Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

"Cultuurhuizen voor de moderne grootstad?" Kaaitheater, Kunstenfestivaldesarts en de allochtone 'meerderheid' in Brussel.

Universiteit Gent
2016
Trijn
Blondé
In mijn scriptie onderzocht ik de diversiteit binnen het publiek in de cultuursector. Ik focuste me voornamelijk op nieuwkomers van Arabische en Afrikaanse origine. Hiervoor heb ik als casussen volgende cultuurhuizen van naderbij bestudeerd: het Kaaitheater en het Kunstenfestivaldesarts.
Meer lezen

Perceptie van huisartsen over hun huidige en toekomstige rol in het beleid bij hartfalenpatiënten: Een kwalitatieve studie.

KU Leuven
2016
Sofia
Zervas
  • Hanne
    Leben
Alhoewel richtlijnen een multidisciplinaire omkadering van hartfalenpatiënten aanraden, blijft de zorg in Vlaanderen gefragmenteerd met een onduidelijke rolverdeling voor de verschillende zorgverleners. Deze masterthesis is een kwalitatief onderzoek naar de rol van de huisarts in het beleid bij chronisch hartfalen. De belangrijkste bevinding is dat huisartsen kiezen voor een holistische en flexibele zorg, waarin voor hen een centrale rol is weggelegd.
Meer lezen

Maurice Joostens en het Bokserprotocol. Marionet op het diplomatieke theater?

KU Leuven
2016
Gert
Huskens
In dit onderzoek staat centraal in welke mate en op welke manier Belgisch diplomaat Maurice Joostens een invloed uitoefende op het Belgische buitenlandse beleid tijdens de Conferentie van Peking die plaatsvond na afloop van de Bokseropstand.
Meer lezen

Over grenzen, randen en stromingen

Universiteit Hasselt
2016
Lize
Vanhoof
Water is een woord dat veel inhoud heeft. In mijn onderzoek staat water als metafoor voor macht en angst. Dit zijn twee begrippen waartussen een soort van spanningsveld heerst. De macht die water heeft om zowel je leven te stelen alsook te schenken wakkert een duister dubbel gevoel aan, een gevoel dat ik de mensen wil bij brengen in een boeiend combinatie van tekst en beeld.
Meer lezen

Sociaal Werk? - Een filosofische zoektocht naar de (on)mogelijkheid van hedendaagse hulpverlening

VIVES Hogeschool
2016
Jonas
Vanbrabant
In mijn scriptie ga ik uit van 'de mens' in de rol van hulpverlener of -vrager binnen de maatschappelijke context. Ik onderscheid drie mensbeelden; economisch, biologisch en relationeel. De dominantie van de twee eerstgenoemde op de laatste is daarbij een hindernis voor hedendaagse hulpverlening.
Meer lezen

In de mazen van het visnet

Hogeschool West-Vlaanderen
2016
Dylan
Vynck
Deze scriptie probeert een alternatief op oplossing te bieden op de problematische gevolgen van de aanlandplicht op de Vlaamse visserijsector. Deze Europese wetgeving die onrust opwekt creëert volgens enkelen vissterfte, terwijl de wet net visverspilling moet tegengaan.
Meer lezen

Transgender and gender-nonconforming persons and sexual risk: a critical review of 10 years of literature from a feminist intersectional perspective

Universiteit Gent
2016
Judith
Van Schuylenbergh
Seksueel risicogedrag en de prevalentie van HIV en andere SOA blijken zeer hoog te zijn onder transgender en gender-nonconforme personen. Een feministisch perspectief dat focust op intersectionaliteit (kruispuntdenken) wordt gehanteerd om de huidige literatuur rond dit onderwerp kritisch door te lichten. Centraal hierin staan discriminatie en stigmatisering van transpersonen.
Meer lezen

Europese verbeelding van kannibalisme in de Nieuwe Wereld

KU Leuven
2016
Stéphanie
Van den Eynde
Deze thesis onderzoekt de conceptualisering van de indiaan als kannibaal in prenten uit de periode 1505/1506 tot 1666. Het onderwerp is de manier waarop de indiaan steeds weer volgens West-Europese preconcepties als de 'barbaarse' en 'primitieve' Ander, de slager-kannibaal, wordt 'uitgevonden'. Het is de bedoeling een aantal paradigmashifts te onderkennen in de wijze waarop de West-Europeaan de antropofage indiaan voortdurend aan zijn eigen wereldbeeld aanpast.
Meer lezen

