Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Herstel boven straf: de Leuvense drugsopvolgingskamer en de nood aan uniforme wettelijke verankering

Hogeschool UCLL
2025
Sofie
Serré
Deze scriptie onderzoekt de juridische basis en structurele werking van de drugsopvolgingskamer (DOK) te Leuven, een relatief recent initiatief binnen het Belgische strafrechtsysteem dat herstelgerichte rechtspraak wil realiseren voor meerderjarige beklaagden met een ernstige verslavingsproblematiek. De DOK biedt een alternatief voor de klassieke strafvervolging waarbij gedragsverandering, maatschappelijke re-integratie en multidisciplinaire begeleiding centraal staan. De centrale onderzoeksvraag luidt: in welke mate is de huidige juridische basis van de DOK te Leuven voldoende, en is een expliciete wettelijke verankering wenselijk om de werking op een uniforme en transparante manier te garanderen?

De aanleiding voor dit onderzoek ligt in de vaststelling dat druggerelateerde criminaliteit vaak samenhangt met onderliggende problematieken zoals verslaving, sociale uitsluiting en psychische kwetsbaarheid. Klassieke bestraffingsmechanismen blijken in deze context vaak ontoereikend om recidive te voorkomen. De DOK tracht deze lacune te vullen door beklaagden de kans te bieden om, onder gerechtelijke opvolging en in samenwerking met justitieassistenten en zorgverleners, te werken aan hun herstel alvorens een definitieve veroordeling volgt.

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden werd een kwalitatieve, multidisciplinaire methode toegepast. Het onderzoek combineert een diepgaande juridische analyse van relevante wetgeving en beleidsdocumenten met field research. Dat field research bestond uit observaties van zittingen van de Leuvense DOK en semigestructureerde interviews met rechters en parketmagistraten die betrokken zijn bij de werking van de DOK. Daarnaast werd een vergelijkende analyse gemaakt met de Gentse drugsbehandelingskamer, die al sinds 2008 operationeel is.

De onderzoeksresultaten tonen aan dat de DOK te Leuven momenteel opereert binnen een hybride juridisch kader. De wettelijke basis ligt hoofdzakelijk in artikel 190sexies van het Wetboek van Strafvordering, dat hersteltrajecten mogelijk maakt binnen het strafprocesrecht. Deze bepaling wordt in Leuven aangevuld met lokale samenwerkingsprotocollen tussen het parket, de rechtbank en hulpverleningsinstanties. Hierdoor blijft de concrete invulling grotendeels afhankelijk van lokale actoren, met als gevolg een aanzienlijke variabiliteit in aanpak, doelgroepselectie en opvolgingsstructuur tussen verschillende gerechtelijke arrondissementen.

Deze situatie creëert juridische knelpunten op het vlak van rechtszekerheid, transparantie en gelijke behandeling. De afwezigheid van een uniforme wettelijke regeling maakt de toepassing van de DOK afhankelijk van toevallige geografische factoren en de betrokkenheid van individuele actoren. De vergelijking met het model in Gent toont aan dat structurele elementen zoals vaste actoren, regelmatige zittingen en een geïntegreerde multidisciplinaire samenwerking essentieel zijn voor een effectieve werking. In Leuven belemmert het ontbreken van deze elementen de impact van het model.

Op basis van deze analyse concludeert de scriptie dat een expliciete wettelijke verankering van de DOK noodzakelijk is. Deze verankering zou moeten voorzien in duidelijke minimumnormen inzake organisatie, rechten en plichten van beklaagden, rolverdeling tussen actoren en samenwerking met de zorgsector.Tegelijkertijd moet er voldoende ruimte blijven voor lokale autonomie en contextspecifieke toepassing. Een hybride wettelijk model, ingebed in het Wetboek van Strafvordering, biedt hiervoor de meeste garanties. Enkel binnen een dergelijk rechtsstatelijk en transparant kader kan de DOK uitgroeien tot een duurzaam en gelijkwaardig alternatief binnen het Belgische strafrecht.
Meer lezen

Schikken en schuldig pleiten als belastingplichtige. Rechtsbescherming uit art. 6 EVRM bij het afsluiten van een minnelijke schikking of het erkennen van schuld bij het openbaar ministerie

KU Leuven
2018
Eva
Nackaerts
Deze masterscriptie onderzoekt of er voldoende rechtsbescherming aanwezig is voor de belastingplichtige verdachte die een minnelijke schikking afsluit of zijn schuld erkent bij het parket. Hierbij wordt er getoetst aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Meer lezen

Plea bargaining in het Belgisch strafprocesrecht

Universiteit Hasselt
2016
Wouter
Maes
Toelichting van de nieuwe procedure tot voorafgaande erkenning tot schuld (VES) in België en in verhouding tot plea bargaining in het common law, meer bepaald in Engeland en Wales.
Meer lezen

De bevoegdheidsverdeling in het strafprocesrecht. Naar een defederalisering van justitie?

Universiteit Gent
2015
Jonas
Bel
Leurt de overheveling van het strafprocesrecht om de hoek?De discussie over een overheveling van justitie in het algemeen – en het strafprocesrecht in het bijzonder – was al levendig tijdens de onderhandelingen in 2010 en 2011. De politieke partijen – die later de communautaire meerderheid achter de regering-Di Rupo vormden – achtten de tijd toen nog niet rijp om een overheveling van justitie te negotiëren. Tot op vandaag is er van deze zevende staatshervorming nog niets in huis gekomen.
Meer lezen

De wijziging van de mini-instructie zoals vooropgesteld door het Justitieplan van minister Geens Gevolgen voor het ambt van de onderzoeksrechter

Hogeschool UCLL
2015
Kimberley
Leys
De verdwijning van het ambt van onderzoeksrechter?Bij het uitwerken van zijn Justitieplannen kreeg Minister van Justitie Koen Geens in 2015 de onderzoeksrechter in het vizier: om de werklast van deze rechters te verlagen, voorziet hij de verruiming van de mini-instructie, een rechtsfiguur die sedert 1998 in ons Belgisch strafprocesrecht de uitvoering van ingrijpende onderzoekshandelingen ook mogelijk maakt in het opsporingsonderzoek.[1]De evolutie van de mini-instructie, van zijn ontstaan tot zijn toekomstplannen vandaag, geeft perfect weer hoe het ambt van de onderzoeksrechter geëvolueerd is
Meer lezen

Opsporing en vervolging in cyberspace

Universiteit Gent
2012
Kevin
Verhaeghe
De aanpak van cybercrime: vechten tegen de bierkaai?Onze hedendaagse maatschappij kan omschreven worden als een digitale maatschappij. Alle geledingen van onze maatschappij zijn doordrongen met informaticatechnologie. Deze digitale (r)evolutie heeft, naast een onnoemelijk aantal voordelen, echter ook een schaduwkant. De anonimiteit die het internet biedt heeft met name een aanzienlijk aantrekkingskracht op cybercriminelen. Meer en meer misdrijven beginnen een overgang te maken naar deze virtuele wereld.
Meer lezen

De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht in het licht van de Belgische Genocidewetgeving

Odisee Hogeschool
2006
Alexis
Bossuyt
 
De Belgische Genocidewetgeving heeft zich de laatste jaren ontpopt tot een bijzonder controversieel stuk wetgeving. De strafbaarstelling van misdaden tegen het internationaal humanitair recht heeft in verschillende fasen vorm gekregen. Tot de wet van 5 augustus 2003 opteerde de Belgische wetgever voor een bijzondere strafwet, de wet van 16 juni 1993 betreffende de bestraffing van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, ook ‘Genocidewet’ genoemd.
Meer lezen