Kortverhalendatabank: oplossing voor massale ontlezing?

Aurélie
Slegers

De kortverhalendatabank in het kader van het project Short Forms Beyond Borders van KU Leuven en Erasmus+, kan mits enkele structurele aanpassingen een mogelijke oplossing zijn voor de massale ontlezing van de jonge adolescenten. De databank bundelt kortverhalen in verschillende moderne talen en maakt zee toegankelijk via zoekcriteria. Toch moet de databank nog op verschillende vlakken worden aangepast om bruikbaar te zijn in het secundair onderwijs en om de ontlezing van de jeugd tegen te gaan.

Lees jij graag? Bweik!

De massale ontlezing van het Vlaams secundair onderwijs vormt een grote bedreiging voor de plaats van literatuur in de lessen Frans. Dat is problematisch in veel opzichten. Literatuur vormt een belangrijk deel van de cultuur die met een taal gepaard gaat. Ze ademt de taal. Bovendien is literatuur een sterk middel om allerhande leerdoelen te bereiken. Literatuur kan namelijk ingezet worden voor het bereiken van literaire doelstellingen, maar ook voor talige doelen en de culturele, persoons-, kritische, maatschappelijke, sociale, kunstzinnige en talige vorming van de leerling.

SWOT-analyse

Om de plaats van literatuur opnieuw te verdedigen, werd literatuur opnieuw opgenomen in de eindtermen voor Moderne Vreemde Talen. Als reactie daarop ontwikkelden uitgeverijen nieuwe methodes voor het vak Frans. Literatuur komt in die nieuwe handboeken echter niet noodzakelijk meer diepgaand aan bod. Leerkrachten Frans hebben dus nood aan adequate materialen die ze rechtstreeks in de lessen kunnen integreren. Volgens de SWOT-analyse in deze masterproef (dat is een analyse die de sterktes, werkpunten, kansen en bedreigingen van een concept in kaart brengt) kan Short Forms Beyond Borders, een project van KU Leuven en Erasmus+, mits aanpassingen, een oplossing bieden voor dat probleem. De databank, aangevuld met de vijfstappenmethode voor literatuur in de klas, werkt immers leesbevorderend en komt tegemoet aan de eindtermen voor literatuur. Verder houdt zij grotendeels rekening met de noden van de praktijk.

De SWOT-analyse hield rekening met vijf belangrijke aspecten van het literatuuronderwijs: de inzichten uit de vakliteratuur, de vooropgestelde literaire eindtermen, de beperkingen van de beschikbare leermaterialen, de noden van de onderwijspraktijk en de eventuele oplossingsstrategieën. De criteria voor de SWOT-analyse werden op basis van de inzichten uit die verschillende domeinen opgesteld en werden vervolgens gebruikt om de databank te evalueren.

Criteria vanuit de vakliteratuur

De vakliteratuur raadt hoofdzakelijk aan oom de leerlingen onder te dompelen in een sterke en ondersteunende leescontext. In die leescontext helpen scholen, helpende volwassenen (dat zijn alle volwassenen in de omgeving van de jongere die kunnen bijdragen tot de leescontext: ouders en leraren, maar ook bibliothecarissen, boekhandelaars, specialisten...), leeftijdsgenoten en de maatschappij mee om leerlingen aan het lezen te krijgen en lezen positief te stimuleren. Binnen die leescontext, moeten verschillende aan verschillende factoren voldaan worden om leesbevordering in de hand te werken. Zo moet eerste en vooral de leesmotivatie van leerlingen gestimuleerd worden. Dat wil zeggen dat leerlingen opnieuw gemotiveerd moeten worden om te lezen. Die motivatie kan zowel vanuit de leerling zelf als vanuit de leescontext komen. Ten tweede moeten leerlingen lezen opnieuw ‘leuk’ gaan vinden. Leesplezier stimuleren is daardoor van uiterst belang om ontlezing tegen te gaan. Ten derde zou de maatschappij lezen opnieuw een hip imago moeten geven. Dat kan door lezen te promoten en door over boeken te praten in de schoolse context, maar ook daarbuiten.

Criteria vanuit leermiddelenaanbod

In eindtermen, handboeken, methodes en externe databanken wordt literatuur echter te weinig geviseerd. De doelstellingen inzake literatuur zijn weinig uitdagend en ook de vertaling van die doelstellingen in leermaterialen is ondermaats. De focus ligt hoofdzakelijk op leesvaardigheid en tekstbegrip en het object van leeslessen zijn vaak non-fictie teksten. Literatuur komt enkel diepgaand aan bod in de derde graad doorstroomfinaliteit bij de leerlingen met als keuze-optie moderne talen.

Criteria vanuit empirisch onderzoek

Uit het empirisch onderzoek in de praktijk blijkt dat literatuur nog door veel leerkrachten met minder prioriteit behandeld wordt dan talige doelstellingen. Dat ondanks dat de doelen voor leerkrachten duidelijk zijn en dat ze de meerwaarde van literatuur in de lessen Frans erkennen. Leerkrachten laten literatuur vaak achterwege en dat om verschillende redenen: het gebrek aan didactische ondersteuning vanuit de lerarenopleiding en bijscholingen, de vage formuleringen van didactische wenken en doelstellingen, het gebrek saan nieuwe en relevante informatie over het Frans literatuuronderwijs, het gebrek aan bruikbaar en toegankelijk materiaal en het gebrek aan aangepaste literaire teksten. Bovendien wordt literatuur vaak bevonden als iets wat voor leerlingen te moeilijk is en waarin ze niet geïnteresseerd zijn.

Short Forms Beyond Borders: verzoening van normen en praktijk?

Het project Short Forms Beyond Borders houdt rekening met een aantal van die belangrijke criteria voor leesbevorderend literatuuronderwijs. De aangeboden methode kadert namelijk binnen de dialogische aanpak van literatuuronderwijs, de methode die het sterkst aan de inzichten uit de vakliteratuur tegemoetkomt. In die aanpak wordt de leerling gestimuleerd om zijn/haar leeservaring te onderbouwen met elementen uit de tekst en wordt de leerling (onder meer door de taalleerkracht) ondersteund om tot diepgaand tekstbegrip te komen. De vijfstappenmethode biedt daarin een goede leidraad.

image-20230825173135-1

Figuur 1: De vijfstappenmethode (Bron: KU Leuven, Fac. Letteren, sd.)

De bijgevoegde kortverhalen, die in een databank met zoekcriteria worden aangeboden, zijn in hun huidige staat te weinig aangepast aan de onderwijspraktijk. Aan dit luik van het project, moeten nog enkele werkpunten worden aangepast. Zo moet de databank uitgebreid worden en worden de beschikbare kortverhalen idealiter voorzien van mee didactische kadering voor leerkracht en leerling.

image-20230825173135-2

Figuur 2: Zoekcriteria kortverhalendatabank (Bron: KU Leuven, Fac. Letteren, sd.)

Het project Short Forms Beyond Borders kan dus zeker een oplossing bieden om meer literatuur in de lessen Frans te integreren, maar er is nog werk aan de winkel om de kortverhalendatabank in zijn meest volledige potentieel te benutten. De vijfstappenmethode is sterk uitgewerkt en verzoent wetenschap, normen en praktijk. De kortverhalendatabank daarentegen moet nog sterk worden uitgebreid en aangevuld met relevante materialen die overigens op een overzichtelijke manier gedigitaliseerd en gedidactiseerd worden.

Download scriptie (6.42 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Professor Beatrijs Vanacker