Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Draadloze Besturing van een Bobcat

VIVES Hogeschool
2016
Nico
Vanneste
  • Freek
    Mestdagh
  • Dries
    Naessens
Het onderwerp werd in de eerste plaats aangeboden door defensie aan VIVES. Van daaruit werd het onderwerp aan de studenten aangereikt. Bobcat Vangaever ondersteunde deze bachelorproef met hun knowhow.

Het project gaat over de praktische realisatie van het draadloos aansturen van een Bobcat. Naast deze praktische realisatie werden ook enkele theoretische aanvullingen gedaan.
Meer lezen

Dip, a novel and inspiring bacteriophage-based mechanism for transcript protection in the host cell.

KU Leuven
2016
Tom
Dendooven
Hoe kunnen we antibioticumresistente bacteriën opnieuw doden? In dit eindwerk werd gekeken naar virussen die gevaarlijke pathogene bacteriën zoals Pseudomonas aeruginosa afdoden. Door een moleculaire studie ontdekten we een nieuwe manier om de groei van deze bacteriecellen te blokkeren.
Meer lezen

Vind je eigen weg. 'Verhalen uit de oude wereld'.

Thomas More Hogeschool
2016
Valerie
Van Hoecke
Levensbeschouwelijke verhalen in de kleuterklas. Wat is het belang van levensbeschouwelijke verhalen voor jonge kinderen. Hoe pakken we dit aan in de praktijk?
Meer lezen

Compartmentalisation and the principle of full compensation: Can’t see the wood for the trees in the 21st century

KU Leuven
2016
Pieter
Gillaerts
Wie foutief iemand anders schade berokkent, moet deze in België volledig vergoeden. Er zijn evenwel talloze uitzonderingen op deze regel, waardoor je het bos door de bomen niet meer ziet. Deze scriptie brengt de belangrijkste uitzonderingen in kaart en stelt een meer omvattende uitzondering voor op de regel van de volledige vergoeding, zodat de rechter in een concreet geval steeds in staat zou zijn om de schadevergoeding te matigen als die duidelijk onredelijk zou zijn.
Meer lezen

Energieverbruik voorspellen en clusteren met Gaussiaanse processen

KU Leuven
2016
Christiaan
Leysen
Vandaag de dag is elektriciteit een basisbehoefte. Doordat de elektriciteitsvraag elk jaar sterk stijgt, moet ook de hoeveelheid opgewekte energie elk jaar opgedreven worden. Dit gebeurt meer en meer op een duurzame manier. Het nadeel hiervan is echter dat de productie op deze manier zeer sterk kan fluctueren, afhankelijk van de weersomstandigheden. Energiebedrijven hebben daarom een goed zicht nodig op de consumptie van elektrische energie en doen hiervoor vaak beroep op voorspellings- en/of clustermethoden. In deze context stelt dit werk een voorspellings- en cluster- methode voor, die gebaseerd zijn op Gaussiaanse processen.
Deze thesis is opgedeeld in een voorspellings- en een clustergedeelte. In het voor- spellingsgedeelte bespreken we hoe we de ruwe data verwerken tot input voor de Gaussiaanse proces regressie en focussen we ons op een voorspelling voor de volgende twee dagen per uur.
Het clustergedeelte van de thesis stelt een nieuwe clustermethode voor, die gebaseerd is op Gaussiaanse proces regressie (GPRC), en passen we toe op het consumptiegedrag van huishoudens om er inzichten in te ontdekken. Dit doen we door de weekprofielen (tijdreeksen) van de huishoudens te beschouwen. Om deze te clusteren zal de methode gebruik maken van een algemeen model dat geleerd wordt op een set van tijdreeksen, gebaseerd op hun waarschijnlijkheid. Het voordeel van de voorgestelde techniek is dat ze geen paarsgewijze vergelijking van de tijdreeksen nodig heeft, in tegenstelling tot vele andere clustermethoden voor tijdreeksen.
Deze methoden worden geëvalueerd op een real-life dataset van 71 huishoudens, die historische consumptie en meteo-data van één jaar bevat. De voorspellingsme- thode wordt geëvalueerd en vergeleken met lineaire regressie, support vector regressie en een baseline methode die de waarde van een week geleden teruggeeft als voorspel- ling.
De clustermethode wordt vergeleken met k-medoids met dynamic time warping en hiërarchisch agglomeratief clusteren met dynamic time warping. Er wordt enerzijds aangetoond dat GPRC een betere schaalbaarheid heeft en anderzijds dat de resultaten ervan nuttig zijn in het beslissingsproces van een bedrijf uit de energiesector.
Meer lezen

