Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

George Ivanovitch Gurdjieff

AP Hogeschool Antwerpen
2016
hans
sluijs
Deze scriptie handelt over de pianomuziek die de Armeniër Gurdjieff tezamen met de Rus componist Thomas de Hartmann realiseerde. De filosofie van deze rondreizende mysticus wordt ook uitgediept.
Meer lezen

Unravelling the role of ROCK in the pathological retina

KU Leuven
2016
Lien
Veys
Het ontrafelen van de rol van het ROCK molecule in neurodegeneratieve ziekten zoals glaucoom,
Meer lezen

IMPLEMENTATIE VAN EEN PAL-STAGE OP DE KRAAMAFDELING, EEN GESLAAGD HUWELIJK? Peer assisted learning als onderwijsvorm

Arteveldehogeschool Gent
2016
Liesbet
Boterdaele
Peer assisted learning (PAL) is de algemene benaming voor het leren door niet – professionele leerkrachten, met als basisfilosofie: ‘studenten geven studenten les’. In deze bachelorproef werd onderzocht of het mogelijk is om een PAL-stage te implementeren op een kraamafdeling binnen de opleiding bachelor vroedkunde. Het antwoord hierop is positief omdat de peer tutor dit effectief zelf geprobeerd heeft met een goed eindresultaat. Met als voorwaarde dat er nog verder onderzoek verricht moet worden.
Meer lezen

Poésie, quand tu nous tiens...

Arteveldehogeschool Gent
2016
Astrid
Blomme
  • Rebecca
    Van Vlierberghe
  • Melissa
    Callebaut
  • Lynn
    Calcoen
La poésie en classe de FLE
Réalisation d’un coffret de différenciation
Meer lezen

Fonemisch bewustzijn bij kleuters: Kaatje klank

Odisee
2016
Femke
Rimbaut
Een onderzoek naar de mate waarin pre-teaching effect heeft op de vooruitgang van het klankbewustzijn van vierjarige kleuters, waarvan de moeder laag opgeleid is. Dit onderzoek is toegepast op de methode 'Kaatje Klank'.
Meer lezen

Hoe ondernemend zijn Gentse studenten?

Arteveldehogeschool Gent
2016
Sasha
Herssens
Onderzoek van het Gentse ecosysteem voor student-ondernemers. Hoe ondernemend zijn deze studenten en wie doet wat voor hen?
Meer lezen

De houding van Vlaamse studenten tegenover het West-Vlaamse accent en dialect. Een attitudinele mixed guise studie.

KU Leuven
2016
Michael
Bauwens
In dit attitudeonderzoek m.b.t. Vlaamse studenten wordt het verschil tussen het West-Vlaamse dialect en accent onderzocht aan de hand van een online mixed guise studie. De attitude wordt uiteengezet in vier factoren: publieksfactor, typiciteit, intelligentie en sociale waarde.
Meer lezen

De rol van de Gentse moskeeën in deradicalisering en ‘disengagement’: de vreedzame imam als wapen in de strijd tegen radicalisering?

Vrije Universiteit Brussel
2016
Saïd
Chioua Lekhli
Het doel van deze thesis is het verkennen van de rol die imams kunnen spelen in disengagement en deradicalisering en hun eigen visies hierop. Hiervoor werd gebruikt gemaakt van een literatuuronderzoek, een analyse van beleidsdocumenten en diepte-interviews met imams van de moskeeën in Gent. Er wordt beargumenteerd dat imams een waarde kunnen hebben in disengagement en deradicalisering.
Meer lezen

De steun aan onze ex-kolonies

Erasmushogeschool Brussel
2016
Killyan
Dauvillé
Sinds 1960 gaat de helft van de Belgische bilaterale ontwikkelingssamenwerking naar onze ex-kolonie Congo en ex-mandaatgebieden Rwanda en Burundi. Een halve eeuw na de dekolonisatie zitten de koloniale banden nog steeds verankerd in ons ontwikkelingsbeleid. Blijft die steun onvoorwaardelijk?
Meer lezen

REALISATIE EN ONTWERP VAN EEN SEMIAUTOMATISCHE MONTAGEPERS

VIVES Hogeschool
2016
Jorbe
Devolder
  • Gunther
    Callewaert
Een Mariasteen-enclave produceert jaarlijkse enkele honderdduizenden vloerwissersystemen voor verschillende toepassingsgebieden. Het huidige productieproces gebeurde momenteel volledig manueel, maar nu kwam de vraag uit de productieafdeling, om de assemblage van scharnierstukken voor de productie van vloerwissersystemen te versnellen , veiliger maken en gebruiksvriendelijk op te stellen.

