 2022). Huishoudelijk werk is intrinsiek gebonden aan economische ongelijkheid, omdat de persoon die het werk zal uitvoeren altijd minder kapitaalkrachtig zal zijn dan hun werkgever (Anderson, 2001; Heisig, 2011; Vergès, 2019; Brolis et al., 2021; Delpierre, 2023). Vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, met een lager sociaal kapitaal ‘dienen’ (witte) mensen met een hoger kapitaal, wat ongelijkheden van etniciteit, gender en klasse in stand houdt. Zich laten dienen blijft een klasse-privilege. Dit privilege wordt versterkt door het marktgestuurde aanbod aan diensten: de vermarkting ontvlecht en vervangt intrafamiliale, vriendschappelijke en buurtnetwerken (Gorz, 1990; Delpierre, 2022; Martens et al., 2022). Staten ondersteunen en stimuleren dit systeem (Delpierre, 2023), in België met de dienstencheques. Zeventig percent van de cheque wordt terugbetaald door de overheid, met als argument illegaal werk te vermijden. Dit wordt geregeld door soms beursgenoteerde privébedrijven die de subsidies van de overheid krijgen en de werknemers uitbetalen (Devetter & Horn, 2011; Leduc & Tojerow, 2020; Martens et al., 2022). De arbeidsvoorwaarden, omstandigheden en contracten van het beroep zijn hierbij ook politieke kwesties aangezien de overheid het huishoudwerk sterk subsidieert en dienstenchequesector beursgenoteerd is (Martens et al., 2022).

De thesis toont aan hoe door het hebben van huispersoneel relaties van seksisme, racisme en klassisme in stand worden gehouden. Het sterk gesubsidieerde Belgisch dienstencheque systeem ondersteunt deze mechanismen. Het overmatige belang dat aan werk gegeven wordt in onze maatschappij is hier ook verantwoordelijk voor. Een ‘privé’ aangelegenheid, wordt kritisch en politiek ontmanteld. 

 

Bibliografie

Anderson, B. (2001). Why Madam has so many bathrobes?: demand for migrant workers in the EU. Tijdschrift voor economische en sociale geografie. 92(1), p.18-26. https://doi.org/10.1111/1467-9663.00136

Brolis, O., Salvador, E. Antoine, M. & Valsamis, D. (2021). Evaluation du dispositif des Titres-Services pour les emplois et services de proximité en Région de Bruxelles-Capitale en 2021. IDEA Consult. 
https://economy-employment.brussels/media/128/download?attachment

Degreef, C. & Vileyn, D. (2013). Stijn Oosterlynck over zin en onzin van sociale mix: ‘gebruik middenklasse niet als buffer’. Bruzz. https://www.bruzz.be/samenleving/stijn-oosterlynck-over-zin-en-onzin-van-sociale-mix-gebruik-middenklasse-niet-als 

Delpierre, A. (2022). Servir les riches: Les domestiques chez les grandes fortunes. Paris: La Découverte.

Delpierre, A. (2023). Les domesticités. Paris: La Découverte.

Devetter, F-X. & Rousseau, S. (2011). Du balai. Essai sur le ménage à domicile et le retour de la domesticité. Paris: Raisons d’Agir. 

 

Gorz, A. (1990). Pourquoi la société salariale a besoin de nouveaux valets. Le Monde Diplomatique. https://www.monde-diplomatique.fr/1990/06/GORZ/42679 

Heisig, J.P. (2011). Who Does More Housework: Rich or Poor?: A Comparison of 33 Countries. American Sociological Review. 76(1), p.74-99. https://doi.org/10.1177/0003122410396194

Leduc, E. & Tojerow, I. (2020). Subsidizing Domestic Services as a Tool to Fight Unemployment: Effectiveness and Hidden Costs. IZA, Institute of Labor Ecoomics. 13544.  http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.3665104

 

Loopmans, M., Leclercq, E. & Newton, C. (2011). Plannen voor mensen: handboek sociaal-ruimtelijke planning. Antwerpen: Garant. 

Martens, Y., Moens, N. & Lismond-Mertes, A. (2022). Dossier: réformer les titres-services. Ensemble!. 107, p. 82-113. 

Mies, M. (1986). Patriarchy and Accumulation on a World Scale: Women in the International Division of Labour. London: Bloomsbury Publishing.

Paugam, S., Cousin, B., Giorgetti, C., & Naudet, J. (2017). Ce que les riches pensent des pauvres. Paris: Seuil.

