“Twee dingen zijn noodzakelijk in deze wereld: het leven en de vriendschap.”
Met deze eenvoudige maar krachtige woorden raakte Aurelius Augustinus, 1700 jaar geleden, aan de essentie.
In mijn zoektocht naar de waarde van vriendschap - voor ons persoonlijk leven én voor de samenleving - vroeg ik me af wat een denker van zo lang geleden ons nog kan leren over samenleven. Wat zijn we onderweg misschien vergeten?
Ik bracht Augustinus in gesprek met een hedendaagse filosoof: Giorgio Agamben. Wat mij vooral trof, is dat deze twee denkers, hoe verschillend ook, elkaar raken in de kern. Beiden zien vriendschap niet louter als een aangename aanvulling op het leven, maar als iets fundamenteels: de kern van ons bestaan.
Vriendschap is die bijzondere tussenruimte, tussen onze intieme kring en de samenleving. Ze duwt ons naar buiten en verbindt ons met de wereld. Zonder die band dreigen we weg te glijden: in eenzaamheid, in vervreemding, in geen voeling meer met de maatschappij.
We leven in een tijd waarin autonomie, zelfverwezenlijking en zelfzorg erg belangrijk zijn. Dat is een vooruitgang. Maar soms slaat het door: de nadruk op het individu wordt zo groot dat we er vaak alleen voor staan.
Ook maatschappelijke veranderingen maken sociale banden minder vanzelfsprekend. Het aantal relatiebreuken neemt toe, families wonen niet langer dicht bij elkaar, en we blijven zelden nog een leven lang op dezelfde plek werken of wonen.
De socioloog en filosoof Zygmunt Bauman beschrijft dit treffend in zijn boek Liquid Modernity. Hij noemt onze samenleving “vloeibaar”: onzeker, instabiel en zonder vaste structuren. Zoals vloeistof geen vaste vorm heeft, zo ontbreekt ook in onze tijd vaak houvast. Iedereen moet zelf betekenis en richting zoeken.
Daardoor voelt de wereld harder, en verdeeldheid lijkt toe te nemen. Niet toevallig was “eenzaamheid” in 2024 het thema van de Warmste Week.
Augustinus gaf in zijn Belijdenissen misschien wel een van de mooiste beschrijvingen van vriendschap:
“samen praten, samen lachen, samen speels zijn en samen ernstig worden, bij tijd en wijle van mening verschillen zonder haat - alsof iemand het oneens was met zichzelf - en juist door die schaars voorkomende onenigheid fleur geven aan de eensgezindheid van meestal: door deze en soortgelijke tekens als met brandbare stoffen de zielen in gloed zetten en die vele zielen maken tot één.”
Zo diep menselijk en nog altijd verrassend actueel. Voor Augustinus is vriendschap veel meer dan een sociale relatie. Het is een houding, een manier van leven. Het is praten, lachen, speels zijn, maar ook ernstig zijn en van mening verschillen. “Die vele zielen maken tot één.” Wat proberen vrienden anders dan één te zijn? Vriendschap is niet zomaar een sociale relatie, maar een kracht die ons diep met elkaar verbindt - misschien wel precies datgene waar we vandaag zo’n nood aan hebben.
Maakt juist datgene wat ons het meest nabij is, ons ook het meest kwetsbaar?
Op 21-jarige leeftijd verliest Augustinus een vriend die hem bijzonder nabij stond. Wanneer het ondenkbare gebeurt, confronteert dat hem met sterfelijkheid en eindigheid. Het verscheurt hem volledig.
“Het verdriet hulde mijn hart in duisternis, en waar ik maar keek was de dood. En mijn vaderland was mij een kwelling en mijn ouderlijk huis een vreemde ellende, en alles wat ik met hem had gedeeld was zonder hem in een ontzettende foltering verkeerd. Aan alle kanten zochten mijn ogen naar hem en ze kregen hem niet. Ik was voor mezelf een grote vraag geworden.”
Dit is herkenbaar en universeel: na een groot verlies lijkt de wereld haar betekenis te verliezen. Zijn woorden tonen iets wat in onze moderne tijd soms verloren lijkt te gaan: verdriet hoeft niet opgelost te worden. Je draagt het met je mee.
“Ik was voor mezelf een grote vraag geworden” roept het besef op dat rouw niet alleen het missen van de ander is, maar ook een confrontatie met de eigen identiteit: wie ben ik nu, zonder de ander? Bij de dood van een geliefde bots je tegelijk op je eigen eindigheid.
