Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Het verband tussen de attitudes ten aanzien van condooms en het condoomgebruik. Een kwantitatieve studie bij studenten geneeskunde.

KU Leuven
2018
Tara
De Laet
In deze scriptie werd een groep studenten geneeskunde bevraagd via een vragenlijst om hun condoomgebruik en attitudes ten aanzien van condooms in kaart te brengen. De attitudes werden op verschillende vlakken bevraagd en verbanden werden nagegaan.
Meer lezen

#MeToo? Het verband tussen pornografiegebruik enerzijds en genderstereotypen, de acceptatie van verkrachtingsmythes en een negatieve attitude tegenover de #MeToo beweging bij Vlaamse adolescenten anderzijds.

KU Leuven
2018
Chelly
Maes
Een kwantitatief onderzoek naar het pornografiegebruik bij Vlaamse adolescenten. Dit werd in verband gebracht met het koesteren van genderstereotypen, de acceptatie van verkrachtingsmythes en een negatieve attitude tegenover de #MeToo beweging .
Meer lezen

Inclusief hoger onderwijs. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.

KU Leuven
2018
Stéphanie
Vanderheeren
Het aantal studenten met een functiebeperking in het hoger onderwijs stijgt jaar na jaar. Toch blijkt een kloof te bestaan tussen studenten met en zonder functiebeperking. We bevroegen studenten met een functiebeperking over de drempels en succesfactoren die zij ervaren in het hoger onderwijs aan de hand van de Arts-based methodiek Photovoice.
Meer lezen

Peer pressure in het secundair onderwijs: een kwalitatieve studie aan de hand van focusgroepen

Universiteit Gent
2017
Amy
De Blende
Kwalitatieve studie aan de hand van focusgroepen naar de rol van peer pressure bij prestatieverschillen tussen jongens en meisjes in het secundair onderwijs.
Meer lezen

Slachtoffer of Indringer: een buurtonderzoek aan de opvangcentra voor asielzoekers van Eeklo en Linkeroever.

Universiteit Gent
2017
Thomas
Den Hert
De masterproef wou inzicht brengen in de wijze waarop contact, gevoelens van bedreiging en context een invloed hebben op de attitude van buurtbewoners ten opzichte van de asielzoekers van het nabije opvangcentrum.
Meer lezen

Nieuwsconsumptie en de responses op terrorisme

KU Leuven
2017
Lennart
Tobback
De invloed van nieuwsconsumptie op een cognitieve en emotionele respons op terrorisme, namelijk de angst voor terrorisme en het catastroferen van terrorisme en het verband van die responsen op de attitude ten opzichte van moslims en vluchtelingen.
Meer lezen

De parasociale contacthypothese: de rol van sociaal en parasociaal contact in het beïnvloeden van vooroordelen, stereotypes en negatieve attitudes ten aanzien van transgenders

KU Leuven
2017
Elise
Mangelschots
De transgenderpopulatie wordt dagelijks geconfronteerd met uiteenlopende vormen van discriminatie. Een grondige screening van de bestaande literatuur toonde echter aan dat er tot op heden bijzonder weinig onderzoek is uitgevoerd naar de publieke attitudes ten aanzien deze sociale minderheidsgroep. Het doel van deze masterproef was dan ook om een beter inzicht te verwerven in de bestaande attitudes van de Vlaamse bevolking alsook om verschillende mogelijke beschermende factoren in de actuele strijd tegen transfobie en discriminatie te onderzoeken. De resultaten tonen aan dat zowel sociaal als parasociaal contact met transgenders over aanzienlijk potentieel beschikken om om negatieve attitudes ten aanzien van de transgenderpopulatie te reduceren alsook een meer tolerante en inclusieve samenleving te stimuleren.
Meer lezen

Een replicatie van Pagani et al. (2015): de reactie van een Belgisch publiek op Engelstalige, gedubde en ondertitelde reclamespots