Gedragskarakteristieken van breekplaten bij laserablatie

KU Leuven
2016
Siebe
Van Thienen
Verbeteren en verhogen van de efficiëntie bij de huidige breekplaat voor zoutwatertoepassingen. Uitgebreid met een statistisch model dat voorspellingen maakt op basis van data science.
Meer lezen

LSU-peptiden en hun cruciale rol als regulatorische hubs tijdens de stressrespons van Arabidopsis thaliana

KU Leuven
2016
Hanne
Claessen
  • Barbara
    De Coninck
Deze masterthesis zet verdere stappen in het onderzoek naar de functie van de LSU-peptiden in Arabidopsis thaliana. Deze genen hebben een mogelijke rol in de immuunrespons van planten of het energiemetabolisme en zouden belangrijke toepassingen kunnen bieden in de gewasverbetering.
Meer lezen

De architect en het bouwteam. Dringt een nieuwe rol voor de architect zich op?

Universiteit Gent
2016
Lorenzo
Van Tornhaut
De scriptie onderzoekt de noodzaak naar een nieuwe, moderne, invulling van het beroep architect in Vlaanderen, in het licht van een toenemende bedrijfseconomische en inhoudelijke druk.
Meer lezen

Crisismanagement en de ramp in Fukushima: de invloed van het ‘Nuclear Village’

KU Leuven
2016
Kelly
Knapen
Crisis Management and the Fukushima Daiichi Nuclear disaster
The influence of the Nuclear Village
Kelly Knapen


The triple meltdown in the Fukushima daiichi nuclear power plant on the 11th of March 2011 has been coined the second worst nuclear disaster since Tsjernobyl. It created a shockwave through the world. Concerns about the safety of this energy source rose to new heights. Voices arose to completely step away from nuclear energy altogether. In Japan this became very apparent. The government experienced massive waves of criticism. Mainly on the way they handled the crisis. This dissertation looked deeper into the crisis management regarding the Fukushima Daiichi nuclear disaster and investigated whether this was effective or not. Secondly this research concentrated on the reasons behind the failures of the crisis management, mainly concentrating on the influence of the Nuclear Village and what effect this had on the crisis management itself.
To achieve this, this dissertation first looked deeper into the legal framework surrounding crisis management in Japan to investigate whether two important aspects of crisis management were covered namely those of preparation and prevention. Secondly it used the reports of the ‘Fukushima Nuclear Accident Independent Investigation Commission’ of the National Diet of Japan and ‘The Independent Investigation committee on the Fukushima Nuclear Accident’ to look deeper into the immediate crisis respons and looked whether the three important elements of communication, cooperation and leadership were present. Lastly, by using the theory of George Stigler on ‘Regulatory Capture’ and the more concrete studie on the ‘Nuclear Village’ of Kainuma (開沼) and Kingston, this dissertation formed its conclusion on the reason behind the problems regarding crisis management in Japan and its effectiveness.
Out of this research it became apparent that there were serious problems concerning the crisis management of the Fukushima nuclear accident. It became clear that nuclear safety was not ensured. The government did not learn the necessary lessons from the two severe incidents that occurred before the disaster in Fukushima, which should have served as a wake-up call. During the crisis at the Fukushima Daiichi nuclear power plant, the main players in crisis management distrusted each other, which lead to a general lack of cooperation, communication and leadership. Although this was a period of crisis, where no one acts perfectly according to plan, this research made clear that the influence of TEPCO on the different players was a major factor in the failure of the crisis management concerning the nuclear disaster at the Fukushima Daiichi nuclear power plant.
This crisis eventually led to a structural reform of crisis management in Japan. This can certainly be called a big step forward. However regarding the nature of the Nuclear Village, as a deeply-enrooted system, a reform alone may not be enough. On this part more research is definitely needed.