Door zijn gevoelens eerlijk neer te schrijven, deelt hij zijn verdriet - ook met ons vandaag. Daarmee overstijgt zijn pijn het persoonlijke en biedt ze troost: wij herkennen ons erin. Dat is de kracht van vriendschap: vreugde en rouw met elkaar delen, zodat we niet alleen in de wereld staan. Intuïtief verwoordt en belichaamt Augustinus dit.
Ook de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben ziet vriendschap op een vergelijkbare manier. Hij schetst filosofisch wat Augustinus ons doet voelen.
Fascinerend aan Agambens denken is dat hij onze blik omkeert: wat vanzelfsprekend lijkt, is vaak niet zo vanzelfsprekend. Een voorbeeld daarvan vinden we in zijn korte essay The Friend. Daarin bevrijdt Agamben vriendschap van vaste structuren en nodigt hij ons uit tot een radicaal vernieuwde blik op samenleven.
Hoe kunnen we vriendschap, politiek en gemeenschap begrijpen? Agamben stelt vriendschap voor als een manier van zijn: het eenvoudige besef dat we altijd al verbonden zijn met anderen. Nog vóór we deel uitmaken van een groep, een land, een ras of een religie. Nog vóór we een identiteit opgeplakt krijgen, ervaren we een samenzijn met de ander.
Wat als we zouden vertrekken vanuit dat besef - dat we altijd al samenzijn, het bestaan delen - nog vóór macht, wetten en controle ons verstrikken in uitsluiting, conflict, haat en oorlog? Wat als we niet vanuit vijandschap, maar vanuit gedeeld zijn zouden denken? Niet vanuit verschillen die opgelost moeten worden, maar vanuit verschillen die er gewoon mogen zijn? Is dat niet de paradox van vriendschap? Ze steunt niet op de perfecte vriend - die bestaat niet - maar op het aanvaarden van elkaars onvolmaaktheid.
Vriendschap toont hoe we verbonden zijn met elkaar: een nabijheid die we niet kunnen definiëren of uitleggen. Als we uitgaan van die verbonden nabijheid die er altijd al is, zouden we de ander dan niet eerst en vooral als mens zien? Vooraf aan gender, kleur, ras of rijkdom? Als iemand met wie we de wereld, ons thuis, delen?

Achterhuis, Hans. Zonder vrienden geen filosofie. Rotterdam: Lemniscaat, 2011.
Agamben, Giorgio. ‘The Friend’. In What Is an Apparatus? And Other Essays, vertaald door David Kishik en Stefan Pedatella. Stanford, California: Stanford University Press, 2009.
Arendt, Hannah. Het liefdesbegrip bij Augustinus. Vertaald door Mark Wildschut. Utrecht: Uitgeverij Ten Have/De Nieuwe Wereld, 2022.
———. The Human Condition. 2nd ed. Chicago: University of Chicago Press, 2018.
Aristoteles. Ethica Nicomachea. Vertaald door Charles Hupperts en Bartel Poortman. Eindhoven: Damon, 2022.
Augustinus, Aurelius. Belijdenissen. Vertaald door Gerard Wijdeveld. Amsterdam: Ambo/Anthos uitgevers, 2023.
———. De Civitate Dei, Libri XI - XXII. Vol. 48. Corpus Christianorum, Series Latina. Turnhout: Brepols, 1955.
———. ‘De Diversis Quaestionibus Octoginta Tribus’. Wikisource. Geraadpleegd 30 januari 2025. https://la.wikisource.org/wiki/De_diversis_Quaestionibus.
———. De stad van God. Vertaald door Gerard Wijdeveld. Baarn: Uitgeverij Ambo bv, 1983.
———. Les Confessions, Livres I-VII. Onder redactie van Skutella en A. Solignac. Vertaald door E. Tréhorel en G. Bouissou. Vol. 13. Oeuvres de Saint-Augustin, 2e série: Dieu et son oeuvre. Paris: Desclée De Brouwer, 1962.
———. ‘Preek Denis 16,1.’ Kerkvaders.be. Geraadpleegd 4 februari 2025. https://www.kerkvaders.be/bloemlezingen/liefde.
Bauman, Zygmunt. Vloeibare tijden: Leven in een eeuw van onzekerheid. Vertaald door de Valk, J.M.M. Derde druk. Zoetermeer: Uitgeverij Klement, 2018.