KU Leuven
2016
Isabelle
Cuykx
Via een nationale survey werden de attitudes van Belgische studenten ten opzichte van gedubde, ondertitelde of louter Engelstalige reclamespots met elkaar vergeleken, zowel in Vlaanderen als Wallonië. De resultaten insinueerden dat gedubde reclames lagere attitudes ten opzichte van spot en merk opleverden in beide taalgebieden, en in Vlaanderen zelfs significant slechter scoorden dan de twee andere varianten wat betreft attitude ten opzichte van de spot. Opmerkelijk is dat deze resultaten lijnrecht staan op eerder onderzoek uit typische dubbingsgebieden waar gedubde en ondertitelde spots significant beter scoorden dan louter Engelstalige tv-spots.
Meer lezen

Het belang van de media als informatie- en representatiebron voor transgender personen

Vrije Universiteit Brussel
2016
Cato
Samyn
Aan de hand van kwalitatieve diepte-interviews met vijftien Vlaamse transgender personen wordt onderzocht in welke mate de media worden gezien als accurate informatie- en representatiebron voor transgenders.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Wordt agressief rijgedrag van mannen, dat voortkomt uit boosheid, beter voorspeld door impliciete of expliciete maten van agressie?

Universiteit Hasselt
2015
Michelle
Geenen
Dan toch geen heer in het verkeer?Studie naar agressief rijgedrag van mannen.Agressief rijgedrag is een actueel probleem met een grote impact op de verkeersveiligheid. Boosheid tijdens het rijden en agressief rijgedrag blijken een vaak voorkomend fenomeen te zijn. Het thema krijgt hierdoor de laatste jaren veel aandacht van de media en van onderzoekers.  Stel, je rijdt 50 km/u binnen de bebouwde kom. Perfect volgens de regels dus. Plots komt er een bestuurder achter je opdagen die liever wat sneller rijdt, maar je niet voorbij kan rijden.
Meer lezen

De rol van een Advanced Nurse Practitioner binnen het zorgpad voor patiënten met het Chronisch Vermoeidheidssyndroom

Universiteit Gent
2015
Hannah
Ryckeghem
Stel je eens voor. Je bent een jonge man of vrouw en je hebt alles wat je nodig hebt om gelukkig te zijn. Toch betekent leven voor jou een dagelijkse sleur, een strijd. Een strijd tegen slopende chronische moeheid en andere lichamelijke klachten waarmee je dagelijks geconfronteerd wordt. Heel wat vragen gaan door je heen: “Wat is het? Waar komt het vandaan? Waarom gaat dit niet over na een goede nachtrust?” Er zijn heel veel vragen, maar geen antwoorden…Moe en onbegrepenEen chronische aandoening heeft een grote impact op het leven van een persoon.
Meer lezen

LACHEN VOORBIJ DE GRENS: Een filosofische bespreking van humor

Vrije Universiteit Brussel
2015
Marlies
Debrael
Zijn er grenzen aan grappen? Studente filosofie zocht het uitIedereen maakt wel eens gebruik van humor. Weinigen weten echter wat erachter schuilt. Waarom lachen we met de Jantjes, Hollanders en domme blondjes van deze wereld? Wat is de morele status hiervan? En heeft het überhaupt een functie?  Dit zijn vragen die de meeste mensen zich niet stellen wanneer ze lachen met een grap. Ik besloot dit wel te doen.Wanneer we een grap maken of ermee lachen, dragen we een zekere morele verantwoordelijkheid.
Meer lezen

Media en peers: seksuele partners of blijvende relatie? Het moderatie-effect van peernormen op het verband tussen seksualiserend mediagebruik en seksuele attitudes bij adolescenten

KU Leuven
2015
Gaëlle
Ouvrein
MEDIA EN VRIENDEN: SEKSUELE PARTNERS OF BLIJVENDE RELATIE?De wisselwerking van media en vrienden op seksuele attitudes bij jongerenGeregeld wordt er gesproken over de ‘seksualiseringstrend’ bij de jeugd. Seks met meerdere partners, schaamteloze vriendengesprekken over intieme ervaringen en de wens om liever model te worden dan advocaat, zijn niet meer enkel de hoogtepunten uit het leven van tv-sterren. Steeds meer lijken deze gedragingen ook deel uit te maken van het zorgeloze, seksueel avontuurlijk leven van de huidige jeugd.
Meer lezen