Shame and (Dis)Empowerment: An Analysis of the Normative Differentiation of the Affect Shame in the West and Overcoming Shame through Heterotopia of the Relational Encounter

KU Leuven
2016
Lenore
Lampens
Kan schaamte als machtsmiddel gebruikt worden? Speelt zij een rol in het categoriseren van mensen met een fysieke, cognitieve of psychologische kwetsbaarheid? In onze Westerse maatschappij zijn onafhankelijkheid en onkwetsbaarheid 'normaal', een beperking leidt dan weer al te vaak tot schaamte. Schaamte speelt zelfs een rol in het omvormen van beperking tot stoornis. Het laatste hoofdstuk van deze thesis gaat op zoek naar plaatsen waar schaamte overwonnen wordt.
Meer lezen

In hoeverre verschilt de online communicatie met de communicatie in traditionele media?

KU Leuven
2016
Géraldine
Van Cauwenbergh
Deze masterproef analyseert de verschillen en
gelijkenissen tussen de online communicatie en de communicatie in traditionele media van Jaguar
Land Rover Belux NV.
Meer lezen

De la femme en Amérique - Lecture critique de l'instance féminine au sein de 'De la démocratie en Amérique' de Tocqueville

Universiteit Gent
2016
Sam
Ooghe
Deze scriptie onderzoekt het belang van de ideale, Amerikaanse vrouw in 'De la démocratie en Amérique' van Tocqueville. Er wordt gewezen op de verborgen progressieve laag van Tocquevilles analyse, met als doel een antwoord te formuleren op de kernvraag van het onderzoek: wat kan Tocqueville de 21e-eeuwse lezer leren over feminisme en de arbeidsmarkt?
Meer lezen

Ontwerp en realisatie van een ontlaadsysteem voor grondstof

VIVES Hogeschool
2016
Jasper
Moerman
  • Michiel
    Deconinck
  • Jasper
    Moerman
Deze alleenstaande installatie zorgt ervoor dat de palletten met granulaatzakken automatisch worden geledigd door gebruik te maken van een industriële robot en een vultrechter met roterende messen.
De grondstof wordt vervolgens opgeslagen in silo’s.
Meer lezen

De brand in de Innovation: Het Inno-effect op de Belgische samenleving

KU Leuven
2016
Siegfried
Evens
Deze masterproef handelt over één van de grootste na-oorlogse rampen van België: de brand in de Innovation. 251 mensen lieten er het leven. Er wordt onderzocht wat de impact van de brand op de Belgische maatschappij was en op welke manier deze Belgische casus een bijdrage kan zijn voor het nieuwe, interdisciplinaire onderzoeksdomein van de Disaster Studies.
Meer lezen

De bovengrens der fout en de ondergrens van het opzet met bijzondere aandacht voor het eventueel opzet: een doctrinale en rechtsvergelijkende analyse.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Jan
De Groote
Om een misdrijf te plegen moet men, in de regel, opzettelijk handelen. Soms is het echter voldoende dat men onopzettelijk (door een gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg) handelt. Tussen deze twee vormen van schuld, moet een scheidingslijn getrokken worden. Deze verhandeling behandelt dat vraagstuk: Vanaf wanneer handelt men met opzet?
Meer lezen

Dienstverlening van de overheid aan de burger: hoe ervaren mensen met een chronische aandoening de overheidsdienstverlening?

Universiteit Gent
2016
Paulin
Van Biesen
Kwalitatief onderzoek naar de ervaring van chronisch zieke burgers met de overheidsdienstverlening. In het kader van service design en vereenvoudiging aan de hand van levensgebeurtenissen.
Meer lezen

De schenking over verschillende generaties heen: het Napoleontisch wantrouwen voorbijgestreefd?