Bavel, T.J. van. Augustinus Van liefde en vriendschap. Averbode: Altiora, 1986.
Berns, Gido. ‘De Tijd van de Vriendschap. Vriendschap, Broederschap en Democratie bij Derrida’. Tijdschrift voor Filosofie 75 (2013): 215-46.
Durantaye, Leland de la, en Giorgio Agamben. ‘Friendship and Philosophy: An Interview with Giorgio Agamben’. Cabinet Magazine. Geraadpleegd 24 februari 2025. https://cabinetmagazine.org/issues/45/durantaye_agamben.php.
Elen, Katrien. ‘Rouwen gaat nooit over.’ Psychologies Magazine, Herfst 2023. https://uusknops.be/blogs/news/titel-artikel-3.
Fénelon, François. ‘Pure Love’. In Fénelon Moral and Political Writings, vertaald door Ryan Patrick Hanley. New York: Oxford University Press Inc, 2020.
Geest, Paul van. Waarachtigheid: Levenskunst volgens Augustinus. Zoetermeer: Uitgeverij Meinema, 2010.
Gronowski, Simon, David van Reybrouck, en Koenraad Tinel. Eindelijk bevrijd: Geen schuld, geen slachtoffer. Veurne: Hannibal, 2021.
Harris, Daniel I. ‘Nietzsche and Aristotle on Friendship and Self-Knowledge’. The Journal of Nietzsche Studies 48 (2017): 245-60.
Heidegger, Martin. Sein und Zeit. Tübingen: Max Niemeyer Verlag, 1967.
Knops, Uus. Op afstand nabij. Gent: Borgerhoff & Lamberigts, 2021.
Knops, Uus, en Julie Minnaert. Zijn we nog vrienden? Over vriendschap & vriendschapsverlies. Gent: Borgerhoff & Lamberigts, 2024.
Laërtius, Diogenes. Leven en leer van beroemde filosofen. Vertaald door Rein Ferwerda. Amsterdam: Ambo, 2008.
Loose, Donald. ‘Fénelon over de zuivere liefde’. In In het spoor van Plato’s Symposium. Eros in de westerse cultuur, onder redactie van Rudi te Velde, 98:140-55. Annalen van het Thijmgenootschap 3. Nijmegen: Valkhof Pers, 2010. https://thijmgenootschap.nl/wp-content/uploads/2019/10/t98-3-8-donald-l….
Montaigne, Michel de. ‘Over de vriendschap’. In De essays, vertaald door Hans van Pinxteren, 231-46. Amsterdam: Athenaeum, 2019.
Nietzsche, Friedrich. De vrolijke wetenschap. Vertaald door Hans Driessen. Nietzsche-bibliotheek. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1999.
———. Zo sprak Zarathoestra. Vertaald door Ria van Hengel. Negende druk. Amsterdam: BV Uitgeverij De Arbeiderspers, 2024.
Nursia, Benedictus van. Regel Richtsnoer voor monastiek leven. Vertaald door Vincent Hunink. Eindhoven: Damon, 2014.
Paton, Herbert James. ‘Kant on Friendship’. In Proceedings of the British Academy, 42:133-54. London: Oxford University Press, 1956.
Ricoeur, Paul. Temps et récit, tome1: L’intrigue et le récit historique. Paris: Editions du Seuil, 2006.
Schopenhauer, Arthur. De wereld als wil en voorstelling. Vertaald door Hans Driessen. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2012.
Stroebe, Margaret, en Henk Schut. ‘The Dual Process Model of Coping with Bereavement: Rationale and Description’. Death Studies, nr. 23 (1999): 197-224. https://doi.org/10.1080/074811899201046.
Telfer, Elizabeth. ‘Friendship’. Proceedings of the Aristotelian Society 70 (1970): 250-67.
Tongeren, Paul van. Doodgewone vrienden: Nadenken over vriendschap. Amsterdam: Boom, 2023.
Tornau, Christian. ‘Augustine of Hippo’. In The Stanford Encyclopedia of Philosophy, onder redactie van Edward N. Zalta en Uri Nodelman. Summer, 2024. https://plato.stanford.edu/archives/sum2024/entries/augustine/.
Weil, Simone. Amitié: L’art du bien aimer. Petite Bibliothèque, Rivages Poche. Paris: Rivages, 2016.
Wittgenstein, Ludwig. Filosofische onderzoekingen. Vertaald door Maarten Derksen en Sybe Terwee. Amsterdam: Boom, 2021.