Media en peers: seksuele partners of blijvende relatie? Het moderatie-effect van peernormen op het verband tussen seksualiserend mediagebruik en seksuele attitudes bij adolescenten

KU Leuven
2015
Gaëlle
Ouvrein
MEDIA EN VRIENDEN: SEKSUELE PARTNERS OF BLIJVENDE RELATIE?De wisselwerking van media en vrienden op seksuele attitudes bij jongerenGeregeld wordt er gesproken over de ‘seksualiseringstrend’ bij de jeugd. Seks met meerdere partners, schaamteloze vriendengesprekken over intieme ervaringen en de wens om liever model te worden dan advocaat, zijn niet meer enkel de hoogtepunten uit het leven van tv-sterren. Steeds meer lijken deze gedragingen ook deel uit te maken van het zorgeloze, seksueel avontuurlijk leven van de huidige jeugd.
Meer lezen

Slogan recall: Welke factoren zorgen ervoor dat een reclameslogan onthouden wordt?

KU Leuven
2015
Charlotte
Luyten
Deze masterproef onderzocht welke factoren een invloed hebben op het onthouden en herinneren van reclameslogans. Slogans hebben een belangrijke functie als brand building tools en samen met de merknaam en logo dragen zij bij tot de merkwaarde en –identiteit, die op hun beurt het merkimago kunnen verbeteren door herkenning en herinnering. Voorgaand onderzoek wees op verschillende factoren die slogan recall beïnvloeden.
Meer lezen

De Motivatie en Attitudes van Allochtone Jongeren in de Tweede Graad ASO en BSO ten aanzien van het Nederlands en het Frans in Brusselse en Vlaamse GO! scholen.

Vrije Universiteit Brussel
2015
Lauranne
Harnie
Winnaar Klasseprijs
België: een doolhof van taalbarrières“De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld” – WittgensteinWerd u in ons land ooit al geconfronteerd met iemand die een vreemde taal spreekt? Of met een persoon die een andere religie aanhangt? Wellicht wel. België wordt gekenmerkt door een smeltkroes van culturen. Dit vormt vaak zowel een uitdaging voor autochtone Belgen als voor personen met een migratieachtergrond. Deze laatste groep moet een plaats proberen te verwerven in de Belgische samenleving. Het sleutelwoord hierbij is ‘taal’.
Meer lezen

"Juf, kunnen meisjes ook met meisjes trouwen?” Beeldvorming rond holebi’s door kleuterleerkrachten

Hogeschool West-Vlaanderen
2015
Nina
Stoffijn
Kleuterleerkrachten als schakel voor positief beeld rond holebi’s“Hey, janet!”, “Da’s voor homo’s”, “Gaaaay!”,… Klinken deze uitspraken u bekend in de oren? 5 à 10% van de bevolking – ofwel minstens 1 leerling per klas – uit zich openlijk als holebi. Toch tonen we ons nog al te vaak negatief tegenover mensen die zich aangetrokken voelen tot hetzelfde of beide geslacht(en). Opmerkingen zoals hierboven, maar ook de nog sterk aanwezige ‘heteronorm’ (handelen vanuit het idee dat iedereen hetero is) hebben vaak een grotere impact dan men denkt.
Meer lezen

Stimuler les attitudes positives envers le français

Hogeschool Gent
2015
Elien Joris &
Maxime Vervondel
  • Maxime
    Vervondel
Dit kunnen we doen om Frans opnieuw aantrekkelijk te maken voor jongeren“Frans is saai en moeilijk”, “De leerkracht volgt gewoon het boek”, “We leren alleen maar theorie”, gelijkaardige uitspraken zullen vele jongeren, ouders en ook leerkrachten wellicht bekend in de oren klinken. Twee studenten aan de HoGent onderzochten dan ook of deze demotivatie geen waanbeeld betrof van enkelingen. De realiteit overtreft echter nog de verwachtingen.
Meer lezen

