Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Exploring Effects of Sexual Assistance: A "Good Practice" Case Study on Sexual Assistance for an Individual With Intellectual and Physical Disabilities

Universiteit Gent
2016
Quinten
Verdonck
Deze scriptie onderzoekt waarom Seksuele dienstverlening voor personen met een beperking tot goede resultaten kan leiden. Sociale vaardigheden, warme ondersteuning en een reflectieve attitude vanwege de dienstverleenster zijn enkele van de belangrijkste protectieve factoren.
Meer lezen

Vermaatschappelijking van de zorg binnen de integrale jeugdhulp: Effectiviteit van familienetwerkberaden

KU Leuven
2016
Jana
Tegethoff
Het familienetwerkberaad is een methodiek in de jeugdhulp die bijdraagt aan het versterken van sociale netwerken. Een familienetwerkberaad is een overleg tussen de cliënt, de familieleden, vrienden, andere belangrijke personen voor het gezin en één of meer zorgverleners, met als doel de krachtbronnen en mogelijkheden van het netwerk in kaart te brengen.
In deze scriptie wordt de effectiviteit van het familienetwerkberaad onderzocht.
Meer lezen

De Sino-ASEAN relaties en de territoriale conflicten op de Zuid-Chinese Zee: de strategische implicaties van de hedendaagse Chinese nood aan het veiligstellen van de zee

Universiteit Gent
2016
Axel
Dessein
De paper tracht via het politiek realisme enkele aspecten van de territoriale conflicten in de Zuid-Chinese Zee te belichten. Hier wordt uitgegaan van de Chinese nood aan het verdedigen van haar nationale belangen: energie en territoriale integriteit.
Meer lezen

De relevantie van het secundaire kunstonderwijs voor de verdere studies binnen de beeldende kunst.

Hogeschool Gent
2016
Evi
Steyaert
In mijn thesis onderzocht ik de relevantie van een secundaire kunstopleiding voor de verdere studies in de Vrije Kunsten. Door deze twee instellingen tegenover elkaar te plaatsen kon ik hun onderwijs methode onderzoeken.
Meer lezen

LSU-peptiden en hun cruciale rol als regulatorische hubs tijdens de stressrespons van Arabidopsis thaliana

KU Leuven
2016
Hanne
Claessen
  • Barbara
    De Coninck
Deze masterthesis zet verdere stappen in het onderzoek naar de functie van de LSU-peptiden in Arabidopsis thaliana. Deze genen hebben een mogelijke rol in de immuunrespons van planten of het energiemetabolisme en zouden belangrijke toepassingen kunnen bieden in de gewasverbetering.
Meer lezen

(Hoog)begaafd? Een exploratief onderzoek naar de betekenis van begaafdheid voor leerkrachten in het eerste leerjaar van het lager onderwijs

Universiteit Gent
2016
Tom
Van Ransbeeck
Onderzoek naar hoe leerkrachten denken over hoogbegaafdheid via diepte-interviews. Verschillende opvattingen blijken aanwezig, die samenhangen met de manier waarop de leerkracht zijn/haar lespraktijk invult.
Meer lezen

Crisismanagement en de ramp in Fukushima: de invloed van het ‘Nuclear Village’

KU Leuven
2016
Kelly
Knapen
Crisis Management and the Fukushima Daiichi Nuclear disaster
The influence of the Nuclear Village
Kelly Knapen


