Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Kan men bloemen kweken in de hel? De Belgische kunsthandel tijdens de Eerste Wereldoorlog

KU Leuven
2016
Alexia
Coussement
De studie gaat na hoe de Belgische kunsthandel zich tijdens de Eerste Wereldoorlog handhaafde. De verschillende oorzaken voor de heropleving van de kunsthandel worden hierbij stelselmatig toegelicht.
Meer lezen

Europese verbeelding van kannibalisme in de Nieuwe Wereld

KU Leuven
2016
Stéphanie
Van den Eynde
Deze thesis onderzoekt de conceptualisering van de indiaan als kannibaal in prenten uit de periode 1505/1506 tot 1666. Het onderwerp is de manier waarop de indiaan steeds weer volgens West-Europese preconcepties als de 'barbaarse' en 'primitieve' Ander, de slager-kannibaal, wordt 'uitgevonden'. Het is de bedoeling een aantal paradigmashifts te onderkennen in de wijze waarop de West-Europeaan de antropofage indiaan voortdurend aan zijn eigen wereldbeeld aanpast.
Meer lezen

De Sino-ASEAN relaties en de territoriale conflicten op de Zuid-Chinese Zee: de strategische implicaties van de hedendaagse Chinese nood aan het veiligstellen van de zee

Universiteit Gent
2016
Axel
Dessein
De paper tracht via het politiek realisme enkele aspecten van de territoriale conflicten in de Zuid-Chinese Zee te belichten. Hier wordt uitgegaan van de Chinese nood aan het verdedigen van haar nationale belangen: energie en territoriale integriteit.
Meer lezen

Het welbevinden van de jongste kleuters tijdens de middagpauze in het kleuteronderwijs

Universiteit Gent
2016
Imke
Kint
Hoewel de laatste jaren veel aandacht uitgaat naar de kwaliteit van voorzieningen voor jonge kinderen, is de middagpauze in het kleuteronderwijs een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft. De scriptie ging na hoe het met de jongste kleuters (2,5 – 3 jaar) gaat tijdens de middagpauze. Niet voor elke kleuter verloopt de overgang om op school te blijven eten altijd even vlot.
Meer lezen

Crisismanagement en de ramp in Fukushima: de invloed van het ‘Nuclear Village’

KU Leuven
2016
Kelly
Knapen
Crisis Management and the Fukushima Daiichi Nuclear disaster
The influence of the Nuclear Village
Kelly Knapen


The triple meltdown in the Fukushima daiichi nuclear power plant on the 11th of March 2011 has been coined the second worst nuclear disaster since Tsjernobyl. It created a shockwave through the world. Concerns about the safety of this energy source rose to new heights. Voices arose to completely step away from nuclear energy altogether. In Japan this became very apparent. The government experienced massive waves of criticism. Mainly on the way they handled the crisis. This dissertation looked deeper into the crisis management regarding the Fukushima Daiichi nuclear disaster and investigated whether this was effective or not. Secondly this research concentrated on the reasons behind the failures of the crisis management, mainly concentrating on the influence of the Nuclear Village and what effect this had on the crisis management itself.
To achieve this, this dissertation first looked deeper into the legal framework surrounding crisis management in Japan to investigate whether two important aspects of crisis management were covered namely those of preparation and prevention. Secondly it used the reports of the ‘Fukushima Nuclear Accident Independent Investigation Commission’ of the National Diet of Japan and ‘The Independent Investigation committee on the Fukushima Nuclear Accident’ to look deeper into the immediate crisis respons and looked whether the three important elements of communication, cooperation and leadership were present. Lastly, by using the theory of George Stigler on ‘Regulatory Capture’ and the more concrete studie on the ‘Nuclear Village’ of Kainuma (開沼) and Kingston, this dissertation formed its conclusion on the reason behind the problems regarding crisis management in Japan and its effectiveness.
Out of this research it became apparent that there were serious problems concerning the crisis management of the Fukushima nuclear accident. It became clear that nuclear safety was not ensured. The government did not learn the necessary lessons from the two severe incidents that occurred before the disaster in Fukushima, which should have served as a wake-up call. During the crisis at the Fukushima Daiichi nuclear power plant, the main players in crisis management distrusted each other, which lead to a general lack of cooperation, communication and leadership. Although this was a period of crisis, where no one acts perfectly according to plan, this research made clear that the influence of TEPCO on the different players was a major factor in the failure of the crisis management concerning the nuclear disaster at the Fukushima Daiichi nuclear power plant.
This crisis eventually led to a structural reform of crisis management in Japan. This can certainly be called a big step forward. However regarding the nature of the Nuclear Village, as a deeply-enrooted system, a reform alone may not be enough. On this part more research is definitely needed.

Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Een mogelijke schakel: de gevangenisbeambte als gatekeeper in de preventie van suïcide achter de tralies.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Cindy
Reyniers
De scriptie is een vergelijkende studie tussen België en het Verenigd Koninkrijk naar de preventie van suïcide tijdens detentie. De bijdrage van de gevangenisbeambte aan deze preventie wordt in concreto onder de loep genomen. Hierbij worden tal van spanningsvelden belicht die zich in deze specifieke context aanbieden. De werking van het suïcidepreventiebeleid van beide landen worden geanalyseerd, evenals er wordt nagegaan welke vertaling dit kent (cognietief-emotioneel) op de beambte.
Meer lezen

Het ideale aantal katten: een moraalwetenschappelijke analyse

Universiteit Gent
2016
Rutger
Lazou
Deze masterproef biedt een kritische, moraalfilosofische analyse van de overpopulatie van de kat. Ze onderzoekt wat het ideale aantal katten is in een populatie.
Meer lezen

Presidential term limit compliance: Policies of the United Nations and African Union in Burkina Faso and Burundi

KU Leuven
2016
Laura
Ritter
This explorative research examines the policies of the United Nations and African Union in making African presidents comply with constitutionally guaranteed term limits.
Meer lezen

Analyse van de probitfunctie voor de effecten van overdruk op de mens - Het Vlaamse 40 mbar overdrukcriterium

KU Leuven
2016
Jeroen
Debroey
In Vlaanderen wordt de kans op overlijden ten gevolge van de overdruk afkomstig van een explosie uitgedrukt door middel van een probitfunctie. In deze scriptie wordt de herkomst van de Vlaamse probitfunctie doorgelicht en vergeleken met alternatieve opvattingen en technieken. Uit dit onderzoek besluit de auteur dat de huidige Vlaamse probitfunctie anno 2016 te conservatief is. Hij ontwikkelt daarom een geactualiseerde probitfunctie, ten einde de Vlaamse probitfunctie opnieuw af te lijnen met moderne bouwfysische omstandigheden.
Meer lezen

China’s WTO Accession: An Analysis of the Safety Valves Used to Face the Challenges

KU Leuven
2016
Lotte
Janssen
Bij handelsliberalisering worden overheden vaak geconfronteerd met belangenconflicten tussen binnenlandse consumenten en producenten. De safety valve theory biedt een kader om te analyseren of overheden protectionistische maatregelen gebruiken als safety valve wanneer ze hun markten openstellen. Deze studie onderzoekt of China en de Europese Unie dergelijke safety valves hanteerden toen China in 2001 lid werd van de Wereldhandelsorganisatie.
Meer lezen

De toepassing van de verruimde minnelijke schikking bij fiscale fraude: een verkennend onderzoek

Universiteit Gent
2016
Maxim
Verbeeck
Het betreft een kwalitatief onderzoek naar de criteria die magistraten hanteren om op een voorstel tot verruimde minnelijke schikking in te gaan bij fiscale fraude.
Meer lezen

Neo-Imperialisme in Rusland: nationale ideologie of retorische strategie

KU Leuven
2016
Eva
Claessen
Na de annexatie van de Krim begonnen veel internationale media te verwijzen naar Rusland als een expansionistische agressor. Deze thesis onderzoekt of Rusland werkelijk de ambitie heeft om zijn terrein uit te breiden of dat haar huidige optreden in Oekraïne eerder een defensieve reactie was op het protest van Euromaidan en de installering van een prowesters regime in Oekraïne.
Meer lezen

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Universiteit Gent
2016
Bram
Vanhevel
België, Luxemburg en Oostenrijk hebben lange tijd geweigerd deel te nemen aan Europese initiatieven tot onderlinge uitwisseling van bankgegevens voor belastingdoeleinden. Bestaande theorie probeert dit te verklaren door te wijzen op het feit dat kleine landen geen baat hebben bij fiscale coöperatie. Deze scriptie probeert aan de hand van een Qualitative Comparative Analysis te verduidelijken waarom enkel deze kleine EU-lidstaten zich verzet hebben terwijl alle anderen wel hun fiat gaven.
Meer lezen

