Enrique Lihn: de door Neruda gehate schrijver die het Pinochet-regime trotseerde

Daniel Francisco
Rojas Pachas

Dit jaar is het vijf decennia geleden dat een van de ergste dictaturen die Amerika ooit heeft geleden, werd gevestigd. Het regime van Augusto Pinochet maakte een einde aan de heerschappij van de socialist Salvador Allende. Op 11 september 1973 werden de democratische wegen geschonden met de bomaanslag op het regeringshuis. Allende's zelfmoord en zijn laatste boodschap aan het Chileense volk hebben van hem een hedendaagse martelaar gemaakt.

Dit hoofdstuk van de Koude Oorlog wordt gekenmerkt door de interventie van de CIA. Het presidentschap van Richard Nixon verpletterde een focus van uitbreiding van het internationale communisme en maakte Chili tot het anti-Cuba, waardoor het zogenaamde neoliberale experiment in Amerika werd geïnitieerd, onder de economische doctrine van shock.

Enrique Lihn was een auteur zonder partijen, gedesillusioneerd over de ideologische blokken die de kunst bepalen. Chili heeft hij nooit verlaten en uiteindelijk zal hij overleden in 1988, toen de dictator nog steeds aan de macht was. Het militaire regime duurde twintig jaar, waarin Pinochet een avondklok en een systeem van vervolging en marteling instelde. Tot op heden zijn er meer dan 1100 vermisten. Hij zette detentiekampen op in de woestijn en Antarctica en dwong duizenden in ballingschap.

Lihns schrijven confronteert het staatsterrorisme. Zijn werken ontmaskeren de mechanismen van toe-eigening van de macht, waarin hij de media en culturele agenten parodiëren die hun stem verkopen aan de partij of dictator van de dag, links of rechts.

Enrique Lihn: een kunstenaar die geconfronteerd werd met de Cubaanse Revolutie.

Aan het begin van de jaren zeventig was Enrique Lihn een wereldwijd gewijde dichter, hij was niet beroemd zoals Pablo Neruda of Gabriela Mistral, maar hij had een aanzienlijk werk. Tijdens zijn jeugd was hij communist, maar hij distantieerde zich van de Chileense linkerzijde en de Cubaanse revolutie, gedesillusioneerd door de dictatoriale wegen die Fidel Castro insloeg. Zijn dissidente houding tegen de revolutie confronteerde hem met Neruda. Hij vond Lihn saai, hermetisch en theoretisch. Lihn erkende de poëtische waarde van de Nobelprijswinnaar maar dat nam niet weg dat hij hem op politiek niveau als pamflettistisch en messiaans beschouwde. Deze verschillen met de Chileense reus van de communistische letteren zouden worden verergerd door Lihn’s acties tegenover internationaal links.

In 1971 dwong de regering van Fidel Castro de Cubaanse dichter Heberto Padilla om zichzelf te beschuldigen tijdens een openbare zitting in Havana. Eind vorig jaar lekten beelden uit van dit stalinistische censuurproces. Het materiaal is vandaag te vinden op YouTube. Padilla werd door de Cubaanse inlichtingendienst gedwongen om zichzelf contrarevolutionair te verklaren. Hij moest afstand doen van zijn werk en ging door een periode van gevangenschap en vernederende ballingschap. Intellectuelen als Sartre, Beauvoir, Duras en Vargas Llosa verbraken hierdoor de betrekkingen met de Cubaanse regering. De zaak werd vergeleken met wat er in 1958 gebeurde, toen Boris Pasternak door de Russische regering werd gedwongen om de Nobelprijs te weigeren.

De zaak-Padilla had ook gevolgen in Chili. Lihn, die bekend was met het Cubaanse culturele systeem omdat hij in dat land had gewoond en gewerkt, sprak zich uit in geschriften en brieven die internationaal werden gepubliceerd. Daarin eiste hij verklaringen voor de schending van Padilla's creatieve vrijheid. Hij vreesde dat dit in Chili onder Allende’s regering herhaald zou worden en daarom schreef hij samen met andere auteurs het boek La cultura en la vía chilena al socialismo (Cultuur op de Chileense weg naar het socialisme). Lihn was bezorgd over de nexus "kunst en macht" en over de corruptie van een politiek pad dat werd gepostuleerd als een alternatief voor tirannieën. Deze dissidente daden kostten hem verbanning uit de communistische partij en marginalisatie uit een belangrijke factie van het culturele systeem van die tijd. Om deze redenen kon Lihn, toen de dictatuur begon, niet, zoals andere kunstenaars en politici die banden hadden met links, Chili verlaten en in ballingschap gaan.

Lihn tegenover de dictatuur en de showmachine

Lihn was zijn tijd ver vooruit. Tegenwoordig bespreken we over nepnieuws en een cultuur van post-truth, al in de jaren zeventig liet deze auteur op de pagina's van zijn boeken zien hoe de dictatuur van Pinochet instellingen als de FIFA en de muziekfestivals van Viña del Mar gebruikte om een klimaat van normaliteit en afleiding van de massa's te genereren. In zijn essays viel hij de krant El Mercurio aan, de officiële en coup leggende pers die verantwoordelijk was voor het oppoetsen van het imago van de dictator en het geweld van zijn regime. Zonder de bescherming van het lokale communisme en gecatalogiseerd door de rechtse militaire vleugel als een controversiële en gevaarlijke schepper, eindigde hij zijn dagen gemarginaliseerd van alle officiële media. Na de beruchte moord op singer-songwriter Víctor Jara was het moeilijk voor het regime om publieke figuren uit de weg te ruimen, dus gingen ze over tot het creëren van een systeem van verdrijving uit het culturele leven. Dit weerhield Lihn er niet van om, in een soort interne ballingschap, zelfgepubliceerde en cultwerken te ontwikkelen, extravagante romans, strips en poëtische artefacten waarin het woord vermommingen aanneemt om de politieagent te ontwijken. Zijn levenssituatie, vergelijkbaar met de plot van Orwells 1984, maakte van hem een verschoppeling, verloren binnen de grenzen van zijn eigen land.

Enrique Lihn herinnert ons aan het belang van het behoud van een kritische stem, hij aarzelde nooit om het ambacht van het schrijven in twijfel te trekken, waarbij hij kunst en vrijheid boven broederschappen en partijen stelde. Vandaag meer dan ooit daagt zijn daad ons uit, overwegende dat we leven in een wereld die verdeeld is door ideologische discoursen, latente nucleaire dreigingen, botsingen tussen grote machtsblokken en oorlogen die teruggrijpen naar de paranoia van de Koude Oorlog, te midden van een complex kader van informatie die ons vervreemdt. Het belangrijkste is om vragen te stellen, te debatteren, zonder afstand te doen van afwijkende meningen. Lihn vertelt ons in een van zijn essays: "Van schreeuwen een antwoord maken op ministeriële argumenten; van zwijgen een antwoord op kletsen; van kunst een protest tegen slechte politiek".

Download scriptie (640.87 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Dr. Dagmar Vandebosch