Image repair bij dopingzondaars in het wielrennen: Een analyse van imagoherstelstrategieën en taalgebruik

Glenn
Sebregts

De wielersport heeft, meer dan de meeste andere sporttakken, sinds zijn begindagen af te rekenen gekregen met kritiek die het oneerlijke karakter van de sport viseerde. In een beginstadium concentreerden deze kritische stemmen zich vooral op renners die delen van het parcours afsneden, de trein namen om sneller te zijn en andere ingenieuze manieren verzonnen om tot winnaar gekroond te worden. Sinds 1960 verlegde de focus van kritische commentaren zich echter naar de alomtegenwoordige aanwezigheid van dopinggebruik in de wielerwereld. De laatste jaren bereikte deze kritiek een hoogtepunt op basis van grootschalige dopingonderzoeken zoals Operación Puerto uit 2006, op basis van dewelke ongeveer alle Ronde van Frankrijkfavorieten genoodzaakte waren de strijd te staken nog voor de wedstrijd daadwerkelijk begonnen was, en de zaak rond Lance Armstrong, die in 2013 uiteindelijk van zijn voetstuk viel als meeste succesvolle Tour de Francerenner aller tijden.

Hoewel het duidelijk mag zijn dat wielrennen één van de populairste maar eveneens één van de meest controversiële sporten uit de recente geschiedenis is valt op dat er slechts zeer geringe academische aandacht bestaat voor de manier waarop gecontesteerde beoefenaars van de wielersport proberen hun blazoen op te poesten. Daarom bestond het doel van deze masterproef erin om, op basis van een grondige analyse van vier afzonderlijke dopingaffaires, een substantiële bijdrage te leveren aan het onderzoeksveld rond reputatieherstelstrategieën in het wielrennen. Daarenboven werd ook getracht om na te gaan of er mogelijkerwijs een verband bestaat tussen de gebruikte imagoherstelstrategieën en de taalkundige technieken waarvan in opspraak geraakte wielrenners zich bedienen. Om deze verschillende onderzoeksdoelstellingen te realiseren werden autobiografieën die handelden over de bestudeerde cases en, in mindere mate, verschillende online dan wel gedrukte publicaties uit binnen- en buitenland aan een diepgaande analyse onderworpen.

Wat betreft het gebruik van imagoherstelstrategieën werd bevonden dat de bolsteringstrategie duidelijk het vaakst aangewend werd. Bolstering werd in op één na alle gevalstudies als de meest frequent gehanteerde imagohersteltactiek aangeduid. Een dergelijke bevinding lijkt logisch aangezien wielrenners die zich in het oog van een publieke storm bevinden omwille van dopingaantijgingen hun verdediging best baseren op de benadrukking van hun eigen positieve eigenschappen. Op deze manier kan het publiek er dan toe bewogen worden om te concluderen dat het deze eigenschappen en niet het gebruik van doping waren die tot de sportieve prestaties van de gecontesteerde wielrenners leidden. De positieve eigenschappen die het vaakst in de verf gezet werden in de context van het gebruik van de bolsteringstrategie zijn Spartaanse trainingsgewoonten en een onvoorwaardelijk respect voor de waarden van de wielersport.

Andere reputatiehersteltactieken die op regelmatige basis aangewend werden in de onderzochte publicaties waren die van differentiatie, defeasibility, corrective action, provocatie en minimalisatie. Deze laatste twee strategieën bleken sterk aan elkaar gerelateerd te zijn in het kader van dit artikel aangezien ze beidden focusten op het feit dat bijna alle wielrenners schuldig zouden zijn aan het gebruik van prestatiebevorderende middelen. De differentiatietechniek kwam dan weer het duidelijkst naar voren in verklaringen waarin de renners verwezen naar andere voorbeelden van drugsgebruik die als veel ernstiger ingeschat zouden moeten worden zoals het dealen van harddrugs. De corrective action techniek werd op zijn beurt vooral ingezet om te benadrukken dat de veroordeelde dopinggebruikers al het mogelijke deden om jonge sporters in te lichten over de negatieve gevolgen van dopinggebruik. De tactiek van defeasibility, ten slotte, werd aangewend om aan te geven dat dopinggebruik niet meer was dan een noodzakelijke vereiste om de wielersport op een competitieve wijze te beoefenen.

Een laatste opmerkelijke bevinding betreffende het gebruik van imagoherstelstrategieën was dat de minst gebruikte techniek die van mortification was. Desondanks werd in een het merendeel van de reeds verschenen onderzoeksartikels over imagoherstel de nadruk gelegd op het enorme belang van het toegeven van schuld en het tonen van bereidheid om te boeten voor de gemaakte fouten.