The triple meltdown in the Fukushima daiichi nuclear power plant on the 11th of March 2011 has been coined the second worst nuclear disaster since Tsjernobyl. It created a shockwave through the world. Concerns about the safety of this energy source rose to new heights. Voices arose to completely step away from nuclear energy altogether. In Japan this became very apparent. The government experienced massive waves of criticism. Mainly on the way they handled the crisis. This dissertation looked deeper into the crisis management regarding the Fukushima Daiichi nuclear disaster and investigated whether this was effective or not. Secondly this research concentrated on the reasons behind the failures of the crisis management, mainly concentrating on the influence of the Nuclear Village and what effect this had on the crisis management itself.
To achieve this, this dissertation first looked deeper into the legal framework surrounding crisis management in Japan to investigate whether two important aspects of crisis management were covered namely those of preparation and prevention. Secondly it used the reports of the ‘Fukushima Nuclear Accident Independent Investigation Commission’ of the National Diet of Japan and ‘The Independent Investigation committee on the Fukushima Nuclear Accident’ to look deeper into the immediate crisis respons and looked whether the three important elements of communication, cooperation and leadership were present. Lastly, by using the theory of George Stigler on ‘Regulatory Capture’ and the more concrete studie on the ‘Nuclear Village’ of Kainuma (開沼) and Kingston, this dissertation formed its conclusion on the reason behind the problems regarding crisis management in Japan and its effectiveness.
Out of this research it became apparent that there were serious problems concerning the crisis management of the Fukushima nuclear accident. It became clear that nuclear safety was not ensured. The government did not learn the necessary lessons from the two severe incidents that occurred before the disaster in Fukushima, which should have served as a wake-up call. During the crisis at the Fukushima Daiichi nuclear power plant, the main players in crisis management distrusted each other, which lead to a general lack of cooperation, communication and leadership. Although this was a period of crisis, where no one acts perfectly according to plan, this research made clear that the influence of TEPCO on the different players was a major factor in the failure of the crisis management concerning the nuclear disaster at the Fukushima Daiichi nuclear power plant.
This crisis eventually led to a structural reform of crisis management in Japan. This can certainly be called a big step forward. However regarding the nature of the Nuclear Village, as a deeply-enrooted system, a reform alone may not be enough. On this part more research is definitely needed.

Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Een mogelijke schakel: de gevangenisbeambte als gatekeeper in de preventie van suïcide achter de tralies.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Cindy
Reyniers
De scriptie is een vergelijkende studie tussen België en het Verenigd Koninkrijk naar de preventie van suïcide tijdens detentie. De bijdrage van de gevangenisbeambte aan deze preventie wordt in concreto onder de loep genomen. Hierbij worden tal van spanningsvelden belicht die zich in deze specifieke context aanbieden. De werking van het suïcidepreventiebeleid van beide landen worden geanalyseerd, evenals er wordt nagegaan welke vertaling dit kent (cognietief-emotioneel) op de beambte.
Meer lezen

Equity crowdfunding: positioning and inquiry from an entrepreneurial perspective

Vrije Universiteit Brussel
2016
Kevin
De Moortel
Een gestructureerde literatuurstudie en een studie op 20 internet platformen geven duidelijkheid omtrent positionering en werking van de nieuwe financieringsmethode: equity crowdfunding.
Meer lezen

Cape Town F[r]ictions - Landscape as an ally of urban growth

KU Leuven
2016
Bruno
Stevens
  • Hannelore
    Fabri
  • Elena
    Gogiberidze
  • Joran
    Lombahe
  • Gertie
    van den Bosch
  • Laurens
    Vanden Eynde
  • Brecht
    Vermeylen
Het werk vormt een referentiedocument voor de stedelijke groei van Afrikaanse steden, meer specifiek in het geval van Kaapstad. Het onderzoekt en toont de rol van stedelijk ontwerp en architectuur in één van de snelst groeiende steden in zuidelijk Afrika.
Meer lezen

Correlatie tussen echo-endoscopische bevindingen en chirurgische bevindingen voor soliede pancreasletsels wat betreft operabiliteit en anatomopathologisch rapport.

Universiteit Gent
2016
Nesrin
Diren
Onderzoek naar het nut van echo-endoscopie binnen de aanpak van pancreaskanker.
Meer lezen

Kinematics and Kinetics of the Ankle-Foot Complex in Women with the Hypermobile Type of Ehler-Danlos Syndrome: A case-control study

Universiteit Gent
2016
Stefan
Vermeulen
  • Sofie
    Verstraelen
De identificatie van de verschillen in kinematica en kinetica van het enkel-voetcomplex tijdens het stappen tussen patiënten met EDS-HT en een gezonde controlegroep en het onderzoeken van de voetfunctie en –pijn in deze patiëntenpopulatie.
Meer lezen

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Universiteit Antwerpen
2016
Hanne
Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.
Meer lezen

Experimentele studie naar de performantie van verschillende golfabsorptiestranden in een golfgoot

