Vrouwen veroordeeld door assisen: een belevingsonderzoek naar proces en straf

Lisa
Lievens

“Ge hebt geen leven meer. Ge wordt geleefd. Dat is echt het woord van een gevangenis: ge wordt geleefd, en ge moet overleven. Er is niets aan te doen.”

Probleemstelling en onderzoeksvraag

Op dit moment bevinden zich volgens recente cijfers ongeveer 11 769 gedetineerden in de Belgische gevangenissen, waarvan 502 vrouwen. Zij vormen een unieke categorie. In de literatuur valt het dan ook op dat er weinig belangstelling is voor deze groep. Beschikbare studies rond gedetineerde vrouwen zijn vaak beschrijvend en kwantitatief van aard en de aandacht gaat voornamelijk uit naar de “typische” vrouwendelicten, zoals winkeldiefstal of prostitutie. Zelden wordt de aandacht gevestigd op vrouwen die zwaardere feiten hebben gepleegd, feiten waar een volksjury zich tijdens een assisenproces over moet buigen. Er kan opgemerkt worden dat er nog te weinig onderzoek is verricht naar de ervaringen en percepties van veroordeelden met betrekking tot het proces, en in het bijzonder vanuit het perspectief van de vrouw. Het is uit die vaststelling dat de gedachte is ontstaan om de weinige aandacht die wordt besteed aan de gedetineerde vrouw, veroordeeld door assisen, te onderzoeken. Omdat zij verdrongen wordt tot de zelfkant van de maatschappij wordt haar stem niet of nauwelijks gehoord en is er amper zicht in hoe zij het assisenproces en de daaropvolgende straf beleeft. Deze masterproef wil zich in de wereld van veroordeelde vrouwen begeven en lezers inspireren net hetzelfde te doen. De negen vrouwen die bereid waren deel te nemen aan het onderzoek worden uit de onzichtbaarheid gehaald en via gesprekken, vragenlijsten en brieven komen zij zelf aan het woord. Zij willen dat hun stem gehoord wordt, zodat men weet hoe en wat zij denken en voelen. Het is hun verhaal, hun waarheid dat verteld wordt zonder vooroordelen of de ernst van al dan niet gepleegde daden te minimaliseren.

Resultaten

De voorlopige hechtenis. Een overweldigende ervaring, en daarom zo moeilijk te beschrijven. Het is een vorm van vrijheidsberoving die heel wat emoties en vragen losweekt. Verdriet, frustratie, ongeloof, maar vooral: angst en onzekerheid. De vrouwen worden bij binnenkomst in de gevangenis in het ongewisse gelaten. Zij weten niet wat er te gebeuren staat waardoor de fantasie de bovenhand neemt. Rampscenario’s waar gevangenisfilms zo gretig gebruik van maken, maken zich van hen meester. Dit veroorzaakt stress waar sommigen beter tegen bestand zijn dan anderen. Door in te zetten op emotionele opvang en psychosociale begeleiding kan al een groot deel van deze angst en onzekerheid weggenomen worden. De vrouwen alleen nog maar het gevóel geven dat zij er niet alleen voor staan, kan helpen om hen dat tikkeltje hoop te bezorgen dat ze nodig hebben om deze moeilijke periode te doorstaan.

Tijdens haar assisenproces wordt de vrouw, meer dan vroeger, behandeld als mens. De mogelijkheid om verduidelijking te vragen indien iets moeilijk verstaanbaar is, een voorzitter die zich neutraal, vriendelijk en menselijk opstelt, en een advocaat die instaat voor een goede voorbereiding en af en toe een luisterend oor biedt. Het zorgt ervoor dat de vrouw zich ietwat meer op haar gemak voelt. Maar desondanks blijven gevoelens van intimidatie, schaamte en machteloosheid bestaan. Deze worden grotendeels veroorzaakt door een aanstarende jury, een sensatiegerichte pers en vreemde mensen die drummen voor een plaatsje in het publiek opdat ze toch maar niets van het hele gebeuren zouden missen. Dit alles heeft een grote impact op de vrouw die zich in een rollercoaster van emoties bevindt en moeite heeft om de aan/uitknop ervan te vinden. Daarom moet ook hier aandacht besteed worden aan opvang en begeleiding. Het is immers geen oplossing om de terechtstaande vrouw, eens terug van haar proces, aan haar lot over te laten. Zij moet begeleid worden. Een opvangnet van hulpverleners, vrijwilligers en/of medegedetineerden kan daarbij helpen.

Het leven in de gevangenis is zwaar, maar het is wat je er zelf van maakt, aldus de respondenten. Het zijn voornamelijk diegenen met een sterk karakter, diegenen die zich blijven vasthouden aan het positieve die “overleven”. Het is hard, bikkelhard, maar toch zijn er ook momenten dat de gedetineerde vrouwen veel plezier kunnen maken. Als je, zoals sommigen, al meer dan tien jaar met dezelfde personen samenleeft, dan kan het niet anders dan dat er bepaalde vriendschappen ontstaan. Samen willen zij maar één ding: zo snel mogelijk buiten geraken, terug naar familie en vrienden, terug naar de maatschappij. Zij beseffen echter dat dit niet gemakkelijk zal zijn. Het is immers niet alleen hun vrijheid dat beroofd is, maar in vele gevallen ook hun toekomst. De grootste knelpunten die door de vrouwen worden aangehaald zijn: de medische zorg die nog steeds onvoldoende is afgestemd op de noden en behoeften van de vrouw, en de weinige cursussen en werkmogelijkheden.

Er kan gesteld worden dat er nog heel wat hiaten in het rechtssysteem zijn, waarvan opvang en begeleiding de belangrijksten zijn. Het is nodig om meer onderzoek te voeren naar hoe de vrouw haar assisenproces en de gevangenisstraf beleeft. Op basis van de resultaten van toekomstige studies kunnen dan pijnpunten met betrekking tot de strafrechtspleging voor het hof van assisen en het gevangeniswezen worden blootgelegd, die vervolgens door onderzoekers, politici, beleidsmakers, gevangenisdirecteurs, en anderen kunnen worden aangepakt.

De stem van de vrouw is in dit onderzoek hard, krachtig, luid en soms schokkend. Zo moet het jammer genoeg ook zijn, anders dringt de boodschap niet door en blijft de gedetineerde vrouw een forgotten population.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015