Homofoob gedrag: rationaliteit versus de sociale context

Universiteit Antwerpen
2014
Elke
Claessens
  • Elke
    Claessens
Homofoob zijn? Da’s zo gay! “Janet, jongen!” “Je kleed je als een pot!”“Gast, doe niet zo gay!”Als we de wetenschappelijke literatuur mogen geloven, is homofobie – ofwel negatieve opvattingen en attitudes over mensen die niet heteroseksueel geaard zijn - in België steeds meer uit den boze. De kerkelijke afkeur van homoseksuelen is vervangen door wijdverspreid protest tegen anti-homowetten en ‘uit de kast komen’ is al zo dagdagelijks geworden dat het in Thuis en Familie voorkomt. Leven we niet in een regenboogparadijs? Het antwoord hierop kan je zelf wel bedenken: nee.
Meer lezen

Variopinto, cacofonico e multiforme: een attitudineel en semantisch onderzoek naar regionale variëteiten van het Italiaans

KU Leuven
2014
Stefano
De Pascale
Kunnen we veranderingen in de taal voorspellen aan de hand van de observatie van iemands sociaal gedrag en psychologische ingesteldheid? Kunnen we uit individuele attitudes iets te weten komen over de evolutie van een nationale standaardtaal? Het is de droom van menig linguïst om antwoorden te zoeken op deze vragen. In deze masterproef onderzochten we, aan de hand van enkele experimenten, hoe een negatieve of positieve perceptie van regionale varianten van het Standaarditaliaans, de zogenaamde ‘accenten’, een invloed kan hebben op de ontwikkeling van die nationale taalnorm.
Meer lezen

GAS? Nee bedankt! Een belevingsonderzoek bij jongeren

Universiteit Gent
2013
Griet
Landuyt
GAS? Nee bedankt! Een belevingsonderzoek bij jongerenDoor de wet van 13 mei 1999[1], gewijzigd in 2004[2] en 2005[3] kregen de lokale besturen de mogelijkheid om vormen van 'openbare overlast' en 'kleine criminaliteit' aan hun politieverordeningen toe te voegen en zelf administratief af te handelen.[4] De zogenaamde gemeentelijke administratieve sancties (GAS) werden het Belgisch instrument bij uitstek om ‘overlast’ aan te pakken.
Meer lezen

Identiteit en herverdeling

KU Leuven
2013
Joost
Vandoninck
 Nationalisme bepaalt houding van Vlaamse jongeren over herverdelingDe invulling die Vlaamse jongeren geven aan hun nationale identiteit kan hun houding ten aanzien van welvaartsherverdeling voorspellen. Dat blijkt althans uit de masterproef Identiteit en herverdeling door Joost Vandoninck, student politieke wetenschappen aan de KU Leuven. In de masterproef werden de gegevens van 2307 Vlaamse 18-jarigen onderzocht.
Meer lezen

"L'immersion c'est pour quelqu'un qui parle bien néerlandais". CLIL bij oudere leerlingen

Vrije Universiteit Brussel
2012
Audrey
De Smet
Meertalig worden moeten we allemaal, maar jong geleerd is oud gedaan …Meertalig onderwijs is een succesvolle innovatieve onderwijsaanpak, die bovendien zeer flexibel is. Dit betekent echter niet dat het op een willekeurige manier kan worden toegepast. Er moet integendeel rekening gehouden worden met een hele reeks factoren waaronder milieu, leeftijd, attitudes en motivatie om het slagen van een immersieproject te garanderen. Gebeurt dit niet, dan kan zo’n project al gauw een rampscenario worden.
Meer lezen

De effectiviteit van angstgebaseerde reclamestrategieën in antirookcampagnes bij volwassenen: experiment

KU Leuven
2012
Sarah
Douwen
Angstaanjagende antirookadvertenties hebben geen of zelfs averechts effectEr bestaat al geruime tijd discussie over de werking van angstaanjagende advertenties in antirookcampagnes en het gebruik van schokkende beelden op sigarettenpakjes. Recent masterproefonderzoek aan de KU Leuven toont aan dat dergelijke advertenties geen of zelfs een averechts effect hebben op volwassenen. Communicatiewetenschapster Sarah Douwen concludeert op basis van haar experiment dat campagnemakers zich beter richten op de sociale voordelen die niet-rokers genieten.
Meer lezen

Assimileren moet je leren. Beeldvorming van de culturele identiteit in Vlaamse kinderprogramma’s.

