Sporten tijdens en na een verblijf in de gevangenis is een eenvoudig hulpmiddel voor gevangenen om zich na hun vrijlating aan de samenleving aan te passen, om er zich weer in te integreren, en om van sociale en fysieke letsels te herstellen. Meer aandacht voor sport na detentie (gevangenschap) is dan ook aangewezen. Maar is er voor (ex-)gevangenen wel enige nazorg voor sport uitgewerkt?
Om deze vragen te beantwoorden nam ik interviews af bij vijf gevangenen en ex-gevangenen, bij vijf actoren die in de gevangenis werken, er hulpverlenende gesprekken voeren met gevangenen of er sport-of yogalesgever zijn, bij een beleidsmedewerker van 'De Rode Antraciet', bij een werknemer van het 'Justitiehuis Gent', en bij vijf actoren die betrokken zijn bij een sociale sportpraktijk. Deze praktijken zijn onder andere Beerschot Atletiek Club, Brussels Boxing Academy, KAA Gent Foundation en De Sleutel en Weerwerk (beide gekoppeld aan Xtra Time) in Gent. Tijdens de gesprekken peilde ik naar hoe sport zowel vóór, tijdens als na detentie georganiseerd en ervaren werd. Daarnaast ging ik na hoe nazorg voor sport in een context van detentie al wordt gerealiseerd of hoe dat zou kunnen.
Voor ik de resultaten oplijst, alvast enkele citaten die al een tipje van de sluier oplichten:
Op basis van de interviews stelde ik vast dat sport in de nazorg voor
(ex-)gevangenen ontbreekt. Bovendien ontdekte ik dat het sportgebeuren binnen detentie niet afgestemd is op de vele functies die sport na detentie vervult. Tijdens detentie is sport vooral een copingstrategie om te ‘overleven’. Sport staat zo volledig in het teken van de periode tijdens detentie, wat nadelige effecten in de hand kan werken, zoals het gebruik of dealen van stimulerende middelen en machogedrag
Om nazorg voor sport te realiseren, moeten de eerste stappen hiervan al in de gevangenis uitgewerkt worden. Het is dan ook belangrijk dat er een draagvlak gecreëerd wordt, zodat sport opgenomen wordt in het reclasseringsplan (plan van aanpak dat re-integratie bevordert) en gevangenen die sport belangrijk achten hierin ondersteund worden.
Het sportgebeuren binnen detentie zou georganiseerd moeten worden met als doel meer in lijn te liggen met de toekomst van de gevangenen. Zo zou sport in de gevangenis niet uitsluitend aangeboden of ingezet mogen worden als uitlaatklep of als gedoogbeleid om gevangenen rustig te houden.
Coaches en sportlesgevers hebben hierin een belangrijke rol om via sport met gevangenen te werken aan hun toekomst, re-integratie en vaardigheden. Ook kunnen zij de groepsdynamiek positief beïnvloeden, zodat mogelijke neveneffecten, zoals machogedrag, dingen stiekem doen, drugs dealen, wetvan de sterkste, bendevorming, etc., ingeperkt worden. Via sport kunnen
vaardigheden aangereikt worden die essentieel zijn voor de toekomst.
Aangezien ook de infrastructuur van een gevangenis een belemmerende factor is, zouden buitenruimtes meer benut moeten worden. Coaches kunnen daar dan ook meer groepssporten organiseren.
Vervolgens zouden gevangenen meer betrokken moeten worden bij de organisatie van het sportgebeuren binnen de gevangenis. Hierdoor kunnen gevangenen al vanuit detentie nazorg voor sport mee uitwerken. Op die manier dragen gevangenen verantwoordelijkheden die realistisch zijn en gedeeld worden. Daarnaast zou meer samenwerking, gelijkwaardigheid en toegankelijkheid moeten nagestreefd worden. Op die manier zou iedereen ook meer op de hoogte zijn van het sportgebeuren en zouden gevangenen sneller geholpen kunnen worden met hun vragen.
In de gevangenissen zouden er meer folders, brochures en infosessies aangeboden moeten worden rond sport, zodat gevangenen meer op de hoogte zijn van sportinitiatieven buiten detentie. Verder zouden er ook meer sportclubs betrokken moeten worden in de gevangenis, enerzijds om zo gevangenen meer de kans te geven om op een ‘normale’ manier aan sport te
doen en anderzijds om nadien info uit te wisselen over de werking van de sportclub, zodat gevangenen na vrijlating hier mogelijks heen kunnen gaan.
Daarnaast zouden ook uitgaansvergunningen meer gebruikt moeten worden om gevangenen vanuit detentie al te laten participeren aan een sportclub of sociaal-sportieve werking. Als laatste zou de mogelijkheid om te sporten
tijdens beperkte detentie (waarbij gevangenen overdag vrij zijn en vanaf de avond terug in de gevangenis verblijven) of met een elektronische enkelband beter uitgewerkt moeten worden.
De eerste stappen zijn zelfs al gezet. De Rode Antraciet coördineert een groepsaanbod van sport en cultuur binnen de gevangenissen van Vlaanderen en Brussel. Zij startten sinds kort met een Europees project ‘Sport in prison. A plan for the future’. Naar aanleiding van de resultaten uit dit onderzoek, zullen er in de toekomst ongetwijfeld nog meerdere suggesties worden uitgewerkt.