Universiteit Gent
2016
Maarten
Delafontaine
In deze scriptie wordt er onderzocht welk golfabsorptiestrand men dient te gebruiken bij het ontwerp van experimentele installaties in de waterbouw om de best mogelijke golfabsorberende capaciteiten en op die manier een zo goed mogelijke reproductie van de fysische fenomenen uit de realiteit te verkrijgen.
Meer lezen

Het leven zoals het niet is: porno

KU Leuven
2016
Hanne
Kelchtermans
Onderzoek naar de impact van internetpornografie op instrumentele attitudes en bereidheid tot casual seks bij Vlaamse adolescenten.
Meer lezen

Presidential term limit compliance: Policies of the United Nations and African Union in Burkina Faso and Burundi

KU Leuven
2016
Laura
Ritter
This explorative research examines the policies of the United Nations and African Union in making African presidents comply with constitutionally guaranteed term limits.
Meer lezen

Grouve: Proximity Based Ad-Hoc Group Formation with Smartwatches using Sounds in a Corporate Environment

Universiteit Hasselt
2016
debbie
gijsbrechts
In de scriptie wordt een automatische groepsvormingsmethode voorgesteld voor mensen die zich in éénzelfde ruimte bevinden. Deze werkt op basis van (onhoorbaar) geluid. Om de groepen samen te stellen wordt tevens gebruikgemaakt van smartwatches opdat elke gebruiker kan worden geïdentificeerd.
Meer lezen

PROXEMICS IN DE CINEMA ‘Tussen intrusie en adoratie: de fenomenologie van de blik’

Universiteit Antwerpen
2016
Suzanne
Koning
Deze masterproef poogt te onderzoeken op welke manier beelden in staat blijken om
de toeschouwer een zekere vorm van intrusie op te leggen. Hierbij zal er worden
ingezoomd op de rol van de close-up en het psychologische effect dat deze kan
hebben op het publiek. De techniek zal allereerst nauwkeurig beschreven worden op
basis van de definitie van Barry Salt (1992). De studie zal daarnaast onder andere
voortbouwen op de uitgangspunten van Münsterberg en Benjamin.
Perceptiepsycholoog Munsterberg zag namelijk al vroeg in over welke potentie de
close-up beschikte en welk psychologisch effect het had op de toeschouwer. Hij was
een van de eerste die zich verdiepte in de psychologische structuren die ten
grondslag liggen aan een methode als de close-up
Meer lezen

Het effect van verkeersintensiteit op sociaal contact in Kessel-Lo, Leuven

KU Leuven
2016
Anton
Esser
De hoeveelheid verkeer die door een woonstraat passeert heeft een invloed op de relaties tussen buren. In straten met verschillende verkeersvolumes werden de relaties tussen buren onderzocht voor een deelgemeente van Leuven, Kessel-Lo.
Meer lezen

Metafysica in een tijdperk van fysica

Universiteit Antwerpen
2016
Dirk
van der Wulp
De vraagstelling die in deze masterproef centraal staat is: wat is een actuele invulling/definitie van het begrip 'metafysica'? Er wordt een brede invulling/definitie van dit begrip verdedigd.
Meer lezen

Orate pro nostris et oravimus pro vestris. Promised prayers for an anniversary of death. The case of Elisabeth ‘sConincs’ mortuary roll (1458-1459)

KU Leuven
2016
Maria
Mejia Sian
Deze scriptie geeft een algemeen overzicht over middeleeuwse dodenrollen, waarna de dodenrol van Elisabeth 'sConincs (1458-1459), abdis van de Benedictijner abdij te Vorst (Brussel), nader wordt bekeken wat betreft de fysieke kenmerken en commemoratieve functies. Een data-set bestaande uit 54 tituli uit de middeleeuwse provincie Vlaanderen staat toe om de gebedsuitwisseling tussen verschillende religieuze huizen in de late middeleeuwen te bestuderen. Dodenrollen worden meestal bestudeerd door historici maar verdienen de aandacht van andere disciplines.
Meer lezen

Handelingsonzekerheid bij maatschappelijk werkers in het omgaan met radicalisering binnen het onderwijs. ‘Handvaten voor CLB-medewerkers’