De analyses over het gebruik van metadiscours toonden dan weer aan dat vooral self-mentions vaak voorkomen in het discours van in dopingopspraak geraakte wielrenners. Deze bevinding is zeer opmerkelijk aangezien in andere studies over het gebruik van metadiscours self-mentions steevast één van de minst gebruikte categorieën van taalkundige elementen zijn. Discourse connectives waren dan weer de tweede grootste categorie van metadiscursieve markeringen in deze studie wat gebruiksfrequentie betrof. De frequentie waarmee deze elementen aangetroffen werden – in ongeveer tien percent van alle fragmenten – lijkt logisch aangezien de functie van discourse connectives erin bestaat om verbindingen te leggen tussen verschillende delen van een uitgebreid discours – zoals bijvoorbeeld een autobiografie. Certainty markers, die bij aanvang van deze studie als essentiële en dus frequent aangewende taalkundige elementen met het oog op imagoherstel ingeschat werden, werden in slechts drie percent van alle onderzochte tekstfragmenten teruggevonden.

De analyses over de koppeling tussen het gebruik van imagoherstelstrategieën en metadiscursieve markeringen demonstreerden to slot een duidelijke relatie tussen het gecombineerde gebruik van engagement markers en de defeasibility-tactiek. Een dergelijke koppeling lijkt tot synergetische resultaten te kunnen leiden aangezien de effectiviteit van de defeasibility tactiek afhankelijk is van de mate waarin het beoogde publiek zich kan inleven in de positie van een individu dat zich genoodzaakt voelt om aan imagoherstel te doen. Engagement markers zijn geschikt om dit inlevingsvermogen te verhogen aangezien hun kernfunctie erin bestaat om de betrokkenheid bij de inhoud van een boodschap vanwege de ontvangers van deze boodschap in zo sterk mogelijke mate te verhogen.

Aangezien er slechts een beperkte onderzoeksgeschiedenis over het onderwerp van deze masterproef voorhanden is, kunnen er nog geen definitieve conclusies getrokken worden op basis van de resultaten uit dit onderzoek. Vervolgonderzoek is daarom onontbeerlijk en kan zich onder andere focussen op de effectiviteit van de gebruikte imagoherstelstrategieën of de rol van derde partijen zoals sponsorende teams.

Bibliografie

Referentielijst

Abdi, R., Rizi, M. T., & Tavakoli, M. (2010). The cooperative principle in discourse communities and genres : A framework for the use of metadiscourse. Journal of Pragmatics, 42(6), pp. 1669-1679.

Ahangari, S., & Mozhgan, K. (2014). A content analysis of ‘Alice in Wonderland’ regarding metadiscourse elements. International Journal of Applied Linguistics and English Literature, 3(3), pp. 10-18.

Alyousef, H. S., & Picard, M. Y. (2011). Cooperative or collaborative literacy practices: Mapping metadiscourse in a business students’ wiki group project. Australasian Journal of Educational Technology, 27(3), pp. 463-480.

Anagondahalli, D. (2013). Prior reputation and the transition from image repair to image makeover: The case of Hosni Mubarak. Public Relations Review, 39(3), pp. 241-244.

Benoit, W. L. (1982). Richard M. Nixon’s strategies in his public statements on Watergate. Southern Speech Communication Journal, 47, pp. 192-211.

Benoit, W. L., Gullifor, P., & Panici, D. (1991). President Reagan’s defensive discourse on the Iran-Contra affair. Communication Studies, 42, pp. 272-294.

Benoit, W. L., & Hanczor, R. S. (1994). The Tonya Harding controversy: an analysis of image restoration strategies. Communication Quarterly, 42(4), pp. 416-433.

Benoit, W. L. (1995a). Accounts, excuses, and apologies: A theory of image restoration discourse. Albany, NY: State University of New York Press.

Benoit, W. L. (1995b). Sears’ repair of its auto service image: image restoration discourse in the corporate sector. Communication Studies, 46, pp. 89-105.

Benoit, W. L., & Dorries, B. (1996            a). Dateline NBC’s persuasive attack of Wal-Mart. Communication Quarterly, 44(4), pp. 463-477.

Benoit, W. L. (1996b). Sears’ repair of its auto service image: Image restoration discourse in the corporate sector. Communication Studies, 46(1), pp. 89-105.

Brinson, S. L., & Benoit, W. L. (1996c). Dow Corning’s image repair strategies in the breast implant crisis. Communication Quarterly, 44(1), pp. 29-41.

