Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Democratie en het internet. De invloed van gepersonaliseerde zoekresultaten op het democratisch denken bij studenten. Case: Google

Vrije Universiteit Brussel
2016
Jana
Cornelis
Een onderzoek naar hoe de gepersonaliseerde zoekresultaten van Google, gebaseerd op je online profiel, ervoor zorgen dat mensen terecht komen in een 'filter bubble'. Ze krijgen vaker informatie te zien die aansluit bij hun huidig denkpatroon en worden steeds minder uitgedaagd kritisch te denken. Ook voor het opzoeken van politieke thema's kunnen de gepersonaliseerde zoekresultaten zorgen voor een eenzijdige informatiestroom.
Meer lezen

Van Voervynsteren tot Vleeshuys - Open en gesloten deuren voor vrouwen in de laatmiddeleeuwse Leuvense ambachtenwereld

KU Leuven
2016
Nena
Vandeweerdt
Mijn scriptie handelt over de posities die vrouwen in de Leuvense ambachtenwereld konden innemen doorheen de vijftiende eeuw.
Meer lezen

Tussen Erfharungsraum & Erwartungshorizont

KU Leuven
2016
Eva
Neefs
Het medium van film en het medium ‘architectuur’ zijn nauwer verwant dan aanvankelijk wordt gedacht. In dit werk beschrijf ik de spanningsopbouw in het werk van David Lynch in verband met de architectuur die eraan gelinkt is. Aan de hand van een terminologie die ik opbouw in het witte, theoretische boek, pas ik die toe in het zwarte, beeldende boek. Ik beschrijf het Huiselijk Theater voor het Huiselijk Drama aan de hand van het Déjà-vu, het Melodramatisch Object en het Portaal. De spanningsopbouw van een verhaal wordt mijn inspiratie voor de spanningsopbouw in mijn eigen architecturaal ontwerp. De aanzet van dat architecturaal ontwerp is te zien in het zwarte boek.
Meer lezen

OKAN jongeren in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België - Het overbruggen van taal, leeftijd en cultuur

Vrije Universiteit Brussel
2016
Joke
Vanderschoot
Musea kunnen een grote bijdrage leveren aan de integratie in België van OKAN jongeren ofwel anderstalige nieuwkomer. Een museumbezoek op maat in de Koninklijke Musea voor Schone kunsten van Brussel is ontwikkeld om te beantwoorden aan de noden van deze jongeren.
Meer lezen

Seksueel geweld tegen vrouwen in gewapende conflicten: een onderzoek naar de oorzaken van straffeloosheid

KU Leuven
2016
Làzarie
Eeckeloo
Seksueel geweld in oorlogstijd komt op grote schaal voor. Toch worden daders daarvoor zelden gestraft. Hoe komt dat? Zijn vrouwen wettelijk voldoende beschermd tegen seksueel geweld? En kan die bescherming voldoende afgedwongen worden?
Meer lezen

L’interprétation orale et gestuelle: étude comparative bakerienne de deux types d’interprétation

Universiteit Gent
2016
Annelies
Baekelandt
Deze scriptie tracht de kloof tussen gebarentolken en mondeling tolken wat te dichten aan de hand van een onderzoek volgens onderzoekster Mona Baker. Naar haar voorbeeld vergelijkt deze thesis de output van twee tolkcorpora, namelijk een corpus Frans-Nederlands en een corpus Vlaamse Gebarentaal-Nederlands. In het eigenlijke onderzoek van de scriptie worden verschillen in lexicale diversiteit enerzijds en lexicale densiteit anderzijds tussen beide Nederlandstalige variëteiten onder de loep genomen.
Meer lezen

Business Process Architecture

Universiteit Gent
2016
Nikki
Desmet
  • Grégory
    Messiaen
Deze scriptie biedt een gestructureerd overzicht van best-practices dat bedrijven in staat stelt hun processen alsook de onderlinge relaties ertussen visueel te representeren.
Meer lezen

Het effect van oude tv-programma’s op de mate van de televisiebeleving. Een experiment bij personen met een lichte vorm van dementie

