Levert het gebruik van kennisclips tijdens de les Engels écht een bijdrage? Het onderwijs kan niet ontsnappen aan de digitalisering die zich razendsnel in onze samenleving verspreidt. De kennisclip is één van die digitale werkvormen, maar werkt dit ook in de praktijk? Volgens Mayer, expert in multimedia learning kunnen goed gebruikte kennisclips de klasgemiddelden van 5,5/10 naar 7,5/10 brengen. Het antwoord op de vraag of kennisclips een waardevol didactisch hulpmiddel zijn is ‘ja’, als ze juist worden ingezet.
In mijn bachelorproef stond één doel centraal: hoe creëer je de ideale kennisclip en gebruik je deze effectief in de klas? Al snel bleek dat het niet alleen gaat om het maken van een video. Het proces is minstens zo belangrijk: van de juiste aanpak kiezen, over de clip creëren, tot het daadwerkelijk gebruiken in de les.
Een kennisclip is een korte video van 2 tot 10 minuten, waarin uitleg of instructie over specifieke leerstof wordt gegeven met beeld en geluid. Als leerkracht bepaal jij wanneer en hoe deze clips worden gebruikt; ze zijn een krachtig hulpmiddel in je didactische gereedschapskist.
Waarom zouden korte filmpjes eigenlijk beter werken dan een gewone uitleg op het bord? Dat heeft alles te maken met hoe ons brein informatie verwerkt. Volgens de cognitieve theorie van Multimedia Learning van Richard Mayer gebruiken mensen twee kanalen om informatie op te nemen: een auditief/verbaal kanaal en een visueel/beeldend kanaal.
Wanneer die twee kanalen tegelijk en in balans worden aangesproken, kan de leercapaciteit
verdubbelen. Een leraar die enkel spreekt of enkel schrijft, benut maar één kanaal. Een kennisclip combineert daarentegen beeld en gesproken woord, waardoor leerlingen abstracte leerstof beter begrijpen én langer onthouden.
In mijn onderzoek heb ik een checklist opgesteld op basis van Mayer’s multimedia-principes. Leerkrachten kunnen deze checklist gebruiken om zelf kennisclips te maken en effectief in de les in te zetten. Uit onderzoek blijkt dat klasgemiddelden kunnen stijgen van 5,5 naar 7,5 op 10 wanneer de multimedia-principes correct en gelijktijdig worden toegepast. Dit is het verschil tussen een onvoldoende en een onderscheiding.
De multimedia principes richten zich op alle aspecten van een kennisclip. Enkele voorbeelden:
Voor het vak Engels selecteerde ik twaalf principes die het leren ondersteunen. Ze zijn ontworpen om het werkgeheugen te ontlasten en de audiovisuele kanalen van de kijker optimaal te benutten, zonder dat dit leidt tot overbelasting. Door deze principes toe te passen wordt het organiseren van informatie in het werkgeheugen gestimuleerd en de integratie in het langetermijngeheugen versterkt. Kortom: de verwerking en het onthouden van de leerstof gaan een stuk vlotter.
Om de checklist te testen, werkte ik samen met mijn externe begeleider, een ervaren leerkracht Engels in de tweede graad A-stroom. Zij kent haar leerlingen door en door en koos ervoor om de clips in te zetten bij meer abstracte onderwerpen zoals likes and dislikes, de -ing form en de present continuous.
De kennisclips heb ik zelf gemaakt met behulp van de checklist. Hierdoor kon ik bepalen welke inhoud moest worden opgenomen en voldeed iedere kennisclip aan de multimedia-principes. Tijdens de lessen werd meteen duidelijk dat de kracht van de clips niet alleen zat in het beeld en geluid, maar ook in de begeleiding van de leraar. Hierbij maakte ze gebruik van volgende drie principes:
Tijdens het gebruik van de kennisclips werd ook het belang van duidelijke instructies duidelijk: de leerlingen reageerden erg goed op heldere richtlijnen. In combinatie met de toepassing van principes en de sturing van de leerkracht, zorgde dit voor een merkbare verbetering in de beheersing van de leerstof.
Een goed ontworpen kennisclip is meer dan een filmpje: het is een krachtig leermiddel dat leerlingen helpt abstracte leerstof beter te begrijpen én te onthouden. De combinatie van audio en beeld, samen met gerichte begeleiding van de leerkracht, leidt tot beter begrip en behoud van de leerstof. Hoewel mijn onderzoek kleinschalig is, bieden de resultaten voldoende potentie om deze aanpak breder toe te passen, met een checklist als praktische tool. Leerkrachten die hiermee aan de slag gaan, hebben niet enkel een digitale trend in handen, maar een bewezen didactisch instrument.