Geluidshinder onder het (blader)tapijt vegen?

Floris
Huyghe

"Op een dag zullen we lawaai even onverbiddelijke moeten bestrijden zoals de pest en de cholera", liet Robert Koch al in 1910 noteren. De Nobelprijswinnaar had geen doorgedreven akoestische of psychologische achtergrond maar kon toen al de ernst van de komende problematiek inschatten. Net als het verlies van groen, bomen en bossen. Maar wat als bomen nu als geluidsdemping gebruikt konden worden, zijn dat dan geen twee vliegen in één klap? 

Sinds de EU in 2002 een richtlijn ter bestrijding van omgevingslawaai heeft opgesteld en er wereldwijde erkenning is voor de gezondheidsproblemen veroorzaakt door geluidshinder, wordt de roep naar oplossingen almaar luider.

Méér dan geluidscherm!

Het plaatsen van geluidsmuren ter afscherming van de geluidsbron ligt het meest voor de hand. Het veelvuldig gebruik van betonnen muren is echter niet alleen aartslelijk, maar ook een dure aangelegenheid. Daarom is een alternatieve aanpak wenselijk, bijvoorbeeld door het aanplanten van bomen en bossen als 'geluidsscherm'. Die bieden naast hun geluidsdempende functie immers ook nog veel andere voordelen voor mens en dier. Deze vorm van geluidsreductie is zeker niet nieuw, maar door het gebrek aan eenduidige meetresultaten werd dit groene alternatief nooit als volwaardige oplossing overwogen. 

Nochtans, naast de loutere afschermfunctie van de bomen zelf heeft het zogenaamde grondeffect van de bosbodem een aanzienlijk aandeel in geluidsdemping. Dit grondeffect is het resultaat van de wisselwerking tussen de  rechtstreekse geluidsgolf en de golf die terugkomt na terugkaatsing via de bodem.

Ondanks de relatieve grootte van het grondeffect, leken studies zich voornamelijk toe te spitsen op het bovengrondse deel van bossen, de stammen en kruinen. 

In deze thesis wordt de impact van verschillende boomsoorten op het grondeffect onderzocht. Deze veronderstelling is vrij logisch omdat bomen via hun wortels en

afgevallen bladeren een rechtstreekse invloed hebben op de bosbodem.

Test, 1, 2, test...

Vooraf werd een opstelling met een luidspreker en twee microfoons getest in een anechoïsche kamer. In deze 'dode kamer' is er geen reflectie van geluid en daarom optimaal om een dergelijke meetopstelling uit te testen. Daarna werden, in het bos zelf, de belangrijkste akoestische bodemeigenschappen per boomsoort bepaald. De meetopstelling werd op de bosbodem geplaatst, onder zes verschillende bosboomsoorten (zie foto). Door dan met een luidspreker een signaal uit te zenden en verderop weer op te vangen met microfoons kan het effect van de bodem op geluidstrillingen worden gemeten.

Een luidspreker en twee microfoons staan opgesteld in het bos om metingen uit te voeren.

 

De bodem aan het woord

In het Mortagnebos, vlakbij Kortrijk, werden zowel akoestische als niet-akoestische gegevens over de bosbodem onder verschillende boomsoorten verzameld. De niet-akoestische metingen waren bijvoorbeeld stalen met de hoeveelheid strooisel die zich onder een bepaalde boomsoort bevond. Verder werden ook eigenschappen over het bos zelf genoteerd, zoals de oppervlakte ingenomen door stammen. 

Verschillende akoestische metingen werden verricht, zo ook metingen met en zonder strooisellaag om een eventueel voorkomend effect waar te kunnen nemen. Om geloofwaardige resultaten te bekomen werden enkele herhalingen gedaan. 

Door de bladeren de bodem niet meer zien

Als een belangrijk resultaat werd een duidelijk akoestisch verschil tussen de boomsoorten waargenomen. Ook het al of niet aanwezig zijn van een strooisellaag bleek van groot belang voor de akoestische eigenschappen van de bodem. Dit betekent dat de strooisellaag zeker een invloed heeft op geluidsdemping. Vooral de soorten met een dikkere strooisellaag zoals beuk en Amerikaanse eik, blijken het best geschikt voor geluidsdemping. Het planten van die soorten langs autosnelwegen kan dus een idee zijn.

De beuk erin!

Een optimale bomenrij kan men volgens het onderzoek dus creëren door soorten te planten die een dikke strooisellaag aanmaken. Daarnaast blijkt uit vroeger onderzoek dat ook een grote hoeveelheid bovengrondse stammen geluidsdempend werkt. Als we deze twee resultaten combineren, vormt een dicht bos die een grote hoeveelheid bladeren op de bodem opstapelt een optimale geluidsdemper. Een ideale keuze is beuk, een soort die heel erg dicht bij elkaar kan groeien zonder elkaar te belemmeren en veel strooisel maakt. 

Download scriptie (20.93 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Kris Verheyen en Timothy Van Renterghem
Thema('s)