Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Het welbevinden van de jongste kleuters tijdens de middagpauze in het kleuteronderwijs

Universiteit Gent
2016
Imke
Kint
Hoewel de laatste jaren veel aandacht uitgaat naar de kwaliteit van voorzieningen voor jonge kinderen, is de middagpauze in het kleuteronderwijs een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft. De scriptie ging na hoe het met de jongste kleuters (2,5 – 3 jaar) gaat tijdens de middagpauze. Niet voor elke kleuter verloopt de overgang om op school te blijven eten altijd even vlot.
Meer lezen

Crisismanagement en de ramp in Fukushima: de invloed van het ‘Nuclear Village’

KU Leuven
2016
Kelly
Knapen
Crisis Management and the Fukushima Daiichi Nuclear disaster
The influence of the Nuclear Village
Kelly Knapen


The triple meltdown in the Fukushima daiichi nuclear power plant on the 11th of March 2011 has been coined the second worst nuclear disaster since Tsjernobyl. It created a shockwave through the world. Concerns about the safety of this energy source rose to new heights. Voices arose to completely step away from nuclear energy altogether. In Japan this became very apparent. The government experienced massive waves of criticism. Mainly on the way they handled the crisis. This dissertation looked deeper into the crisis management regarding the Fukushima Daiichi nuclear disaster and investigated whether this was effective or not. Secondly this research concentrated on the reasons behind the failures of the crisis management, mainly concentrating on the influence of the Nuclear Village and what effect this had on the crisis management itself.
To achieve this, this dissertation first looked deeper into the legal framework surrounding crisis management in Japan to investigate whether two important aspects of crisis management were covered namely those of preparation and prevention. Secondly it used the reports of the ‘Fukushima Nuclear Accident Independent Investigation Commission’ of the National Diet of Japan and ‘The Independent Investigation committee on the Fukushima Nuclear Accident’ to look deeper into the immediate crisis respons and looked whether the three important elements of communication, cooperation and leadership were present. Lastly, by using the theory of George Stigler on ‘Regulatory Capture’ and the more concrete studie on the ‘Nuclear Village’ of Kainuma (開沼) and Kingston, this dissertation formed its conclusion on the reason behind the problems regarding crisis management in Japan and its effectiveness.
Out of this research it became apparent that there were serious problems concerning the crisis management of the Fukushima nuclear accident. It became clear that nuclear safety was not ensured. The government did not learn the necessary lessons from the two severe incidents that occurred before the disaster in Fukushima, which should have served as a wake-up call. During the crisis at the Fukushima Daiichi nuclear power plant, the main players in crisis management distrusted each other, which lead to a general lack of cooperation, communication and leadership. Although this was a period of crisis, where no one acts perfectly according to plan, this research made clear that the influence of TEPCO on the different players was a major factor in the failure of the crisis management concerning the nuclear disaster at the Fukushima Daiichi nuclear power plant.
This crisis eventually led to a structural reform of crisis management in Japan. This can certainly be called a big step forward. However regarding the nature of the Nuclear Village, as a deeply-enrooted system, a reform alone may not be enough. On this part more research is definitely needed.

Meer lezen

Vastgoedruilmodel voor residentiële projectontwikkeling

Universiteit Antwerpen
2016
Laurent
Dragonetti
  • Alexander
    De Cuyper
De auteurs ontwikkelden een model om met een perseelsoverschrijdende aanpak verouderde woningen om te ruilen tot nieuwe energiezuinige appartementen. In de marktanalyse wordt een aantal maatschappelijke trends onderzocht die de bestaansrede van het ruilmodel staven alsook wordt onderzocht welk type gezinnen, woningen en locaties in de stad mogelijks in aanmerking komen om dergelijk ruilprincipe rendabel te maken. Vervolgens worden een aantal juridische scenario's uitgewerkt om het ruilprincipe mogelijk te maken alsook wordt er gezocht naar een doorgedreven fiscale optimalisatie. Finaal wordt aan de hand van uitgewerkte projectcasussen de financiële haalbaarheid van het model onderzocht en worden de meest bepalende parameters afgeleid door middel van een sensitiviteitsanalyse. Met dit vastgoedruilmodel hopen de auteurs een antwoord te bieden op de hedendaagse maatschappelijke uitdagingen en tot een win-winsituatie te komen voor particuliere eigenaars en projectontwikkelaars ten einde een nieuwe stedelijk dynamiek op gang te brengen.
Meer lezen

