Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

De eerstelijnsfunctie van een antigifcentrum: economische impact op de gezondheidsuitgaven.

Universiteit Gent
2016
Anne-Marie
Descamps
Deze studie onderzoekt de meerwaarde van het Antigifcentrum in het Belgisch gezondheidssysteem via een economische evaluatie van twee alternatieven, namelijk de berekening van de kostenbatenratio bij het al dan niet beschikbaar zijn van het Belgisch Antigifcentrum.
Meer lezen

Omgaan met zelfverwijzers

Odisee
2016
Antonetta (Nicole)
Vanlaerhoven
Gedragsdeterminantenanalyse voor zelfverwijzend gedrag, dmv literatuurstudie. Gevonden factoren worden geplaatst in het ASE-model en getoetst via praktijkstudie.
Meer lezen

De ontoerekeningsvatbaarheid na de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014

Universiteit Gent
2016
Jirka
Sapijn
De masterproef onderzoekt de kritieken die doorheen de geschiedenis op de ontoerekeningsvatbaarheid werden geuit en toetst hoe de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014 hieraan tegemoetkomt. Daarnaast wordt een blik geworpen op de ontoerekeningsvatbaarheid in het Nederlandse en Engelse recht.
Meer lezen

Onderzoek naar de invloed van leeftijd, opleidingsniveau en dieetgeschiedenis op de kennis van verpleegkundigen omtrent verscheidene topics rond voeding

VIVES Hogeschool
2016
Ines
Verhaeghe
  • Ellen
    Vandamme
  • Jan
    Baudonck
Deze scriptie is een weergave van de kennis over voeding en voedinsgewoonten bij verpleegkundigen in de Vlaamse zorgsetting. Onderzoek de kennis bij Vlaamse verpleegkundigen is nodig door de steeds groter wordende rol van voeding in de zorgsector.
Meer lezen

De invloed van de Ice Bucket Challenge op de steun aan ALS-patiënten bij jongvolwassenen: een toepassing van het Prototype Willingness Model.

Universiteit Antwerpen
2016
Charlotte
Van Ballart
De ALS Ice Bucket Challenge was een succesvolle campagne die een impact heeft gehad op het maatschappelijke bewustzijn en de steun aan ALS-patiënten. Deze studie paste het Prototype Willingness Model toe om te kunnen onderzoeken hoe en wanneer de blootstelling aan online video’s van de ALS Ice Bucket Challenge een invloed heeft gehad op de bereidheid om ALS-patiënten te steunen bij jongvolwassenen.
Meer lezen

Klasinterne peer tutoring tijdens de lessen taalbeschouwing en getallen.

AP Hogeschool Antwerpen
2016
Céline
Koeckelenbergh
Peer tutoring is een coöperatieve werkvorm die je kan gebruiken in de klas. De leerlingen werden bij dit onderzoek samen gezet in heterogene groepen (sterk + zwak). De tutors, sterke leerlingen, stonden in om de tutees, zwakke leerlingen, te helpen en ondersteunen tijdens herhalingslessen.
Meer lezen

Het pythagorasgetal van enkele commutatieve ringen

Universiteit Antwerpen
2016
Nicolas
Daans
Geeft uitgaande van een basiskennis algebra een overzicht van de bekendste resultaten over het pythagorasgetal van commutatieve ringen die geen lichamen zijn, vertrekkend van de vierkwadratenstelling van Lagrange en eindigend bij enkele stellingen van de laatste jaren. Tussendoor worden veel voorbeelden en tegenvoorbeelden gegeven.
Meer lezen

Het effect van oude tv-programma’s op de mate van de televisiebeleving. Een experiment bij personen met een lichte vorm van dementie