Karel De Grote Hogeschool
2016
Hannah
Verhaegen
Wat maakt CLB-medewerkers onzeker in het omgaan met radicalisering en wat kan hen zekerder maken in de toekomst?
Meer lezen

Geluk: Een explorerend onderzoek naar methodieken over geluk in de basisschool

VIVES Hogeschool
2016
Lisa
Pareyn
Meer en meer leerlingen uiten signalen dat ze ongelukkig zijn. Dit zette ons ertoe aan om methodieken over geluk te verzamelen. Eén onderzoeksvraag staat centraal: “Welke methodieken kunnen een goede basis vormen, voor het ontwikkelen van lessen rond geluk voor kleuters en lagere schoolkinderen?”. Ons finaal doel is het formuleren van adviezen met betrekking tot de implementatie van methodieken rond geluk.
Meer lezen

Ambassadeur Jean de Péricard in Brussel (1616-1621). Een studie van de Frans-Habsburgse betrekkingen ten tijde van de aartshertogen Albrecht en Isabella.

Universiteit Gent
2016
Kevin
Dekoster
In mijn scriptie bestudeerde ik de evolutie van de diplomatieke relaties tussen Frankrijk en het aartshertogelijke regime in de Zuidelijke Nederlanden in de periode 1616-1621. Mijn voornaamste informatiebron bestond uit de correspondentie van de in Brussel residerende Franse ambassadeur Jean de Péricard.
Meer lezen

Vergelijkende studie naar de actieve woordenschat van kinderen van kleuterjuffen en kinderen van niet-leerkrachten

Thomas More Hogeschool
2016
Gitte
Truijen
Tijdens hun opleiding worden kleuterjuffen klaargestoomd om de algemene ontwikkeling van kleuters te bevorderen. Om na te gaan of kleuterjuffen ook de taalontwikkeling van hun eigen kinderen bevorderen, werd een vergelijkende studie uitgevoerd naar de actieve woordenschat van kinderen van kleuterjuffen en de actieve woordenschat van kinderen van niet-leekrachten.
Meer lezen

China’s WTO Accession: An Analysis of the Safety Valves Used to Face the Challenges

KU Leuven
2016
Lotte
Janssen
Bij handelsliberalisering worden overheden vaak geconfronteerd met belangenconflicten tussen binnenlandse consumenten en producenten. De safety valve theory biedt een kader om te analyseren of overheden protectionistische maatregelen gebruiken als safety valve wanneer ze hun markten openstellen. Deze studie onderzoekt of China en de Europese Unie dergelijke safety valves hanteerden toen China in 2001 lid werd van de Wereldhandelsorganisatie.
Meer lezen

Triage van syncope op de spoedgevallendienst

UC Leuven-Limburg
2016
sander
keunen
  • Laura
    hombroux
  • Nathalie gregoire
In deze scriptie wordt onderzocht of het mogelijk is om doormiddel van een simpele tool de triage van syncopes op een spoedgevallendienst correcter te doen verlopen en op die manier de outcome van de patient te verbeteren.
Meer lezen

Een eerste studie naar de implementatie van TOPspel in Vlaamse basisscholen

Thomas More Hogeschool
2016
Hakima
El Khattouti
TOPspel is een universele, klasinterventie dat als hoofddoel heeft om grensoverschrijdend gedrag in de lagere school te verminderen. De implementatie van TOPspel gaat na hoe vaak en hoe goed het spel werd gespeeld gedurende een volledig schooljaar.
Meer lezen

Wat is de noodzaak aan psychologische bijstand voor de familie na een cardio arrest reanimatie van de patiënt op de afdeling hartbewaking in het Ziekenhuis Oost-Limburg?

Hogeschool PXL
2016
Stijn
Peeters
  • An
    Coenen
De vooruitgang van de geneeskunde zorgt ervoor dat steeds meer gereanimeerde patiënten overleven en opgenomen worden in het ziekenhuis. Terwijl de patiënt alle nodige zorgen krijgt, blijft de familie vaak in de kou staan. De vraag of zij nood hebben aan psychologische begeleiding dringt zich op.
Meer lezen