Als alles uit elkaar valt: waarom het tragische opnieuw een plaats verdient in onze moderne cultuur

Linde
De Vroey

 

De huidige pandemie wierp ons met schokkende snelheid in het midden van een mondiale tragedie. Ze drukt ons met de neus op de hartverscheurende, tragische keuzes die dokters, beleidsmakers en burgers moeten maken. Ze wijst ons op de grenzen van onze medische kennis en kunde – en ze maakt tegelijkertijd duidelijk hoe moeilijk wij het vinden om die grenzen te aanvaarden. Het coronavirus confronteert ons vooral met onze worsteling om de tragische kanten van het leven te accepteren. 

De tragische kanten: dat zijn de dingen die aan onze controle ontsnappen, noodlottige vergissingen, zinloos lijden, onmogelijke keuzes. Het tragische eist haar plek op wanneer de wereld tussen onze vingers glipt, wanneer onze zorgvuldig gebouwde structuren en systemen plotseling instorten. Het leidt ons met ijzeren hand naar het epicentrum van het menselijke bestaan; naar ons menselijke falen, onze tekortkomingen, onze onmacht en onze onwetendheid. 

Maar het ontbreekt ons aan een hedendaags, modern denkkader waarin we het tragische een plaats kunnen geven. Het moderne ideaal is er een van totale kennis en controle over de wereld en over onszelf. Voor alles bestaat een formule, een pil, een oplossing, een verzekering. In een samenleving waarin we alles willen kennen, plannen en controleren, dreigen we de tragische kanten van het leven weg te moffelen. Daarvoor betaalt de moderne mens een hoge prijs. Want hoezeer we de tragedie ook proberen te vermijden, vroeg of laat komt ze altijd aan onze deur kloppen. En we zijn vergeten hoe we haar moeten ontvangen. 

 

Het tragische levensgevoel 

De Oude Grieken begrepen als geen ander dat het tragische een onlosmakelijk deel van het leven is. In hun mythen, literatuur, filosofie en theater zochten ze op onnavolgbare wijze naar een verzoening met de tragische kanten van het bestaan. Wereldberoemde helden als Achilles, Odysseus, Socrates en Oedipoes worstelden met al te herkenbare tragische keuzes en situaties. Deze bijzondere dimensie van de Oudgriekse cultuur wordt toegeschreven aan het mysterieuze ‘tragische levensgevoel van de Oude Grieken’. De tragische joie de vivre gaf de Oude Grieken een manier om de tragische kanten van het leven een betekenis te geven, en zelfs te verwelkomen.  

Maar wat betekent het voor een Oude Griek om tragisch in het leven te staan? Dat is een vraag waarover filosofen, historici en nostalgici zich de laatste eeuwen het hoofd breken. De Romantische beweging gaf sinds de negentiende eeuw een geheel eigen invulling aan dit ‘tragische levensgevoel’. Het is een heroïsche, irrationele en dionysische invulling: een interpretatie waarin de tragische levenshouding gelijkstaat aan een actief verzet tegen het rationele en optimistische vooruitgangsdenken van de Verlichting. 

De Romantische erfgenamen baseerden zich voor hun interpretatie vooral op de filosofie van Friedrich Nietzsche, de negentiende-eeuwse filosoof die met een verheerlijkt beeld van de Oudheid de moderne cultuur fileerde. In de twintigste eeuw volgden deconstructiedenkers, theatermakers en de rock ’n roll cultuur Nietzsches voorbeeld en trokken ze met de tragedie ten strijde tegen de culturele dominantie van de ratio.

 

Verlichting en Romantiek

Maar de nietzscheaanse interpretatie doet geen recht aan de authentieke, Oudgriekse invulling van het tragische. Deze interpretatie is eerder symptomatisch voor de moderne cultuur, die sinds de negentiende eeuw uiteenvalt in de grote cultuurbewegingen van Verlichting en Romantiek. De Verlichting schoof het optimistische geloof naar voren dat wetenschap, technologie en inzicht tot steeds grotere vooruitgang zullen leiden. De erfgenamen van de Verlichting trokken met het rationele denken ten strijde tegen alles wat niet bewezen kan worden: religie, ‘bijgeloof’, ‘pseudowetenschappen’ en andere vormen van zogenaamde ‘betovering’. 

Zo verdreef de Verlichting alle betovering in de wereld naar de marges van de moderne cultuur. Daar werden ze geclaimd door de Romantische beweging, die zich verloor in de heimwee naar een verdwenen betovering. Ook het tragische levensgevoel werd gekaapt door deze Romantische heimwee. En vervolgens deden de erfgenamen van de Romantiek twee dingen: ze stelden het rationele denken verantwoordelijk voor de moderne ‘onttovering van de wereld’, en ze gingen deze betovering opnieuw zoeken in de persoonlijke ervaring. 

Deze dubbele misinterpretatie zouden we een bijna tragische vergissing kunnen noemen. Want het Romantische idee van betovering – als een irrationele en persoonlijke ervaring – draagt alleen maar bij aan de verdere onttovering van de wereld. De breuk tussen rationele Verlichting en betoverde Romantiek weerspiegelt de moderne breuk tussen rede en gevoel, ratio en betovering, denken en leven. We denken dat we moeten kiezen: onszelf beknotten door de strakke structuren van ons denken, of onszelf verliezen in de ongecontroleerde, tragische ervaring. We worden heen en weer geslingerd tussen het moderne ideaal van controle over een voorspelbare maar zinloze buitenwereld, en het vergeten van die wereld in de persoonlijke ervaring van het sublieme in kunst, drugs en mysticisme. Zo leven we gespleten tussen ons verstand en ons gevoel, ons hoofd en ons hart, zonder hoop op verzoening.  

 

De kloof dichten 

Het Oudgriekse tragische kende deze moderne breuk niet. Het tragische levensgevoel van de Oude Grieken thematiseerde gruwelijke pijn, zinloos verzet tegen het noodlot, de onmacht van de mens. Maar het verbond ook rede en gevoel, het rationele denken en een betoverd wereldbeeld. 

Daarom keer ik in deze scriptie terug naar de betoverde wortels van het tragische levensgevoel. Mijn verhaal schippert tussen de Oudheid en de moderniteit, tussen Homeros en Nietzsche, Sofokles en Descartes. Het maakt uitstapjes naar Mykene, Delphi en Troje, naar de middeleeuwse alchemie en de christelijke Kerk, naar de Duitse Romantiek, de Franse Verlichting en de Italiaanse Renaissance. Zo schetst deze scriptie een nieuw verhaal, een alternatief voor de geschiedenis uit onze schoolboeken – niet alleen over het tragische, maar ook over de geboorte en de ontwikkeling van de moderne cultuur. 

De herontdekking van het tragische levensgevoel biedt een uitweg uit de grote breuklijnen van de moderniteit. De betoverende tragedie brengt een verzoening tot stand tussen de rationele en de ervaringsgerichte aspecten van ons bestaan. Ze leert ons om te gaan met onze menselijke pijn en onvermogen. Ze toont ons hoe we een betekenisvolle en betoverde wereld kunnen rijmen met het redelijke denken. En bovenal vertelt ze ons wat het betekent om mens te zijn in een tragische wereld. 

Download scriptie (2.44 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Guido Vanheeswijck