KU Leuven
2016
Kristien
De Schepper
Het aantal personen met dementie zal de komende jaren exponentieel toenemen. Ongeveer 35% van hen komt in een woonzorgcentrum terecht en verblijft daar tot aan het overlijden. In woonzorgcentra worden regelmatig activiteiten georganiseerd, maar er wordt ook vaak teruggegrepen naar de tv om de bewoners bezig te houden. Er is reeds onderzoek gebeurd naar de capaciteit van personen met dementie om naar tv te kijken. Daarnaast werd meermaals aangetoond dat oude voorwerpen, oude muziek,... personen met dementie kunnen helpen met het ophalen van herinneringen en dat dit een positieve invloed kan hebben op hun levenskwaliteit. In dit onderzoek werd getracht het huidige onderzoek een andere richting in te sturen en na te gaan wat het effect is van oude tv-programma’s op de televisiebeleving van personen met een lichte vorm dementie.
Er werd een experiment uitgevoerd bij twaalf personen met een lichte vorm van dementie, verspreid over drie Leuvense woonzorgcentra. Televisiebeleving werd gemeten aan de hand van de aandacht en emoties (commentaar geven op de inhoud, lachen, glimlachen en reageren op muziek) tijdens het kijken. Er werd een vergelijking gemaakt van de aandacht en emoties tijdens een oud- en tijdens een recent tv-programma.
Personen met dementie bleken significant meer zonder afleiding te kijken naar een oud tv-programma dan naar een recent tv-programma. Bovendien werd er significant meer commentaar gegeven op de inhoud en lachten de proefpersonen significant meer tijdens een oud- dan tijdens een recent tv-programma.
De resultaten tonen aan dat oude televisiecontent een positieve invloed kan hebben op personen met dementie. Dit onderzoek was slechts een eerste stap in de goede richting. Toekomstige onderzoekers kunnen dit experiment op grotere schaal uitvoeren. Een volgende stap is dat het tonen van oude tv-programma’s geïntegreerd wordt in de dagelijkse zorg binnen woonzorgcentra.
Meer lezen

Perceptie van huisartsen over hun huidige en toekomstige rol in het beleid bij hartfalenpatiënten: Een kwalitatieve studie.

KU Leuven
2016
Sofia
Zervas
  • Hanne
    Leben
Alhoewel richtlijnen een multidisciplinaire omkadering van hartfalenpatiënten aanraden, blijft de zorg in Vlaanderen gefragmenteerd met een onduidelijke rolverdeling voor de verschillende zorgverleners. Deze masterthesis is een kwalitatief onderzoek naar de rol van de huisarts in het beleid bij chronisch hartfalen. De belangrijkste bevinding is dat huisartsen kiezen voor een holistische en flexibele zorg, waarin voor hen een centrale rol is weggelegd.
Meer lezen

Ouderparticipatie op de afdeling Neonataal Intensieve Zorgen: Ontwikkeling van een mobiele applicatie voor het UZ Gent

Odisee
2016
Emillie
Holvoet
Ouders van wie hun kind is opgenomen op de neonataal intensieve zorgen afdeling zijn vaak onzeker en trekken zich hierdoor soms terug in de zorg over hun kind. Voldoende informatie en begeleiding stimuleert hen om te participeren in de zorg. Op basis van deze bevinding werd een prototype van een applicatie ontwikkeld die informatie weergeeft, specifiek voor de situatie van de ouder en hun kind.
Meer lezen

De architect en het bouwteam. Dringt een nieuwe rol voor de architect zich op?

Universiteit Gent
2016
Lorenzo
Van Tornhaut
De scriptie onderzoekt de noodzaak naar een nieuwe, moderne, invulling van het beroep architect in Vlaanderen, in het licht van een toenemende bedrijfseconomische en inhoudelijke druk.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Universiteit Antwerpen
2016
Hanne
Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.
Meer lezen

Ervaringen van alleenstaande pleegouders in Vlaanderen: pleegzorg als uitdrukking van een electieve biografie

Universiteit Gent
2016
Emma
Degroote
In dit exploratief kwalitatief onderzoek worden alleenstaande pleegouders via diepte-interviews gevraagd naar hun ervaringen als alleenstaande pleegouder, naar de rol die ze binnen het pleeggezin opnemen en hoe ze omgaan met de uitdagingen die het alleenstaand pleegouderschap stelt.
Meer lezen

Wat is de noodzaak aan psychologische bijstand voor de familie na een cardio arrest reanimatie van de patiënt op de afdeling hartbewaking in het Ziekenhuis Oost-Limburg?