Op deze manier kwam men tot het concept om een vernieuwd toestel te ontwerpen en maken. De bedoeling van een nieuw toestel voor de pers functie van de scharnierstukken is om sneller en vooral veiliger te produceren. Er zijn meerdere modellen, dus een nieuw toestel moet ook universeel worden uitgevoerd om de verschillende varianten te kunnen produceren op dezelfde pers.
Meer lezen

Wiskunde toegankelijk maken voor blinde leerlingen uit de 2de graad ASO

Odisee
2016
Aziza
Miled
Aangezien leerlingen met een visuele beperking meer tijd nodig hebben om de leerstof wiskunde te verwerken en in te oefenen, heb ik besloten om didactisch materiaal te onterwerpen voor blinde en slechtziende leerlingen in het vierde jaar ASO.
Meer lezen

Het effect van tussentaal op de waardering voor een spreker en op het begrijpen en onthouden van een boodschap

KU Leuven
2016
Lien
Morren
Een wetenschappelijke studie van de invloed die de taalvariëteit (tussentaal of Standaardnederlands) heeft op wat we vinden van onze gesprekspartner en op de mate waarin we zijn boodschap begrijpen en kunnen onthouden.
Meer lezen

Uptake en effecten van kinderopvang op gezinsuitbreiding in Vlaanderen: een sociaal-economische analyse

Universiteit Antwerpen
2016
Gert
Thielemans
De lage vruchtbaarheidscijfers van vele Westerse landen heeft kwalijke gevolgen voor de vergrijzing en zet de welvaartsstaat onder druk. Deze scriptie onderzoekt de rol van kinderopvang in de keuze voor gezinsuitbreiding.
Meer lezen

Superdiversiteit op de materniteit: communicatie tussen allochtone patiënten en vroedvrouwen op een Belgische kraamafdeling.

Universiteit Antwerpen
2016
Emmelie
Muylaert
  • Sofie
    Michielsen
De scriptie gaat over de uitdagingen in het communicatieproces voor de vroedvrouwen van het Sint-Vincentiusziekenhuis in Antwerpen. Er wordt nagegaan hoe de vroedvrouwen communiceren met allochtone patiënten, of taal- en/of cultuurbarrières al dan niet een impact hebben op de zorgverlening en of de vroedvrouwen zich voldoende voorbereid voelen vanuit hun opleiding vroedkunde.
Meer lezen

Ondersteunende fichebox: 'Schrijven met vaart!'

Arteveldehogeschool Gent
2016
Laura
Elegeert
  • Hanne
    Dewaele
Iedere leraar een taalleraar: een leuze die iedereen bekend in de oren klinkt. In deze scriptie gingen wij een kijkje nemen naar de schrijfvaardigheid in de praktijk. Aan de hand van onze bevindingen, ontwikkelden we het hulpmiddel 'Schrijven met vaart!'
Meer lezen

Het sociaal netwerk in relatie tot het professioneel zelfverstaan van beginnende leraren lager onderwijs: Een exploratief onderzoek

Universiteit Gent
2016
Elise
Ameloot
Dit onderzoek gaat na in welke mate het sociaal netwerk van beginnende leraren lager onderwijs ondersteunend is en hoe het in relatie staat tot hun professioneel zelfverstaan. Deze scriptie bevat belangrijke aandachtspunten voor iedereen die met leraren in contact komt, waardoor beginnende leraren beter begeleid kunnen worden.
Meer lezen

Oncologische voetzorg: Een onderzoek naar de noden binnen het onderwijs- en werkveld van schoonheids- en voetverzorgers

Arteveldehogeschool Gent
2016
Karolien
Bellekens
  • Laura
    Vandeputte
  • Joyce
    Drieghe
  • Ellen
    De Troyer
Wij hebben onderzocht wat kanker is en welke invloeden een kankerbehandeling op het lichaam, huid en nagels kan hebben. De wetgeving omtrent oncologische voetzorgverlening en waar wordt de basis meegegeven. Onze scriptie bestaat uit een onderzoek en hieruit hebben wij een pocketboek gemaakt.
Meer lezen

Onderzoek naar de invloed van leeftijd, opleidingsniveau en dieetgeschiedenis op de kennis van verpleegkundigen omtrent verscheidene topics rond voeding

VIVES Hogeschool
2016
Ines
Verhaeghe
  • Ellen
    Vandamme
  • Jan
    Baudonck
Deze scriptie is een weergave van de kennis over voeding en voedinsgewoonten bij verpleegkundigen in de Vlaamse zorgsetting. Onderzoek de kennis bij Vlaamse verpleegkundigen is nodig door de steeds groter wordende rol van voeding in de zorgsector.
Meer lezen

Secundaire traumatisering

Karel De Grote Hogeschool
2016
Elise
Lybaert
Secundaire traumatisering is een nog eerder ongekend beroepsrisico in de hulpverleningswereld. Desondanks worden er jaarlijks verschillende hulpverleners slachtoffer van secundaire traumatisering en voelen ze zich vaak onbegrepen omdat er nog maar weinig informatie over bestaat. In mijn eindwerk ging ik op zoek naar mogelijke preventieve maatregelen die ziekenhuizen kunnen treffen om secundaire traumatisering te voorkomen.
Meer lezen

L’interprétation orale et gestuelle: étude comparative bakerienne de deux types d’interprétation