Universiteit Antwerpen
2012
Joy
Verstichele
Assimileren moet je leren.Beeldvorming van de culturele identiteit in Vlaamse kinderprogramma’s. Een pragmatisch linguïstische analyse. De multiculturele samenleving is al decennialang bron van een maatschappelijk debat. Dat blijkt ook uit de berichtgeving in de Vlaamse media. De manier waarop zij omgegaan met diversiteit heeft uiteraard maatschappelijke implicaties. Denk bijvoorbeeld aan de recente beslissing van De Morgen om het woord “allochtoon” niet meer te gebruiken. Er ontstond al snel een stormachtig politiek en mediadebat.
Meer lezen

Facebook reclamewijsheid bij kinderen

Universiteit Antwerpen
2012
Anne-Laure
Declau
 Online reclamegeletterdheidlessen op school en prominente reclame zorgen voor een betere Facebook reclamewijsheid bij Vlaamse kinderen, surfbelemmering van ouders nietEr is reeds veel academisch onderzoek verricht naar de effecten van televisiereclame op jonge kinderen. De nadruk lag vooral op de ontwikkeling van hun cognitieve vaardigheden om op die manier reclame te herkennen en de overtuigende kracht te begrijpen. Daarnaast zijn er de laatste decennia ook veranderingen in de commerciële media gericht op kinderen opgetreden.
Meer lezen

Uncle Sam wants you! Bedoelde en onbedoelde effecten van het computerspel America's Army

KU Leuven
2010
Jeroen
Peetermans
“Situation: The city of Travnizeme has recently been occupied by Czervenian forces. The civilian population has been trapped in the region, and U.S. forces are escorting refugees from the region to U.N. refugee camps.” Nagenoeg alle landen hebben wel een troepenmacht. Daarbij bevindt een ontzettend aantal militairen zich in het buitenland. Daar voeren zij riskante operaties uit om anderen en zichzelf te beschermen. De huidige rekruten worden opgeleid met behulp van computerspellen en -simulaties.
Meer lezen

Sexist advertising: do women care?

KU Leuven
2011
Suzanne
van Hemmen
RESEARCH – vrouwen van nu minder kritisch ten aanzien van lustobjecten in reclameSeks in reclame: kan het vrouwen nog iets schelen? Reclame gebruikt vaak seks om aandacht te trekken, maar is dit wel een goed idee als vrouwen deel uitmaken van het doelpubliek? Recent onderzoek van de KUL toont dat jonge, hoogopgeleide vrouwen vinden dat vrouwen in reclame vaak als lustobject worden voorgesteld, maar dat ze dit niet erg aanstootgevend vinden. ‘Seksuele objectificatie’ lijkt aankoopintenties of het bedrijfsimago bovendien niet te schaden.
Meer lezen

Het effect van stereotypen in advertenties op de attitudes van mannen en vrouwen.

Universiteit Antwerpen
2009
Marijke
Bertels
 

De Vrouw aan de Haard? Of liever de Man?
De Reacties van Belgische Mannen en Vrouwen op Stereotypen in Reclame.

Je kent ze allemaal: de traditionele wasmiddelenreclame waarbij de typische huisvrouw als slaaf op de vlekken staat te schrobben; terwijl mannen, veelal in een strak pak, voornamelijk figureren voor “zakelijke” producten zoals verzekeringen. Nu is de vraag, hebben deze traditionele portretten wel degelijk een beter effect op hoe we over o.a. het geadverteerde product denken of heeft een man in keukenschort en een vrouw in maatpak hetzelfde effect?
Meer lezen