Uit liefde voor de wijk. Over de manier waarop buurtorganisaties invloed uitoefenen op de collective efficacy in de wijk.

Jeffrey
Klavert
  • Tess
    Ruikes

Uit liefde voor de wijk

Op loopafstand van de drukste winkelstraat van Antwerpen bevindt zich een wijk met het slechtste imago van ‘t Stad. Over de grens is een vergelijkbare havenstad te vinden. De wijk Hillesluis in Rotterdam-Zuid heeft net als zijn tegenhanger uit Antwerpen-Noord de wind schijnbaar tegen maar hoe is het daadwerkelijk gesteld met het welzijn van de bewoners met betrekking tot het leven in deze wijken? Vaak zijn er meerdere instellingen en projecten aanwezig om dit algemeen welzijn te verhogen maar in hoeverre maken zij een verschil? Binnen dit artikel zal in worden gegaan op de bevindingen van een onderzoek naar de werkzaamheden van twee buurtorganisaties, Buurtschatten en Thuis Op Straat (TOS), om te kijken op welke manier deze invloed uitoefenen op de leefbaarheid van de wijk.

Om de leefbaarheid in wijken inzichtelijk te kunnen maken is een begrip uit de sociologie geleend, collective efficacy. Sampson, Raudenbush en Earls gaven als eerste vorm aan dit concept. Zij toonden aan dat in wijken waar achterstanden en een groot verloop van bewoners zich concentreren de aanwezigheid van geweld grotendeels verminderd wordt in omvang door collective efficacy. Dit heeft te maken met het aanwezige draagvlak onder buurtbewoners om in te grijpen wanneer hun gedeelde verwachtingen omtrent de buurt worden verbroken of in gevaar worden gebracht. Collective efficacy wordt uitgelegd als de sociale samenhang tussen buurtbewoners in combinatie met de bereidheid om in te grijpen ten behoeve van het algemeen welzijn in de wijk. Aan de hand van dit begrip is in de wijken Stuivenberg en Seefhoek (Antwerpen-Noord) en Hillesluis (Rotterdam-Zuid) in samenwerking met de buurtorganisaties gekeken naar de leefbaarheid in de wijken en in hoeverre de buurtorganisaties hierin een rol spelen.

De onderzochte wijken kunnen aangemerkt worden als transitiewijken. De wijken blijken een aankomsthaven voor nieuwkomers. Dit komt onder andere door de relatief lage huurprijzen maar ook omdat er veel andere nieuwkomers aanwezig zijn in de omgeving waarmee ze gelijke ‘opstartproblemen’ delen. Het is zo dat vrijwel alle nieuwkomers graag weer weg trekken naar ‘betere wijken’ zodra dit financieel mogelijk is. Hierdoor bindt een groot aantal inwoners  zich niet aan de omgeving en bemoeilijkt dit het verhogen van de collective efficacy, aangezien het vormen van sociale banden gewoonweg tijd kost. Dit is een van de factoren die een rol speelt binnen het algemeen welzijn in de wijk.

In de onderzochte wijken van Antwerpen-Noord en Rotterdam-Zuid was terug te vinden dat men veelal trots is op de eigen wijk. Op de onderdelen van collective efficacy scoorden beiden wijken desondanks laag. Men voelde zich over het algemeen wel betrokken maar een draagvlak voor onderling vertrouwen die kan leiden tot actie was niet teruggevonden. Armoede blijkt hier ook een invloed op te hebben. Uit verhalen van de professionals en bewoners blijkt dat een grote groep bewoners veel problemen heeft. Bewoners hebben vaak wel andere zaken aan het hoofd dan zich zorgen maken over de leefbaarheid van de wijk. Ook is naar voren gekomen dat taal een flinke barrière kan vormen voor het saamhorigheidsgevoel onder bewoners. Zowel in Antwerpen-Noord als Rotterdam-Zuid zijn bepaalde gemeenschappen (zoals bijvoorbeeld de Turkse) dusdanig groot dat men ook geen Nederlands hoeft te spreken om te functioneren (Turkse supermarkt, bakker etc.). Als er al een draagvlak voor gezamenlijke actie is, is deze moeilijk om te zetten in daden wanneer er amper gecommuniceerd kan worden. Ook is gebleken dat Antwerpen-Noord kampt met veel discriminatie en racisme wat de leefbaarheid in de wijken schade aandoet.

Buurtorganisaties TOS en Buurtschatten werken met ziel en zaligheid voor de wijk. TOS richt zich voornamelijk op activiteiten voor kinderen en een veilige speelomgeving. Buurtschatten richt zich juist op activiteiten voor volwassenen. Het blijkt dat beide organisaties veel mensen met elkaar in contact brengen. Mensen die elkaar anders niet zouden spreken. Buurtbewoners komen er zo plots achter dat ze gemeenschappelijke belangen en interesses hebben. Treffend voorbeeld is het tuinieren in Antwerpen-Noord, waar onverwachts allerlei compleet verschillende mensen zich voor inzetten. De organisaties zorgen hiermee ook voor meer vertrouwen en begrip onder de bewoners in/voor verschillende culturen en andere leefstijlen.

“Ja kijk er is altijd wel een beetje onbegrip over waarom bepaalde mensen uit bepaalde culturen dingen doen maar hoe meer ze met elkaar omgaan en ook als ze de achterliggende gedachtes daarvan leren kennen en daar interesse in tonen dan hebben ze zoiets van “O, ja, oké”, dan hebben ze er meer begrip voor.”

Zowel TOS als Buurtschatten oefenen op deze manier een positieve invloed uit op de mate van collective efficacy in de wijk. Ze weten het draagvlak voor saamhorigheid in de wijk te vergroten. Daarnaast worden ook de verwachtingen voor de buurt onder bewoners meer besproken dankzij de organisaties.  Het blijkt wel lastig voor de organisaties om genoeg mensen te bereiken. Beiden zouden graag meer mensen willen betrekken bij de projecten. Zoals eerder genoemd zijn mensen soms meer bezig met ‘overleven’. Anderen zijn gewoon niet geïnteresseerd, hetgeen het werk moeilijk maakt.  

Uiteindelijk is geconcludeerd dat in beide wijken de mate van collective efficacy laag is. Men heeft zeer selectieve contacten en is soms wantrouwig naar ‘de ander’ uit de buurt. Daarbij hebben mensen veel problemen en (mede daardoor) is er maar een beperkt draagvlak voor collectieve actie. Beide buurtorganisaties weten met hun werk echter de collective efficacy positief te beïnvloeden. Dit gebeurt voornamelijk door de contacten die er al wel zijn te beschermen en te vergroten. Dit wordt gedaan door onder andere door te zoeken naar gemeenschappelijke belangen en interesses onder mensen maar ook door hen enkel (vaker) met elkaar in contact te laten komen. Hierdoor groeit het onderlinge vertrouwen en begrip wat het werk van TOS en Buurtschatten van grote waarde maakt voor de wijk en zijn bewoners. In de toekomst zou in wijken als deze aandacht uit moeten uitgaan naar de aanwezige structurele problemen als taalachterstanden en armoede. Maar ook om mensen met verschillende achtergronden op een lijn te krijgen aan de hand van gezamenlijke belangen. Het inzetten op deze factoren zou de imago van deze wijken beter kunnen opschonen.

Download scriptie (265.23 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013