Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Kan men bloemen kweken in de hel? De Belgische kunsthandel tijdens de Eerste Wereldoorlog

KU Leuven
2016
Alexia
Coussement
De studie gaat na hoe de Belgische kunsthandel zich tijdens de Eerste Wereldoorlog handhaafde. De verschillende oorzaken voor de heropleving van de kunsthandel worden hierbij stelselmatig toegelicht.
Meer lezen

Psychologisch trauma in beeld: narratologische analyse van Milan Hulsings beeldroman De Aanslag

KU Leuven
2016
Alexander
Colin
Narratologische analyse van een beeldroman gebaseerd op een roman, waarbij extra aandacht werd besteed aan de bewerkstelliging van het psychologische aspect.
Meer lezen

Humaan Leukocyten Antigeen-B27

Thomas More Hogeschool
2016
Cato
Jacobs
In de scriptie wordt een vergelijking gemaakt tussen de bepaling van HLA-B27 via een flowcytometrische en een moleculaire methode. Aan de hand van een validatie wordt nagegaan of de bepaling zijn intrede kan doen in het laboratorium.
Meer lezen

Vermaatschappelijking van de zorg binnen de integrale jeugdhulp: Effectiviteit van familienetwerkberaden

KU Leuven
2016
Jana
Tegethoff
Het familienetwerkberaad is een methodiek in de jeugdhulp die bijdraagt aan het versterken van sociale netwerken. Een familienetwerkberaad is een overleg tussen de cliënt, de familieleden, vrienden, andere belangrijke personen voor het gezin en één of meer zorgverleners, met als doel de krachtbronnen en mogelijkheden van het netwerk in kaart te brengen.
In deze scriptie wordt de effectiviteit van het familienetwerkberaad onderzocht.
Meer lezen

Europese verbeelding van kannibalisme in de Nieuwe Wereld

KU Leuven
2016
Stéphanie
Van den Eynde
Deze thesis onderzoekt de conceptualisering van de indiaan als kannibaal in prenten uit de periode 1505/1506 tot 1666. Het onderwerp is de manier waarop de indiaan steeds weer volgens West-Europese preconcepties als de 'barbaarse' en 'primitieve' Ander, de slager-kannibaal, wordt 'uitgevonden'. Het is de bedoeling een aantal paradigmashifts te onderkennen in de wijze waarop de West-Europeaan de antropofage indiaan voortdurend aan zijn eigen wereldbeeld aanpast.
Meer lezen

Gedragskarakteristieken van breekplaten bij laserablatie

KU Leuven
2016
Siebe
Van Thienen
Verbeteren en verhogen van de efficiëntie bij de huidige breekplaat voor zoutwatertoepassingen. Uitgebreid met een statistisch model dat voorspellingen maakt op basis van data science.
Meer lezen

De Sino-ASEAN relaties en de territoriale conflicten op de Zuid-Chinese Zee: de strategische implicaties van de hedendaagse Chinese nood aan het veiligstellen van de zee

Universiteit Gent
2016
Axel
Dessein
De paper tracht via het politiek realisme enkele aspecten van de territoriale conflicten in de Zuid-Chinese Zee te belichten. Hier wordt uitgegaan van de Chinese nood aan het verdedigen van haar nationale belangen: energie en territoriale integriteit.
Meer lezen

De relevantie van het secundaire kunstonderwijs voor de verdere studies binnen de beeldende kunst.

Hogeschool Gent
2016
Evi
Steyaert
In mijn thesis onderzocht ik de relevantie van een secundaire kunstopleiding voor de verdere studies in de Vrije Kunsten. Door deze twee instellingen tegenover elkaar te plaatsen kon ik hun onderwijs methode onderzoeken.
Meer lezen

De clarsach herontdekt. Een kritisch onderzoek naar de Keltische harp.

LUCA School of Arts
2016
Lidewei
Philips
Deze scriptie brengt de vergeten clarsach, een oude Ierse harp, terug onder de aandacht en tracht de plaats van het instrument onder de verzamelnaam ‘Keltische harpen’ preciezer te duiden. Er wordt nagegaan wat er precies onder de term 'Keltisch' verstaan moet worden en waarom wij de klepjesharp van vandaag nog steeds 'Keltisch' harp noemen.
Meer lezen

LSU-peptiden en hun cruciale rol als regulatorische hubs tijdens de stressrespons van Arabidopsis thaliana

KU Leuven
2016
Hanne
Claessen
  • Barbara
    De Coninck
Deze masterthesis zet verdere stappen in het onderzoek naar de functie van de LSU-peptiden in Arabidopsis thaliana. Deze genen hebben een mogelijke rol in de immuunrespons van planten of het energiemetabolisme en zouden belangrijke toepassingen kunnen bieden in de gewasverbetering.
Meer lezen

De architect en het bouwteam. Dringt een nieuwe rol voor de architect zich op?

