The green house - het groene huis

Elena
Tytgat

Het eindproject van mijn opleiding, interior and service design, betrof de renovatie van een oude boswachterswoning, Scheyvaertshof te Blaasveldbroek. De huidige tentoonstelling was niet interessant genoeg om bezoekers te lokken. Het natuurgebied van Blaasveld heeft ontzettend veel te bieden maar ook dat was in de omgeving niet bekend. Allereerst hebben we met een grote groep onderzoek gedaan naar de bestaande situatie van Scheyvaertshof, de bezoekers en hun opmerkingen, het gebouw gedocumenteerd, de bekendheid tot in Mechelen onderzocht, etc. Daaruit kwamen toch drie opmerkelijke problemen naar voren. De vraag naar een drink- en rustplek was zeer groot. Het gebouw en de mogelijkheden van het natuurgebied zijn niet gekend en we weten ook niet goed wie het doelpubliek nu is. Ten derde, architectonisch gezien, is er geen isolatie. 

Mijn concept brengt natuur en cultuur samen. Het onderscheidt zich van vele bestaand interactieve natuurcentra. In dit natuurcentrum is het de bedoeling dat er een kunstenaar wordt uitgenodigd om iets te doen rond het thema: natuur in Blaasveldbroek. In mijn presentatie heb ik drie artiesten als voorbeeld uitgewerkt. De eerste artist is een Duitse man, Wolfgang Laib. Hij werkt in dit geval met pollen. Pollen zijn het begin van het leven en ze hebben een energierijke kleur. Met dit als gegeven, heb ik het educatieve traject uitgewerkt. Men kan bijvoorbeeld zelf in Blaasveldbroek pollen gaan verzamelen en de kleuren vergelijken. Deze zijn namelijk heel verschillend en werkelijk prachtig. Dan kan men ook het proces van bevruchting van de bloemen door bijen uitleggen, dat levensbelangrijk is voor deze aarde. Vervolgens kan er ook gesproken worden over de gezondheid, veel mensen hebben namelijk last van hooikoorts door de pollen. 

Een tweede kunstenaar is Ai Wei Wei, met het kunstwerk “Tree”, gemaakt uit gevallen bomen. Deze zijn opnieuw bevestigd door middel van een traditionele Chinese techniek. Het kunstwerk symboliseert een chinees tuin waar je je lang in kunt vertoeven en mediteren. Hieruit kreeg ik inspiratie voor het educatieve traject: de verschillende soorten bomen ontdekken in Blaasveld, leren over de Belgische traditie van de meiboom en ten slotte de prachtige dakstructuur die zich op verschillende plekken bevindt in het gebouw.

De laatste kunstenaar is Andy Goldsworthy, een Engelsman. Hij maakt zeer interessante sculpturen uit natuurelement, zeer boeiend vanwege hun levensduur. Ik quote hem: “Most things in life do not last, we can merely enjoy them for a moment before they fade away.” Het educatieve traject bestaat uit een doe-het-zelf opdracht, zeer belangrijk om op het einde een foto te trekken, dan het onderwerp van de cyclus van een boom, de geboorte tot het overlijden en ten slotte de prachtige patronen je kan ontdekken in de natuur. 

Het doel van dit concept is om niet alleen de bestaande bezoeker te laten terugkeren maar ook nieuwe bezoekers aan te trekken. Ik heb ze beschreven als: de natuur-cultuur liefhebber, de urbanist en de kinderen (in schoolverband of met hun familie). Dit concept is ook kopieerbaar naar de omringende natuurgebieden. 

Het is belangrijk samen te werken met verschillende partners. Een curator in dit geval is noodzakelijk. Ook de cultuurcentra van Willebroek en Mechelen mogen niet ontbreken. Zij zijn namelijk de hoofdspelers in de uitwerking van reclame naar een zo’n breed mogelijk publiek. 

Om het project te coördineren, zullen er drie teams gevormd worden binnen het cultuurcentrum. Het eerste team kiest de kunstenaar. Het tweede team ontwerpt het educatieve traject rond het gekozen onderwerp van de kunstenaar. Het laatste team is verantwoordelijk voor de promotie en reclame. Eén van de samenwerkende partners kan Mechelen Kinderstad zijn.

De eerdere vraag voor een drink- en rustgelegenheid wordt verwezenlijkt door de aanwezigheid van een cafe. Deze wordt uitgebaat door een gastheer die verantwoordelijk is voor het gebouw. Dit is een grote taak, daarom is de gastheer in werkelijkheid een team gekozen door bijvoorbeeld Natuurpunt, bestaande uit (betaalde) vrijwilligers die werken in shiften. Ik heb ervoor gekozen om dit toch ook uit een economisch standpunt te bekijken. De winsten die uit het cafe voortkomen gaan integraal naar het verbeteren van het natuurgebied en omstreken. 

Het gebouw zelf moest voldoen aan vijf belangrijke voorwaarden. Het moest natuur uitstralen, open en licht zijn, interessante doorkijken hebben (binnen-buiten), informatief zijn en ten slotte een box-in-box systeem dat een oplossing biedt voor de afwezigheid van isolatie.

In het cafe worden er met lokale producten gewerkt, bijvoorbeeld “het Broekventje”, een speculaas koekje uit Willebroek. Het gebruik van bakstenen als binnenafwerking symboliseer het thuis zijn.

In de shop worden dezelfde lokale producten verkocht samen met natuurproducten, bv een DIY bughotel. Het gebruik van hout in deze ruimte representeren het vakmanschap. Naast het cafe en de shop zijn er verschillende tentoonstellingsruimtes voorzien. Deze bestaan uit verschillende materialen waardoor je ook verschillende atmosferen krijgt. Dit komt sterk naar voren tijdens de tour door het gebouw. Ook zijn er “kunstruimtes” in het natuurgebied zelf voorzien. Hierdoor gaat de tour buiten verder. Deze werken zijn dan ook te bezichtigen als het gebouw gesloten is. 

De ingang van het gebouw is naar achter getrokken waardoor de bezoeker als het ware naar binnen getrokken wordt. 

Om zeker te zijn dat de bezoekers de faciliteiten kunnen gebruiken als het bezoekerscentrum gesloten is, zijn er toiletten voorzien in de nabijgelegen blokhut.

De informatie service wordt voorzien door enkele bevestigde tablets op de tafels in het cafe. Op deze manier kan er zeer veel informatie op een subtielere wijze meegegeven worden. Op deze tablets vind je informatie terug over: de organisatie, de natuurgebieden, de artiesten, de wandelroutes, de speelplekken, enzovoort.

Ik ben zelf zeer tevreden met het eindresultaat en vond het een fijne opdracht.

Download scriptie (15.74 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Nansi Van Geetsom