Stel je voor: Je start de eerste schooldag met een cirkelgesprek, waarbij elke leerling aan bod komt. Je voelt rust en verbondenheid in de klas. Dat is de kracht die proactief cirkelen te bieden heeft.
“Leerlingen en leerkrachten vertrouwen elkaar meer, er wordt een diepere band opgebouwd.”
De kracht van een goed begin
Een proactieve cirkel is een gesprek met meerdere deelnemers, geleid door een moderator. Deze persoon zet de eerste gepaste toon (gevoelsmatig) en stelt een open vraag. Het onderwerp verschilt telkens, van luchtig tot serieus. Dit kan van lievelingseten naar gevoelens tot identiteitsvorming gaan.
De cirkel kan speelser gemaakt worden met energizers. Dit zijn korte verbindende spelletjes. Voorbeelden zijn levende memory of ‘Ik ga op reis en neem mee’.
De proactieve cirkel is meer dan gewoon een kringgesprek. Het is een preventieve aanpak waar veiligheid centraal staat, door gebruik te maken van typische basisafspraken. Een voorbeeld hiervan is: geen feedback op feedback geven. Leerlingen reflecteren niet alleen over hun eigen gevoelens en ervaringen, maar leren ook luisteren en begrip opbrengen voor andere referentiekaders. Dit bevordert een constructieve omgang met conflicten op het moment dat deze zich voordoen.
Een stevig fundament
De opdrachtgever van dit project is een basisschool. Het is een school waar het aantal kinderen met een diagnose (of vermoeden) van het autismespectrumstoornis toeneemt. Onder andere door deze evolutie groeit de nood om het cirkelen niet alleen curatief, maar vooral preventief in te zetten. Het stijgend aantal conflicten op school zorgt dat er al langere tijd aandacht is voor herstelgericht werken, zoals de herstelmuur. De school gelooft dat het creëren van veiligheid via de proactieve cirkel dit herstelproces kan versterken.
In functie van het project werd, met een bachelorproef, kwantitatief en kwalitatief onderzoek uitgevoerd. De centrale onderzoeksvraag hierbij luidde als volgt: “Hoe kunnen we een positief school- en klasklimaat creëren aan de hand van proactief cirkelen?”
Uit de centrale onderzoeksvraag kwamen volgende deelonderzoeksvragen, deze gaven een richting om het onderzoek en bijgevolg het project verder uit te werken.
In welke mate is proactief cirkelen gekend?
Welke vaardigheden hebben de leerkrachten reeds om proactief te cirkelen?
Hoe gemotiveerd zijn de leerkrachten om met proactief cirkelen aan de slag te gaan? Wat kan hen motiveren?
Wat doen leerkrachten al rond proactief cirkelen in de klas?
Welke extra zorgnoden ervaren de leerkrachten in de klas?
Hoe gaan ze aan de slag met proactief cirkelen in andere scholen? (Good practices)
Voor het kwantitatief onderzoek werd een enquête voor het leerkrachtenteam opgesteld. Aan de hand van kwalitatief onderzoek werden bepaalde opvallende resultaten en onduidelijkheden uit de enquête verder onderzocht met extra verdiepende interviews. Hiernaast vonden er gesprekken plaats met drie andere basisscholen die proactief cirkelen toepassen. Deze gesprekken brachten inspirerende good practices aan het licht. Voorbeelden hiervan zijn: het aanstellen van een mentor en cirkels organiseren op vaste momenten.
Uit de onderzoeken viel op dat leerkrachten nood hebben aan praktijkvoorbeelden en concrete handvaten. Verder suggereerden de onderzoeken ook dat het proactief cirkelen toepassen in het kleuter niet evident is. Er werd een verschil in pedagogische focus tussen leerkrachten in het kleuter en het lager opgemerkt. Toch was er een goede basis van motivatie aanwezig bij alle leerkrachten. Dit maakte een opening mogelijk tot bewustwording over de potenties van proactief cirkelen bij kleuters.
De resultaten werden meegenomen in de uitwerking van het eindproduct. Dit zijn draaiboeken met bijhorende toolboxen.
“Een huis wordt niet vanaf het dak gebouwd. Het begint met het leggen van een stevig fundament. In de kleuterklas wordt dit fundament spelenderwijs gelegd en afgestemd op het jonge kind. Zodra kinderen die ervaring meedragen, kunnen ze in het lager onderwijs bouwen aan diepere gesprekken, sterkere relaties en een stabiel leerklimaat. Zonder stevig begin, geen duurzame groei.”
Een kleine kring, een groot verschil
Uit de schoolbezoeken blijkt dat proactief cirkelen een positieve impact heeft op de sfeer op school en in de klas. Zowel leerlingen als leerkrachten voelen zich meer verbonden met elkaar.
“Leerlingen vinden het fijn en hebben het gevoel dat ze gehoord worden.”