De onderconsumptie van groenten in kaart gebracht - Uitvoering van een interventie bij zwangere vrouwen

Odisee
2016
Jessica
Berden
  • Odile
    Debeck
Hoe groot is de kloof tussen de aanbeveling van groenten en de werkelijke inname? Wat bepaalt hoeveel groenten iemand eet en hoe kan dit beïnvloed worden? We voerden een campagne uit bij zwangere vrouwen om de aanbeveling en werkelijkheid dichter bij elkaar te brengen.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

De comfortroom in de GGZ: de ervaringen en beleving van jongeren

Universiteit Gent
2016
Jotte
Willem
In dit masterproefonderzoek werden de ervaringen en beleving van jongeren die opgenomen zijn in een psychiatrische setting onderzocht. De comfortroom is een prettig ingerichte kamer, waar de jongeren tot rust kunnen komen voor of na een crisis.
Meer lezen

De waarde van interculturele communicatieve competenties bij de hulpverlening aan cliënten met ASS

Arteveldehogeschool Gent
2016
Karen
Vanherck
We maken de denkoefening om Autismespectrumstoornis (ASS) als een aparte cultuur te benaderen. Kunnen hulpverleners dan hun interculturele communicatieve competenties inzetten om de communicatie met hun cliënt met ASS te verbeteren?
Meer lezen

Literaire competentie in Suriname. Hoe kunnen we in een traject van zes lessen, het leesplezier van Surinaamse jongeren van 12 tot 14 jaar met een zeer beperkte literaire competentie vergroten en hun literaire competentie verbeteren?

Karel De Grote Hogeschool
2016
Laura
Hellinckx
Tijdens mijn buitenlandse stage in Suriname ging ik samen met een aantal jongeren met een beperkte literaire competentie aan de slag om hun literaire competentie te verbeteren aan de hand van een lessenreeks met aangepaste werkbundel.
Meer lezen

Het gebruik van honden in Animal-Assisted Interventions

Odisee
2016
Bauke
Verbruggen
Animal-Assisted Interventions (AAI) worden steeds meer toegepast in de gezondheidszorg en diverse andere settings, waarbij vooral gebruik gemaakt wordt van honden. Deze scriptie kijkt naar de effecten van AAI op het welzijn van de betrokken honden en hoe deze reageren op de nieuwe omgevingen waarin zij hierbij terecht komen. Een overzichtstabel geeft criteria weer waaraan AAI zou moeten voldoen opdat het ook aan het welzijn van de hond tegemoet zou komen.
Meer lezen

Een mogelijke schakel: de gevangenisbeambte als gatekeeper in de preventie van suïcide achter de tralies.

Vrije Universiteit Brussel
2016
Cindy
Reyniers
De scriptie is een vergelijkende studie tussen België en het Verenigd Koninkrijk naar de preventie van suïcide tijdens detentie. De bijdrage van de gevangenisbeambte aan deze preventie wordt in concreto onder de loep genomen. Hierbij worden tal van spanningsvelden belicht die zich in deze specifieke context aanbieden. De werking van het suïcidepreventiebeleid van beide landen worden geanalyseerd, evenals er wordt nagegaan welke vertaling dit kent (cognietief-emotioneel) op de beambte.
Meer lezen

Equity crowdfunding: positioning and inquiry from an entrepreneurial perspective

Vrije Universiteit Brussel
2016
Kevin
De Moortel
Een gestructureerde literatuurstudie en een studie op 20 internet platformen geven duidelijkheid omtrent positionering en werking van de nieuwe financieringsmethode: equity crowdfunding.
Meer lezen

Cape Town F[r]ictions - Landscape as an ally of urban growth

KU Leuven
2016
Bruno
Stevens
  • Hannelore
    Fabri
  • Elena
    Gogiberidze
  • Joran
    Lombahe
  • Gertie
    van den Bosch
  • Laurens
    Vanden Eynde
  • Brecht
    Vermeylen
Het werk vormt een referentiedocument voor de stedelijke groei van Afrikaanse steden, meer specifiek in het geval van Kaapstad. Het onderzoekt en toont de rol van stedelijk ontwerp en architectuur in één van de snelst groeiende steden in zuidelijk Afrika.
Meer lezen

“Who Lives, Who Dies, Who Tells Your Story?” Reinventing a National Narrative and Its Political Meaning in ‘Hamilton: an American Musical’

Universiteit Gent
2016
Stéphanie
Verbrugghe
Het musicalfenomeen van 2016, 'Hamilton' biedt niet alleen geschiedkundig entertainment aan de vele bezoekers (waaronder president Obama), maar ook een verdoken politiek commentaar op de toekomst van Amerika.
Meer lezen

Correlatie tussen echo-endoscopische bevindingen en chirurgische bevindingen voor soliede pancreasletsels wat betreft operabiliteit en anatomopathologisch rapport.

