Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

De architect en het bouwteam. Dringt een nieuwe rol voor de architect zich op?

Universiteit Gent
2016
Lorenzo
Van Tornhaut
De scriptie onderzoekt de noodzaak naar een nieuwe, moderne, invulling van het beroep architect in Vlaanderen, in het licht van een toenemende bedrijfseconomische en inhoudelijke druk.
Meer lezen

Vastgoedruilmodel voor residentiële projectontwikkeling

Universiteit Antwerpen
2016
Laurent
Dragonetti
  • Alexander
    De Cuyper
De auteurs ontwikkelden een model om met een perseelsoverschrijdende aanpak verouderde woningen om te ruilen tot nieuwe energiezuinige appartementen. In de marktanalyse wordt een aantal maatschappelijke trends onderzocht die de bestaansrede van het ruilmodel staven alsook wordt onderzocht welk type gezinnen, woningen en locaties in de stad mogelijks in aanmerking komen om dergelijk ruilprincipe rendabel te maken. Vervolgens worden een aantal juridische scenario's uitgewerkt om het ruilprincipe mogelijk te maken alsook wordt er gezocht naar een doorgedreven fiscale optimalisatie. Finaal wordt aan de hand van uitgewerkte projectcasussen de financiële haalbaarheid van het model onderzocht en worden de meest bepalende parameters afgeleid door middel van een sensitiviteitsanalyse. Met dit vastgoedruilmodel hopen de auteurs een antwoord te bieden op de hedendaagse maatschappelijke uitdagingen en tot een win-winsituatie te komen voor particuliere eigenaars en projectontwikkelaars ten einde een nieuwe stedelijk dynamiek op gang te brengen.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

De waarde van interculturele communicatieve competenties bij de hulpverlening aan cliënten met ASS

Arteveldehogeschool Gent
2016
Karen
Vanherck
We maken de denkoefening om Autismespectrumstoornis (ASS) als een aparte cultuur te benaderen. Kunnen hulpverleners dan hun interculturele communicatieve competenties inzetten om de communicatie met hun cliënt met ASS te verbeteren?
Meer lezen

Het gebruik van honden in Animal-Assisted Interventions

Odisee
2016
Bauke
Verbruggen
Animal-Assisted Interventions (AAI) worden steeds meer toegepast in de gezondheidszorg en diverse andere settings, waarbij vooral gebruik gemaakt wordt van honden. Deze scriptie kijkt naar de effecten van AAI op het welzijn van de betrokken honden en hoe deze reageren op de nieuwe omgevingen waarin zij hierbij terecht komen. Een overzichtstabel geeft criteria weer waaraan AAI zou moeten voldoen opdat het ook aan het welzijn van de hond tegemoet zou komen.
Meer lezen

Equity crowdfunding: positioning and inquiry from an entrepreneurial perspective

Vrije Universiteit Brussel
2016
Kevin
De Moortel
Een gestructureerde literatuurstudie en een studie op 20 internet platformen geven duidelijkheid omtrent positionering en werking van de nieuwe financieringsmethode: equity crowdfunding.
Meer lezen

Het ideale aantal katten: een moraalwetenschappelijke analyse

Universiteit Gent
2016
Rutger
Lazou
Deze masterproef biedt een kritische, moraalfilosofische analyse van de overpopulatie van de kat. Ze onderzoekt wat het ideale aantal katten is in een populatie.
Meer lezen

Vladimir Poetin door de westerse bril

KU Leuven
2016
Alexia
Papadis
Een kwalitatieve analyse van de invloed van interculturele verschillen in non-verbale communicatie op de perceptie van Vladimir Poetin in het Westen.
Meer lezen

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Universiteit Antwerpen
2016
Hanne
Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.
Meer lezen

Het leven zoals het niet is: porno

KU Leuven
2016
Hanne
Kelchtermans
Onderzoek naar de impact van internetpornografie op instrumentele attitudes en bereidheid tot casual seks bij Vlaamse adolescenten.
Meer lezen

Mama, puedes ayudarme con mis tareas? Kan de organisatie Añañau Peruviaanse ouders meer mogelijkheden bieden om de (onderwijs)ontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen via sociaal-culturele interventies?

Hogeschool Gent
2016
Hanne
Maenhout
Binnen de organisatie Añañau, een onderwijsproject in Cusco, is er veel sprake van kansarmoede, analfabetisme en anderstaligheid. Hierdoor is het voor de ouders moeilijk om hun kind ten volle te ondersteunen. Na het bekijken van de Peruviaanse context, de gezinssituaties en een aantal theorieën en praktijken, werd een pilootproject opgezet waarbij een aantal gezinnen huiswerkondersteuning kregen. Dit pilootproject wordt uitvoerig beschreven in de bachelorproef, net zoals een grondige evaluatie.
Meer lezen

Ambassadeur Jean de Péricard in Brussel (1616-1621). Een studie van de Frans-Habsburgse betrekkingen ten tijde van de aartshertogen Albrecht en Isabella.