Georges Lorand (1860-1918): Een transnationale progressieve liberaal.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Nathan
Lauwers
Deze 'intellectuele biografie' bestudeert het leven van Georges Lorand, een figuur die iets of wat in de vergetelheid is geraakt. Deze scriptie bestudeert het liberaal progressieve netwerk van Georges Lorand alsook de transnationale netwerken op het einde van de 19de eeuw.
Meer lezen

Neotraditionalisme en LHBT-Rechten in het Russisch Buitenlands Beleid

KU Leuven
2016
Tim
Christiaens
De recente repressie van homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders vindt haar herkomst in de opkomst van het neotraditionalisme. Deze thesis onderzoekt de verbanden tussen de argumenten voor LHBT-repressie en traditionele waarden in het Russisch officieel discours.
Meer lezen

Herstel voor nabestaanden van slachtoffers van levensdelicten. Kwalitatief onderzoek naar factoren die een rol (kunnen) spelen bij secundaire victimisatie.

Universiteit Gent
2016
Yinthe
Feys
Alhoewel nabestaanden van slachtoffers van levensdelicten (moord en doodslag) ook slachtoffers zijn, krijgen zij vaak niet de aandacht die zij verdienen. In dit onderzoek werd dan ook getracht om, via kwalitatieve interviews, in kaart te brengen hoe dergelijke nabestaanden hun slachtofferschap ervaren. Hierbij werd nagegaan of er, naast een primaire victimisatie (de directe gevolgen van het misdrijf), ook sprake is van een secundaire victimisatie (ten gevolge van de houding van allerlei actoren waarmee de desbetreffende personen in contact komen).
Meer lezen

Seksualiteit en intimiteit in woonzorgcentra: kwalitatief onderzoek en de ontwikkeling van een vorming

Odisee
2016
Nele
Six
Via een literatuurstudie wordt nagegaan wat er geweten is over seksualiteit en intimiteit van bewoners in woonzorgcentra. Nadien worden 10 personeelsleden uit de verzorgende en verpleegkundige discipline geïnterviewd over hun ervaringen hiermee. Tot slot wordt een vorming uitgeschreven voor personeelsleden in woonzorgcentra.
Meer lezen

Welke noden ervaren mantelzorgers in een oncologische palliatieve thuissituatie op sociaal-emotioneel, financieel en psychisch-spiritueel vlak?

Thomas More Hogeschool
2016
Britt
Godts
Mantelzorgers spelen een centrale rol in de zorg voor palliatieve personen. Ze maken het mogelijk dat hun naaste thuis kan overlijden. Niet alleen de zorgvrager, maar ook de mantelzorger heeft noden in deze zorgsituatie. Palliatieve thuiszorg is op verschillende vlakken voor de mantelzorger niet vanzelfsprekend.
Meer lezen

De Verenigde Staten van Europa: de eindbestemming van het Europese project? Een internationaalrechtelijke beschouwing van de Europese Unie.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Yana
Bayens
"De Verenigde Staten van Europa", "Europese superstaat", enz. zijn termen die steeds vaker worden gehanteerd in de media en de politiek. Een staat is echter een internationaalrechtelijk concept. In deze masterproef ging ik na aan welke internationaalrechtelijke kenmerken van een staat de Europese Unie reeds voldoet en wat nog dient te gebeuren opdat de EU zichzelf als een staat kan profileren.
Meer lezen

De drijfveren achter het Turks buitenlands beleid ten aanzien van de Arabische wereld. De AKP-periode (2002 – heden)

Universiteit Gent
2016
Faye
De Coen
Sinds de huidige Turkse regeerpartij, AKP, aan de macht kwam in 2002 is haar buitenlands beleid voorwerp geweest van discussie. Wat drijft de AKP in haar buitenlands beleid ten aanzien van de Arabische wereld? Op basis van een casestudie met vijf verschillende landen: Egypte, Syrië, Libië, Irak en Israël/Palestina wordt deze vraag onderzocht.
Meer lezen

Taalfaciliteiten: een nuttig instrument voor het taalbeleid van de EU?