Benoit, W. L. (1997a). Image repair discourse and crisis communication. Public Relations Review, 23(2), pp. 177-186.

Benoit, W. L., & Czerwinski, A. (1997d). A critical analysis of USAir’s image repair discourse. Business Communication Quarterly, 60(3), pp. 38-57.

Benoit, W. L., & Drew, S. (1997b). Appropriateness and effectiveness of image repair strategies. Communication Reports, 10(2), pp. 153-163.

Benoit, W. L. (1997c). Hugh Grant’s image restoration discourse: an actor apologizes. Communication Quarterly, 45(3), pp. 251-267.

Benoit, W. L., & Wells, W. T. (1998a). An analysis of three image repair discourses on Whitewater. Journal of Public Advocacy, 3, pp. 21-37.

Benoit, W. L., & Nill, D. M. (1998b). Oliver Stone’s defense of JFK. Communication Quarterly, 46(2), pp. 127-143.

Benoit, W. L., & McHale, J. P. (1999). Kenneth Starr’s image repair discourse viewed in 20/20. Communication Quarterly, 47(3), pp. 265-280.

Benoit, W. L., & Brinson, S. L. (1999b). Queen Elizabeth’s image repair discourse: Insensitive Royal or compassionate queen? Public Relations Review, 25(2), pp. 145-156.

Benoit, W. L., & Brinson, S. L. (1999c). The Tarnished Star : Restoring Texaco’s damaged public image. Management Communication Quarterly, 12(4), pp. 483-510.

Benoit, W. L. (2006). President Bush’s image repair effort on Meet the press: The complexities of defeasibility. Journal of Applied Communication Research, 34(3), pp. 285-306.

Blaney, J. R., Benoit, W. L., & Brazeal, L. M. (2002). Blowout!: Firestone’s image restoration campaign. Public Relations Review, 28(4), pp. 379-392.

Brazeal, L. M. (2008). The image repair strategies of Terrell Owens. Public Relations Review, 34(2), pp. 145-15.

Brinson, S. L., & Benoit, W. L. (1999). The tarnished star: restoring Texaco’s damaged public image, Management Communication Quarterly, 12, pp. 483-510.

Brooke Fisher, L. (2008). From aspiring presidential candidate to accidental racist?       An analysis of Senator George Allen’s image repair during his 2006 reelection campaign. Public Relations Review, 34(4), pp. 331-336.

Brown, R. (2005). Acting presidential: The dramaturgy of Bush versus Kerry. American Behavioral Scientist, 49(1), pp. 78-91.

Browning, N. (2011). “Mad Money” Madness: Jim Cramer’s image restoration effort. Public Relations Review, 37(2), pp. 184-186.

Bruce, T., & Tini, T. (2008). Unique crisis response strategies in sports public relations: Rugby league and the case for diversion. Public Relations Review, 34(2), pp. 108-115.

Burke, K. (1961). Rhetoric of religion. Berkeley, CA: University of California Press.

Burke, K. (1969). A rhetoric of motives. Berkeley: University of California Press.

Burns, J. P., & Bruner, M. S. (2000). Revisiting the theory of image restoration strategies, Communication Quarterly, 48(1), pp. 27-39.

Cao, F., & Hu, G. (2014). Interactive metadiscourse in research articles: A comparative study of paradigmatic and disciplinary influences. Journal of Pragmatics, 66(1), pp. 15-31.

Cohen, J. (1968). Weighed kappa: nominal scale agreement with provision for scaled disagreement or partial credit. Psychological Bulletin, 70(4), pp. 213-220.

Compton, J. (2014). Arby’s image repair tactics as a public relations strategy. Public Relations Review, 40(1), pp. 122-124.

Compton, J., & Miller, B. (2011). Image repair in late night comedy: Letterman and the Palin joke controversy. Public Relations Review, 37(4), pp. 415-421.

Crismore, A. (1989). Talking with Readers: Metadiscourse as a Rhetorical Act. New York: Peter Lang.

Crismore, A., & Farnsworth, R. (1989). Mr. Darwin and his readers: Exploring interpersonal metadiscourse as a dimension of “ethos”. Rhetoric Review, 8(1), pp. 91-112.

Crismore, A., Markkanen, R., & Steffensen, M. S. (1993). Metadiscourse in persuasive writing: A Study of tests written by American and Finnish university students. Written Communication, 10(1), pp. 39-71

Dafouz-Milne, E. (2008). The pragmatic role of textual and interpersonal metadiscourse markers in the construction and attainment of persuasion. A cross-linguistic study of newspaper discourse. Journal of Pragmatics, 40(1), pp. 95-113.