KU Leuven
2016
Michelle
Aerts
Sinds 1804 leven we in België met een regel die 'erfstellingen over de hand' verbiedt (d.i. het schenken van een goed onder de verplichting om het goed te bewaren en om het bij overlijden door te geven aan een andere persoon). Meer dan twee eeuwen later stelt zich de vraag of dit verbod nog wel actueel is. Deze scriptie onderzoekt daarom de bestaansredenen van het verbod op 'erfstellingen over de hand' en vergelijkt daarbij grondig met het Franse en Zuid-Afrikaanse recht. Als conclusie stelt de scriptie dat een verbod op 'erfstellingen over de hand' vandaag niet meer pertinent is in het licht van het toenemend belang van vermogensplanning.
Meer lezen

“Fier op de Fierensblokken. Een sociaal wooncomplex van de architect Gustave Fierens te Antwerpen.”

Universiteit Antwerpen
2016
Liedewij
Elsen
Wat zijn de typologische eigenschappen van de Fierensblokken en hun invloeden, en hoe kunnen deze eigenschappen, die waardevolle erfgoedelementen zijn, een kwaliteitsvolle plaats krijgen in de toekomstige herbestemming? Vanuit deze onderzoeksvraag vertrekt het onderzoek over het sociale wooncomplex de Fierensblokken, een prominent voorbeeld van een Weens hof, met als afbakening in de ruimte de stad Antwerpen, en in de tijd het interbellum. Naast de beperkte literatuur, zijn vooral bouwaanvragen, historisch fotomateriaal, en de gebouwen behorende tot deze typologie de voornaamste bouwstenen voor het onderzoek.
Meer lezen

Verbetering van de sensitiviteit en specificiteit van een assay voor cervixkanker, gebaseerd op biomerker combinaties uit het cervicovaginaal vocht

Universiteit Antwerpen
2016
Margot
De Graeve
Onderzoek naar verschillende eiwitcombinaties uit cervicovaginaal vocht om de sensitiviteit en specificiteit van een diagnostisch assay voor baarmoederhalskanker te verhogen.
Meer lezen

Hoe ondernemend zijn Gentse studenten?

Arteveldehogeschool Gent
2016
Sasha
Herssens
Onderzoek van het Gentse ecosysteem voor student-ondernemers. Hoe ondernemend zijn deze studenten en wie doet wat voor hen?
Meer lezen

Onderzoek naar het tolken van neologismen: analyse en reflectie. Casus: EU-persconferenties met simultaanvertolking

Vrije Universiteit Brussel
2016
Mathieu
Van Obberghen
Op basis van drie getolkte EU-persconferenties, met de Europese vluchtelingenproblematiek als thema, werden neologismen in het brondiscours (Engels) en de vertolking (Nederlands en Duits) geanalyseerd en met elkaar vergeleken. Welke terminologische oplossingen reikt de tolk aan en welke strategieën hanteert hij, indien hij met neologismen wordt geconfronteerd in een toespraak? Ook werden EU-tolken gevraagd naar hun persoonlijke mening hieromtrent.
Meer lezen

De eerstelijnsfunctie van een antigifcentrum: economische impact op de gezondheidsuitgaven.

Universiteit Gent
2016
Anne-Marie
Descamps
Deze studie onderzoekt de meerwaarde van het Antigifcentrum in het Belgisch gezondheidssysteem via een economische evaluatie van twee alternatieven, namelijk de berekening van de kostenbatenratio bij het al dan niet beschikbaar zijn van het Belgisch Antigifcentrum.
Meer lezen

Omgaan met zelfverwijzers

Odisee
2016
Antonetta (Nicole)
Vanlaerhoven
Gedragsdeterminantenanalyse voor zelfverwijzend gedrag, dmv literatuurstudie. Gevonden factoren worden geplaatst in het ASE-model en getoetst via praktijkstudie.
Meer lezen

De ontoerekeningsvatbaarheid na de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014

Universiteit Gent
2016
Jirka
Sapijn
De masterproef onderzoekt de kritieken die doorheen de geschiedenis op de ontoerekeningsvatbaarheid werden geuit en toetst hoe de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014 hieraan tegemoetkomt. Daarnaast wordt een blik geworpen op de ontoerekeningsvatbaarheid in het Nederlandse en Engelse recht.
Meer lezen

Hybrid statistics-simulations based method for atom-counting using scanning transmission electron microscopy

