Geen Grootstad Zonder Zwembad

Nicolas
De Wispelaere

Brussel heeft niet genoeg zwemwater. Het aantal zwemuren voor Brusselse schoolkinderen daalt naar slechts acht uur per jaar (bron: Els Ampe) terwijl de zomertemperatuur jaar na jaar stijgt. Sinds de zomer van 2023 telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest slechts twaalf gemeentelijke zwembaden die daadwerkelijk openbaar toegankelijk zijn. Dat volstaat niet om alle 1,2 miljoen Brusselaars van zwemwater te voorzien om te sporten, te leren zwemmen en zich te verfrissen. In de masterproef Rêve de la nage métropolitaine droomt architectuurstudent Nicolas De Wispelaere van de Universiteit Gent over nieuw zwemwater in Brussel. We hoeven daarvoor zelfs geen open ruimte aan te snijden. Aan de hand van gedetailleerde potloodtekeningen stelt deze masterproef nieuwe zwemvoorzieningen voor op bestaande plekken: in het Résidence Palace, onder de sporen van het Zuidstation en zelfs op de speelplaatsen van de Brusselse scholen.

 

Zwemkampioen Parijs

Dromen mag, maar zijn deze ideeën haalbaar in Brussel? ‘Ja,’ vindt De Wispelaere. ‘Kijk maar naar Parijs!’ Deze masterproef verwijst uitgebreid naar de Franse hoofdstad en hoe zwembaden daar zijn geïntegreerd in het stedelijk weefsel. Aan de hand van zelfgemaakte foto’s en potloodtekeningen illustreert De Wispelaere de bijzondere relatie tussen acht Parijse zwembaden en de stad rondom. Ruimte is er zo schaars dat zwemmen vaak samengaat met andere stedelijke activiteiten. Parijzenaren kunnen dagelijks een duik nemen onder het centrale metrostation van de stad, in een sociaal woongebouw of in een school. ‘De sterkte van Parijse zwembaden is dat ze hun plaatsgebrek aangrijpen als een kans om een unieke zwembeleving te bieden,’ aldus De Wispelaere. ‘De botsing van het zwembad met andere grootstedelijke actoren levert vaak verrassende architecturale oplossingen op.’

Schoolkinderen gluren binnen in het Piscine Saint-Merri in Parijs onderweg naar hun les.

Een zwembad in de grootstad is eigenlijk een miniatuurmetropool.

Nog verrassender is de vaststelling dat deze botsing tussen zwembad en grootstad de Parijse zwembaden een actieve sociale rol geeft in hun wijk en de stad. Zwembaden zijn meer dan alleen sportvoorzieningen; het zijn plekken voor ontmoeting, onderwijs, gezondheid en welzijn. Deze masterproef beschrijft in verschillende essays hoe de genereuze architectuur van de Parijse zwembaden plaatsmaakt voor een waaier aan activiteiten: zwemlessen voor jongeren met een mentale beperking, openbare douches voor daklozen, studenten en gastarbeiders, waterpoloploegen voor de LGBTQI+-gemeenschap en nog veel meer. ‘Het zwembad is de plek waar de grootstad haar eindeloze veelzijdigheid toont,’ volgens De Wispelaere. Daar ligt de meerwaarde voor Brussel, vindt hij. ‘Als we een nieuw zwembad in een grootstad bouwen, ontwerpen we eigenlijk een  miniatuurmetropool.’

De glazen gevel van het Piscine Alfred Nakache in Parijs geeft zwemmers het gevoel dat ze op straat in het water plonsen.

 

Zwemlessen voor Brussel

Om dit soort zwembaden te bouwen hoeft Brussel heus het warm (zwem)water niet uit te vinden. De voorstellen voor nieuwe zwembaden aan het einde van deze masterproef vertalen elementen van hun Parijse voorbeelden naar de Brusselse context. Met zijn witte tekeningen op zwart papier demonstreert De Wispelaere hoe Brussel twee vliegen in een klap kan vangen: nieuwe zwemplekken voorzien én stedelijke ruimtes creëren die de levens van diverse Brusselaars rijker, socialer en leefbaarder maken. Hij maakt hiervoor gebruik van bestaande infrastructuur, leegstaande ruimtes en mobiele structuren. ‘Er is genoeg plaats om te zwemmen in Brussel, we moeten alleen durven nat worden.’

Ik zie de zwembadontwerpen als gespreksopeners voor Brusselaars. Hoe willen zij morgen zwemmen en leven in hun stad?

Zo stelt de masterproef een mobiel zwembad voor Brusselse scholen voor onder de naam ‘Piscine Nénuphar’. Het oorspronkelijke idee komt van het BAM-programma (Bassins d’Apprentissage Mobiles) dat de Franse overheid in de jaren zeventig lanceerde. Vijftig vrachtwagens reden toen het Franse platteland rond met aan boord de onderdelen om een tijdelijk zwembad uit te rollen. Bijgevolg kregen dorpsscholen de kans om hun leerlingen te leren zwemmen, ook als de gemeente geen zwembad kon betalen. Brusselse scholen hebben vandaag evenzeer nood aan bijkomende toegang tot zwemwater. Daarom zijn de Piscines Nénuphar uit deze masterproef ontworpen als truckopleggers die zich op de speelplaats van scholen kunnen ontplooien tot compacte en energie-efficiënte leerbaden. Het ontwerp ontleent inspiratie aan de Franse architect Roger Taillibert en het architectencollectief Aerolande voor zijn herkenbare tentstructuur die de jonge zwemmertjes van warm water en onderdak voorziet. En wanneer de schoolkinderen op zomervakantie vertrekken? Dan verschijnen de Piscines Nénuphar op de Brusselse pleinen en straten om afkoeling te bieden tijdens hittegolven.

Het Piscine Nenuphar ontplooit zich op speelplaatsen van scholen tot een compact en energie-efficiënt leerbad.

 

Stedenbouw in het zwembad

Ieder ontwerpvoorstel in deze masterproef probeert aan Brussel te bouwen vanuit het zwembad. De portie naïviteit die daar soms bij komt kijken, dient niet om de ingewikkelde grootstedelijke realiteit te vereenvoudigen, maar om met een kinderlijk enthousiasme naar de kansen te kijken die in die complexiteit schuilgaan. Architectuur is hier geen concrete bouwwens, maar een grafische samenvatting van een reeks ideeën. ‘Ik zie de zwembadontwerpen als gespreksopeners voor de Brusselse beleidsmakers, inwoners, zwemmers. Ze nodigen hen uit om na te denken hoe zij morgen willen zwemmen en leven in hun stad.’

Download scriptie (63.29 MB)
Winnaar Scriptieprijs
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
dr. ir.-arch. Tom Broes, prof. dr. ir. Michiel Dehaene, Lauren Dierickx
Thema('s)