Universiteit Gent
2016
Lorenzo
Van Tornhaut
De scriptie onderzoekt de noodzaak naar een nieuwe, moderne, invulling van het beroep architect in Vlaanderen, in het licht van een toenemende bedrijfseconomische en inhoudelijke druk.
Meer lezen

(Samen) Online Ziek; Een exploratief onderzoek naar de manier waarop het geconfronteerd worden met reumatische aandoeningen betekenis krijgt, gerelateerd aan sociale-media-ervaringen

Universiteit Gent
2016
Tom
Van Ransbeeck
Een diepgaande analyse van de processen die ertoe leiden dat mensen door online participatie in staat worden gesteld om hun eigen reumatische aandoening succesvol een plaats te geven in hun leven.
Meer lezen

(Hoog)begaafd? Een exploratief onderzoek naar de betekenis van begaafdheid voor leerkrachten in het eerste leerjaar van het lager onderwijs

Universiteit Gent
2016
Tom
Van Ransbeeck
Onderzoek naar hoe leerkrachten denken over hoogbegaafdheid via diepte-interviews. Verschillende opvattingen blijken aanwezig, die samenhangen met de manier waarop de leerkracht zijn/haar lespraktijk invult.
Meer lezen

Het welbevinden van de jongste kleuters tijdens de middagpauze in het kleuteronderwijs

Universiteit Gent
2016
Imke
Kint
Hoewel de laatste jaren veel aandacht uitgaat naar de kwaliteit van voorzieningen voor jonge kinderen, is de middagpauze in het kleuteronderwijs een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft. De scriptie ging na hoe het met de jongste kleuters (2,5 – 3 jaar) gaat tijdens de middagpauze. Niet voor elke kleuter verloopt de overgang om op school te blijven eten altijd even vlot.
Meer lezen

Crisismanagement en de ramp in Fukushima: de invloed van het ‘Nuclear Village’

KU Leuven
2016
Kelly
Knapen
Crisis Management and the Fukushima Daiichi Nuclear disaster
The influence of the Nuclear Village
Kelly Knapen


The triple meltdown in the Fukushima daiichi nuclear power plant on the 11th of March 2011 has been coined the second worst nuclear disaster since Tsjernobyl. It created a shockwave through the world. Concerns about the safety of this energy source rose to new heights. Voices arose to completely step away from nuclear energy altogether. In Japan this became very apparent. The government experienced massive waves of criticism. Mainly on the way they handled the crisis. This dissertation looked deeper into the crisis management regarding the Fukushima Daiichi nuclear disaster and investigated whether this was effective or not. Secondly this research concentrated on the reasons behind the failures of the crisis management, mainly concentrating on the influence of the Nuclear Village and what effect this had on the crisis management itself.
To achieve this, this dissertation first looked deeper into the legal framework surrounding crisis management in Japan to investigate whether two important aspects of crisis management were covered namely those of preparation and prevention. Secondly it used the reports of the ‘Fukushima Nuclear Accident Independent Investigation Commission’ of the National Diet of Japan and ‘The Independent Investigation committee on the Fukushima Nuclear Accident’ to look deeper into the immediate crisis respons and looked whether the three important elements of communication, cooperation and leadership were present. Lastly, by using the theory of George Stigler on ‘Regulatory Capture’ and the more concrete studie on the ‘Nuclear Village’ of Kainuma (開沼) and Kingston, this dissertation formed its conclusion on the reason behind the problems regarding crisis management in Japan and its effectiveness.
Out of this research it became apparent that there were serious problems concerning the crisis management of the Fukushima nuclear accident. It became clear that nuclear safety was not ensured. The government did not learn the necessary lessons from the two severe incidents that occurred before the disaster in Fukushima, which should have served as a wake-up call. During the crisis at the Fukushima Daiichi nuclear power plant, the main players in crisis management distrusted each other, which lead to a general lack of cooperation, communication and leadership. Although this was a period of crisis, where no one acts perfectly according to plan, this research made clear that the influence of TEPCO on the different players was a major factor in the failure of the crisis management concerning the nuclear disaster at the Fukushima Daiichi nuclear power plant.
This crisis eventually led to a structural reform of crisis management in Japan. This can certainly be called a big step forward. However regarding the nature of the Nuclear Village, as a deeply-enrooted system, a reform alone may not be enough. On this part more research is definitely needed.