Daymon, C., & Holloway, I. (2003). Qualitative research methods in public relations and marketing communications. London: Routledge.

Ek Lon, C., Tan, H., & Nadzimah Abdullah. (2012). Conveying communicative intent: Moves and metadiscourse in abstract writing. International Journal of Applied Linguistics & English Literature, 1(7), pp. 56-65.

Entman, R. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of Communication, 43(4), pp. 51-58.

Fortunato, J. A (2008). Restoring a reputation: The Duke University lacrosse scandal. Public Relations Review, 34(2), pp. 116-223.

Fu, X. L. (2012). The use of interactional metadiscourse in job postings. Discourse Studies, 14(4), pp. 399-417.

Fuertes-Olivera, P. A., Velasco-Sacristán, M., Arribas-Baño, A., & Samaniego-Fernández, E. (2001). Persuasion and advertising English: Metadiscourse in slogans and headlines. Journal of Pragmatics, 33(8), pp. 1291-1307.

Furgerson, J. L., Benoit, W. L. (2013). Limbaugh’s loose lips: Rush Limbaugh’s image repair after the Sandra Fluke controversy. Journal of Radio & Audio Media, 20(2), pp. 273-291.

Garcia, C. (2011). Sex scandals: A cross-cultural analysis of image repair strategies in the cases of Bill Clinton and Silvio Berlusconi. Public Relations Review, 37(3), pp. 292-296.

Gillaerts, P., & Van de Velde, F. (2010). Interactional metadiscourse in research article abstracts. Journal of English for Academic Purposes, 9(2), pp. 128-139.

Glantz, M. (2010). The Floyd Landis doping scandal: Implications for image repair discourse. Public Relations Review, 36(2), pp. 157-163.

Goffman, E. (1980). Relations in Public: Microstudies of the public Order. Monterey, CA: Brooks/Cole, p. 131.

Guan, X. W., Park, H. S., & Lee, H. E. (2009). Cross-cultural differences in apology. International Journal of Intercultural Relations, 33(1), pp. 32-45.

Hallahan, K. (2001). Public relations strategies for creating mass media content: A case study of the National Basketball Association. Public Relations Review, 26(4), pp. 481-497.

Haruta, A., & Hallahan, K. (2003). Cultural issues in airline crisis communications: A Japan-US comparative study. Asian Journal of Communication, 13(2), pp. 122-150.

Hearit, K. M. (1997). On the use of transcendence as an apologia strategy: the case of Johnson Controls and its fetal protection policy. Public Relations Review, 23(3), pp. 217-231.

Hearit, K. M. (2006). Crisis management by apology: Corporate responses to allegations of wrongdoing. Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum.

Herriman, J. (2014). Metadiscourse in English and Swedish non-fiction texts and their translations. Nordic Journal of English Studies, 13(1), pp. 1-32.

Higgins, R.L., & Snyder, C. R. The business of excuses, in R. A. Giacalone, & P. Rosenfeld (reds.), Impression Management in the Organization. (Hillsdale, NJ: Lawrence Erlbaum, 1989, p. 74.

Hofstede, G. (1983). The cultural relativity of organizational practices and theories. Journal of International Business Studies, 14, pp. 75-89.

Hofstede, G. (2001). Culture’s consequences: Comparing values, behaviors, institutions, and organizations across nations. Thousand Oaks: Sage.

Holdener, M., & Kauffman, J. (2014). Getting out of the doghouse: The image repair strategies of Michael Vick. Public Relations Review, 40(1), pp. 92-99.

Holland, J. H., Holyoak, K. J., Nisbett, R. E., & Thagard, P. R. (1989). Induction: Processes of Inference, Learning, and Discovery. Cambridge USA: MIT Press.

Hopwood, M. Sport public relations. In J. Beech, & S. Chadwick (Reds.). The marketing of sport (pp. 292-318). Harlow, England: Prentice Hall.

Hyland, K. (1998). Exploring corporate rhetoric: Metadiscourse in the CEO’s letter. Journal of Business Communication, 35(2), pp. 224-245.

Hyland, K. (1999). Talking to students: metadiscourse in introductory course books. English for Specific Purposes, 18(1), pp. 3-26.

Hyland, K. (2000). Disciplinary discourses: Social interactions in academic writing. London: Longman.

Hyland, K., & Tse, P. (2004a). Metadiscourse in academic writing: a reappraisal. A       pplied Linguistics, 25(2), pp. 156-177.