Pinçon-Charlot, M. & Pinçon, M.  (2007). Sociologie de la bourgeoisie.  Paris: La Découverte.

Vergès, F. (2019). Un féminisme décolonial. Paris: La fabrique éditions.

 


 

[1] https://www.youtube.com/watch?v=VDvfFIZQIuQ&pp=ygUbdHJpYW5nbGUgb2Ygc2Fk…

[2] https://www.youtube.com/watch?v=5xH0HfJHsaY&pp=ygUQcGFyYXNpdGUgdHJhaWxl…

Bibliografie

Addi, L. (2001). Violence symbolique et statut du politique dans l'œuvre de Pierre Bourdieu. Revue française de science politique. 51, p. 949-963. https://doi.org/10.3917/rfsp.516.0949

Anderson, B. (2000). Doing the dirty work? The global politics of domestic labour. New York: Zed Books.

Anderson, B. (2001). Why Madam has so many bathrobes?: demand for migrant workers in the EU. Tijdschrift voor economische en sociale geografie. 92(1), p.18-26. https://doi.org/10.1111/1467-9663.00136

Anderson, B. (2009). What's in a name? Immigration controls and subjectivities: The case of au pairs and domestic worker visa holders in the UK.  Subjectivity. 29, p. 407–424. https://doi.org/10.1057/sub.2009.24

Barbieri, D., Guidorzi, B., Janeckova, H., Karu, M., Madarova, Z., Mollard, B. & Reingardė, J. (2017). Gender Equality Index: Intersecting inequalities.  Luxembourg: EIGE. doi:10.2839/308776

Barbieri, D., García Cazorla, A., Thil, L., Mollard, B., Ochmann, J., Peciukonis, V., Reingardė, J. & Salanauskaitė L. (2021). Gender Equality Index: Health. Vilnius: EIGE. doi:10.2839/035225 

Bastide, L. (2022). Futur·es : Comment le féminisme peut sauver le monde. Paris: Allary Éditions

Bassens, D., van Heur, B., & Waiengnier, M. (2019). Follow the money: cultural patronage and urban elite geographies. Urban Geography. 40(5), p.719–746.     https://doi.org/10.1080/02723638.2018.1449429

Bienaimé, C. (2022). Un livre à soi. Paris: Editions Stock 

Bosco, S., Sampedro, M., Dechamps, A. & Gez, P.A. (2023). Les soignants, trois ans après les applaudissements. (Masterthesis ULB). https://journalisme.ulb.ac.be/longform/les-soignantes-trois-ans-apres-les-applaudissements/ 

Bosmans, K., Mousaid, S., De Cuyper, N., Hardonk, S., Louckx, F. & Vanroelen, C. (2016). Dirty work, dirty worker? Stigmatisation and coping strategies among domestic workers. Journal of Vocational Behavior. 92, p. 54–67. https://doi.org/10.1016/j.jvb.2015.11.008 

Boudon, R. & Bourricaud F. (1982). Dictionnaire critique de la sociologie. Paris: Presse universitaire de France.

Bourdieu, P. (1979) La Distinction. Critique sociale du jugement. Paris: Minuit.

Brolis, O., Salvador, E. Antoine, M. & Valsamis, D. (2021). Evaluation du dispositif des Titres-Services pour les emplois et services de proximité en Région de Bruxelles-Capitale en 2021. IDEA Consult. 
https://economy-employment.brussels/media/128/download?attachment 

Carbonnier, C. & Morel, N. (2018). Le retour des domestiques. Paris : Seuil. 

Chollet, M. (2015). Chez Soi. Paris : La Découverte

Cox, R. (2013). House/Work: Home as a Space of Work and Consumption. Geography Compass. 7(12), p.821-831. https://doi.org/10.1111/gec3.12089 

De Keyzer, D. (1995). “Madame est servie”: leven in dienst van adel en burgerij [1900-1995]. Leuven: Uitgeverij Van Halewyck. 

 Debroux, T., Decroly, J-M., Deligne, C., Galand, M., Loir, C.  & Van Criekingen,M. (2007).  Les espaces résidentiels de la noblesse à Bruxelles (XVIIIe–XXe siècle). Belgeo. 4, p. 441-452.

