Het formuleren van een algemene betekenis over doelgerichte zorg volgens personen met een chronische aandoening

Arteveldehogeschool Gent
2021
Celine
Wittock
  • Manon
    De Sloover
  • Zoë
    Libbrecht
  • Esra
    Celik
De titel van de scriptie zegt het al zelf het gaat over doelgerichte zorg binnen de eerste lijn. Hiervoor hebben wij onderzoek gedaan naar wat personen met een chronische zorg en ondersteuningsnood verwachten en nodig hebben binnen hun onderzoek.
Meer lezen

Samenzweringstheorieën en de laatste jaren van de Romeinse Repubbliek (44-31 v. Chr.)

Universiteit Gent
2021
Collin
Cardon
Ik heb onderzocht in welke mate Klassieke auteurs samenzweringstheorieën gebruikten in hun beschrijving van de gebeurtenissen tussen 44 en 31 voor Christus.
Meer lezen

Enhancing the EU's sustainable transition through integrative forms of governance: a whole-of-government approach to sustainable policy making

Universiteit Gent
2021
Jonas
Meuleman
  • Fadel
    Abou-Zeid
Een analyse van beleidsintegratie en haar gerelateerde concepten, alsook van de mogelijke factoren die beleidsintegratie produceren binnen een multiple case study waarin elf cases binnen EU-lidstaten werden bestudeerd.
Meer lezen

De leeslestabel: een hulp bij het ontwerpen van lessen begrijpend lezen

VIVES Hogeschool
2021
Fien
Vandenbussche
  • Eline
    Boone
  • Quinten
    De Baets
  • Dolores
    Devoldere
Een onderzoek naar hoe leraren het leesbegrip bij leerlingen concreet kunnen bevorderen. Vanuit een inventarisatie van wat al dan niet werkt, ontstond een tool - een “leeslestabel” - een instrument om kwaliteitsvolle leeslessen te garanderen.
Meer lezen

Kinderbuddy's

Odisee
2021
Elien
van Veen
  • Kaat
    De Saegher
Genomineerde longlist Klasseprijs
Het uiteindelijke doel van dit praktijkonderzoek bestond erin om de kennis bij kinderen rond het
ouder worden te verruimen en de huidige stereotypering te achterhalen. Om hier een antwoord op
te kunnen geven werd er gebruik gemaakt van de literatuurstudie, enkele opdrachten, het gezelschapsspel
‘Geborgen Zorgen’ en de aanvullende “inleefdag”. De onderzoekers fungeerden als coördinatoren
tijdens een opgedragen samenwerkingssessie of spelsituatie met kinderen en ouderen.
Meer lezen

Een constructivist op de barricaden! Bruno Latour over de construeerbaarheid van feiten en de nood aan verbindende kritiek.

Universiteit Antwerpen
2021
Dieter
Coppens
Deze masterthesis gaat in op twee aspecten van het werk van Bruno Latour, die op het eerste gezicht moeilijk verzoenbaar lijken: zijn epistemologische positie die tot de strekking van het constructivisme behoort en zijn praktische filosofie met een pleidooi voor verbindende kritiek. Dat beide aspecten op gespannen voet lijken te staan, ligt aan het feit dat het constructivisme niet met verbindende, maar met negatieve kritiek wordt geassocieerd: het ontmaskert en deconstrueert vaste waarden en objectieve feiten. De vraag hoe Latours theoretische visie over de construeerbaarheid van feiten te verzoenen valt met zijn praktische ideaal van een verbindende kritiek, vormt dan ook de centrale onderzoeksvraag van deze thesis.
Meer lezen

Tijd en tijdsmeting

Hogere Zeevaartschool Antwerpen
2021
Kran
De Schepper
Onderzoek naar het belang van tijd en tijdsmeting in de maritieme navigatie tot en met de scheepschronometer van Harrison. Met een diepgaand onderzoek naar het gebruik en de nauwkeurigheid van het nocturlabium.
Meer lezen

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

KU Leuven
2021
Antje
Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.
Meer lezen

ONLINE GEBRUIK VAN AFBEELDINGEN VAN LEERLINGEN DOOR SCHOLEN: SCHENDING VAN HET RECHT OP PRIVACY EN GEGEVENSBESCHERMING?