Hyland, K. (2004b). Disciplinary interactions: metadiscourse in L2 postgraduate writing. Journal of Second Language Writing, 13(2), pp. 133-151.

Ifantidou, E. (2005). The semantics and pragmatics of metadiscourse. Journal of Pragmatics, 37(9), pp. 1325-1353.

Jerome, A. M. (2008). Toward prescription: Testing the rhetoric of atonement’s applicability in the athletic arena. Public Relations Review, 34(2), pp. 124-134.

Jick, T. D. (1979). Mixing qualitative and quantitative methods: Triangulation in action. Administrative Science Quarterly, 24(4), pp. 602-611.

Kauffman, J. (2012). Hooray for Hollywood? The 2011 Golden Globes and Ricky Gervais’ image repair strategies. Public Relations Review, 38(1), pp. 46-50.

Kaylor, B. T. (2011). Altar call: The Democratic Party’s religious rhetoric as image repair discourse. Public Relations Review, 37(1), pp. 250-256.

Kennedy, K. A., & Benoit, W. L. (1997). The Newt Gingrich book deal controversy: Self-defense rhetoric. Southern Communication Journal, 62(1), pp. 197-216.

Khabbazi-Oskouei, L. (2013). Propositional or non-propositional, that is the question: A new approach to analysing ‘interpersonal metadiscourse in editorials. Journal of Pragmatics, 47(1), pp. 93-107.

Khedri, M., Heng, C. S., & Ebrahimi, S. F. (2013). An exploration of interactive metadiscourse markers in academic research article abstracts in two disciplines. Discourse Studies, 15(3), pp. 319-331.

Koesten, J., & Rowland, R. C. (2004). The rhetoric of atonement. Communication Studies, 55(1), pp. 68-87.

Kruse, N. W. (1981). Apologia in team sport. The Quarterly Journal of Speech, 67(3), pp. 270-283.

Le, E. (2004). Active participation within written argumentation: Metadiscourse and editorialist’s authority. Journal of Pragmatics, 36(4), pp. 687-714.

Legg, K. L. (2009). Religious celebrity: an analysis of image repair discourse. Journal of Public Relations Research, 21(2), pp. 240-250.

Len-Rios, M. E., & Benoit, W. L. (2004). Gary Condit’s image repair strategies: determined denial and differentiation. Public Relations Review, 30(1), pp. 95-106.

Li, T., & Wharton, S. (2012). Metadiscourse repertoire of L1 Mandarin undergraduates writing in English: A cross-contextual, cross-disciplinary study. Journal of English for Academic Purposes, 11(4), pp. 345-356.

Loi Check, K., & Miin-Hwa Lim, J. (2013). Metadiscourse in English and Chinese research article introductions. Discourse Studies, 15(2), pp. 129-146.

Maier, C. T. (2005). Weathering the storm: Hauser’s Vernacular Voices, public relations and the Roman Catholic Church’s sexual abuse scandal. Public Relations Review, 31, pp. 219-227.

Miller, B. A. (2002). Divine apology: the discourse of religious image restoration. Westport, CT: Praeger.

Moody, M. (2011). Jon and Kate Plus 8: A case study of social media and image repair tactics. Public Relations Review, 37(4), pp. 405-414.

Mur-Dueñas, P. An intercultural analysis of metadiscourse features in research articles written in English and Spanish. Journal of Pragmatics, 43(12), pp. 3068-3079.

Nalapat, A., & Parker, A. (2005). Sport, celebrity and popular culture. International Review for the Sociology of Sport, 40(4), pp. 433-446.

 

Nelson, J. (1984). The defense of Billie Jean King. The Western Journal of Speech Communication, 48(1), pp. 92-102.

Pfahl, M. E., & Bates, B. R. (2008). This is not a race, this is a farce: Formula One and the Indianapolis Motor Speedway tire crisis. Public Relations Review, 34(2), pp. 135-144.

Schiffrin, D. (1980). Metatalk: organisational and evaluative brackets in discourse. Sociological Inquiry: Language and social interaction, 50, pp. 199-236.

Scott, M. H., & Lyman, S. M. (1968). Accounts. American Sociological Review, 33(1), pp. 46-62.

Sheldon, C. A., & Sallot, L. M. (2008). Image repair in politics: Testing effects of communication strategy and performance history in a Faux Pas. Journal of Public Relations Research, 21(1), pp. 25-50.

Sperber, D., & Wilson, D. (1986). Relevance: Communications and Cognition. Blackwell, Oxford.

Sproule, J. M. (1988). The new managerial rhetoric and the old criticism. Quarterly Journal of Speech, 74, pp. 468-486.