Universiteit Gent
2016
Nesrin
Diren
Onderzoek naar het nut van echo-endoscopie binnen de aanpak van pancreaskanker.
Meer lezen

Kinematics and Kinetics of the Ankle-Foot Complex in Women with the Hypermobile Type of Ehler-Danlos Syndrome: A case-control study

Universiteit Gent
2016
Stefan
Vermeulen
  • Sofie
    Verstraelen
De identificatie van de verschillen in kinematica en kinetica van het enkel-voetcomplex tijdens het stappen tussen patiënten met EDS-HT en een gezonde controlegroep en het onderzoeken van de voetfunctie en –pijn in deze patiëntenpopulatie.
Meer lezen

Het ideale aantal katten: een moraalwetenschappelijke analyse

Universiteit Gent
2016
Rutger
Lazou
Deze masterproef biedt een kritische, moraalfilosofische analyse van de overpopulatie van de kat. Ze onderzoekt wat het ideale aantal katten is in een populatie.
Meer lezen

Impact van strategische wendbaarheid op menselijke duurzaamheid binnen organisaties

Universiteit Antwerpen
2016
Bart
De Keyser
Wil een bedrijf heden ten dage competitief blijven, dan dient het steeds vaker een doorgedreven vorm van flexibiliteit in te voeren. Hoewel nastrevenswaardig op organisationeel niveau, lijkt een dergelijke wendbaarheid echter niet altijd te stroken met de menselijke mogelijkheden van de individuele werknemers. Deze scriptie identificeert waar de voorname pijnpunten zich situeren en evalueert hoe twee hedendaagse bedrijven met de aangekaarte probleemvelden omgaan.
Meer lezen

Gerichte evolutie van DNA-polymerase TherminatorTM voor de incorporatie van artificiële nucleotiden met aspartaat als uittredende groep

KU Leuven
2016
Eline
Berghmans
Van het DNA-polymerase TherminatorTM zijn verschillende varianten (verschillende sequentie) tot stand gebracht. Deze varianten werden geselecteerd op activiteit voor de incorporatie van gemodificeerde nucleotiden met aspartaat als uittredende groep. Dit geniet in de praktijk van een grote belangstelling in de geneeskunde als anti-virale en/of anti-kankercomponenten, maar ook in de biotechnologie omwille van een hogere resistentie tegen degradatie.
Meer lezen

Vladimir Poetin door de westerse bril

KU Leuven
2016
Alexia
Papadis
Een kwalitatieve analyse van de invloed van interculturele verschillen in non-verbale communicatie op de perceptie van Vladimir Poetin in het Westen.
Meer lezen

Kwalitatief onderzoek: Het gebruik van sociale media binnen romantische relaties

Universiteit Antwerpen
2016
Melissa
Van Dam
Hoe gebruiken adolescenten sociale media in een romantische relatie? En wat zijn de normen hieromtrent? Dat is wat er werd nagegaan in dit onderzoek.
Meer lezen

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Universiteit Antwerpen
2016
Hanne
Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.
Meer lezen

Psychopathie binnen de strafrechtspleging: de eeuwige vraag naar (on)toerekeningsvatbaarheid. Pijnpunten binnen de forensische psychiatrie en een blik op de Belgische wetgeving.