Universiteit Gent
2016
Kevin
Dekoster
In mijn scriptie bestudeerde ik de evolutie van de diplomatieke relaties tussen Frankrijk en het aartshertogelijke regime in de Zuidelijke Nederlanden in de periode 1616-1621. Mijn voornaamste informatiebron bestond uit de correspondentie van de in Brussel residerende Franse ambassadeur Jean de Péricard.
Meer lezen

Vergelijkende studie naar de actieve woordenschat van kinderen van kleuterjuffen en kinderen van niet-leerkrachten

Thomas More Hogeschool
2016
Gitte
Truijen
Tijdens hun opleiding worden kleuterjuffen klaargestoomd om de algemene ontwikkeling van kleuters te bevorderen. Om na te gaan of kleuterjuffen ook de taalontwikkeling van hun eigen kinderen bevorderen, werd een vergelijkende studie uitgevoerd naar de actieve woordenschat van kinderen van kleuterjuffen en de actieve woordenschat van kinderen van niet-leekrachten.
Meer lezen

Notional Interest Deduction and the Capital Structure of Belgian Banks

KU Leuven
2016
Thibault
Dubois
  • Daan
    Pelgrims
Deze scriptie gaat na wat de effecten zijn van de notionele interest aftrek op de kapitaal structuur van Belgische banken. Vervolgens bestudeert deze scriptie de notionele interest aftrek in samenhang met banktype, crisis-tests en sensitiviteitstests.
Meer lezen

De toepassing van de verruimde minnelijke schikking bij fiscale fraude: een verkennend onderzoek

Universiteit Gent
2016
Maxim
Verbeeck
Het betreft een kwalitatief onderzoek naar de criteria die magistraten hanteren om op een voorstel tot verruimde minnelijke schikking in te gaan bij fiscale fraude.
Meer lezen

Triage van syncope op de spoedgevallendienst

UC Leuven-Limburg
2016
sander
keunen
  • Laura
    hombroux
  • Nathalie gregoire
In deze scriptie wordt onderzocht of het mogelijk is om doormiddel van een simpele tool de triage van syncopes op een spoedgevallendienst correcter te doen verlopen en op die manier de outcome van de patient te verbeteren.
Meer lezen

Neo-Imperialisme in Rusland: nationale ideologie of retorische strategie

KU Leuven
2016
Eva
Claessen
Na de annexatie van de Krim begonnen veel internationale media te verwijzen naar Rusland als een expansionistische agressor. Deze thesis onderzoekt of Rusland werkelijk de ambitie heeft om zijn terrein uit te breiden of dat haar huidige optreden in Oekraïne eerder een defensieve reactie was op het protest van Euromaidan en de installering van een prowesters regime in Oekraïne.
Meer lezen

Modelling of geomechanical performance of underground compressed air energy storage

Vrije Universiteit Brussel
2016
Niels
Tommelein
Modelleren van een ondergrondse opslagruimte voor gecomprimeerde lucht voor energieopslag. Het onderzoekt focust op het thermo-hydraulisch gedrag en de lekkage van lucht naar de omgeving. Het doel bestond erin een set van optimale condities te definiëren voor dergelijke installatie.
Meer lezen

Kapitaalvermindering in natura - onbekend is onbemind?

KU Leuven
2016
Thomas
Vandercruysse
Er zijn zowel fiscale als familiale redenen te bedenken om onroerend goed dat zich in het vermogen van een vennootschap bevindt aan dat vennootschapsvermogen te onttrekken. Ofwel kiest men voor de liquidatie van de vennootschap, ofwel kiest men voor een onttrekking tijdens het “leven” van de vennootschap. Dit kan op diverse mogelijkheden: verkoop, ruil, inbreng in een andere vennootschap, inbetalinggeving en als een kapitaalvermindering in natura. Het is deze laatste manier die in deze meesterproef onder de loep wordt genomen. Is deze vorm van uitbreng van onroerend goed terecht zo onbekend en schuilen hier interessante mogelijkheden voor de vennoten?
Meer lezen

Wat is de noodzaak aan psychologische bijstand voor de familie na een cardio arrest reanimatie van de patiënt op de afdeling hartbewaking in het Ziekenhuis Oost-Limburg?