Thompson, G. (2001). Interaction in academic writing: Learning to argue with the reader. Applied linguistics, 22(1), pp. 58-78.

Tseng, M. Y. (2013). Dan as a discourse marker, metadiscourse device and metapragmatic marker: Examples from the evaluation reports of Taiwan’s higher education sector. Journal of Pragmatics, 50(1), pp. 108-128.

Ustler, M., & Epp, S. (2013). Image repair through TV: The strategies of McGwire, Rodriguez and Bonds. Journal of Sports Media, 8(1), pp. 139-161.

Vande Kopple, W. J. (1985). Some explanatory discourse on metadiscourse. College Composition and Communication, 36, pp. 82-93.

Van Dijk, T. (1988). News as discourse. Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates.

Van Gorp, B. Persoonlijke communicatie, mei 2013.

Walsh, J., & McAllister-Spooner, S. M. (2011). Analysis of the image repair discourse in the Michael Phelps controversy. Public Relations Review, 37(2), pp. 157-162.

Ware, B. L., & Linkugel, W. A. (1973). They spoke in defense of themselves: On the generic criticism of apologia. Quarterly Journal of Communication, 38, pp. 82-89.

Wei-Chun, W., Tzu-hsiang, Y., & Benoit, W. L. (2012). The failure of ‘scientific’ evidence in Taiwan: a case study of international image repair for American beef. Asian Journal of Communication, 22(2), pp. 121-139.

Xifra, J. (2012). Sex, lies and post-trial publicity: The reputation repair strategies of Dominique Strauss-Kahn. Public Relations Review, 38(3), pp. 477-483.

Yavari, M., & Kashani, A. F. (2013). Gender-based study of metadiscourse in research articles’ rhetorical sections. International Journal of Applied Linguistics & English Literature, 2(2), pp. 77-88.

Referentielijst materiaal corpusanalyse

Belga. (07.02.2013). Hamilton: “Riis en Bruyneel moeten bekentenissen afleggen”. [02.11.2013, De Morgen,   http://www.demorgen.be/dm/nl/1001/Wielrennen/article/detail/1575871/2013/02/07/ Hamilton-Riis-en-Bruyneel-moeten-bekentenissen-afleggen.html].

Belga. (15.02.2013). Dopingzondaar Michael Rasmussen: ‘Biologisch paspoort legt dopinggebruik weinig in de weg’. Gazet van Antwerpen, p. 18.

Belga. (19.02.2013). Tyler Hamilton praat andere klanten Fuentes aan de galg. [02.11.2013, Het Laatste Nieuws, http://www.hln.be/hln/nl/1297/Doping-In-Wielrennen/ article/detail/1582363/2013/02/19/Tyler-Hamilton-praat-andere-klanten-Fuentes-aan-de-galg.dhtml].

Braeckman, A. (24.08.2011). Ik nam nooit doping. Het Nieuwsblad, pp. 46-47.

Coertjens, J. (21.09.2006). David Millar heeft weer een zuiver geweten. De Morgen, p. 32.

Coorevits, H. (14.07.2012). Zie je wel, het kan ook clean. De Standaard, p. 42.

Creteur, J. (22.06.2004).  Ik was een valsspeler. Het Laatste Nieuws, p. 26.

Darge, P. (27.06.2012). David Millar. Knack, p.14.

De Keyser, P. (07.09.2012). Doping hoorde er gewoon bij. Het Nieuwsblad, p. 8.

De Knop, J. (11.09.2006). Controleer me maar, ik ben clean. Het Laatste Nieuws, p. 41.

De Preter, J. (12.11.2013). Rabobank wist wat ik uitspookte. De Morgen, pp. 18-19.

de Vlieger, J.-P. (01.02.2013). Ik heb me gedopeerd van 1998 tot 2010. Het Nieuwsblad, p. 11.

EDK. (27.12.2004). Moddergooien moet ophouden. De Standaard, pp. 33-34.

Eeckhaut, D. (05.11.2012). Het zal opnieuw gebeuren. Het Laatste Nieuws, pp. 34-38.

Fotheringham, A. (20.01.2013). Cycling: ‘It’s now one of the world’s cleanest sports’, says David Millar. [09.11.2013, The Independent, http://www.independent.co.uk/sport/general/others/cycling-its-now-one-o…].

Ghyselinck, M. (22.01.2009). Ik was verslaafd aan winnen. Het Laatste Nieuws, p. 31.

Ghyselinck, M. (25.01.2012). Rabobank heeft mijn Tourzege gestolen. Het Laatste Nieuws, pp. 41-43.

