Wat als de therapeut verliest?

Daisy
Gijbels

image-20211003154434-1

Cliënten die een verlies meemaken kunnen terecht bij een therapeut om in de veiligheid van de therapiekamer te praten over hun emoties en de therapeut helpt hen hun leven weer op te bouwen. Maar hoe zit het met de therapeuten of hulpverleners zelf? Zijn zij supermensen die onaangeroerd blijven door verlies? Neen, integendeel, ook zij ervaren verlies of hebben het soms moeilijk om het verlies van hun cliënten te dragen. Wij onderzochten hoe therapeuten omgaan met eigen verlies en het verlies van cliënten.

Therapeuten als proefkonijnen?

Zelf studente psychologie, verloor ik bijna tien jaar geleden mijn beide ouders, waardoor ik me afvroeg hoe het therapeuten vergaat die een verlies hebben meegemaakt. Zijn hun opleiding(en) en kennis helpend of eerder belemmerend bij het dragen van hun eigen verlies? Kunnen zij de verliezen van anderen beter dragen dankzij hun opleiding(en) en hun persoonlijke ervaringen of net niet? Bestaat er onder hulpverleners nog een taboe over rouw en verlies, zoals dat nog steeds bestaat in de algemene samenleving?

Brainstormen en afbakenen

Zoveel vragen rond zo’n uitgebreid thema, hoe bakenen we dat het beste af? We besloten om ons te beperken tot therapeuten die een vierjarige opleiding volgden of gevolgd hadden. We kozen voor een combinatie van vragenlijsten rond rouw en verlies en interviews met een subgroep van therapeuten om zo dieper in te gaan op hun ervaringen.

De vragenlijst werd uitgestuurd en de interesse was groot: 85 therapeuten vulden de vragenlijst in en uiteindelijk sprak ik met 16 van hen over hun verlieservaringen en de impact op hun praktijkwerk.

Van boeiende gesprekken naar overkoepelende thema’s

De interviews waren stuk voor stuk boeiende, kwetsbare gesprekken waarin de therapeuten me toelieten samen met hen terug te keren naar een aantal van de moeilijkste momenten in hun leven. Ze verhaalden over hoe moeilijk en pijnlijk verlies kan zijn maar ook over groeien tot een betere versie van jezelf door of dankzij verlies.  

Na de beklijvende gesprekken, kwam de analyse en die leverde een aantal overkoepelende thema’s op.  Eerst en vooral kwam naar voren dat we bij verlies vooral aan overlijden denken en andere, minder concrete verliezen vaak niet als verlies beschouwen (jobverlies, relatiebreuk, verlies van status…). Eigenlijk kan je stellen dat er zoveel verliezen zijn als er mensen zijn. Verlies is met andere woorden iets universeels. Omwille van deze universaliteit, kan het helpend zijn om een cliënt te laten voelen (impliciet) dat de therapeut begrijpt wat hij/zij meemaakt of soms zelfs om over het eigen verlies te praten (expliciet). Op die manier ervaart de cliënt erkenning en geeft de therapeut taal aan wat de cliënt misschien moeilijk kan verwoorden. Belangrijk hierbij is uiteraard dat de therapeut het eigen verlies al een plaats heeft kunnen geven en dat het delen steeds in het teken staat van de cliënt.

Wanneer we het hebben over ‘verlies een plaats geven’, hebben we het eigenlijk over betekenisreconstructie. Als je ingrijpende dingen meemaakt, zoals een verlies, dan wordt je hele wereld overhoop gehaald: je wereldbeeld klopt niet meer en je weet niet meer wie of wat te vertrouwen. Je moet dus proberen om zin te geven aan dat verlies en aan je (toekomstige) leven, je gaat zoeken naar wie je nu nog bent na dit verlies en soms kan je al eens positieve kanten ervaren.

Het is misschien niet per se makkelijker voor therapeuten om dit proces door te maken in vergelijking met hun cliënten, maar de opleiding die ze volgden blijkt wel helpend te zijn geweest, zo gaven de meesten aan. De opleiding biedt een soort verklaring, een kader, een zicht op ‘waarom voel ik mij zo?’

Het is die kennis die therapeuten dan kunnen doorgeven aan cliënten: enerzijds vanuit de opleiding (de theoretische achtergrond) en anderzijds vanuit de eigen doorleefde ervaring. Zo is de therapeut naast een professional, wetend en begrijpend op basis van theoretische kennis, namelijk vooral ook zelf een mens, voelend en worstelend met de moeilijkheden die het leven inhouden. De therapeut is dus eigenlijk een ervaringsprofessional: een hulpverlener die bij het helpen van cliënten niet alleen gebruik maakt van de opgedane, veelal theoretische, kennis, maar ook van de eigen levenservaring, de eigen verliezen.        

Natuurlijk is elke mens anders en daardoor is ook elk verlies en elke ervaring met verlies anders. Een verlies is een heel unieke ervaring en dat betekent dat therapeuten goed de scheiding moeten bewaren tussen zichzelf en de cliënt en steeds moeten openstaan voor het unieke van diens ervaring. Luisteren en “er zijn” voor de cliënt, daar waar en hoe hij of zij het nodig heeft.

Wat als laatste thema naar voren kwam, was dat er nog steeds een taboe rust op verlies en dat mensen vaak ongemak ervaren om erover te praten. Dat taboe en dat ongemak heerst soms ook nog onder hulpverleners. Maar zij die een verlies hebben doorgemaakt, hebben vaak ondervonden hoe belangrijk het is om erover te kunnen praten met anderen, om weer verbinding te vinden. Dat is dan ook wat ze proberen door te geven in de therapeutische relatie met de cliënt: in de connectie met de cliënt erkenning bieden en laten voelen dat wat hij of zij doormaakt geen taboe is of hoeft te zijn.

Dus, wat als de therapeut verliest?

Als de therapeut verliest, is hij of zij in de eerste plaats een mens die dezelfde ervaring meemaakt als zijn of haar cliënten. Maar dankzij de opleiding lukt het vaak om die ervaring beter te kunnen plaatsen. En dankzij de eigen ervaring en de opleiding lukt het om op een doorleefde manier cliënten bij te staan in hun moeilijkste momenten: door wetend te begrijpen en doorleefd te voelen hoe het voor de cliënt moet zijn.

image-20211003154434-2

“Iedereen heeft een verlies meegemaakt,

het welke dan ook, punt.“

(Anna, één van de geïnterviewden)

Download scriptie (11.66 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Prof. Martine Van Puyvelde; Lisa Waals