Want al ben ik zwart als roet, 'k meen het wel goed

Anke
Van den Broek

“Want al ben ik zwart als roet, ‘k meen het wel goed”

(1850-1970)

Anke Van den Broek

 

Elk jaar rond half november is hij er weer: de grote, Heilige Sinterklaas. Zijn intrede in de haven van Antwerpen gaat gepaard met enorme feestelijkheden en tientallen dansende knechten. Sinds enkele jaren staat het uiterlijk en gedrag van zijn vaste en trouwe handlanger, Zwarte Piet, alsmaar meer ter discussie. Dit Zwarte Pietendebat wordt elk jaar intenser en groter, zowel in de samenleving als in de politiek. De ene kant eist dat de “eeuwenoude traditie” behouden blijft, de andere zijde hunkert naar meer politieke correctheid.

Om anderen van hun standpunt te overtuigen halen individuen vaak argumenten aan die verwijzen naar het verleden. Zo zou de knecht er al eeuwenlang hetzelfde uitzien en bijgevolg niet beïnvloed geweest zijn door de voormalige Belgische kolonie Congo. De waarheid is uiteraard genuanceerder.

De evolutie en weergave van de Belgische knecht in het verleden wijken sterk af van de Nederlandse knecht. Er is voordien meer onderzoek uitgevoerd naar de Nederlandse knecht, aangezien daar het Zwarte Pietendebat vroeger opleefde, waardoor de visie op de evolutie van de Nederlandse knecht overheerste binnen België. De daadwerkelijke Belgische evolutie van de knecht is er een met veel nuances en verschillen.

 

De eerste knechten

 

image-20211002210254-1

De eerste Nederlandse zwarte pageknecht in: Schenkman J., St. Nikolaas en zijn knecht, Amsterdam: G. Theod. Bom., 1850, pp. 4

De eerste zwarte pageknecht bij onze Noorderburen dook op in 1850 in een kinderverhaal van de Amsterdamse leerkracht Jan Schenkman. Dit wordt dan ook aangeduid als hét begin van Zwarte Piet in Nederland. In België duurde het tot ongeveer 1950 wanneer er een eerste zwarte pageknecht opdook in de Vlaamse en Waalse kranten. Dit verschil toont meteen aan dat de evolutie van de Nederlandse traditie niet langer gebruikt kan worden voor argumenten rond de Belgische knecht.

 

image-20211002210254-2

Sinterklaas en Zwarte Piet in een koets. Felixarchief, Tweede Wereldoorlog: Winterhulp: Sinterklaasfeest, Antwerpen 1943, 1943.

Hoe verliep de evolutie van de Belgische knecht van Sinterklaas dan wel? Gewoonweg heel anders dan meestal verondersteld wordt. Allereerst is het van belang om te weten dat er in België voornamelijk sprake was van volgende knechten: de Vlaamse Zwarte Piet, zijn Waalse tegenhanger Père Fouettard, de Frans-Duitse Hanscrouf en tot slot Nikodemus (ofwel Père Nicodème). Hoewel deze knechten een vaste benaming kregen, hadden ze – zeker tot voor de Tweede Wereldoorlog – geen vast uiterlijk. Zo werd verondersteld dat Nikodemus er meestal uitzag als een bisschop met een wit gezicht en witte kledij, een soort van “mini-Sinterklaas”. Toch toonden enkele bronnen aan dat deze Nikodemus ook weergegeven werd als een zwarte knecht met lakeikledij. Daarnaast was er nog een hele resem aan knechten die geen specifieke benaming kregen. Deze knechten hadden ook telkens een ander uiterlijk. Bovendien werd de Waalse Saint Nicolas regelmatig vergezeld van clowns, een gebruik dat in Vlaanderen niet vaak voor leek te komen.

In Waalse kranten dook de eerste knecht op in 1885, zo’n 35 jaar later dan bij de Noorderburen. Het ging om Hanscrouf, een knecht die voornamelijk voorkomt in Duitstalig België en rond Luik. Hanscrouf werd alsmaar vaker aan de kant geschoven voor de steeds populairder wordende Père Fouettard. Deze laatste dook vanaf 1895 op in de Waalse kranten. Hij droeg aanvankelijk een bruingekleurde pij of een lange, donkere mantel. In deze pij leek Père Fouettard op een pater, wat de hiërarchie tussen hem en Saint Nicolas verklaart. De Sint is namelijk een bisschop, en een bisschop staat hiërarchisch boven een pater. Deze relatie is dus niet gebaseerd op raciale verschillen, maar op een positieverschil binnen de kerk.

De Vlaamse knecht kwam sinds 1920 voor in de kranten. Dit is dus een tijdje later dan in Wallonië. Maar net zoals bij onze Franstalige mede-Belgen had de Vlaamse knecht nog geen vast uiterlijk. Er waren knechten gekleed als lakei, als bisschop, en sommigen droegen gewoonweg een net kostuum. Deze eerste knechten hadden – op enkele uitzonderingen na – allemaal een witte huidskleur. Vanaf de jaren 1940 veranderde dit geleidelijk aan. Maar voor de veranderde gezichtskleur van de knecht was dus een verklaring nodig.

 

Zwart als roet

In kinderverhaaltjes en -toneeltjes ging men hiervoor rond de jaren ’30 al verklaringen zoeken. De “zwart-door-roet-idee” was ontstaan. In sommige verhaaltjes legde Zwarte Piet uit aan kinderen dat hij zich door de schoorstenen moest laten glijden, om zo langst binnen uit de deuren te openen voor de Heilige Sint, waardoor hij zwart werd. In andere verhalen werd Zwarte Piet boven een vuurtje gehangen, omdat een kwade man hem wilde opeten, waardoor hij zwart werd van het roet.

Sindsdien werd de knecht van Sinterklaas alsmaar vaker met raciale elementen, zoals een zwarte huidskleur, het pagepakje en grote oorbellen, weergegeven. Daarnaast nam het aantal racistische benamingen voor de knecht toe. Hij werd “negerken”, “suivant” en “domestique” genoemd. Hoewel deze woorden in die periode nog geen even sterke ondertoon hadden als nu, tonen ze wel sterk de ondergeschikte rol van de knecht aan.

Deze evolutie nam toe na de Tweede Wereldoorlog, en zeker ten tijde van de dekolonisering van Congo in de jaren ’60. Bijna alle knechten hadden een zwart gezicht en droegen het typische pagepakje. Bovendien sprak de knecht af en toe Congolees, waardoor hij vaak “een Congolees negertje” genoemd werd. De verwijzingen naar Congo moest de voormalige Belgische kolonie legitimeren en normaliseren. Sindsdien begon de zogenaamde “standaardisering” van de traditie, waarbij de Sinterklaastraditie doorheen België alsmaar vaker op dezelfde manier met dezelfde knechten gevierd werd.

 

Wat nu?

De Belgische knechten waren dus meer verscheiden, en aanvankelijk niet zo raciaal weergegeven, dan in Nederland. Deze nieuwe inzichten in de Sinterklaastraditie moeten meegenomen worden in huidige debatten over Zwarte Piet, want de veralgemeningen met de Nederlandse knecht kloppen niet. Al meent Zwarte Piet het wel goed, de vraag is: blijft hij zo zwart als roet?

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Maarten Van Ginderachter
Thema('s)