Universiteit Gent
2021
Hanne
Van Meirhaeghe
In deze masterproef wordt onderzocht wanneer het online gebruik van afbeeldingen van leerlingen door scholen een schending uitmaakt van het recht op privacy en gegevensbescherming.
Meer lezen

Leraren opleiden voor etnisch-culturele diversiteit

Vrije Universiteit Brussel
2021
Heline
Van Peteghem
Hoewel de etnisch-culturele diversiteit in de maatschappij als een meerwaarde kan gezien worden, neemt de etnische ongelijkheid in het onderwijs toe. Deze etnische ongelijkheid leidt tot verschillen in schoolprestaties, en vervolgens tot de reproductie van ongelijkheid in het onderwijs. Om deze onderwijsongelijkheid te overbruggen zijn succesvolle leerkrachten, en bijgevolg succesvolle lerarenopleidingen nodig. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe lerarenopleidingen leerkrachten kunnen voorbereiden op de etnisch-culturele diversiteit onder leerlingen in het lager onderwijs, met aandacht voor de culturele competenties (attitudes, kennis en vaardigheden) van de leraar. De grote uitdaging hierbij is om de theoriepraktijkkloof te overbruggen en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. In het eerste deel van de studie werd een systematische literatuurstudie uitgevoerd van 19 literatuurreviews. De meest frequente theorieën en het belang van de culturele competenties werden toegelicht. Vervolgens werden er tien praktijken geïdentificeerd die effectief zouden zijn om leraren voor te bereiden op het omgaan met etnisch-culturele diversiteit bij leerlingen: (1) Een geïntegreerd curriculum op lange termijn, (2) De selectie van toekomstige leraren, (3) Kritische zelfreflectie, (4) Mentoring & coaching tijdens en na praktijkervaringen, (5) Community-based learning, (6) Continued professional development, (7) Voortdurende ondersteuning en samenwerking in de toekomstige praktijk, (8) Ontwikkelen van een veilige omgeving, (9) Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie, en (10) Innovatie en technologie.
In het tweede deel van de studie werd een multiple case studie uitgevoerd op twee lerarenopleidingen Lager Onderwijs in Brussel. Daarbij werd onderzocht in welke mate de tien praktijken tot curriculumdesign aan bod kwamen in het curriculum. Door triangulatie van drie soorten data (documentanalyse, interviews en online enquête) werden enkele resultaten gevonden. De praktijken die het sterkst aanwezig waren in de curricula van beide opleidingen zijn ‘Kritische zelfreflectie’ en ‘Community-based learning’. De praktijken ‘Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie’, en ‘Innovatie en technologie’ waren opvallend afwezig in het curriculum van beide opleidingen. Hoewel studenten uit beide opleidingen zich goed voorbereid voelen voor etnisch-culturele diversiteit, is er enige voorzichtigheid hieromtrent nodig. Zo kan de transitie naar het lerarenberoep als een praktijkschok aanvoelen en hun doeltreffendheidsbeleving doen dalen. Dit onderzoek is slechts een kleine stap voorwaarts in het opleiden van leerkrachten voor etnisch-culturele diversiteit. De systematische literatuurstudie, gebaseerd op reviews uit eerder internationaal onderzoek, duidt wel cruciale elementen aan die noodzakelijk zijn voor lerarenopleidingen in het opleiden van studenten voor etnisch-culturele diversiteit. Alle lerarenopleidingen zouden bijgevolg hun curriculum kunnen analyseren en evalueren in functie van de elementen geïdentificeerd uit de literatuurstudie.
Meer lezen