Meer lezen

Vastgoedruilmodel voor residentiële projectontwikkeling

Universiteit Antwerpen
2016
Laurent
Dragonetti
  • Alexander
    De Cuyper
De auteurs ontwikkelden een model om met een perseelsoverschrijdende aanpak verouderde woningen om te ruilen tot nieuwe energiezuinige appartementen. In de marktanalyse wordt een aantal maatschappelijke trends onderzocht die de bestaansrede van het ruilmodel staven alsook wordt onderzocht welk type gezinnen, woningen en locaties in de stad mogelijks in aanmerking komen om dergelijk ruilprincipe rendabel te maken. Vervolgens worden een aantal juridische scenario's uitgewerkt om het ruilprincipe mogelijk te maken alsook wordt er gezocht naar een doorgedreven fiscale optimalisatie. Finaal wordt aan de hand van uitgewerkte projectcasussen de financiële haalbaarheid van het model onderzocht en worden de meest bepalende parameters afgeleid door middel van een sensitiviteitsanalyse. Met dit vastgoedruilmodel hopen de auteurs een antwoord te bieden op de hedendaagse maatschappelijke uitdagingen en tot een win-winsituatie te komen voor particuliere eigenaars en projectontwikkelaars ten einde een nieuwe stedelijk dynamiek op gang te brengen.
Meer lezen

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Odisee
2016
Karolien
Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
Meer lezen

Cape Town F[r]ictions - Landscape as an ally of urban growth

KU Leuven
2016
Bruno
Stevens
  • Hannelore
    Fabri
  • Elena
    Gogiberidze
  • Joran
    Lombahe
  • Gertie
    van den Bosch
  • Laurens
    Vanden Eynde
  • Brecht
    Vermeylen
Het werk vormt een referentiedocument voor de stedelijke groei van Afrikaanse steden, meer specifiek in het geval van Kaapstad. Het onderzoekt en toont de rol van stedelijk ontwerp en architectuur in één van de snelst groeiende steden in zuidelijk Afrika.
Meer lezen

“Who Lives, Who Dies, Who Tells Your Story?” Reinventing a National Narrative and Its Political Meaning in ‘Hamilton: an American Musical’

Universiteit Gent
2016
Stéphanie
Verbrugghe
Het musicalfenomeen van 2016, 'Hamilton' biedt niet alleen geschiedkundig entertainment aan de vele bezoekers (waaronder president Obama), maar ook een verdoken politiek commentaar op de toekomst van Amerika.
Meer lezen

Kinematics and Kinetics of the Ankle-Foot Complex in Women with the Hypermobile Type of Ehler-Danlos Syndrome: A case-control study

Universiteit Gent
2016
Stefan
Vermeulen
  • Sofie
    Verstraelen
De identificatie van de verschillen in kinematica en kinetica van het enkel-voetcomplex tijdens het stappen tussen patiënten met EDS-HT en een gezonde controlegroep en het onderzoeken van de voetfunctie en –pijn in deze patiëntenpopulatie.
Meer lezen

Impact van strategische wendbaarheid op menselijke duurzaamheid binnen organisaties

Universiteit Antwerpen
2016
Bart
De Keyser
Wil een bedrijf heden ten dage competitief blijven, dan dient het steeds vaker een doorgedreven vorm van flexibiliteit in te voeren. Hoewel nastrevenswaardig op organisationeel niveau, lijkt een dergelijke wendbaarheid echter niet altijd te stroken met de menselijke mogelijkheden van de individuele werknemers. Deze scriptie identificeert waar de voorname pijnpunten zich situeren en evalueert hoe twee hedendaagse bedrijven met de aangekaarte probleemvelden omgaan.
Meer lezen

Vladimir Poetin door de westerse bril

KU Leuven
2016
Alexia
Papadis
Een kwalitatieve analyse van de invloed van interculturele verschillen in non-verbale communicatie op de perceptie van Vladimir Poetin in het Westen.
Meer lezen

Realistische Waanzin, Waanzinnige Realiteit. Psychose en betekenisvolle relaties tussen organisme en wereld.

Universiteit Antwerpen
2016
Rob
Sips
Psychoses worden vaak geconceptualiseerd als zijnde veroorzaakt door een neurologische disfunctie die te maken heeft met een verstoring van dopamineactiviteit in het striatum. Deze opvatting vertrekt vanuit een model van bewustzijn dat sterk neigt naar een logisch input-verwerking-output model. Hierbij wordt brein - psyché - wereld uit mekaar gehaald en zijn er kunstgrepen nodig bij het opstellen van verklaringsmodellen. Ik herbekijk modellen uit de fenomenologische psychiatrie, verbindt die met bevindingen uit de ontwikkelingspsychologie en het recentere enactivisme. Hierbij werk ik een opvatting uit die probeert te tonen hoe gedacht kan worden over waanzin door 'betekenisconstructie' te thematiseren.
Meer lezen