Draaiboeken als vertrekpunt, geen eindpunt
De draaiboeken bevatten concreet uitgewerkte cirkels. Deze zijn eerder een houvast dan een stappenplan dat chronologisch gevolgd moet worden.
Het is een proces van trial and error. Daarom is het belangrijk dat leerkrachten er zelf mee aan de slag gaan en dat de methode wordt afgestemd op de leerlingen, leerkrachtenstijl en de klascontext. Hiervoor zijn thema’s, materialen, een leeg sjabloon en boekentips toegevoegd in het draaiboek.
Door samen te werken aan een eenduidige methodiek ontstaat er meer rust, herkenbaarheid en verbinding in de hele school.
Het draaiboek moet niet gezien worden als een eindpunt, maar als een vertrekpunt. Het biedt een houvast, maar er is ruimte om deze in te vullen. Ieder kan dit vormgeven op zijn eigen manier. Zo wordt proactief cirkelen geen methode die wordt toegepast, maar een houding die leeft in de school.
“Zodra het een gewoonte wordt, zie je binnen hetzelfde schooljaar verandering.”
De proactieve sleutel opent de deur
Na vele jaren blikt een leerling terug op zijn schooltijd. Hierbij ziet hij/zij niet enkel de lessen voor zich, maar er komt ook een bijzonder gevoel naar boven. Een gevoel van rust en verbinding. Na al die jaren wordt de leerling zich eindelijk bewust wat de sleutel was: opgroeien in een school waar iedereen mag zijn wie hij is. Met deze proactieve sleutel opent hij nu zijn eigen deur, als jongvolwassene. Een sleutel naar zijn toekomst gebouwd op vertrouwen, verbondenheid en een stevig fundament.
De proactieve cirkel: een kleine kring, met een groot effect.
Beck, R. (2021, 10 mei). Motorische ontwikkeling van 3 tot 4 jaar. Allesoversport.nl. https://www.allesoversport.nl/thema/beweegstimulering/motorische-ontwik…
Beerten, M. & Van Waterschoot, T. (2020). Herstelgericht handelen: groeikansen voor de hele school. Gompel&Svacina Bv.
Berk, L. E. (2004). Development Though the Life Span. Boston: Pearson Education
Cooley, C.H. (1922). Human nature and the social order. New York: Scribner’s.
Craeynest, P. (2005). Psychologie van de levensloop. Inleiding in de ontwikkelingspsychologie. Leuven: Acco.
Deci, E., & Ryan, M. (1985). Toward an Organismic Integration Theory. In Intrinsic Motivation and Self-Determination in Human Behavior. Perspectives in Social Psychology (pp. 113–148). Boston: Springer.
Deklerck, J. (2011). De preventiepiramide. Preventie van probleemgedrag in het onderwijs. Leuven: Acco.
Deprez, S. & Michiels, M. (2020). Beter samen! Herstelgericht werken in de jeugdhulp. (2de ed.). Acco.
Feldman, R. (2005). Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam: Pearson Education.
Heye, D. (2021). Start met cirkelen, 20 cirkels voor meer magie in je klas. (2de druk). Ligand.
Lamberts, C. (2017, 28 juni). De motorische ontwikkeling tussen 6 en 9 jaar. Allesoversport.nl. https://www.allesoversport.nl/thema/beweegstimulering/de-motorische-ont…
Lamberts, C. (2019a, 4 april). Motorische ontwikkeling als je kind 4 of 5 jaar is. Allesoversport.nl. https://www.allesoversport.nl/thema/beweegstimulering/motorische-ontwik…
Lamberts, C. (2019b, 4 april). Motorische ontwikkeling schoolkind: 9 – 12 jaar. Allesoversport.nl. https://www.allesoversport.nl/thema/beweegstimulering/motorische-ontwik…
Marcoen, A. (1995). Ontwikkelingspsychologie: boekdeel 1. Leuven. Acco.
Morrens, B. (2008). Sociaal kapitaal en gezondheid: een overzicht van de recente onderzoeksliteratuur. Tijdschrift voor Sociologie, 29(2-3), 137–157. https://openjournals.ugent.be/sociologos/article/86702/galley/204518/vi…
Snijder, M. (2021). Sterke basis en preventie. Nederlands Jeugdinstituut. Geraadpleegd op 9 mei 2025, van https://www.nji.nl/uploads/2021-06/Preventie_CoP.pdf
Bachelorproef 2024-2025 Proactief cirkelen 67
Van De Pontseele, F., Goossens, S. (2024, 28 augustus). Hoe maak je een hechte klas? Benut de ‘gouden weken’. Klasse. Geraadpleegd op 8 mei 2025, van https://www.klasse.be/267516/hoe-maak-je-een-hechte-klas-4-fases-groeps…
Verhulst, F.C. (1991). De ontwikkeling van het kind. Assen/Maastricht: Van Gorcum.