Dedry, A. (2014). Richesse et héritage en Belgique. CREPP. https://www.researchgate.net/publication/263320159_Richesse_et_heritage_en_Belgique 

Degreef, C. & Vileyn, D. (2013). Stijn Oosterlynck over zin en onzin van sociale mix: ‘gebruik middenklasse niet als buffer’. Bruzz. https://www.bruzz.be/samenleving/stijn-oosterlynck-over-zin-en-onzin-van-sociale-mix-gebruik-middenklasse-niet-als 

Delpierre, A. (2021). Des femmes si privilégiées ? La fatigue d’être servi·e par des domestiques. Travail genre et sociétés. 46, p.115-131. https://doi.org/10.3917/tgs.046.0115

Delpierre, A. & Malarmey, H. (2021). Introduction: domesticités dans les Suds: Des droits encore fragiles. Revue internationale des études du développement. 246, p.7-35. https://doi.org/10.3917/ried.246.0007

Delpierre, A. (2022). Le pouvoir d’être servi·e: Quand les grandes fortunes ne peuvent pas se passer de domestiques. Politix. 140, p. 21-45. https://doi.org/10.3917/pox.140.0021

Delpierre, A. (2022). Servir les riches: Les domestiques chez les grandes fortunes. Paris: La Découverte.

Delpierre, A. (2023). Les domesticités. Paris: La Découverte.

Devetter, F-X. & Rousseau, S. (2011). Du balai. Essai sur le ménage à domicile et le retour de la domesticité. Paris: Raisons d’Agir. 

Devetter, F-X. & Horn, F. (2011). Mirage des services à la personne: La malédiction du balai. Le Monde Diplomatiquehttps://www.monde-diplomatique.fr/2011/09/DEVETTER/20959#nb8 

Devetter, F-X. & Horn, F. (2012). Services à la personne ou renouveau de l'emploi domestique ?. L'Homme & la Société. 3(185), p. 197-221. https://doi.org/10.3917/lhs.185.0197

Devetter, F-X. & Lefebvre, M. (2015). Employment Quality in the Sector of Personal and Household Services: Status and Impact of Public Policies in France. In: Carbonnier, C., Morel, N. (eds), The Political Economy of Household Services in Europe. Work and Welfare in Europe (p. 150-171). London:  Palgrave Macmillan.  https://doi.org/10.1057/9781137473721_7

Dovido, F., Glick, P. & Rudman, L.A. (2005). On the nature of prejudice: fifty years after Allport. New Jersey: Blackwell Publishing 

Emma. (2017). The gender wars of household chores: a feminist comic. The Guardian. https://www.theguardian.com/world/2017/may/26/gender-wars-household-cho…

Erazo, S. (2023). Les politiques socio-fiscales d’incitation pour l’emploi familial saisies par les pratiques sociales : mécanismes de classe et de genre de la délégation. Enfances Familles Générations. 42. http://journals.openedition.org/efg/15314

Ernst, M. (2021).  #Investigation : 20 ans après leur création, les titres-services sont à bout de souffle. Rtbf. https://www.rtbf.be/article/investigation-20-ans-apres-leur-creation-les-titres-services-sont-a-bout-de-souffle-10740565 

Federici, S. (2014). The reproduction of labour power in the global economy and the unfinished feminist revolution. In A. Maurizio. (ed.), Workers and Labour in a Globalised Capitalism (p.85-110). New York: Palgrave Macmillan.

Federici, S. (2021). Du « salaire au travail ménager » à la politique des communs. Travail, genre et sociétés. 46, p.179-184. https://doi.org/10.3917/tgs.046.0179

Giraud, O. (2017). L’introuvable démocratie du care ?.  Revue européenne des sciences sociales. 55(1), p.127-147. https://doi.org/10.4000/ress.3757

Glorieux, I., & Van Tienoven, T.P. (2016). Genre et Emploi du Temps: (Non-) évolution des stéréotypes de genre 1999, 2005 et 2013. Bruxelles: Institut pour l’égalité des femmes et des hommes.

Gorz, A. (1988). Métamorphoses du travail. Quête du sens: Critique de la raison économique. Paris: Éditions Galilée.

Gorz, A. (1990). Pourquoi la société salariale a besoin de nouveaux valets. Le Monde Diplomatique. https://www.monde-diplomatique.fr/1990/06/GORZ/42679 

Gorz, A. (2009). Vers la société libérée. + audio interview Ina 1991. Paris: Éditions Textuel. 