Meer lezen

De onderconsumptie van groenten in kaart gebracht - Uitvoering van een interventie bij zwangere vrouwen

Odisee
2016
Jessica
Berden
  • Odile
    Debeck
Hoe groot is de kloof tussen de aanbeveling van groenten en de werkelijke inname? Wat bepaalt hoeveel groenten iemand eet en hoe kan dit beïnvloed worden? We voerden een campagne uit bij zwangere vrouwen om de aanbeveling en werkelijkheid dichter bij elkaar te brengen.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Literaire competentie in Suriname. Hoe kunnen we in een traject van zes lessen, het leesplezier van Surinaamse jongeren van 12 tot 14 jaar met een zeer beperkte literaire competentie vergroten en hun literaire competentie verbeteren?

Karel De Grote Hogeschool
2016
Laura
Hellinckx
Tijdens mijn buitenlandse stage in Suriname ging ik samen met een aantal jongeren met een beperkte literaire competentie aan de slag om hun literaire competentie te verbeteren aan de hand van een lessenreeks met aangepaste werkbundel.
Meer lezen

Impact van strategische wendbaarheid op menselijke duurzaamheid binnen organisaties

Universiteit Antwerpen
2016
Bart
De Keyser
Wil een bedrijf heden ten dage competitief blijven, dan dient het steeds vaker een doorgedreven vorm van flexibiliteit in te voeren. Hoewel nastrevenswaardig op organisationeel niveau, lijkt een dergelijke wendbaarheid echter niet altijd te stroken met de menselijke mogelijkheden van de individuele werknemers. Deze scriptie identificeert waar de voorname pijnpunten zich situeren en evalueert hoe twee hedendaagse bedrijven met de aangekaarte probleemvelden omgaan.
Meer lezen

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Universiteit Antwerpen
2016
Hanne
Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.
Meer lezen

Metafysica in een tijdperk van fysica

Universiteit Antwerpen
2016
Dirk
van der Wulp
De vraagstelling die in deze masterproef centraal staat is: wat is een actuele invulling/definitie van het begrip 'metafysica'? Er wordt een brede invulling/definitie van dit begrip verdedigd.
Meer lezen

Handelingsonzekerheid bij maatschappelijk werkers in het omgaan met radicalisering binnen het onderwijs. ‘Handvaten voor CLB-medewerkers’

Karel De Grote Hogeschool
2016
Hannah
Verhaegen
Wat maakt CLB-medewerkers onzeker in het omgaan met radicalisering en wat kan hen zekerder maken in de toekomst?
Meer lezen

Bijzondere brussen, bijzondere aandacht. Een onderzoek naar effectiviteit van psycho-educatie aan broers en zussen bij ADHD, met toevoeging van Teigetje.

Thomas More Hogeschool
2016
Rebecca
De Cuyper
Het doel van dit onderzoek was om het nut van psycho-educatie aan brussen over ADHD na te gaan. In dit onderzoek werd gewerkt met zelf samengesteld educatief materiaal bestaande uit een voorleesboek, een werkboek, praatplaten en een vragenlijst. Resultaten van dit onderzoek toonden aan dat broers en zussen, van kinderen met de diagnose ADHD, meer kennis hebben over ADHD na het krijgen van psycho-educatie.
Meer lezen

Geluk: Een explorerend onderzoek naar methodieken over geluk in de basisschool

VIVES Hogeschool
2016
Lisa
Pareyn
Meer en meer leerlingen uiten signalen dat ze ongelukkig zijn. Dit zette ons ertoe aan om methodieken over geluk te verzamelen. Eén onderzoeksvraag staat centraal: “Welke methodieken kunnen een goede basis vormen, voor het ontwikkelen van lessen rond geluk voor kleuters en lagere schoolkinderen?”. Ons finaal doel is het formuleren van adviezen met betrekking tot de implementatie van methodieken rond geluk.
Meer lezen

Selectie van een bodem fosfortest geschikt voor de bepaling van de kritische drempelwaarde voor gewasrespons bij dalende P-beschikbaarheid

KU Leuven
2016
Toon
van Dael
Op basis van bodemstalen van langetermijnsproefvelden uit West-Europa en een potproef op Vlaamse landbouwbodems, werd bepaald welke bodem fosfortest het best kan voorspellen wat het kritische bodemfosforgehalte is waaronder de gewasopbrengst zal dalen. De voorlopige conclusie is dat de Olsen-extractie en de ammoniumlactaat-extractie dit het beste voorspellen.
Meer lezen

Duurzaam spelen: een uitdaging!