Hogeschool PXL
2016
Stijn
Peeters
  • An
    Coenen
De vooruitgang van de geneeskunde zorgt ervoor dat steeds meer gereanimeerde patiënten overleven en opgenomen worden in het ziekenhuis. Terwijl de patiënt alle nodige zorgen krijgt, blijft de familie vaak in de kou staan. De vraag of zij nood hebben aan psychologische begeleiding dringt zich op.
Meer lezen

Het effect van overnames op skill upgrading

Universiteit Gent
2016
Laure
Coppens
Dit onderzoek gaat aan de hand van vier scholingscategorieën na of er een wijziging is in het scholingsniveau bij werknemers in targetbedrijven na een overname. Er is een subtiel skill upgradend effect te zien. Daarnaast worden hierin Belgische overnames ook vergeleken met buitenlandse overnames.
Meer lezen

Can green be the new black? Een toepassing van het geïntegreerd model van gedragsvoorspelling op de relatie tussen blootstelling aan mediaberichten over de sociale verantwoordelijkheid van fast fashion bedrijven en consumenten hun attitudes/koopintenties

Universiteit Antwerpen
2016
Orpha
de Lenne
Onderzoek naar in welke mate attitudes, normen en koopgedrag betreffende duurzame kledij worden beïnvloed door mediaberichten over de corporate social responsibility van fast fashion bedrijven.
Meer lezen

César Franck (1822-1890): Messe à trois voix en la majeur, opus 12

AP Hogeschool Antwerpen
2016
Mattijs
Louwye
De vocale muziek neemt bij César Franck (1822-1890) een grote plaats in en één van de belangrijkste vocale werken is het onderwerp van deze scriptie. In tegenstelling tot zijn Six Pièces d’orgue – waar boeken vol van zijn geschreven – is weinig eenduidige informatie over zijn Messe à trois voix te vinden. Het doel was om na research een reconstructie van deze mis te maken en volgens historische waarden een zo getrouw mogelijke uitvoering te laten weerklinken.
Meer lezen

Vergelijkende studie tussen de WAIS-IV-NL, de NLV en de Raven SPM. Een correlatie-onderzoek bij een niet-klinische populatie.

VIVES Hogeschool
2016
Matthias
Mievis
In de psychiatrie wil men tijdsefficiënt werken waardoor men wil kijken in welke mate men een kortere intelligentietest kan afnemen, en in welke maat een NLV of een Raven SPM een correcte maat van de intelligentie weergeeft. In dit scriptie heeft men een correlatie-onderzoek opgezet waarbij men dit heeft getoetst.
Meer lezen

Hermione Granger, een (te) feministische heldin: een onderzoek over de grenzen en toepasbaarheid van feminisme als theoretisch concept

Universiteit Antwerpen
2016
Britt
Libot
Het geheel van dit artikel dient als antwoord op de vraag hoe Hermione Granger functioneert als cinematografisch personage, in welke opzichten ze verschilt met Hermione uit het boek, hoe ze functioneert als heldin en hoe ze uiteindelijk (niet meer) functioneert als feministe.
Meer lezen

The use of progestins in transgender youth: Clinical and hormonal effects

Universiteit Gent
2016
Lloyd
Tack
De master thesis ‘The use of progestins in transgender youth: Clinical and hormonal effects’ onderzocht of progestagenen een alternatief zijn voor gonadotropin releasing hormone analogues (GnRHa), welke meest gebruikt worden om de puberteit te onderdrukken in transgender jongeren. GnRHa zijn duur en worden in België niet terugbetaald, waardoor er nood is aan een goedkoper, maar effectief alternatief, zodat alle transgender jongeren een geschikte behandeling kunnen krijgen. De thesis onderzocht de effecten van pro- en anti-androgene progestagenen in jongeren met gevorderde pubertaire ontwikkeling.
Meer lezen

Moeders over stiefmoederschap: de mythe voorbij?

Universiteit Gent
2016
Charlotte
Maene
Vanuit de mythe van de boze stiefmoeder wordt de rol van de stiefmoeder vaker geproblematiseerd dan de betrokkenheid van stiefvaders. Enerzijds lijken mensen te verwachten dat stiefmoeders goed zorgen voor hun stiefkinderen en is men wantrouwig of dit zal gebeuren. Anderzijds worden stiefmoeders weinig geraadpleegd met betrekking tot de opvoeding van hun stiefkinderen. Deze studie brengt in kaart hoe moeders denken over stiefmoederschap en toont aan dat er verschillende strategieën zijn om taken binnen het nieuw samengesteld gezin te verdelen.
Meer lezen

Is prevention better than cure? An anthropological rethinking of prevention in the context of the Ghanaian health care discourse and the daily lives of its patients

KU Leuven
2016
Axelle
Meyermans
Een antropologische blik op preventie en sensibilisering in de Ghanese gezondheidszorg. Waarom werken biomedische preventiecampagnes vaak niet goed, en wat zijn de lokale Ghanese manieren om aan ziektepreventie te doen?
Meer lezen

Welke noden ervaren mantelzorgers in een oncologische palliatieve thuissituatie op sociaal-emotioneel, financieel en psychisch-spiritueel vlak?