Universiteit Antwerpen
2016
Annelies
De wael
In het kader van mijn masterproef heb ik een nieuwe, “hybride” methode ontwikkeld voor het tellen van het aantal atomen in ontzettend kleine deeltjes, nanodeeltjes genoemd. Atomen tellen kan leiden tot de ontwikkeling van allerlei nieuwe technologische snufjes, handig voor ons allemaal.
Meer lezen

Alternatieve geschillenbeslechting van consumentengeschillen

Universiteit Gent
2016
Laura
Traest
Deze scriptie onderzoekt hoe de (procedurele en materiële) rechten van de consument beschermd worden in ADR-procedures en spoort mogelijke lacunes in de regelgeving op.
Meer lezen

Markttoegang als toetssteen voor het Hof van Justitie van de Europese Unie: een vooruitgang na Keck & Mithouard? Analyse van het begrip ‘maatregelen van gelijke werking’ in het licht van de recente rechtspraak na Keck & Mithouard.

Universiteit Gent
2016
Charlotte
Roete
Deze thesis toont aan, door middel van een analyse van rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat het Hof geëvolueerd is van een formalistische invulling van de Keck-criteria, over een functionele invulling, naar een criterium van markttoegang.
Meer lezen

Ouderparticipatie op de afdeling Neonataal Intensieve Zorgen: Ontwikkeling van een mobiele applicatie voor het UZ Gent

Odisee
2016
Emillie
Holvoet
Ouders van wie hun kind is opgenomen op de neonataal intensieve zorgen afdeling zijn vaak onzeker en trekken zich hierdoor soms terug in de zorg over hun kind. Voldoende informatie en begeleiding stimuleert hen om te participeren in de zorg. Op basis van deze bevinding werd een prototype van een applicatie ontwikkeld die informatie weergeeft, specifiek voor de situatie van de ouder en hun kind.
Meer lezen

LSU-peptiden en hun cruciale rol als regulatorische hubs tijdens de stressrespons van Arabidopsis thaliana

KU Leuven
2016
Hanne
Claessen
  • Barbara
    De Coninck
Deze masterthesis zet verdere stappen in het onderzoek naar de functie van de LSU-peptiden in Arabidopsis thaliana. Deze genen hebben een mogelijke rol in de immuunrespons van planten of het energiemetabolisme en zouden belangrijke toepassingen kunnen bieden in de gewasverbetering.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Het gebruik van honden in Animal-Assisted Interventions

Odisee
2016
Bauke
Verbruggen
Animal-Assisted Interventions (AAI) worden steeds meer toegepast in de gezondheidszorg en diverse andere settings, waarbij vooral gebruik gemaakt wordt van honden. Deze scriptie kijkt naar de effecten van AAI op het welzijn van de betrokken honden en hoe deze reageren op de nieuwe omgevingen waarin zij hierbij terecht komen. Een overzichtstabel geeft criteria weer waaraan AAI zou moeten voldoen opdat het ook aan het welzijn van de hond tegemoet zou komen.
Meer lezen

“Who Lives, Who Dies, Who Tells Your Story?” Reinventing a National Narrative and Its Political Meaning in ‘Hamilton: an American Musical’

Universiteit Gent
2016
Stéphanie
Verbrugghe
Het musicalfenomeen van 2016, 'Hamilton' biedt niet alleen geschiedkundig entertainment aan de vele bezoekers (waaronder president Obama), maar ook een verdoken politiek commentaar op de toekomst van Amerika.
Meer lezen

Het ideale aantal katten: een moraalwetenschappelijke analyse

Universiteit Gent
2016
Rutger
Lazou
Deze masterproef biedt een kritische, moraalfilosofische analyse van de overpopulatie van de kat. Ze onderzoekt wat het ideale aantal katten is in een populatie.
Meer lezen

Impact van strategische wendbaarheid op menselijke duurzaamheid binnen organisaties

Universiteit Antwerpen
2016
Bart
De Keyser
Wil een bedrijf heden ten dage competitief blijven, dan dient het steeds vaker een doorgedreven vorm van flexibiliteit in te voeren. Hoewel nastrevenswaardig op organisationeel niveau, lijkt een dergelijke wendbaarheid echter niet altijd te stroken met de menselijke mogelijkheden van de individuele werknemers. Deze scriptie identificeert waar de voorname pijnpunten zich situeren en evalueert hoe twee hedendaagse bedrijven met de aangekaarte probleemvelden omgaan.
Meer lezen