Haupt, A. & Gelbgiser, D. (2023).  The gendered division of cognitive household labor, mental load, and family–work conflict in European countries. European Societies. p. 1–27. doi: 10.1080/14616696.2023.2271963.

Heisig, J.P. (2011). Who Does More Housework: Rich or Poor?: A Comparison of 33 Countries. American Sociological Review. 76(1), p.74-99. https://doi.org/10.1177/0003122410396194

Ibos, C. (2012). Qui gardera nos enfants? Les nounous et les mères. Paris: Flammarion

Jourdain, A. & Naulin, S. (2011). Héritage et transmission dans la sociologie de Pierre Bourdieu. Idées économiques et sociales. 166, p. 6-14. https://doi.org/10.3917/idee.166.0006

König, M. (2020). La domesticité en Europe: xixe-xxe siècle. Encyclopédie d’histoire numérique de l’Europe. Paris: Sorbone Université. 

Laermans, R. (1984) Bourdieu voor beginners. Heibel. 18, p.21-48.

Lens, D., Marx, I., Oslejová, J., & Mussche, N. (2022). Nice work if you can get it: Labour market pathways of Belgian service voucher workers. Journal of European Social Policy. 33(1), p.117-131. https://doi.org/10.1177/09589287221128440

Leduc, E. & Tojerow, I. (2020). Subsidizing Domestic Services as a Tool to Fight Unemployment: Effectiveness and Hidden Costs. IZA, Institute of Labor Ecoomics. 13544.  http://dx.doi.org/10.2139/ssrn.3665104

Loopmans, M., Leclercq, E. & Newton, C. (2011). Plannen voor mensen: handboek sociaal-ruimtelijke planning. Antwerpen: Garant. 

Magalhães, B. (2017). The influence of labor market policies on gender and migration in Belgium: The case of domestic work. Knomad Working paper 29.         https://www.knomad.org/sites/default/files/2017-11/KNOMAD%20WP29_The%20Influence%20of%20Labor%20Market%20Policies%20on%20Gender%20and%20Migration_0.pdf 

Martens, Y., Moens, N. & Lismond-Mertes, A. (2022). Dossier: réformer les titres-services. Ensemble!. 107, p. 82-113.

Marx, I. & Vandelannoote D. (2015). Want aan eenieder die heeft zal gegeven worden: het Belgische systeem van dienstencheques. Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck. Antwerpen: Universiteit Antwerpen.   https://medialibrary.uantwerpen.be/oldcontent/container2453/files/CSB-Berichten%202015/CSB%20Bericht_02_2015.pdf

Mies, M. (1986). Patriarchy and Accumulation on a World Scale: Women in the International Division of Labour. London: Bloomsbury Publishing.

Molinier, P. (2009). Des féministes et de leurs femmes de ménage : entre réciprocité du care et souhait de dépersonnalisation. Multitudes. 37(2-3), p.113-121. https://doi.org/10.3917/mult.037.0113

Mousaid, S., Bosmans, K. & Vanroelen, C. (2017). Empowering Domestic Workers: A Critical Analysis of the Belgian Service Voucher System. Societies. 7 (36), p. 1-12. doi:10.3390/soc7040036

Näre, L. (2014). Moral encounters: drawing boundaries of class, sexuality and migrancy in paid domestic work. Ethnic and Racial Studies. 37(2), p.363-380. DOI:10.1080/01419870.2012.729669

Olivesi, S. (2008). Michel Pinçon, Monique Pinçon & Pinçon-Charlot, Les ghettos du Gotha. Comment la bourgeoisie défend ses espaces. Questions de communication. 14, p.401-403. https://doi.org/10.4000/questionsdecommunication.1649

Otero, G., Volker, B. & Rozer, J. (2022). Space and social capital: social contacts in a segregated city. Urban Geography. 43 (10), p. 1638-1661. doi: 10.1080/02723638.2021.1950982

Paugam, S., Cousin, B., Giorgetti, C., & Naudet, J. (2017). Ce que les riches pensent des pauvres. Paris: Seuil.

Pasau, F. (2022). Être domestique au 18e siècle, c’était comment?. Rtbf. https://www.rtbf.be/article/etre-domestique-au-18e-siecle-c-etait-comment-10119207

Piketty, T. & Zucman, G. (2015). Wealth and Inheritance in the Long Run. In A. Atkinson, &  F. Bourguignon, (Eds.), Handbook of Income Distribution Volume 2A First edition (p. 1304-1366). North-Holland: Elsevier. http://dx.doi.org/10.1016/B978-0-444-59429-7.00016-9

Piketty, T. (2019).  Capital & Idéologie. Paris : Seuil. 

