Tijdelijk op kantoor wonen: een goed idee?

Laura
Lo Bue

Door Laura Lo Bue, interieurarchitecte (UHasselt).

“Ik reis de wereld af, met enkel de spullen die ik niet moest verkopen om mijn reis te beginnen, in de voetsporen van onbekenden die voor me uit wandelden. Ieder van ons denkt stil aan een toekomst die beter is dan het verleden die we achterlaten. Ik mis mijn familie, maar ik weet voor welk doel ik ze verlaat: vrijheid en rustig leven, zoals normale mensen. We worden herenigd. Daar ben ik zeker van, want daarvoor ga ik zorgen. In deze nieuwe wereld, een wereld waar ik een vreemdeling ben.”

Een van de gedachten die meer dan 65 miljoen mensen wereldwijd delen; de gedachte van mensen die hun geboorteland verlaten om uitlopende redenen zoals hevige oorlog, armoede, vervolgingen en natuurrampen. Al deze mensen zetten – vaak letterlijk – hun leven op het spel om een beter leven in (West-)Europa te vinden, en België is een van de gewenste bestemmingen. Het jaar 2015 was het recordjaar dat vluchtelingen een aanvraag om internationale bescherming indienden. Er waren namelijk zo’n 44 760 personen (gegevens van CGVS België) die aanklopten bij de Belgische Dienst van Vreemdelingenzaken. Het jaar nadien daalde dit aantal sterk, maar de vluchtelingentoestroom kent de laatste jaren terug een opmars.

Waar moeten al die mensen verblijven?

De coronapandemie heeft 2020 op z’n kop gegooid. Daar kunnen we zeker van zijn, maar het heeft ook voor mogelijkheden gezorgd. Bedrijven zochten naar nieuwe manieren van werken en telewerk kreeg een enorme boost waardoor we massaal gingen thuiswerken. Wat gebeurde er met die kantoorgebouwen? Die kwamen leeg te staan. De kantorenleegstand, al jaren een veelbesproken probleem, wordt nu nog groter. In Brussel stond er in 2020 welgeteld 980 000 m² kantoren leeg (gegevens van studiebureau JLL).

“We kunnen die gebouwen toch niet zomaar leeg laten staan? Het is toch mogelijk om die te hergebruiken?” vraagt u. Ja, dat denk ik ook. Waarom zouden we deze gebouwen niet kunnen transformeren om er een al dan niet tijdelijk opvangcentrum voor verzoekers om internationale bescherming van te maken?

Daarbij kennen de laatste jaren veel landen een enorme opmars in microappartementen. Dat zijn kleine, goedkope appartementen die vooral gebruikt worden door alleenstaanden en studenten. België kent deze opmars nog niet, maar toch zijn er vele internationale voorbeelden waarin ontwerpers trachten om van microappartementen een populair gegeven te maken. Vooral in grote steden in het buitenland is dat een bekende manier van wonen voor mensen met een laag inkomen en alleenstaanden. Deze woonvorm kunnen we inzetten in de leegstaande kantoorgebouwen zodat er een opvangcentrum gecreëerd kan worden.

Tijdelijk op kantoor wonen.

Door de samenvoeging van deze 3 actuele gebeurtenissen, is het onderwerp van mijn scriptie ontstaan: “Onderzoek naar de integratie van microappartementen in leegstaande kantoorgebouwen in Vlaanderen en Brussel waardoor deze gebouwen ingezet kunnen worden als (tijdelijk) opvangcentrum voor verzoekers om internationale bescherming.” In deze scriptie onderzoek ik welke interieurgerichte (en als gevolg sociaalgerichte) ontwerpstrategieën in microappartementen gebruikt worden om het leven in een microappartement te veraangenamen en welke ervan toepasselijk zijn in een opvangcentrum voor verzoekers om internationale bescherming.

