Een goed leven binnen planetaire grenzen in genk: focus op Warm Waterschei
Universiteit Hasselt
2025
Hoe kan het concept van coöperatieve en collectieve wijkwarmte specifiek worden toegepast in Waterschei, vertrekkende vanuit een milieu- en mensbewuste visie? Vanuit deze centrale vraagstelling vertrekt dit onderzoek.
De gedachtegang van Daniel Christian Wahl, waarbij het stellen van de juiste vragen vóór het handelen centraal staat, vormt de rode draad doorheen dit onderzoek. Volgens deze filosofie wijzen vragen, meer nog dan antwoorden, de weg naar collectieve wijsheid. Daarom worden vraagstellingen van verschillende auteurs gebruikt om elk hoofdstuk in te leiden en fungeren ze als leidraad bij het zoeken naar antwoorden.
Het bewuste gebruik van deze vragen heeft geleid tot diepere reflectie over ontwerpbeslissingen en tot een grondiger onderbouwd onderzoek.
Deze masterthesis is opgedeeld in drie grote delen. Het eerste deel begint met een korte situering om de lezer wegwijs te maken. Hierin worden de probleemstelling, onderzoeksvraag, gehanteerde methodologie, de geschiedenis van de locatie, het station van Waterschei en de relevantie binnen het masterplan toegelicht.
Het tweede deel is de ruggengraat van dit onderzoek en wordt gevormd door de literatuurstudie. Deze bestaat uit een theoretisch en een praktisch denkkader. Het theoretisch denkkader bundelt diverse boeken en wetenschappelijke artikels die het onderzoek onderbouwen. De literatuur wordt besproken in een logische volgorde van een brede visie naar een steeds specifiekere focus. Vertrekkende vanuit het boek The Good Ancestor: How to Think Long-Term in a Short-Term World van Roman Krznaric, wordt een eerste denkkader geschetst rond langetermijndenken en intergenerationele
verantwoordelijkheid. Vervolgens wordt de filosofie van Bruno Latour besproken aan de hand van Waar kunnen we landen. Latour toont aan dat er vandaag een gemeenschappelijke visie ontbreekt en dat menselijke en niet-menselijke actoren onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hierna wordt dieper ingezoomd op regeneratief denken via Designing Regenerative Cultures van Daniel Christian Wahl. Dit
boek nodigt uit om verder te denken dan duurzaamheid en moedigt aan om de juiste vragen te stellen in plaats van vluchtige antwoorden te zoeken. Het theoretisch denkkader sluit af met het boek Postcapitalist Countrysides – From Commoning to Community Wealth Building dat bestaat uit een verzameling van essays. Hierbinnen wordt de essay Unpacking the energy commons geschreven door Thomas Bauwens and Robert Wade (pagina 327 tot 351) bestudeerd. Deze essay beschrijft specifiek hoe energie als gemeengoed kan beschouwd worden.
Het praktisch denkkader vertrekt vanuit het concept van coöperatieve en collectieve wijkwarmte. Deze worden toegelicht waarna er kenmerken voor coöperatieve en collectieve wijkwarmte worden gedefinieerd. Vervolgens worden verschillende relevante referentieprojecten onderzocht. Deze zijn onderverdeeld in twee categorieën: enerzijds warmtenetten, waarbij warmte netwerken als model worden bekeken, en
anderzijds energiestations, waarbij specifiek naar gebouwen wordt gekeken die functioneren als opslagen distributiesysteem. Beide categorieën worden geanalyseerd op basis van de eerder gedefinieerde kenmerken van coöperatieve wijkwarmte.
Het derde deel omvat de ontwerpstudie, deze vertrekt eveneens vanuit het concept van coöperatieve en collectieve wijkwarmte. Op stedelijke schaal wordt eerst de situatie in Genk onderzocht, waarna de focus verschuift naar de wijk Waterschei. In waterschei wordt een coöperatief en collectief warmtenet ontworpen dat werkt op basis van mijnwater. Het uitgangspunt is de herbestemming van het voormalige station tot
een energiestation met bijhorende botanische tuin. Beide functies worden inhoudelijk onderzocht en er wordt toegelicht hoe ze relevant kunnen zijn voor de gemeenschap.
Vanuit de hoofdfunctie van een energiestation wordt de technische werking uiteengezet, gevolgd door enkele basisberekeningen die nodig zijn om de dimensionering te bepalen, zoals de grootte van het warmteopslagtanks. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van de noodzakelijke installaties. Voor de bijhorende botanische tuin wordt de typologie van botanische tuinarchitectuur onderzocht. Daarnaast bevat dit onderdeel een analyse van plantensoorten die bijdragen aan het binnenklimaat en de beleving van de ruimte versterken. Het architecturale ontwerp vertrekt vanuit het idee dat technische elementen integraal deel uitmaken van de beleefde ruimte. Aangezien het programma van een energiestation uitbreiding vraagt wordt het bestaande stationsgebouw als uitgangspunt genomen voor het verdere ontwerp. De herbestemming en uitbreiding van het gebouw worden benaderd vanuit een duurzaam perspectief. Het ontwerp baseert zich op drie samenhangende strategieën: ‘Trias Energetica’, ‘Trias Materia’ en ‘Trias
Aquatica’. Elk van deze strategieën wordt toegelicht wat betreft de betekenis en de doelstelling, waarna wordt verduidelijkt hoe ze concreet zijn toegepast in het ontwerp.
De conclusie bundelt de resultaten van het onderzoek en formuleert een mogelijke oplossing voor de oorspronkelijke onderzoeksvraag.
Meer lezen