Thomas More Hogeschool
2016
Britt
Godts
Mantelzorgers spelen een centrale rol in de zorg voor palliatieve personen. Ze maken het mogelijk dat hun naaste thuis kan overlijden. Niet alleen de zorgvrager, maar ook de mantelzorger heeft noden in deze zorgsituatie. Palliatieve thuiszorg is op verschillende vlakken voor de mantelzorger niet vanzelfsprekend.
Meer lezen

Zwarte hond bijt waakhond, of net andersom? Kwalitatieve studie naar de beeldvorming van 'depressie' in De Standaard en Het Laatste Nieuws

Vrije Universiteit Brussel
2016
Lauranne
Harnie
Steeds meer mensen worden geconfronteerd met een depressie. Mediaberichtgeving heeft een aanzienlijke invloed op het ziektebeeld en de maatschappelijke perceptie van de stoornis. Deze framing-analyse bestudeert en vergelijkt artikels uit De Standaard en Het Laatste Nieuws.
Meer lezen

Hoogopgeleide migranten in het volwassenenonderwijs in Vlaanderen en hun inburgeringsproces

Vrije Universiteit Brussel
2016
Emel
Kilic
  • Emel
    Kilic
Dit onderzoek handelt over migratie- en inburgeringsprocessen bij hoogopgeleide migranten. Er wordt daarbij gekeken naar het taalverwervingsproces van het Nederlands bij hoogopgeleiden met een migratieachtergrond die ten minste een bachelordiploma hebben behaald, hun positie en hun slaagkansen in het volwassenenonderwijs en naar het verloop van hun inburgeringsproces.
Meer lezen

Good sexuality starts with (good) Total Communication

KU Leuven
2016
Thyra
Degroote
Relationele en seksuele beleving bij mensen met een verstandelijke beperking aan de hand van Totale Communicatie.
Meer lezen

Earnings management en het effect van etnische diversiteit in het bestuur: Empirische studie over bedrijven uit de S&P1500

KU Leuven
2016
Levi
Smets
In deze studie wordt er onderzocht of er een verband is tussen een etnisch divers bestuur en de mate van earnings management. Er werd een literatuurstudie gedaan naar diversiteit en etnische diversiteit. Hieruit is gebleken dat etnische diversiteit en earnings management nog niet eerder samen werden onderzocht, waardoor deze paper een relevante aanvulling is op de literatuur. Uit de literatuurstudie werd de hoofdhypothese opgemaakt, deze stelt dat een etnisch divers bestuur zorgt voor minder earnings management. Ook worden eerdere bevindingen uit voorgaande literatuur getest onder een etnisch divers bestuur, nl. falende bedrijven, crisis en verloningsstructuur van de CEO. Er werd een positief verband gevonden tussen één etnische variabelen en de discretionaire uitgaven en de gecombineerde proxy variabele, alsook bij het interactie-effect voor falende bedrijven en een etnisch divers bestuur. De aanwezigheid van procentueel meer etnische minderheden in het bestuur zorgt voor minder real earnings management, wat zich vooral uit in de discretionaire uitgaven en een etnisch divers bestuur zorgt voor minder earnings management, indien een bedrijf een grotere kans op faillissement heeft.
Meer lezen

A woman’s touch - De invloed van vrouwen op earnings management in het bestuurscomité

KU Leuven
2016
Hanne
Akkermans
De scriptie onderzoekt de invloed van vrouwen in het bestuurscomité op de mate van earnings management. Uit het onderzoek bleek dat vrouwen een negatieve invloed hebben op ,de mate waarin earnings management wordt gehanteerd.
Meer lezen

FOOD- AND NUTRITION-RELATED QUESTIONS IN THE COMMUNITY PHARMACY:

Universiteit Gent
2016
Lize
Vanhie
Observationele studie naar de meest voorkomende voedingsgerelateerde vragen in de officina in Vlaanderen. Daarnaast wordt de voorkennis van de studenten nagegaan, om zo adviezen naar de farmacie-opleiding toe te kunnen formuleren.
Meer lezen