Ghyselinck, M. (12.11.2013). Ik heb geen spijt. Het Laatste Nieuws, pp. 40-42.

GV. (25.09.2012). Tyler Hamilton verkoopt souvenirs als steun aan antidopingstrijd. [03.11.2013, Gazet van Antwerpen, http://www.gva.be/sport/wielrennen/aid1247713/tyler-hamilton-verkoopt-s…].

GVER. (16.06.2001). Ik kan het niet van me afzetten. Gazet van Antwerpen, p. 27.

Hamilton, T., & Coyle, D. De wielermaffia. (2012). Utrecht : Ambo/Anthos.

HT. (08.01.2005). Museeuw blijft dopinggebruik ontkennen. [09.11.2013, De Standaard, http://www.standaard.be/cnt/dmf08012005_012].

JFVT01. (26.12.2012). Tyler Hamilton: ‘Lance is zéér trots, hij zal terugslaan’. [03.11.2013, Het Nieuwsblad, http://www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/dmf20121226_051].

JPDV. (22.01.2009). Johan Museeuw kijkt naar aanleiding van zijn boek ‘Museeuw spreekt’ een laatste keer terug op de zaak-Landuyt. De Morgen, pp. 35-37.

Le Bacq. (30.06.2006). Nog jaren voor wielrennen weer geloofwaardig is. De Standaard, p. 75-76.

LGE. (17.12.2008). Dit is buiten proportie geblazen. Het Nieuwsblad, p. 25.

MacMichael, S. (14.02.2013). Interview: David Millar says it's technology, not doping, that now gives riders the edge. [18.11.2013, Farrelly Atkinson: http://road.cc/content/news/76294-interview-david-millar-says-its-techn…].

MacMichael, S. (29.11.2013). Michael Rasmussen accuses ex-Team Sky doctor Geert Leinders of co-ordinating doping at Rabobank. [22.11.2013, Farrelly Atkinson: http://road.cc/content/news/78079-michael-rasmussen-accuses-ex-team-sky-doctor-geert-leinders-co-ordinating-doping].

McLeod, R. (3.07.2010). David Millar 'morally corrupted' by French team Cofidis. [18.11.2013, BBC: http://news.bbc.co.uk/sport2/hi/other_sports/cycling/8785976.stm].

MG. (09.03.2007). Museeuw wil helpen in strijd tegen doping. De Morgen, p. 35.

Millar wil kruistocht tegen doping leiden. (28.06.2004). Gazet van Antwerpen, p. 33.

Millar, D. (2012). Koersen in het duister. Utrecht: De Fontein/Tirion.

MM. (24.01.2007). Museeuw bekent dopinggebruik. [10.11.2013, Het Nieuwsblad, http://www.nieuwsblad.be/sportwereld/cnt/g1b17c3ma].

Museeuw, J., & Vanwalleghem, R. (2009). Museeuw spreekt: Van leeuw tot prooi. Tielt: Lannoo.

Play true magazine. (29.04.2013). Tyler Hamilton meets with WADA and visits elementary school. [04.11.2013, WADA, http://playtrue.wada-ama.org/news/tyler-hamilton-meets-with-wada-and-vi…].

Pretot, J. (16.10.2012). Dopers should repent before return, says Millar. [18.11.2013, Reuters, http://mobile.reuters.com/article/sportsNews/idUSBRE89F1ID20121016?irpc=969].

Rasmussen, M. (2013). Gele koorts: Ten koste van alles naar de top. Breda: Uitgeverij De Geus.

RORO. (12.11.2013). Ik wilde driemaal zelfmoord plegen op één nacht. Het Belang van Limburg, p. 20-22.

Sarche, J. (19.04.2005). Hamilton denies blood-doping charges. [04.11.2013, Associated Press, http://www.active.com/articles/hamilton-denies-blood-doping-charges].

Schield, T. (16.04.2013). Tyler Hamilton talks to national junior team on perils of doping. [04.11.2013,USA Swimming Communications, http://www.usaswimming.org/ViewNewsArticle.aspx?TabId=0&itemid=5153&mid=8712].

SM. (22.09.2004). Tyler Hamilton ontkent gebruik bloeddoping. De Tijd, p. 17.

Spoormakers, S. (20.07.2007). Het is naïef om te geloven in een volledig dopingvrij wielrennen. De Morgen, pp. 22-25.

SS. (04.10.2005). Hier kan ik niet tegen vechten.  Het Laatste Nieuws, p. 27.

SS. (09.11.2006). Millar nam EPO voor het geld. Het Laatste Nieuws, p. 26.