Hogeschool PXL
2016
Stijn
Peeters
  • An
    Coenen
De vooruitgang van de geneeskunde zorgt ervoor dat steeds meer gereanimeerde patiënten overleven en opgenomen worden in het ziekenhuis. Terwijl de patiënt alle nodige zorgen krijgt, blijft de familie vaak in de kou staan. De vraag of zij nood hebben aan psychologische begeleiding dringt zich op.
Meer lezen

Het effect van overnames op skill upgrading

Universiteit Gent
2016
Laure
Coppens
Dit onderzoek gaat aan de hand van vier scholingscategorieën na of er een wijziging is in het scholingsniveau bij werknemers in targetbedrijven na een overname. Er is een subtiel skill upgradend effect te zien. Daarnaast worden hierin Belgische overnames ook vergeleken met buitenlandse overnames.
Meer lezen

Esthetiek versus welzijn: impact van fokpraktijken op het welzijn van de Duitse Herder

Hogeschool Gent
2016
Aurélie
Palandri
In deze scriptie probeert men het impact van de fokpraktijken, de rasstandaarden en de gesloten stamboeken op het welzijn van de rashonden aan te tonen. Er worden zes belangrijke aandoeningen bij de Duitse herder besproken die het welzijn van dit ras serieus kan aantasten.
Meer lezen

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Universiteit Gent
2016
Bram
Vanhevel
België, Luxemburg en Oostenrijk hebben lange tijd geweigerd deel te nemen aan Europese initiatieven tot onderlinge uitwisseling van bankgegevens voor belastingdoeleinden. Bestaande theorie probeert dit te verklaren door te wijzen op het feit dat kleine landen geen baat hebben bij fiscale coöperatie. Deze scriptie probeert aan de hand van een Qualitative Comparative Analysis te verduidelijken waarom enkel deze kleine EU-lidstaten zich verzet hebben terwijl alle anderen wel hun fiat gaven.
Meer lezen

Getting Comfortable with CLIL - An introductory workhop on Content and Language Integrated Learning

Arteveldehogeschool Gent
2016
Boris
Souffriau
  • Jorien Schoors
    Anneleen Dousselaere
Content and Language Integrated Learning (CLIL) is een vernieuwende onderwijsmethode die een opmars maakt in Vlaanderen. Bijgevolg zijn CLIL-scholen op zoek naar bekwame CLIL-leerkrachten. De methodiek krijgt echter weinig aandacht in leerkrachtenopleidingen. Deze workshop is een tool om leerkrachten in opleiding bewust te maken van CLIL als optie voor hun carrière.
Meer lezen

Georges Lorand (1860-1918): Een transnationale progressieve liberaal.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Nathan
Lauwers
Deze 'intellectuele biografie' bestudeert het leven van Georges Lorand, een figuur die iets of wat in de vergetelheid is geraakt. Deze scriptie bestudeert het liberaal progressieve netwerk van Georges Lorand alsook de transnationale netwerken op het einde van de 19de eeuw.
Meer lezen

Karteren van landschapsdiensten door middel van de PGIS-methode toegepast in Lier

Universiteit Gent
2016
Annelies
Broeckx
Mensen gebruiken het landschap om zich heen voor verschillende doeleinden. Deze thesis brengt deze gebruiken van het landschap in kaart aan de hand van interviews met lokale bewoners.
Meer lezen

The use of progestins in transgender youth: Clinical and hormonal effects

Universiteit Gent
2016
Lloyd
Tack
De master thesis ‘The use of progestins in transgender youth: Clinical and hormonal effects’ onderzocht of progestagenen een alternatief zijn voor gonadotropin releasing hormone analogues (GnRHa), welke meest gebruikt worden om de puberteit te onderdrukken in transgender jongeren. GnRHa zijn duur en worden in België niet terugbetaald, waardoor er nood is aan een goedkoper, maar effectief alternatief, zodat alle transgender jongeren een geschikte behandeling kunnen krijgen. De thesis onderzocht de effecten van pro- en anti-androgene progestagenen in jongeren met gevorderde pubertaire ontwikkeling.
Meer lezen

Impulse control is unrelated to the driving ability of elderly people with mild cognitive impairment

Universiteit Hasselt
2016
Martijn
van Beers
  • Judith
    Urlings
  • Pascal
    van Gerven
Based on previous research, we hypothesized and investigated whether one's levels of impulse control are related to one's driving ability, as measured in a driving simulator. This turned out not to be the case. However, much work still needs to happen in this research area.
Meer lezen

De collectieve vordering: een nuttig instrument voor de slachtoffers van onrechtmatige bedingen?

Universiteit Gent
2016
Céline
van Aalst
De scriptie bespreekt de collectieve vordering (class action) die werd ingevoerd in het Wetboek Economisch Recht en dit specifiek in de context van de onrechtmatige bedingen in hetzelfde wetboek. Er worden concrete gevallen behandeld en ten slotte worden er criteria ontwikkeld aan de hand waarvan het nut van de collectieve vordering ten opzichte van de klassieke proceduremogelijkheden concreet per situatie kan worden geëvalueerd.
Meer lezen

Een nieuwe taal: Hoe uiten kleuters zich via beeldtaal en hoe kunnen we deze zelfexpressie stimuleren? Logboek en onderzoek

Odisee
2016
Lien
Crabeels
Onderzoek naar strategieën om via een bewuste begeleiding de beeldende zelfexpressie bij kleuters te ontwikkelen.
Meer lezen