KU Leuven
2016
Nick
Vliegen
Het taalbeleid van de EU lijkt op vele vlakken tekort te schieten. In deze thesis wordt onderzocht of een politiek van taalfaciliteiten de bestaande problemen rond het EU taalbeleid kan helpen oplossen. Hiervoor wordt in eerste instantie nagegaan wat taalfaciliteiten in België precies inhouden.
Meer lezen

"De gooi van India naar de status van grootmacht: een casestudie”

Universiteit Gent
2016
Jérémie
Degrave
Een actuele weergave van het potentieel van India om de status van grootmacht te behalen. Waar staan ze en waar moeten ze naartoe? Een casestudie met Brazilië en China.
Meer lezen

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Universiteit Gent
2016
Bram
Vanhevel
Mijn scriptie verklaart waarom België, Luxemburg en Oostenrijk zich jarenlang verzet hebben tegen de uitwisseling van bankgegevens onder Europese lidstaten
Meer lezen

Our schedule for tonight. The programming of European PSBs: its genres, origins and online presence

KU Leuven
2016
Jonathan
Hendrickx
Een inhoudsanalyse van de programmering van acht Europese openbare omroepen. Onze zender Eén blijkt veel minder nieuws uit te zenden dan Europees gemiddeld, maar meer fictie en entertainment. Om de rol van de VRT op het internet te bestendigen, zou ze van naam moeten veranderen naar VRTI.
Meer lezen

Vraaggestuurd werken in de oncologische intramurale zorg. Een haalbare kaart?

Thomas More Hogeschool
2016
Jade
Van Speybroeck
Een zoektocht naar hoe het vraaggestuurde concept is uitgewerkt in de Belgische gezondheidszorg, en meer specifiek de zorg op sociale diensten voor kankerpatiënten.
Meer lezen

Het zilveren goud: WELBEVINDEN BIJ 45-PLUSSERS

UC Leuven-Limburg
2016
Sharna
Rediers
EN ONDERZOEK BIJ ALURAL LUMMEN NV
NAAR DE KWALITEIT VAN DE ARBEID

Naar aanleiding van de vergrijzing van de Belgische bevolking en de gevolgen op de arbeidsorganisatie, is het in kaart brengen van de oudere werknemers meer en meer een must. Daarom wordt dit project rond welbevinden bij 45-plussers opgestart in samenwerking met Alural Lummen.
Meer ouderen tewerkstellen en de bestaande medewerkers langer aan het werk houden is een uitdaging voor iedere organisatie. Met de CAO 104 verplicht de wetgever de onderneming om een werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers uit te werken. We brengen de arbeidstevredenheid en de kwaliteit van de arbeid in kaart met als doel het aantal 45-plussers in een bedrijf te behouden of te bevorderen.
We tonen de mogelijkheid om bij het ervaringsfonds een aanvraag in te dienen met maatregelen die betrekking hebben op het fysiek en mentaal draagbaar maken van het werk. Hierbij denken we aan het aanpassen van arbeidsmiddelen en arbeidsomstandigheden.



Kernwoorden: welbevinden, kwaliteit van de arbeid, regeerakkoord, leeftijdsbewust personeelsbeleid, cao 104, ervaringsfonds
Meer lezen

Psychosociale risico's: Pestgedrag bij werknemers op het werk: huidige situatie en vooruitblik op de toekomst

Hogeschool Gent
2016
Thijs
Orbie
Analyse van pestgedrag bij werknemers op het werk, met een prospectie op de huidige stand en een vooruitblik op de toekomst vanaf 2014
Meer lezen

Persoonsvolgende financiering? Ik snap het!

Hogeschool West-Vlaanderen
2016
Yasmine
Vandoninck
Op zoek naar informatieversterking, tijdens de invoering van PVF, voor en met mensen met een beperking.
Meer lezen

Mens sana in corpore sano: over gezondheid en schooluitkomsten

Universiteit Gent
2016
Matteo
Claeskens
  • Thomas
    Leyssens
  • Arno
    Maeckelberghe
In deze paper wordt op basis van internationale wetenschappelijke literatuur nagegaan of de vermoede
relatie van gezondheid en schoolresultaten bestaat. Meer bepaald, of bepaalde gezondheidskenmerken een impact hebben op schooluitkomsten.
Meer lezen