SSL. (10.01.2005). Ik wou alleen mijn job doen. Het Laatste Nieuws, p. 25.

Sturm, E. (25.01.2006). Van ’cocaïnedealer’ tot voorbeeld voor de jeugd. [18.11.2013, De Persgroep, http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1465525/2006/01/25/Wielrennen-Van-rsquo-coca-iuml-nedealer-rsquo-tot-voorbeeld-voor-de-jeugd.dhtml].

Velochimp. (24.01.2007). Johan Museeuw admits to cheating. [13.11.2013, Velochimp, http://velochimp.com/2007/01/johan-museeuw-admits-to-cheating/].

VeloNation Press. (06.09.2012). Museeuw admits doping was ‘part of daily life’ when he raced. [13.11.2013, VeloNation LLC, http://www.velonation.com/News/ID/12806/Museeuw-admits-doping-was-part-of-daily-life-when-he-raced.asp].

Velonews. (18.03.2013). Tyler Hamilton on Postal Service drug cheats: ‘We were delinquents’. [04.11.2013, Competitor Group, Inc., http://velonews.competitor.com/2013/03/news/tyler-hamilton-on-postal-service-drug-cheats-we-were-delinquents-if-not-criminals_278166].

Vermeiren, G. (05.09.1998). “Ik wilde echt stoppen in juli” – Johan Museeuw laat zijn naam niet meer door het slijk halen. Gazet van Antwerpen, p. 1.

Union Tribune News Services. (22.09.2004). Cycling star Hamilton vehemently denies blood doping. [04.11.2013, UTS San Diego, http://www.utsandiego.com/uniontrib/20040922/news_1s22briefs.html).

 

Referentielijst publicaties gehanteerd voor inschatting effectiviteit imagoherstelstrategieën

 

Case Hamilton

Associated Press. (5 september 2012). Tyler Hamilton Recounts Doping With Armstrong. [Videobestand]. Geraadpleegd via http://www.youtube.com/watch?v=_plW9_jXmI8.

CNN. (12 oktober 2012). Tyler Hamilton: I doped for Lance Armstrong. [Videobestand]. Geraadpleegd via http://www.youtube.com/watch?v=t_UmfayVPPE.

CNN. (18 januari 2013). Tyler Hamilton talks Lance Armstrong’s confession. [Videobestand]. Geraadpleegd via http://www.youtube.com/watch?v=QJ9Sbsw7oao.

Vandeweghe, H. (28.05.2011). De Rekenaar en de Leugenaar. Het Nieuwsblad, p. 38.

Vanwalleghem, R. (20.04.2005). Chimaera. De Standaard, p. 42.

Waterstones. (28 november 2012). Tyler Hamilton & Daniel Coyle talk about The Secret Race. [Videobestand]. Geraadpleegd via http://www.youtube.com/watch?v=0IaOAo1NwNI.

 

Case Museeuw

Coenen, M. (19 juli 2012). Doping in de Tour: hier gaan we weer. Het Laatste Nieuws, p. 19.

Jans, E. (8 september 2012). Het wielrennen is nog lang niet clean. Het Laatste Nieuws, p. 22.

 

 

Case Millar

Cyclingnewstv. (7 juni 2011). David Millar talks about his autobiography.  [Videobestand]. Geraadpleegd via http://www.youtube.com/watch?v=GPKhRpEJwJM].

Novum. (13.05.2013). Mcquaid looft ‘voorbeeld Millar’. [14.05.2014, NuSport, http://www.nusport.nl/wielrennen/2868375/mcquaid-looft-voorbeeld-millar…].

Chadband, I. (15.10.2013). David Millar should be remembered as the cheat who went straight and fought to help clean up his sport. [14.05.2014, Telegraph, http://www.telegraph.co.uk/sport/othersports/cycling/10380176/David-Mil…].

TommyHootchiekaboom. (23 februari 2010). David Millar Interview. [Videobestand]. Geraadpleegd via http://www.youtube.com/watch?v=v_SAAUO_tbY].

 

Case Rasmussen

ANP. (16.10.2012). Rasmussen: ‘Enorm veel respect voor Lance’. [10.05.2014, De Volkskrant, http://www.volkskrant.nl/vk/nl/11639/Dopinggebruik-Lance-Armstrong/arti…].

B. (27.09.2013). Strafvermindering voor gestopte Rasmussen. Gazet van Antwerpen., p. 6.

De Groot, Y. (2 februari 2013). Heeft Rasmussen écht moed? Het Nieuwsblad, p. 42.

 

 

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014