Pinçon-Charlot, M. & Pinçon, M. (1989, reédition 2001). Dans les beaux quartiers. Paris: Seuil. 

Pinçon-Charlot, M. & Pinçon, M.  (2007). Sociologie de la bourgeoisie.  Paris: La Découverte.

Pinçon-Charlot, M. & Pinçon, M. (2018). Social Power and Power Over Space: How the Bourgeoisie Reproduces itself in the City. International Journal of Urban and Regional Research. 42(1), p. 115-125. https://doi.org/10.1111/1468-2427.12533

Roberts, M. (2023). The trickle-down economics. Revista de  Economía Institucio-nal. 25(48),  p.3-11. https://doi.org/10.18601/01245996.v25n48.02.

Romero, M. (2002). Maid in the U.S.A. 10th Anniversary Edition. New York: Routledge. 

Sassen, S. (1991). The Global City. Princeton: Princeton University Press.

Scrinzi, F. (2009). Cleaning and Ironing… with a Smile": Migrant Workers in the Care Industry in France. Journal of Workplace Rights. 14(3), p. 271-292. DOI:10.2190/WR.14.3.b

Segal, P. & Savage, M. (2017). Inequality Interactions. (Working Paper). LSE Research Online. 27. https://eprints.lse.ac.uk/101881/1/Segal_Savage_inequality_interactions_wp27.pdf 

Segal, P. (2022). Inequality interactions: The dynamics of multidimensional inequalities. Development and Change. 53, p. 941–961. https://doi.org/10.1111/dech.12730 

Singha, L. (2019). Work, labour and cleaning: The social contexts of Outsourcing housework. Bristol: Bristol University Press.

Smits, W. (2004). Maatschappelijke participatie van jongeren: Bewegen in de sociale, vrijetijds- en culturele ruimte, Samenvatting en beleidsaanbevelingen. Brussel: VUB, Onderzoeksgroep TOR.

Tajfel, H. (1987). Social Identity and Intergroup Relations. Cambridge: Cambridge University Press. https://books.google.be/books?id=q0wFY3Dcu1MC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false 

Thijskens, D. (2023). Belgische gezinnen bezitten elk gemiddeld 572.000 euro, maar dat cijfer is een grote vertekening van de realiteit. De Morgen. https://www.demorgen.be/de-kloof/belgische-gezinnen-bezitten-elk-gemiddeld-572-000-euro-maar-dat-cijfer-is-een-grote-vertekening-van-de-realiteit~b677a63a/ 

Thiry, G. (2024).  L'invitée: Géraldine Thiry: ‘En Belgique, les 10% des ménages les plus nantis possèdent la moitié des richesses du pays’. [Radio fragment] in La Premièrehttps://auvio.rtbf.be/media/declic-les-sequences-l-invitee-geraldine-thiry-3141667 

Vanroelen, C., Padrosa Sayeras, E., Gevaert, J., Huegaerts, K., Vos, M. & Bosmans, K. (2024) et al. Precarious employment and mental health in the Belgian service voucher system: the role of working conditions and perceived financial strain. Int Arch Occup Environ Health.  97, p. 435–450. https://doi.org/10.1007/s00420-024-02057-z

Vergès, F. (2019). Un féminisme décolonial. Paris: La fabrique éditions.

Verhaeghe, P. (2015). De ziekmakende neoliberale wegwerpmaatschappij. Christen Democratische Verkenningen, 60-67.

Villéger, A. (2019). Du paternalisme au patronhumanisme. Annales des Mines - Gérer et comprendre. 135, p.53-63. https://doi.org/10.3917/geco1.135.0053

Wacquant, L. (2018). Bourdieu Comes to Town: Pertinence, Principles, Applications. International Journal of Urban and Regional Research. 42(1), p. 90-105. http://dx.doi.org/10.1111/1468-2427.12535

Wacquant, L. (2003). Pierre Bourdieu (1930–2002). American Anthropologist. 105, p. 478-480. https://doi.org/10.1525/aa.2003.105.2.478

West, C. & Zimmerman, D. (1987) Doing Gender. Gender and Society. 1(2), p.125-151. https://doi.org/10.1177%2F0891243287001002002

Download scriptie (2.72 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2024
Promotor(en)
Marjan Moris