KU Leuven
2016
Kristien
De Schepper
Het aantal personen met dementie zal de komende jaren exponentieel toenemen. Ongeveer 35% van hen komt in een woonzorgcentrum terecht en verblijft daar tot aan het overlijden. In woonzorgcentra worden regelmatig activiteiten georganiseerd, maar er wordt ook vaak teruggegrepen naar de tv om de bewoners bezig te houden. Er is reeds onderzoek gebeurd naar de capaciteit van personen met dementie om naar tv te kijken. Daarnaast werd meermaals aangetoond dat oude voorwerpen, oude muziek,... personen met dementie kunnen helpen met het ophalen van herinneringen en dat dit een positieve invloed kan hebben op hun levenskwaliteit. In dit onderzoek werd getracht het huidige onderzoek een andere richting in te sturen en na te gaan wat het effect is van oude tv-programma’s op de televisiebeleving van personen met een lichte vorm dementie.
Er werd een experiment uitgevoerd bij twaalf personen met een lichte vorm van dementie, verspreid over drie Leuvense woonzorgcentra. Televisiebeleving werd gemeten aan de hand van de aandacht en emoties (commentaar geven op de inhoud, lachen, glimlachen en reageren op muziek) tijdens het kijken. Er werd een vergelijking gemaakt van de aandacht en emoties tijdens een oud- en tijdens een recent tv-programma.
Personen met dementie bleken significant meer zonder afleiding te kijken naar een oud tv-programma dan naar een recent tv-programma. Bovendien werd er significant meer commentaar gegeven op de inhoud en lachten de proefpersonen significant meer tijdens een oud- dan tijdens een recent tv-programma.
De resultaten tonen aan dat oude televisiecontent een positieve invloed kan hebben op personen met dementie. Dit onderzoek was slechts een eerste stap in de goede richting. Toekomstige onderzoekers kunnen dit experiment op grotere schaal uitvoeren. Een volgende stap is dat het tonen van oude tv-programma’s geïntegreerd wordt in de dagelijkse zorg binnen woonzorgcentra.
Meer lezen

"Cultuurhuizen voor de moderne grootstad?" Kaaitheater, Kunstenfestivaldesarts en de allochtone 'meerderheid' in Brussel.

Universiteit Gent
2016
Trijn
Blondé
In mijn scriptie onderzocht ik de diversiteit binnen het publiek in de cultuursector. Ik focuste me voornamelijk op nieuwkomers van Arabische en Afrikaanse origine. Hiervoor heb ik als casussen volgende cultuurhuizen van naderbij bestudeerd: het Kaaitheater en het Kunstenfestivaldesarts.
Meer lezen

Maurice Joostens en het Bokserprotocol. Marionet op het diplomatieke theater?

KU Leuven
2016
Gert
Huskens
In dit onderzoek staat centraal in welke mate en op welke manier Belgisch diplomaat Maurice Joostens een invloed uitoefende op het Belgische buitenlandse beleid tijdens de Conferentie van Peking die plaatsvond na afloop van de Bokseropstand.
Meer lezen

Ouderparticipatie op de afdeling Neonataal Intensieve Zorgen: Ontwikkeling van een mobiele applicatie voor het UZ Gent

Odisee
2016
Emillie
Holvoet
Ouders van wie hun kind is opgenomen op de neonataal intensieve zorgen afdeling zijn vaak onzeker en trekken zich hierdoor soms terug in de zorg over hun kind. Voldoende informatie en begeleiding stimuleert hen om te participeren in de zorg. Op basis van deze bevinding werd een prototype van een applicatie ontwikkeld die informatie weergeeft, specifiek voor de situatie van de ouder en hun kind.
Meer lezen

Kan men bloemen kweken in de hel? De Belgische kunsthandel tijdens de Eerste Wereldoorlog

KU Leuven
2016
Alexia
Coussement
De studie gaat na hoe de Belgische kunsthandel zich tijdens de Eerste Wereldoorlog handhaafde. De verschillende oorzaken voor de heropleving van de kunsthandel worden hierbij stelselmatig toegelicht.
Meer lezen

Exploring Effects of Sexual Assistance: A "Good Practice" Case Study on Sexual Assistance for an Individual With Intellectual and Physical Disabilities

Universiteit Gent
2016
Quinten
Verdonck
Deze scriptie onderzoekt waarom Seksuele dienstverlening voor personen met een beperking tot goede resultaten kan leiden. Sociale vaardigheden, warme ondersteuning en een reflectieve attitude vanwege de dienstverleenster zijn enkele van de belangrijkste protectieve factoren.
Meer lezen

