Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Mutirão | Collective Autoconstruction in São Paulo

KU Leuven
2016
Loranne
Colla
  • Clementien
    Peeters
  • Caroline
    Preud'homme
Mutirão is een omstreden Braziliaanse term die verschillende vormen van coöperatieve hulp en collectieve initiatieven beschrijft. Hoewel het oorspronkelijk voornamelijk verwees naar collectieve landbouwpraktijken beslaat de term intussen een brede waaier aan gemeenschapspraktijken, met coöperatieve bouwprojecten als de meest opmerkelijke. Precies deze vorm van mutirão vormt het onderwerp van dit onderzoeks- en ontwerpproject. Het tracht enerzijds de omstreden geschiedenis van collectieve autoconstructie in São Paulo nader te belichten, en anderzijds een toekomstperspectief te verbeelden vanuit een extensieve veldwerkervaring en nauwe samenwerking in lopende mutirão projecten.
Meer lezen

Jeugdwelzijnsorganisaties als sleutel op het radicaliseringsvraagstuk? Habbekrats als case study.

Universiteit Gent
2016
Astrid
Loots
Het radicaliseringsvraagstuk is een realiteit binnen alle lagen van onze huidige westerse samenleving. Onze samenleving zal een kritische denkoefening moeten uitvoeren om een adequaat antwoord te formuleren op dit hedendaags vraagstuk. Deze bachelorproef geeft daartoe een eerste aanzet en wil nagaan of jeugdwelzijnsorganisaties, zoals Habbekrats, een rol kunnen spelen in de preventie van radicalisering
Meer lezen

Unity 5 versus Unreal Engine 4: Artificiële intelligentie van 3D vijanden voor een HTML5 project

Hogeschool Gent
2016
Matthias
Caryn
Rusty Bolt is een Belgische indie studio. Deze studio wilt een nieuw project starten voor een 3D spel in een HTML5 browser die intensief gebruik zal maken van kunstmatige intelligentie en WebGL. Na onderzoek via een requirements-analyse van verschillende mogelijkheden van game engines komen we terecht bij twee opties namelijk Unity 5, die Rusty Bolt al reeds gebruikt, of de Unreal Engine 4, wat voor hen onbekend terrein is. Qua features zijn ze enorm verschillend, maar ze voldoen elk niet aan één voorwaarde die Rusty Bolt verwacht van een game engine. Zo biedt Unity Technologies wel een mogelijkheid om software te bouwen in de cloud. De broncode van Unity wordt niet openbaar gesteld, tenzij men er extra voor betaalt. Deze game engine is dus niet volledig open source in tegenstelling tot Unreal Engine 4.

We vergelijken dan verder ook deze twee engines, namelijk Unity 5 en Unreal Engine 4. We tonen aan dat deze engines visueel verschillen van features, maar ook een andere implementatie van de artificiële intelligentie (AI) hanteren. Zo beperkt Unity zich voornamelijk op path finding van de AI, terwijl Unreal Engine 4 daarbij ook Behaviour Trees bij betrekt. Technisch zitten er ook verschillen in beide engines. Men kan de Unity engine op meer verschillende systemen draaien dan de Unreal Engine 4. En Unity 5 heeft ook lagere systeemvereisten dan Unreal Engine 4. Unity is verder ook enorm populair en heeft ook een groot marktaandeel, terwijl Unreal Engine 4 de grootste groei toont aan populariteit sinds 2015. Beide game engines gebruiken een verschillende objectgeoriënteerde programmeertaal, Unity 5 maakt gebruik van C# en JavaScript, terwijl Unreal Engine 4 enkel geschreven kan worden in C++ maar hebben wel een eigen visuele scripttaal via Blueprint Visual Scripting. Maar als we echter kijken hoe ze hun geschreven code omzetten naar een werkend HTML5 geheel gebruiken beide hiervoor eenzelfde tool gemaakt door Mozilla genaamd emscripten.