Universiteit Gent
2016
Annelies
Baekelandt
Deze scriptie tracht de kloof tussen gebarentolken en mondeling tolken wat te dichten aan de hand van een onderzoek volgens onderzoekster Mona Baker. Naar haar voorbeeld vergelijkt deze thesis de output van twee tolkcorpora, namelijk een corpus Frans-Nederlands en een corpus Vlaamse Gebarentaal-Nederlands. In het eigenlijke onderzoek van de scriptie worden verschillen in lexicale diversiteit enerzijds en lexicale densiteit anderzijds tussen beide Nederlandstalige variëteiten onder de loep genomen.
Meer lezen

Perceptie van huisartsen over hun huidige en toekomstige rol in het beleid bij hartfalenpatiënten: Een kwalitatieve studie.

KU Leuven
2016
Sofia
Zervas
  • Hanne
    Leben
Alhoewel richtlijnen een multidisciplinaire omkadering van hartfalenpatiënten aanraden, blijft de zorg in Vlaanderen gefragmenteerd met een onduidelijke rolverdeling voor de verschillende zorgverleners. Deze masterthesis is een kwalitatief onderzoek naar de rol van de huisarts in het beleid bij chronisch hartfalen. De belangrijkste bevinding is dat huisartsen kiezen voor een holistische en flexibele zorg, waarin voor hen een centrale rol is weggelegd.
Meer lezen

De relevantie van het secundaire kunstonderwijs voor de verdere studies binnen de beeldende kunst.

Hogeschool Gent
2016
Evi
Steyaert
In mijn thesis onderzocht ik de relevantie van een secundaire kunstopleiding voor de verdere studies in de Vrije Kunsten. Door deze twee instellingen tegenover elkaar te plaatsen kon ik hun onderwijs methode onderzoeken.
Meer lezen

LSU-peptiden en hun cruciale rol als regulatorische hubs tijdens de stressrespons van Arabidopsis thaliana

KU Leuven
2016
Hanne
Claessen
  • Barbara
    De Coninck
Deze masterthesis zet verdere stappen in het onderzoek naar de functie van de LSU-peptiden in Arabidopsis thaliana. Deze genen hebben een mogelijke rol in de immuunrespons van planten of het energiemetabolisme en zouden belangrijke toepassingen kunnen bieden in de gewasverbetering.
Meer lezen

De architect en het bouwteam. Dringt een nieuwe rol voor de architect zich op?

Universiteit Gent
2016
Lorenzo
Van Tornhaut
De scriptie onderzoekt de noodzaak naar een nieuwe, moderne, invulling van het beroep architect in Vlaanderen, in het licht van een toenemende bedrijfseconomische en inhoudelijke druk.
Meer lezen

(Samen) Online Ziek; Een exploratief onderzoek naar de manier waarop het geconfronteerd worden met reumatische aandoeningen betekenis krijgt, gerelateerd aan sociale-media-ervaringen

Universiteit Gent
2016
Tom
Van Ransbeeck
Een diepgaande analyse van de processen die ertoe leiden dat mensen door online participatie in staat worden gesteld om hun eigen reumatische aandoening succesvol een plaats te geven in hun leven.
Meer lezen

(Hoog)begaafd? Een exploratief onderzoek naar de betekenis van begaafdheid voor leerkrachten in het eerste leerjaar van het lager onderwijs

Universiteit Gent
2016
Tom
Van Ransbeeck
Onderzoek naar hoe leerkrachten denken over hoogbegaafdheid via diepte-interviews. Verschillende opvattingen blijken aanwezig, die samenhangen met de manier waarop de leerkracht zijn/haar lespraktijk invult.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Literaire competentie in Suriname. Hoe kunnen we in een traject van zes lessen, het leesplezier van Surinaamse jongeren van 12 tot 14 jaar met een zeer beperkte literaire competentie vergroten en hun literaire competentie verbeteren?

Karel De Grote Hogeschool
2016
Laura
Hellinckx
Tijdens mijn buitenlandse stage in Suriname ging ik samen met een aantal jongeren met een beperkte literaire competentie aan de slag om hun literaire competentie te verbeteren aan de hand van een lessenreeks met aangepaste werkbundel.
Meer lezen

Een mogelijke schakel: de gevangenisbeambte als gatekeeper in de preventie van suïcide achter de tralies.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Cindy
Reyniers
De scriptie is een vergelijkende studie tussen België en het Verenigd Koninkrijk naar de preventie van suïcide tijdens detentie. De bijdrage van de gevangenisbeambte aan deze preventie wordt in concreto onder de loep genomen. Hierbij worden tal van spanningsvelden belicht die zich in deze specifieke context aanbieden. De werking van het suïcidepreventiebeleid van beide landen worden geanalyseerd, evenals er wordt nagegaan welke vertaling dit kent (cognietief-emotioneel) op de beambte.
Meer lezen

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Universiteit Antwerpen
2016
Hanne
Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.
Meer lezen