Vermaatschappelijking van de zorg binnen de integrale jeugdhulp: Effectiviteit van familienetwerkberaden

KU Leuven
2016
Jana
Tegethoff
Het familienetwerkberaad is een methodiek in de jeugdhulp die bijdraagt aan het versterken van sociale netwerken. Een familienetwerkberaad is een overleg tussen de cliënt, de familieleden, vrienden, andere belangrijke personen voor het gezin en één of meer zorgverleners, met als doel de krachtbronnen en mogelijkheden van het netwerk in kaart te brengen.
In deze scriptie wordt de effectiviteit van het familienetwerkberaad onderzocht.
Meer lezen

Leesmotivatie in een vreemde taal

Hogeschool PXL
2016
Nathalie
Stuker
Leesplezier is in veel klassen een zeldzaam gegeven. Deze bachelorproef tracht dit te veranderen aan de hand van diverse activerende werkvormen, met in het bijzonder 'interactief lezen' via tablet en computer. Alle toegepaste methodes kunnen zowel voor het Nederlands als in een vreemde taal.
Meer lezen

De Sino-ASEAN relaties en de territoriale conflicten op de Zuid-Chinese Zee: de strategische implicaties van de hedendaagse Chinese nood aan het veiligstellen van de zee

Universiteit Gent
2016
Axel
Dessein
De paper tracht via het politiek realisme enkele aspecten van de territoriale conflicten in de Zuid-Chinese Zee te belichten. Hier wordt uitgegaan van de Chinese nood aan het verdedigen van haar nationale belangen: energie en territoriale integriteit.
Meer lezen

De relevantie van het secundaire kunstonderwijs voor de verdere studies binnen de beeldende kunst.

Hogeschool Gent
2016
Evi
Steyaert
In mijn thesis onderzocht ik de relevantie van een secundaire kunstopleiding voor de verdere studies in de Vrije Kunsten. Door deze twee instellingen tegenover elkaar te plaatsen kon ik hun onderwijs methode onderzoeken.
Meer lezen

De ontwikkeling en verspreiding van trends

Hogeschool West-Vlaanderen
2016
Camille
Mortier
Dagelijks worden we, of we het nu willen of niet, geconfronteerd met modetrends. Maar hoe ontstaan die modetrends eigenlijk en hoe komen ze tot bij ons? Op deze vragen probeer ik een antwoord te geven in mijn scriptie.
Meer lezen

De architect en het bouwteam. Dringt een nieuwe rol voor de architect zich op?

Universiteit Gent
2016
Lorenzo
Van Tornhaut
De scriptie onderzoekt de noodzaak naar een nieuwe, moderne, invulling van het beroep architect in Vlaanderen, in het licht van een toenemende bedrijfseconomische en inhoudelijke druk.
Meer lezen

Het welbevinden van de jongste kleuters tijdens de middagpauze in het kleuteronderwijs

Universiteit Gent
2016
Imke
Kint
Hoewel de laatste jaren veel aandacht uitgaat naar de kwaliteit van voorzieningen voor jonge kinderen, is de middagpauze in het kleuteronderwijs een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft. De scriptie ging na hoe het met de jongste kleuters (2,5 – 3 jaar) gaat tijdens de middagpauze. Niet voor elke kleuter verloopt de overgang om op school te blijven eten altijd even vlot.
Meer lezen

Vastgoedruilmodel voor residentiële projectontwikkeling

Universiteit Antwerpen
2016
Laurent
Dragonetti
  • Alexander
    De Cuyper
De auteurs ontwikkelden een model om met een perseelsoverschrijdende aanpak verouderde woningen om te ruilen tot nieuwe energiezuinige appartementen. In de marktanalyse wordt een aantal maatschappelijke trends onderzocht die de bestaansrede van het ruilmodel staven alsook wordt onderzocht welk type gezinnen, woningen en locaties in de stad mogelijks in aanmerking komen om dergelijk ruilprincipe rendabel te maken. Vervolgens worden een aantal juridische scenario's uitgewerkt om het ruilprincipe mogelijk te maken alsook wordt er gezocht naar een doorgedreven fiscale optimalisatie. Finaal wordt aan de hand van uitgewerkte projectcasussen de financiële haalbaarheid van het model onderzocht en worden de meest bepalende parameters afgeleid door middel van een sensitiviteitsanalyse. Met dit vastgoedruilmodel hopen de auteurs een antwoord te bieden op de hedendaagse maatschappelijke uitdagingen en tot een win-winsituatie te komen voor particuliere eigenaars en projectontwikkelaars ten einde een nieuwe stedelijk dynamiek op gang te brengen.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