In beide game engines maken we ook een basis AI prototype in vergelijkbare omstandigheden en omgeving. Op dat prototype voeren we een aantal tests en metingen uit. Zo komt duidelijk naar voor dat de ruimte die nodig is om een nieuw project aan te maken bij Unreal Engine meer dan vier keer groter is dan voor Unity 5.3. Het laden van de editor gaat bij Unity slechts één seconde sneller. Bij Unity 5 maakt het laden op verschillende browsers, zoals Firefox en Chrome, wel een verschil van ongeveer drie seconden langer wanneer men cache gebruikt. Als we gaan kijken bij Unreal Engine 4 is er nauwelijks tot geen verschil is tussen de snelheden van de verschillende browsers.

Uiteindelijk komen we tot de conclusie dat de engines enorm verschillen en toch hun taak goed volbrengen. De keuze voor een bepaalde game engine is dan ook iets persoonlijk en varieert van project tot project. Deze keuze wordt dan best gecombineerd met de verwachtingen van een game engine in functie van het bedrijf en het project.
Meer lezen

De steun aan onze ex-kolonies

Erasmushogeschool Brussel
2016
Killyan
Dauvillé
Sinds 1960 gaat de helft van de Belgische bilaterale ontwikkelingssamenwerking naar onze ex-kolonie Congo en ex-mandaatgebieden Rwanda en Burundi. Een halve eeuw na de dekolonisatie zitten de koloniale banden nog steeds verankerd in ons ontwikkelingsbeleid. Blijft die steun onvoorwaardelijk?
Meer lezen

Alcohol en grensoverschrijdend seksueel gedrag in het studentenleven.

KU Leuven
2016
Caroline
Vanhollebeke
Naar aanleiding van een lange onderzoekstraditie, alsook een recent onderzoek (Cantor & Fisher, 2015) uit de VS, kan worden geschat dat 1/4 van de vrouwelijke studenten slachtoffer wordt van seksueel geweld tijdens hun hogere studies. Het merendeel van deze onderzoeken duiden alcoholconsumptie bij studenten aan als de grootste risicofactor. Er is, voor wat Europese studenten betreft, echter bijna niets geweten over de link tussen alcohol enerzijds en grensoverschrijdend seksueel gedrag anderzijds. Het doel van deze masterproef is om na te gaan of dit fenomeen in Europa extra aandacht verdient of dat het hier wellicht gaat om een disproportionele, puriteinse angst van de Amerikanen.
Meer lezen

Het effect van tussentaal op de waardering voor een spreker en op het begrijpen en onthouden van een boodschap

KU Leuven
2016
Lien
Morren
Een wetenschappelijke studie van de invloed die de taalvariëteit (tussentaal of Standaardnederlands) heeft op wat we vinden van onze gesprekspartner en op de mate waarin we zijn boodschap begrijpen en kunnen onthouden.
Meer lezen

Doorbreek de cirkel: de rol van de hulpverlening bij intrafamiliaal geweld in Gent

Hogeschool Gent
2016
Yelien
Parewyck
In mijn scriptie ga ik op zoek naar een definitie voor intrafamiliaal geweld, de tendensen en wat de rol van de hulpverlening is bij deze complexe problematiek. Ik bekijk daarin specifiek de rol van de hulpverlening in Gent.
Meer lezen

Een kwalitatieve studie naar de betekenissen die wensouders construeren rond hun (toekomstige) donor

Universiteit Gent
2016
Marjoleine
De Clercq
In deze studie werden op basis van een grondige analyse van tien koppelinterviews, elf thema's gevonden die een antwoord kunnen zijn op de vraag welke betekenissen koppels geven aan hun sperma- of eiceldonor.
Meer lezen

OKAN jongeren in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België - Het overbruggen van taal, leeftijd en cultuur

Vrije Universiteit Brussel
2016
Joke
Vanderschoot
Musea kunnen een grote bijdrage leveren aan de integratie in België van OKAN jongeren ofwel anderstalige nieuwkomer. Een museumbezoek op maat in de Koninklijke Musea voor Schone kunsten van Brussel is ontwikkeld om te beantwoorden aan de noden van deze jongeren.
Meer lezen

"Cultuurhuizen voor de moderne grootstad?" Kaaitheater, Kunstenfestivaldesarts en de allochtone 'meerderheid' in Brussel.