PROXEMICS IN DE CINEMA ‘Tussen intrusie en adoratie: de fenomenologie van de blik’

Universiteit Antwerpen
2016
Suzanne
Koning
Deze masterproef poogt te onderzoeken op welke manier beelden in staat blijken om
de toeschouwer een zekere vorm van intrusie op te leggen. Hierbij zal er worden
ingezoomd op de rol van de close-up en het psychologische effect dat deze kan
hebben op het publiek. De techniek zal allereerst nauwkeurig beschreven worden op
basis van de definitie van Barry Salt (1992). De studie zal daarnaast onder andere
voortbouwen op de uitgangspunten van Münsterberg en Benjamin.
Perceptiepsycholoog Munsterberg zag namelijk al vroeg in over welke potentie de
close-up beschikte en welk psychologisch effect het had op de toeschouwer. Hij was
een van de eerste die zich verdiepte in de psychologische structuren die ten
grondslag liggen aan een methode als de close-up
Meer lezen

Mama, puedes ayudarme con mis tareas? Kan de organisatie Añañau Peruviaanse ouders meer mogelijkheden bieden om de (onderwijs)ontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen via sociaal-culturele interventies?

Hogeschool Gent
2016
Hanne
Maenhout
Binnen de organisatie Añañau, een onderwijsproject in Cusco, is er veel sprake van kansarmoede, analfabetisme en anderstaligheid. Hierdoor is het voor de ouders moeilijk om hun kind ten volle te ondersteunen. Na het bekijken van de Peruviaanse context, de gezinssituaties en een aantal theorieën en praktijken, werd een pilootproject opgezet waarbij een aantal gezinnen huiswerkondersteuning kregen. Dit pilootproject wordt uitvoerig beschreven in de bachelorproef, net zoals een grondige evaluatie.
Meer lezen

Metafysica in een tijdperk van fysica

Universiteit Antwerpen
2016
Dirk
van der Wulp
De vraagstelling die in deze masterproef centraal staat is: wat is een actuele invulling/definitie van het begrip 'metafysica'? Er wordt een brede invulling/definitie van dit begrip verdedigd.
Meer lezen

Orate pro nostris et oravimus pro vestris. Promised prayers for an anniversary of death. The case of Elisabeth ‘sConincs’ mortuary roll (1458-1459)

KU Leuven
2016
Maria
Mejia Sian
Deze scriptie geeft een algemeen overzicht over middeleeuwse dodenrollen, waarna de dodenrol van Elisabeth 'sConincs (1458-1459), abdis van de Benedictijner abdij te Vorst (Brussel), nader wordt bekeken wat betreft de fysieke kenmerken en commemoratieve functies. Een data-set bestaande uit 54 tituli uit de middeleeuwse provincie Vlaanderen staat toe om de gebedsuitwisseling tussen verschillende religieuze huizen in de late middeleeuwen te bestuderen. Dodenrollen worden meestal bestudeerd door historici maar verdienen de aandacht van andere disciplines.
Meer lezen

Analyse van de probitfunctie voor de effecten van overdruk op de mens - Het Vlaamse 40 mbar overdrukcriterium

KU Leuven
2016
Jeroen
Debroey
In Vlaanderen wordt de kans op overlijden ten gevolge van de overdruk afkomstig van een explosie uitgedrukt door middel van een probitfunctie. In deze scriptie wordt de herkomst van de Vlaamse probitfunctie doorgelicht en vergeleken met alternatieve opvattingen en technieken. Uit dit onderzoek besluit de auteur dat de huidige Vlaamse probitfunctie anno 2016 te conservatief is. Hij ontwikkelt daarom een geactualiseerde probitfunctie, ten einde de Vlaamse probitfunctie opnieuw af te lijnen met moderne bouwfysische omstandigheden.
Meer lezen

Handelingsonzekerheid bij maatschappelijk werkers in het omgaan met radicalisering binnen het onderwijs. ‘Handvaten voor CLB-medewerkers’

Karel De Grote Hogeschool
2016
Hannah
Verhaegen
Wat maakt CLB-medewerkers onzeker in het omgaan met radicalisering en wat kan hen zekerder maken in de toekomst?
Meer lezen

De toepassing van de verruimde minnelijke schikking bij fiscale fraude: een verkennend onderzoek

Universiteit Gent
2016
Maxim
Verbeeck
Het betreft een kwalitatief onderzoek naar de criteria die magistraten hanteren om op een voorstel tot verruimde minnelijke schikking in te gaan bij fiscale fraude.
Meer lezen