De comfortroom in de GGZ: de ervaringen en beleving van jongeren

Universiteit Gent
2016
Jotte
Willem
In dit masterproefonderzoek werden de ervaringen en beleving van jongeren die opgenomen zijn in een psychiatrische setting onderzocht. De comfortroom is een prettig ingerichte kamer, waar de jongeren tot rust kunnen komen voor of na een crisis.
Meer lezen

De waarde van interculturele communicatieve competenties bij de hulpverlening aan cliënten met ASS

Arteveldehogeschool Gent
2016
Karen
Vanherck
We maken de denkoefening om Autismespectrumstoornis (ASS) als een aparte cultuur te benaderen. Kunnen hulpverleners dan hun interculturele communicatieve competenties inzetten om de communicatie met hun cliënt met ASS te verbeteren?
Meer lezen

Een mogelijke schakel: de gevangenisbeambte als gatekeeper in de preventie van suïcide achter de tralies.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Cindy
Reyniers
De scriptie is een vergelijkende studie tussen België en het Verenigd Koninkrijk naar de preventie van suïcide tijdens detentie. De bijdrage van de gevangenisbeambte aan deze preventie wordt in concreto onder de loep genomen. Hierbij worden tal van spanningsvelden belicht die zich in deze specifieke context aanbieden. De werking van het suïcidepreventiebeleid van beide landen worden geanalyseerd, evenals er wordt nagegaan welke vertaling dit kent (cognietief-emotioneel) op de beambte.
Meer lezen

Kinematics and Kinetics of the Ankle-Foot Complex in Women with the Hypermobile Type of Ehler-Danlos Syndrome: A case-control study

Universiteit Gent
2016
Stefan
Vermeulen
  • Sofie
    Verstraelen
De identificatie van de verschillen in kinematica en kinetica van het enkel-voetcomplex tijdens het stappen tussen patiënten met EDS-HT en een gezonde controlegroep en het onderzoeken van de voetfunctie en –pijn in deze patiëntenpopulatie.
Meer lezen

Impact van strategische wendbaarheid op menselijke duurzaamheid binnen organisaties

Universiteit Antwerpen
2016
Bart
De Keyser
Wil een bedrijf heden ten dage competitief blijven, dan dient het steeds vaker een doorgedreven vorm van flexibiliteit in te voeren. Hoewel nastrevenswaardig op organisationeel niveau, lijkt een dergelijke wendbaarheid echter niet altijd te stroken met de menselijke mogelijkheden van de individuele werknemers. Deze scriptie identificeert waar de voorname pijnpunten zich situeren en evalueert hoe twee hedendaagse bedrijven met de aangekaarte probleemvelden omgaan.
Meer lezen

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Universiteit Antwerpen
2016
Hanne
Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.
Meer lezen

Het leven zoals het niet is: porno

KU Leuven
2016
Hanne
Kelchtermans
Onderzoek naar de impact van internetpornografie op instrumentele attitudes en bereidheid tot casual seks bij Vlaamse adolescenten.
Meer lezen

PROXEMICS IN DE CINEMA ‘Tussen intrusie en adoratie: de fenomenologie van de blik’

Universiteit Antwerpen
2016
Suzanne
Koning
Deze masterproef poogt te onderzoeken op welke manier beelden in staat blijken om
de toeschouwer een zekere vorm van intrusie op te leggen. Hierbij zal er worden
ingezoomd op de rol van de close-up en het psychologische effect dat deze kan
hebben op het publiek. De techniek zal allereerst nauwkeurig beschreven worden op
basis van de definitie van Barry Salt (1992). De studie zal daarnaast onder andere
voortbouwen op de uitgangspunten van Münsterberg en Benjamin.
Perceptiepsycholoog Munsterberg zag namelijk al vroeg in over welke potentie de
close-up beschikte en welk psychologisch effect het had op de toeschouwer. Hij was
een van de eerste die zich verdiepte in de psychologische structuren die ten
grondslag liggen aan een methode als de close-up
Meer lezen