Universiteit Gent
2016
Trijn
Blondé
In mijn scriptie onderzocht ik de diversiteit binnen het publiek in de cultuursector. Ik focuste me voornamelijk op nieuwkomers van Arabische en Afrikaanse origine. Hiervoor heb ik als casussen volgende cultuurhuizen van naderbij bestudeerd: het Kaaitheater en het Kunstenfestivaldesarts.
Meer lezen

Elderspeak in Flemish and Spanish elderspeak: A cross-cultural study

KU Leuven
2016
Mabelle
Mrad
Deze masterproef omvat in eerste instantie een onderzoek naar elderspeak in Spanje. In tweede instantie wordt er ook een vergelijking gegeven in het gebruik van elderspeak tussen Spanje en Vlaanderen. Daarbij probeert dit onderzoek een cultureel perspectief te geven met betrekking tot de verschillende karakteristieken van het gebruik van elderspeak.

Het theoretische deel van deze masterproef bestaat uit drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk geeft een grondige kijk op elderspeak en spitst zich vooral toe op werken van Backhaus (2011), Williams (2004), etc. Het tweede hoofdstuk legt de focus op de crossculturaliteit tussen Spanje en Vlaanderen met behulp van de theorieën van Hofstede (1994, 2002, 2010 & 2011) en Hall (1990). De preliminaire onderzoeken van Pans (2015) en Verstraeten (2014) vinden hun plaats in het laatste hoofdstuk.

In het tweede deel van deze masterproef, de methodologie, treden twee onderzoeksvragen met hun respectievelijk subvragen naar voren. De onderzoeksvragen zijn gebaseerd op voorspellingen die uit de steekproef of pilot study konden worden opgemaakt. Ook de woonzorgcentra, de observaties, etc. worden hier verder besproken.

Het laatste deel gaat over de resultaten van de studie in Spanje, maar bevat ook een vergelijking van de Vlaamse en Spaanse studies. Daarbij worden de (crossculturele) conclusies ook toegelicht.
Meer lezen

Vermaatschappelijking van de zorg binnen de integrale jeugdhulp: Effectiviteit van familienetwerkberaden

KU Leuven
2016
Jana
Tegethoff
Het familienetwerkberaad is een methodiek in de jeugdhulp die bijdraagt aan het versterken van sociale netwerken. Een familienetwerkberaad is een overleg tussen de cliënt, de familieleden, vrienden, andere belangrijke personen voor het gezin en één of meer zorgverleners, met als doel de krachtbronnen en mogelijkheden van het netwerk in kaart te brengen.
In deze scriptie wordt de effectiviteit van het familienetwerkberaad onderzocht.
Meer lezen

De architect en het bouwteam. Dringt een nieuwe rol voor de architect zich op?

Universiteit Gent
2016
Lorenzo
Van Tornhaut
De scriptie onderzoekt de noodzaak naar een nieuwe, moderne, invulling van het beroep architect in Vlaanderen, in het licht van een toenemende bedrijfseconomische en inhoudelijke druk.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Het gebruik van honden in Animal-Assisted Interventions

Odisee
2016
Bauke
Verbruggen
Animal-Assisted Interventions (AAI) worden steeds meer toegepast in de gezondheidszorg en diverse andere settings, waarbij vooral gebruik gemaakt wordt van honden. Deze scriptie kijkt naar de effecten van AAI op het welzijn van de betrokken honden en hoe deze reageren op de nieuwe omgevingen waarin zij hierbij terecht komen. Een overzichtstabel geeft criteria weer waaraan AAI zou moeten voldoen opdat het ook aan het welzijn van de hond tegemoet zou komen.
Meer lezen

Kwalitatief onderzoek: Het gebruik van sociale media binnen romantische relaties

Universiteit Antwerpen
2016
Melissa
Van Dam
Hoe gebruiken adolescenten sociale media in een romantische relatie? En wat zijn de normen hieromtrent? Dat is wat er werd nagegaan in dit onderzoek.
Meer lezen

Het leven zoals het niet is: porno

KU Leuven
2016
Hanne
Kelchtermans
Onderzoek naar de impact van internetpornografie op instrumentele attitudes en bereidheid tot casual seks bij Vlaamse adolescenten.
Meer lezen