Om mezelf in de drie onderwerpen te verdiepen, heb ik een literatuurstudie uitgevoerd die me een eerste kennismaking gaf met het onderwerp. Daarnaast heb ik ook samengewerkt met Fedasil, meer bepaald het opvangcentrum in Zaventem. Zij hadden al het idee om een kantoorgebouw (tijdelijk) te transformeren tot een opvangcentrum. Met hen moest ik dus zeker kennismaken om mijn onderzoek te vervolledigen. Dit opvangcentrum is dus een zeer goede bron geweest om interviews af te leggen met verzoekers om zo de theorieën die gevonden waren in de literatuurstudie te toetsen bij de bewoners van een opvangcentrum. Opvangcentrum Zaventem is tevens de locatie geweest voor de masterproef, waarbij de theorieën in praktijk worden toegepast in een fictief project. Om zoveel mogelijk praktijkprojecten te bekijken, zijn verdere casussen die geanalyseerd werden heel breed uitgetrokken.

Fedasil Zaventem (beeld Laura Lo Bue)

Fedasil Zaventem (beeld Laura Lo Bue)

Hoe dan? Zo!

Om het lang verhaal kort te maken, kwam ik op enkele interieurgerichte aspecten uit die bevorderlijk zijn voor het mentale welzijn van bewoners van opvangcentra. Als u zich afvraagt of de transformatie van een kantoorgebouw tot een opvangcentra in de eerste plaats wel nuttig is, dan is het antwoord daarop “ja”. Dit verlaagt de kantorenleegstand en vergroot de capaciteit om verzoekers om internationale bescherming op te vangen.

Wat vooral belangrijk is bij het inrichten van een microappartement, is de privacy. Vooral bij gezinnen die in één appartement leven, is dit een belangrijk aspect. Daarnaast moet er een goede akoestiek zijn. Het gebruik van genoeg zonlicht, zachte materialen, integratie van groen enz. kan het mentale welzijn van verzoekers verbeteren. Om de coronamaatregelen te communiceren, werkt men best met universele symbolen. Wat uit het onderzoek bleek, is dat niet alleen interieurgerichte ingrepen wonen in een microappartement kunnen veraangenamen, maar ook dat wonen in een microappartement een bepaalde levensstijl vraagt: veel opruimen, maar ook dat men bepaalde opbergsystemen zoals open- en dichtklappen van tafels volhoudt. De mogelijkheid om zichzelf uit te drukken in een woonruimte zoals een foto of een plantje toevoegen dat bij de bewoner past, is een must. Toch moet een microappartement zo neutraal mogelijk blijven omdat verzoekers komen en gaan en er telkens nieuwe mensen en families in de microappartementen komen wonen.

Ontwerpstrategieën microappartementen (beeld Laura Lo Bue)

Ontwerpstrategieën microappartementen (beeld Laura Lo Bue)

In de masterproef heb ik het onderzoek en de interviews gegoten in een interieurontwerp met het kantoorgebouw van opvangcentrum Zaventem als basis. Dit voormalige ING-gebouw bestaat uit grote gangen die als de “boulevards: plaatsen van ontmoeting” worden beschouwd. Deze boulevards zijn de basis van het concept. In het kort wordt de gelijkvloers als een “publiek plein” beschouwd waar alle gemeenschappelijke activiteiten/functies en administratie plaatsvinden. De focus ligt op de multifunctionele serre waar bewoners kunnen tuinieren of andere activiteiten uitvoeren. Op de verdiepingen bevinden zich de microappartementen. Het opvangcentrum wordt zo een open commune waar bewoners kunnen wonen, werken en ontspannen terwijl zij hun asielaanvraagprocedure afwachten.

 

Conceptschets boulevards (beeld Laura Lo Bue)

Conceptschets boulevards (beeld Laura Lo Bue)

Conceptschets serre (beeld Laura Lo Bue)
 
Conceptschets serre (beeld Laura Lo Bue)

 

 

Conceptschets (beeld Laura Lo Bue)

Conceptschets microappartement familie (beeld Laura Lo Bue)

 

  
Download scriptie (21.95 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Hasselt
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Jan Vanrie & Micheline Phlix