Arteveldehogeschool Gent
2016
Margo
Desseyn
Het eindwerk bevat een praktijkgericht onderzoek rond het integreren van duurzame materialen binnen de opvang van kinderen van nul tot drie jaar. Er werd een onderzoek gedaan naar de bevorderende en belemmerende factoren bij onthaalouders om met kosteloos materiaal aan de slag te gaan.
Meer lezen

Het effect van overnames op skill upgrading

Universiteit Gent
2016
Laure
Coppens
Dit onderzoek gaat aan de hand van vier scholingscategorieën na of er een wijziging is in het scholingsniveau bij werknemers in targetbedrijven na een overname. Er is een subtiel skill upgradend effect te zien. Daarnaast worden hierin Belgische overnames ook vergeleken met buitenlandse overnames.
Meer lezen

Je suis Charlie? Où pas?... Een literaire analyse omtrent blasfemische cartoons in onze samenleving

Vrije Universiteit Brussel
2016
Lise
Van Bossuyt
Betekent het recht op vrije mening dat alles over iedereen kan gezegd of gepubliceerd worden? Of is het publiceren van blasfemische cartoons, die aanleiding gaven tot geweld net een brug te ver. Met z'n allen Charlie zijn, lijkt toch de betere optie.
Meer lezen

Can green be the new black? Een toepassing van het geïntegreerd model van gedragsvoorspelling op de relatie tussen blootstelling aan mediaberichten over de sociale verantwoordelijkheid van fast fashion bedrijven en consumenten hun attitudes/koopintenties

Universiteit Antwerpen
2016
Orpha
de Lenne
Onderzoek naar in welke mate attitudes, normen en koopgedrag betreffende duurzame kledij worden beïnvloed door mediaberichten over de corporate social responsibility van fast fashion bedrijven.
Meer lezen

Nanobody-mediated imaging and inhibition of the immune checkpoint ligand PD-L1

Vrije Universiteit Brussel
2016
Quentin
Lecocq
Mijn sciptie gaat over de nanobody gemedieerde beelvorming en blokkade van immuun checkpoint PD-L1. Het doel is om een middel te ontwikkelen die gebruikt kan worden voor zowel de diagnose en behandeling van kankerpatiënten.
Meer lezen

Adverteren in een wereld met andere spelregels: Een kwalitatieve studie naar de mening van gamers over het gebruik van in-game advertising in fantasy MMORPG’s en hun suggesties om de congruentie ervan te verbeteren

Universiteit Antwerpen
2016
Maarten
Cant
  • Sarah
    Desseyn
Het doel van deze masterscriptie is tweeledig.
Enerzijds gaat deze studie na hoe gamers staan tegenover het gebruik van in-game advertising (IGA) in fantasy MMORPG's. Anderzijds werd ook het belang van congruentie bij de implementatie van IGA onderzocht.

Meer lezen

Karteren van landschapsdiensten door middel van de PGIS-methode toegepast in Lier

Universiteit Gent
2016
Annelies
Broeckx
Mensen gebruiken het landschap om zich heen voor verschillende doeleinden. Deze thesis brengt deze gebruiken van het landschap in kaart aan de hand van interviews met lokale bewoners.
Meer lezen

Het bijzondere dyslexiebeest. De theorie en praktijk van psycho-educatie aan lagere schoolkinderen met dyslexie

Thomas More Hogeschool
2016
Liesy
Nelissen
Deze scriptie belicht de verschillende doelen, werkvormen en methodes, betrokken partijen, bestanddelen en lacunes van psycho-educatie aan lagere schoolkinderen met dyslexie. Daarnaast gaat de scriptie in op de benodigde aspecten van een voorlichtingsfilm voor deze doelgroep
Meer lezen