De zin en onzin van meerouderschap

KU Leuven
2016
Irgen
De Preter
Kinderen worden steeds vaker opgevoed in meeroudergezinnen: naast juridische ouders staan ook niet-juridische ouders in voor de opvoeding van het kind. Tussen deze niet-juridische ouders en kinderen ontstaan gezagsrelaties die niet wettelijk beschermd worden. Uit rechtsvergelijkend onderzoek bieden zich twee mogelijke manieren om deze gezagsrelaties te beschermen.
Meer lezen

Ervaringen van alleenstaande pleegouders in Vlaanderen: pleegzorg als uitdrukking van een electieve biografie

Universiteit Gent
2016
Emma
Degroote
In dit exploratief kwalitatief onderzoek worden alleenstaande pleegouders via diepte-interviews gevraagd naar hun ervaringen als alleenstaande pleegouder, naar de rol die ze binnen het pleeggezin opnemen en hoe ze omgaan met de uitdagingen die het alleenstaand pleegouderschap stelt.
Meer lezen

Handelingsonzekerheid bij maatschappelijk werkers in het omgaan met radicalisering binnen het onderwijs. ‘Handvaten voor CLB-medewerkers’

Karel De Grote Hogeschool
2016
Hannah
Verhaegen
Wat maakt CLB-medewerkers onzeker in het omgaan met radicalisering en wat kan hen zekerder maken in de toekomst?
Meer lezen

Analyse van het On Tour for Europe (OTE) project “Bringing youth step by step to active citizenship and job-creation”. 

Hogeschool PXL
2016
Lotte
Kerkhofs
Het gaat om een Europe for Citizens project, gesteund door de EU (2015-2017). Het project is een samenwerking tussen de steden Abegondo (ES), Detmold (DU), Hasselt (BE), Kaunas (LT), Saint-Omer (FR), Schiedam (NL), Oraiokastro (GR) en Reggio Emilia (IT). Hasselt is de leading partner. Daarnaast neemt ook Ethercentrum vzw deel. Doel is bevorderen van ondernemerschap bij jongeren en jobcreatie. Tegelijk willen we partners informeren over Europese samenwerking en burgerschap stimuleren.
Meer lezen

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Universiteit Gent
2016
Bram
Vanhevel
België, Luxemburg en Oostenrijk hebben lange tijd geweigerd deel te nemen aan Europese initiatieven tot onderlinge uitwisseling van bankgegevens voor belastingdoeleinden. Bestaande theorie probeert dit te verklaren door te wijzen op het feit dat kleine landen geen baat hebben bij fiscale coöperatie. Deze scriptie probeert aan de hand van een Qualitative Comparative Analysis te verduidelijken waarom enkel deze kleine EU-lidstaten zich verzet hebben terwijl alle anderen wel hun fiat gaven.
Meer lezen

Genetisch-genealogisch verwantschapsonderzoek in de Lage Landen op basis van Y-chromosomale variatie

KU Leuven
2016
Sofie
Claerhout
  • Maarten
    Larmuseau
De moleculaire biologie kan via het Y-chromosoom de genetica achter genealogie bestuderen. Het Y-chromosoom wordt net als de familienaam grotendeels onveranderd doorgegeven van vader op zoon. De focus van deze studie ligt op de aanwezigheid van buitenechtelijkheid of extra paar vaderschap (EPP).
Meer lezen

Moeders over stiefmoederschap: de mythe voorbij?

Universiteit Gent
2016
Charlotte
Maene
Vanuit de mythe van de boze stiefmoeder wordt de rol van de stiefmoeder vaker geproblematiseerd dan de betrokkenheid van stiefvaders. Enerzijds lijken mensen te verwachten dat stiefmoeders goed zorgen voor hun stiefkinderen en is men wantrouwig of dit zal gebeuren. Anderzijds worden stiefmoeders weinig geraadpleegd met betrekking tot de opvoeding van hun stiefkinderen. Deze studie brengt in kaart hoe moeders denken over stiefmoederschap en toont aan dat er verschillende strategieën zijn om taken binnen het nieuw samengesteld gezin te verdelen.
Meer lezen

Welke noden ervaren mantelzorgers in een oncologische palliatieve thuissituatie op sociaal-emotioneel, financieel en psychisch-spiritueel vlak?

