De bloemetjes en de (angelloze) bijtjes

Robin
Tersago

Angelloze bijen produceren honing maar kunnen niet steken. Lijkt ideaal toch? Jammer genoeg is angelloze imkerij doorheen de jaren minder populair is geworden in Noord Tanzania ten voordele van meer productieve, (stekende) bijen. 

Op de flanken van Mt. Kilimanjaro, de hoogste berg in Afrika, wonen de Chagga. Ze hebben doorheen de jaren een landbouwsysteem ontwikkeld waardoor ze op kleine oppervlakten toch erg productief kunnen zijn. Hun productietuintjes bestaan uit 4 lagen. Bovenaan is er een boomlaag met daaronder een laag waar bananenplanten groeien. Die bieden op hun beurt schaduw voor de koffieplanten eronder, die boven de kleinere groenten zoals yams of bonen staan.

Voorbeeld van een van de typische productietuinen op de flanken van Mt. Kilimanjaro

Dit erg productief systeem heeft er doorheen de jaren voor gezorgd dat de Chagga erg succesvol zijn geworden. Maar het systeem staat de laatste tijd onder druk omwille van een grote bevolkingstoename. In de eerste plaats treft dit uiteraard vooral de zwakkeren in de samenleving, zoals eenoudergezinnen en gezinnen met een lid met een beperking. Dit is exact waar angelloze imkerij uitblinkt als oplossing. Het biedt namelijk op een inclusieve manier een aanvullend inkomen. Enerzijds rechtstreeks door honingproductie maar ook onrechtstreeks door bestuiving van de gewassen in de productietuin. image 556Het grootste voordeel is echter dat ook de meest kwetsbare gezinnen kunnen starten met angelloze imkerij. Omdat de bijen niet kunnen steken kunnen de kasten dichtbij huis worden gehouden, zonder gevaar voor de bijenhouder of hun gezin. Zo moeten de bijenhouders niet ver wandelen voor hun inkomstenbron en kunnen ze thuis zorg bieden voor hun gezin. 

Een eerste stap in de juiste richting

Angelloze bijen zijn een inheemse soort in Tanzania. Ze leven er dus al honderden jaren en in de regio bestaat dan ook een lange traditie van angelloze imkerij. Jammer genoeg is die traditie de laatste jaren wat verloren gegaan. Er zijn niet meer zoveel angelloze imkers omdat ondertussen meer productieve (stekende) soorten populairder zijn geworden. In de wetenschappelijke literatuur is het bestaan van angelloze bijen in Afrika dus ook wat vergeten. Over angelloze imkerij als inkomstenbron in Noord Tanzania bestond er zelfs geen enkel wetenschappelijk artikel! Daarom was het doel van dit onderzoek vooral om een eerste stap in de juiste richting te zetten en een basis te vormen voor verder onderzoek. 

Interessante gesprekken, stuifmeel en een app

Om dit doel te bereiken was de eerste prioriteit om de meest fundamentele kenmerken van angelloze imkerij in de regio vast te leggen. Hierbij hebben we gekozen voor een vrij gesprek in plaats van een vaste vragenlijst.

Voorbeeld van een bevraging bij lokale imkers

Zo konden de imkers hun ervaring helemaal in hun eigen woorden delen en ook zelf mee bepalen welke info de moeite waard was. De gesprekken gingen enerzijds over de kasten, hun productie en hoeveel werk de imkers eraan hadden, maar anderzijds ook over de bredere context van angelloze bijen. Hierbij bleek dat het potentieel voor angelloze imkerij enorm was, de imkers hadden namelijk niet veel werk of kosten aan de kasten en ze brachten toch een mooie bijverdienste op. Het grootste probleem van angelloze imkerij op dit moment was echter dat veel boeren zich niet bewust waren van de voordelen van angelloze imkerij. Door het gebrek aan informatie over angelloze imkerij wisten verschillende imkers ook te weinig over hun bijen om er efficiënt mee om te gaan. Zo was er een imker die zijn bijenkasten niet durfde aan te raken omdat hij bang was dat de bijen zouden wegvliegen.

Een volgende focus tijdens het onderzoek was welke planten veelvuldig gebruikt werden door de bijen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van pollen analyse. Pollen (ook wel stuifmeel genoemd) wordt namelijk naast nectar door de bijen verzameld als voedsel. Wanneer de bijen honing maken laten ze vaak ook pollen, die aan de haartjes over hun lijfje vasthangt, vallen in de honing.

Angelloze bijen die naar binnen hun kast lopen

Deze pollen kunnen later in een labo gescheiden worden van de honing om onder de microscoop bij 1000x vergroting te worden geïdentificeerd. Elke pollen is namelijk uniek voor zijn specifieke plantensoort. Onder de microscoop kunnen dan de pollen worden vergeleken met afbeeldingen op het internet om te achterhalen welke plant de bijen hebben bezocht. Hierbij bleek dat kleinere bloemetjes en grassen zeker even belangrijk waren voor de bijen als grotere planten.

Tenslotte werd er aan de hand van de verzamelde gegevens over de meest populaire planten voor de bijen ook een smartphone applicatie ontwikkeld. In deze app kunnen de imkers ingeven welke planten in de buurt staan. Vervolgens geeft de app een grafiek voor de beschikbaarheid van nectar en stuifmeel voor de bijen.

Zien we binnenkort honing van angelloze bijen in de supermarkt liggen?

Honing van angelloze bijen blijft een specifiek product dat niet meteen op wereldschaal zal worden verkocht. Angelloze bijen zijn enkel in de tropen te vinden omdat ze her in de winter zouden sterven van de koude. Ook export van honing van angelloze bijen blijft een erg kleine markt. Zo smaakt het bijvoorbeeld helemaal anders (eerder zuur) dan gewone honing, niet meteen om op je boterham te smeren dus! De honing wordt daarom vooral als medicijn gebruikt tegen keelpijn en hoesten. In de regio is het wel erg populair en op dit moment kan de productie de vraag zelfs niet bijhouden, er zijn dus nog veel mogelijkheden voor boeren die willen starten met angelloze imkerij! 

Hoe gaat het nu verder voor de angelloze imkers?

Een belangrijke focus van dit onderzoek was om de lokale boeren ook effectief vooruit te helpen. Daarom werden de resultaten van het onderzoek praktisch uitgelegd in een handleiding voor angelloze imkerij. Deze handleiding is ook in de lokale taal vertaald om ervoor te zorgen dat de boeren ook zelf nuttige tips kunnen halen uit de conclusies van het onderzoek. Zo hopen we dat dit onderzoek ervoor zal zorgen dat er binnenkort meer boeren starten met angelloze imkerij. Het potentieel dat we vooraf zagen in angelloze imkerij als makkelijke, inclusieve extra inkomstenbron is namelijk overduidelijk aanwezig. Daarom is dit onderzoek nog maar het begin, hopelijk motiveert het in de toekomst meer mensen (zoals jij misschien?) om onderzoek te doen naar angelloze bijen.

Download scriptie (2.82 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. Karen Vancampenhout