Van pen naar prompt: eindwerken in een AI-era
Vrije Universiteit Brussel
2025
De opkomst van generatieve artificiële intelligentie (Gen-AI) stelt het hoger onderwijs
voor nieuwe uitdagingen op vlak van onderwijskwaliteit en evaluatie-aanpak. AI-tools zoals ChatGPT bieden opportuniteiten op vlak van efficiëntie en personalisatie, maar wanneer studenten de tools ongecontroleerd inzetten, kan dit de pedagogische waarde en geloofwaardigheid van opleidingen en hun evaluaties ondermijnen. Gen-AI maakt het mogelijk dat studenten met minimale input uitgebreide, grammaticaal correcte teksten genereren, die al snel de indruk wekken dat ze de materie beheersen.
Vooral bij eindwerken heerst momenteel een spanning tussen technologische
ondersteuning en valide evaluaties van studentenwerk. Waar het eindwerk vroeger volstond om na te gaan of eindcompetenties bereikt werden, blijkt uit dit onderzoek dat Gen-AI deze evaluatie sterk kan vertekenen. Wanneer studenten AI inzetten zonder kritisch inzicht of inhoudelijk begrip, komt de waarde van diploma’s onder druk te staan. Beleidsmatige sturing vanuit de Vlaamse overheid blijft beperkt, waardoor instellingen zelf richting moeten geven aan hun AI-beleid, vaak zonder overkoepelend kader.
Deze masterproef onderzoekt hoe evaluatiemethoden van eindwerken hertekend
kunnen worden om kerncompetenties te blijven borgen in een AI-tijdperk. Via een holistische single-case study binnen het domein Economie en Management werden expertinterviews en documentanalyses gecombineerd. De resultaten tonen aan dat competenties zoals domeinkennis, onderzoeksvaardigheden en kritisch denken essentieel blijven. Klassieke eindwerkvormen, zoals de academische paper, schieten echter tekort in het valide toetsen van deze vaardigheden. Tegelijkertijd wint AI-geletterdheid aan belang als nieuwe en onmisbare competentie.
Vier paradoxen (expertise, innovatie, equity en transparantie) illustreren de spanningsvelden die Gen-AI met zich meebrengt. Opvallend is vooral de vierde, nieuwe
paradox die tijdens de interviews naar voren kwam: de Transparantie Paradox. Deze tot dan toe onbenoemde paradox onderstreept hoe het streven naar transparantie, de controle op authenticiteit kan ondermijnen. Respondenten pleiten voor een verschuiving van productgerichte naar procesgerichte evaluatie, met nadruk op eigenaarschap, transparantie en contextgerichtheid. Beleidsmakers en instellingen worden uitgedaagd om voorbij het klassieke spanningsveld tussen controle en loslaten te denken, richting betekenisvolle vernieuwing van procesevaluatie.
Meer lezen