Thomas More Hogeschool
2016
Britt
Godts
Mantelzorgers spelen een centrale rol in de zorg voor palliatieve personen. Ze maken het mogelijk dat hun naaste thuis kan overlijden. Niet alleen de zorgvrager, maar ook de mantelzorger heeft noden in deze zorgsituatie. Palliatieve thuiszorg is op verschillende vlakken voor de mantelzorger niet vanzelfsprekend.
Meer lezen

Good sexuality starts with (good) Total Communication

KU Leuven
2016
Thyra
Degroote
Relationele en seksuele beleving bij mensen met een verstandelijke beperking aan de hand van Totale Communicatie.
Meer lezen

Cofán Pragmatism in Times of Uncertainty: Negotiating the Negligent Hegemonic State and Imaginary Oil

KU Leuven
2016
Julio Ignacio
Rodriguez Stimson
The Cofán people of Zábalo, a community in the Ecuadorian Amazon, have always engaged pragmatically on an everyday basis with their forest-based lifestyle and relations with the government, corporations and outsiders (fuesu a’i). However, in recent years the community has been dealing with growing uncertainty, internal economic inequality, high unemployment, and an Ecuadorian state that extends governmental control, while also neglecting the needs of people in this region. A myriad of factors discussed in this paper, including the increased integration of outside commodities into the Cofáns’ daily life, have led me to believe that unless the Cofán gain access to a steady source of financial income to purchase basic supplies and commodities (such as bullets, gasoline and salt), many people will have to look for work outside the community or allow oil companies to exploit their resources. The growing accumulation of wealth by just two families in the community, increasing dependence on money, lack of access to jobs, and internal political divisions have increased distrust and bad talk (ega afa’cho). Through a two-month stay with the community, where I interviewed 25 individuals (collecting 67 hours of semi-structured interviews) and produced 7 short films , I mainly sought to answer the following three questions: What political and economic changes have these people encountered in recent years? What is the community’s relationship with money, commodities and other sources of value? Can the Cofán maintain an ideal tranquil (opatssi) life and take care of the forest (tsampima coiraye), while simultaneously engaging with external influences, including restrictive laws, expansion of the capitalist frontier, commodities, the Socio Bosque environmental conservation government scheme, populist local politicians, and the potential of oil exploitation?

I conclude that Zábalo is currently a frontier of ‘negligent hegemonic control’ and is becoming more assimilated into the global economic market, creating a greater dependence on money and commodities, which is both changing people’s relationship to the concepts of opatssi and tsampima coiraye and also making them more likely find a pragmatic solution to their economic problems, such as allowing oil exploitation. Finally, this paper advocates for an engaged, activist anthropology in the context of a neoliberal world with increasing inequality, marginalized indigenous peoples, and increasing environmental degradation.
Meer lezen

Aansprakelijkheid van de bouwpartners in Belgische context: positie en verzekeringsplicht van de architect

Universiteit Gent
2016
Astrid
Annaert
Deze masterproef is een verkennend onderzoek naar hoe de relaties tussen verschillende bouwpartners in België is ontstaan, hoe ze momenteel worden ervaren en toegepast en hoe dit, in functie van wijzigende inzichten en reglementeringen in de toekomst zou kunnen evolueren. Enkele rechtszaken en wetsvoorstellen tonen immers aan dat de huidige situatie in België in dit verband op een aantal vlakken mank loopt.
Meer lezen

Klein en weerbarstig: waarom België, Luxemburg en Oostenrijk de automatische uitwisseling van informatie tussen belastingdiensten aanvankelijk weigerden

Universiteit Gent
2016
Bram
Vanhevel
Mijn scriptie verklaart waarom België, Luxemburg en Oostenrijk zich jarenlang verzet hebben tegen de uitwisseling van bankgegevens onder Europese lidstaten
Meer lezen

Further exploration of the imidazole pKaH motif in DNAzymes through NMR studies of sequence permutations

Universiteit Gent
2016
Anne-Mare
de Vries
De tolerantie voor andere interactiepartners binnen het pKaH regulerend motief van een recent ontdekte, veelbelovende DNAzyme werd onderzocht door nucleobasepermutaties uit te voeren. De analyse werd gebaseerd op zowel 1D als 2D NMR technieken en smelttemperatuuranalyse. Hieruit konden design regels geëxtraheerd worden die specifiek ontwerp van DNAzymes mogelijk maakt.
Meer lezen