The New York Times: onafhankelijke journalistiek of instrument van het Amerikaanse War on Terror-narratief?

Myrthe
Timmermans

We leven (terecht) in een tijd van buitengewoon veel aandacht voor inclusiviteit en racisme. De media zijn streng voor overheden, maar ook voor andere organisaties als het gaat om bijvoorbeeld te veel ‘witte mensen’ of te weinig vrouwen aan het woord. Maar ook de academische wereld kan én moet op zijn beurt zelfs streng zijn voor diezelfde media.

In haar media-kritisch onderzoek richt Myrthe Timmermans nu de schijnwerpers op The New York Times, een van ‘s werelds grootste krantentitels. Dit Amerikaanse medium is een van de belangrijkste instanties die dit zogenaamde niet-woke-gedrag veroordeelt, of zo profileert het zich in elk geval. Maar is hun eigen verslaggeving wel zo divers als ze zelf beweren? Krijgen we niet vooral een westerse (en eenzijdige) blik op de wereld voorgeschoteld?

In het kader van het doctoraatsonderzoek van Bette Dam, Nederlandse onderzoeksjournaliste en Afghanistan-experte aan de Sciences Po, nam Timmermans de Afghanistan-verslaggeving van The New York Times onder de loep. De uitkomsten zijn niet mild. Het lijkt er soms op dat een krant als The New York Times toch nog een belangrijk bastion is waar koloniaal denken heerst. 

De keuze voor dat medium is niet toevallig. Als een van de grootste spelers binnen de internationale media, behoort de krant onmiskenbaar tot de belangrijkste agenda setters. De editoriale en journalistieke keuzes van The New York Times beïnvloeden andere media wereldwijd, waaronder ook Belgische nieuwsmerken. “Onderschatten hoe ver de macht van The New York Times reikt, zou naïef zijn”, stelt Timmermans.

Het onderzoek zoomde in op de periode 2002-2021. 690 artikelen over de oorlog in Afghanistan werden geanalyseerd. De thesis ging na welke bronnen het Amerikaanse medium gebruikte en welk narratief hierdoor domineerde.

Al snel werd duidelijk dat The New York Times vooral westerse ‘elitebronnen’ aan het woord liet. Door deze bias heeft het jarenlang belangrijke ‘suppressed narratives’ zoals vredeoffers gemist in zijn verslaggeving over Afghanistan. Het Amerikaanse War on Terror-narratief domineerde, omdat (vooral) Amerikaanse overheidsbronnen de bovenhand kregen. “Maar deze militaire en officiële bronnen hadden vaak geen idee van de complexiteit van het land”, zegt Timmermans. “Ze propageerden het oorlogsnarratief op een land dat eigenlijk niet meer in oorlog was. Dit wakkerde het geweld alleen maar aan waardoor het aantal slachtoffers toenam.”

Een andere zijde van het Afghaanse verhaal

Leunend op het academisch werk van Stathis Kalyvas (Oxford University) legt Timmermans uit hoe bepaalde micro-verhalen verwaarloosd werden door enkel het macro-narratief van terreur en oorlog te omarmen. Deze micro-verhalen, door onze westerse blik afgedaan als ‘lokaal’ en dus minder belangrijk, zijn net de verhalen die de broodnodige inzichten hadden kunnen bieden, niet enkel in het land maar ook in het conflict. Zo bijvoorbeeld de vele gevallen van ‘false reporting’, waarbij lokale bestuurders al snel ontdekten hoe de Amerikanen voor hun persoonlijke belangen te laten opdraven. Een vinger met het bijbehorende zinnetje “Daar zit Taliban!” en de Amerikaanse troepen werden zonder medeweten ingeschakeld in lokale – vaak eeuwenoude – rivaliteiten.

 

image-20221002110948-1

 

Verder toont het onderzoek dat hoewel Afghaanse bronnen iets meer dan de helft van het totaal uitmaken, deze bronnen gebruikt worden om het Amerikaanse narratief te bevestigen en te versterken. Zo zijn er veel Afghaanse bronnen, maar dan vooral Afghaanse high-level officials zoals presidenten en ministers, die het Amerikaanse narratief van ‘dit is oorlog tegen terreur’ sterk omarmen en verspreiden. Bovenstaande grafiek illustreert deze focus op geweld: 74 procent van de artikelen waarin de Afghaanse regering een stem kreeg, ging over geweld. Er komen ook beduidend minder niet-officiële Afghaanse bronnen zoals burgers aan bod. Wanneer ze dan toch een stem krijgen, resoneert deze vooral binnen het oorlogsframe van terreur. Aandacht voor andere thema’s zoals vredeoffers, onderhandelingen, diplomatie of tribale oplossingen is er nagenoeg niet.

 

image-20221002110948-2

 

Maar ook vrouwen komen amper aan bod in de artikelen, zichtbaar in de grafiek hiernaast. Hoewel The New York Times nu moord en brand schreeuwt wanneer het gaat om (de onderdrukking van) vrouwenrechten in Afghanistan, liet het er zelf de afgelopen twintig jaar slechts een handjevol aan het woord. Wanneer Afghaanse vrouwen dan toch een stem krijgen, worden ze vooral opgevoerd als getuige van geweld, binnen het alom bekende War on Terror-frame.

Daarnaast ontdekte Timmermans dat The New York Times vooral in de pen klimt wanneer het gaat om een Amerikaans nieuwsfeit. Zo heeft de krant enorm veel aandacht voor gesneuvelde Amerikaanse troepen, maar de vele duizenden Afghaanse burgers die het leven lieten in het conflict, verdwijnen in de marge. 

Ook belangrijke vredeoffers zoals die van de Taliban in 2001 (een suppressed narrative) blijven simpelweg onbesproken, waardoor we vaak slechts een kant van het verhaal te zien krijgen. “Deze westerse bias in de mainstream media is een diepgeworteld probleem waardoor conflict net wordt aangewakkerd, iets waar we dus snel vanaf moeten”, stelt Timmermans.

Tijd voor betere journalistiek       

Daarom is het tijd voor verandering, tijd om af te stappen van deze vorm van one-sided verslaggeving. Het publiek heeft namelijk recht op een betere vorm van journalistiek. Door een brug te slaan tussen het journalistieke veld en de academische wereld hoopt Bette Dam, op basis van onder andere deze onderzoeksresultaten, dit te bereiken. Dam en Timmermans werpen in een vervolgonderzoek ook een licht op hoe de Vlaamse en Nederlandse media het hebben gedaan.

Dit onderzoek houdt The New York Times een spiegel voor over twintig jaar Afghanistan-verslaggeving, maar wil hen in een volgende fase ook de hand reiken om samen na te denken hoe we kunnen loskomen van deze geïnternaliseerde westerse bias om tot een vorm van journalistiek te komen die voortdurend oog heeft voor een minder ‘wit’ verhaal en net een meer globaal verhaal, iets wat The New York Times ook belooft aan de lezers in het mission statement: “We seek the truth and help people understand the world. We help a global audience understand a vast and diverse world.”[1]

 

[1] https://www.nytco.com/company/mission-and-values/

Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Jelle Mast en Bette Dam