Universiteit Gent
2016
Femke
Franco
  • Farah
    Focquaert
Het doel van mijn thesisonderzoek bestond erin het stigma uit de wereld te helpen dat psychopaten zware criminelen zijn zonder enig spijt- of genadegevoel. Aan de hand van metajuridisch onderzoek heb ik geprobeerd om aan te tonen dat psychopathie een geestesziekte is. Het gevolg hiervan is dat er toch enkele argumenten zijn die kunnen pleiten voor de ontoerekeningsvatbaarheid van deze personen hoewel dit maatschappelijk nog steeds als een taboe beschouwd wordt.
Meer lezen

Experimentele studie naar de performantie van verschillende golfabsorptiestranden in een golfgoot

Universiteit Gent
2016
Maarten
Delafontaine
In deze scriptie wordt er onderzocht welk golfabsorptiestrand men dient te gebruiken bij het ontwerp van experimentele installaties in de waterbouw om de best mogelijke golfabsorberende capaciteiten en op die manier een zo goed mogelijke reproductie van de fysische fenomenen uit de realiteit te verkrijgen.
Meer lezen

Het leven zoals het niet is: porno

KU Leuven
2016
Hanne
Kelchtermans
Onderzoek naar de impact van internetpornografie op instrumentele attitudes en bereidheid tot casual seks bij Vlaamse adolescenten.
Meer lezen

Presidential term limit compliance: Policies of the United Nations and African Union in Burkina Faso and Burundi

KU Leuven
2016
Laura
Ritter
This explorative research examines the policies of the United Nations and African Union in making African presidents comply with constitutionally guaranteed term limits.
Meer lezen

Realistische Waanzin, Waanzinnige Realiteit. Psychose en betekenisvolle relaties tussen organisme en wereld.

Universiteit Antwerpen
2016
Rob
Sips
Psychoses worden vaak geconceptualiseerd als zijnde veroorzaakt door een neurologische disfunctie die te maken heeft met een verstoring van dopamineactiviteit in het striatum. Deze opvatting vertrekt vanuit een model van bewustzijn dat sterk neigt naar een logisch input-verwerking-output model. Hierbij wordt brein - psyché - wereld uit mekaar gehaald en zijn er kunstgrepen nodig bij het opstellen van verklaringsmodellen. Ik herbekijk modellen uit de fenomenologische psychiatrie, verbindt die met bevindingen uit de ontwikkelingspsychologie en het recentere enactivisme. Hierbij werk ik een opvatting uit die probeert te tonen hoe gedacht kan worden over waanzin door 'betekenisconstructie' te thematiseren.
Meer lezen

Grouve: Proximity Based Ad-Hoc Group Formation with Smartwatches using Sounds in a Corporate Environment

Universiteit Hasselt
2016
debbie
gijsbrechts
In de scriptie wordt een automatische groepsvormingsmethode voorgesteld voor mensen die zich in éénzelfde ruimte bevinden. Deze werkt op basis van (onhoorbaar) geluid. Om de groepen samen te stellen wordt tevens gebruikgemaakt van smartwatches opdat elke gebruiker kan worden geïdentificeerd.
Meer lezen

Het effect van verkeersintensiteit op sociaal contact in Kessel-Lo, Leuven

KU Leuven
2016
Anton
Esser
De hoeveelheid verkeer die door een woonstraat passeert heeft een invloed op de relaties tussen buren. In straten met verschillende verkeersvolumes werden de relaties tussen buren onderzocht voor een deelgemeente van Leuven, Kessel-Lo.
Meer lezen

Mama, puedes ayudarme con mis tareas? Kan de organisatie Añañau Peruviaanse ouders meer mogelijkheden bieden om de (onderwijs)ontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen via sociaal-culturele interventies?

Hogeschool Gent
2016
Hanne
Maenhout
Binnen de organisatie Añañau, een onderwijsproject in Cusco, is er veel sprake van kansarmoede, analfabetisme en anderstaligheid. Hierdoor is het voor de ouders moeilijk om hun kind ten volle te ondersteunen. Na het bekijken van de Peruviaanse context, de gezinssituaties en een aantal theorieën en praktijken, werd een pilootproject opgezet waarbij een aantal gezinnen huiswerkondersteuning kregen. Dit pilootproject wordt uitvoerig beschreven in de bachelorproef, net zoals een grondige evaluatie.
Meer lezen

De zin en onzin van meerouderschap

KU Leuven
2016
Irgen
De Preter
Kinderen worden steeds vaker opgevoed in meeroudergezinnen: naast juridische ouders staan ook niet-juridische ouders in voor de opvoeding van het kind. Tussen deze niet-juridische ouders en kinderen ontstaan gezagsrelaties die niet wettelijk beschermd worden. Uit rechtsvergelijkend onderzoek bieden zich twee mogelijke manieren om deze gezagsrelaties te beschermen.
Meer lezen