Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

The Performing Person. Judith Butler and Wojtyla on Gender

KU Leuven
2024
Bram
Schreurs
Over the last thirty years, gender has become an increasingly hotly debated topic within the Roman Catholic
Church. The core of the debate seems to revolve around the nature of gender. On one side stand gender
scholars such as de Beauvoir, Wittig, and Butler who regard gender as socially constructed. Butler as the
most influential philosopher of gender suggested that gender is performative. It has no particular basis in
nature but it is rather in performing acts that the reality of gender comes to be. On the other stands a reading
of gender as undetachable from biological sex. Readings of the latter sort often draw upon John Paul II’s
complementarian anthropology as sketched in his Theology of the Body. However, as an academic in
philosophy, Karol Wojtyła developed an understanding of the human person as constituted through their
acts in his book Person and Act. Due to the similarity in the concept of performed gender and that of the
enacted person, the following question arises: how does gender fit within Wojtyła’s understanding of the
person and how does this add up to John Paul II’s later complementarian anthropology?
To answer these questions, the first chapter will outline gender performativity as Judith Butler
understands is. However, the emphasis is placed on performativity rather than gender per se. Therefore, the
chapter first explores the roots of Butler’s gender performativity in the performative speech theory of J.L.
Austin. Thereafter Butler’s own contributions and adaptations to Austin’s framework are explored. The
main takeaways constitute the definition of performativity as a new reality established through acting act
as well as the insight that any performance is by definition rooted in social conventions.
In the second chapter, the primary findings of Karol Wojtyła in Person and Act are examined in
relation to Butler’s concept of performativity. Wojtyła presents an analysis of the human person in which
the person itself is constituted, changed, even “made”, through acts. The chapter goes on to illustrate just
how similar Butler’s concept of performativity really is to Wojtyła’s understanding of the establishing of
the person through the act. From there on several other similarities and differences between both authors
are explored, showing them to be better read in tandem than as opposed to one another.
In the third and final chapter, we explore where performative gender would fit in Wojtyła’s
framework established in Person and Act. This exploration results in the finding that gender is more
properly understood as part of the acting, personal capacities of the human person rather than their
biological nature. From this intermediary conclusion, the chapter shifts focus to John Paul II’s Theology of
the Body to see whether Person and Act’s personalistic framework is applied correctly when it comes to
gender. The thesis concludes that it is not because Theology of the Body intertwines biological sex with
gender, thereby not doing justice to gender as part of the person and as constituted in the act.
The entire thesis comes together in a brief conclusion about the performance of drag, summarising
the main points and showing how drag is met with different responses by Karol Wojtyła and John Paul II.
Meer lezen

De relatie tussen mens en dier in het antieke epicurisme

KU Leuven
2024
Ruul
Hellemans
Deze paper onderzoekt de epicuristische visie op de relatie tussen mens en dier, de invloed van de presocraat Democritus hierop en de vraag in hoeverre deze visie wenslijk geacht moet worden. Het onderzoek behandelt twee thema’s die betrekking hebben op deze relatie. Ten eerste komt (in hoofdstuk 1) de vraag hoe de epicuristen dachten over rechtvaardigheid in relatie tot dieren aan bod. Deze vraag wordt in twee sub-vragen opgesplitst: (1) de vraag of dieren volgens de epicuristen (1) subject van moraliteit en/of (2) object van moraliteit zijn. Die laatste vraag (2) wordt nog verder in twee sub-vragen onderverdeeld: (a) de vraag of men de negatieve plicht heeft om af te zien van bepaalde onrechtvaardige handelingen tegenover dieren en (b) de vraag of men ook de positieve plicht heeft om bepaalde handelingen te stellen opdat dieren zouden kunnen deelhebben aan rechtvaardigheid. Het epicuristische antwoord op zowel vraag (1) als vraag (2) is negatief. Het belangrijkste epicuristische argument hiervoor is dat dieren niet voldoen aan de noodzakelijke voorwaarde voor rechtvaardigheid: het (kunnen) sluiten van een contract met het oog op nut en een verbod op wederzijdse schade. Enkel Lucretius en Epicurus staan een uitzondering toe voor gedomesticeerde dieren, die wel degelijk in staat zijn tot een impliciet contract met de mens en daarom zowel (1) subject als (2) object van moraliteit zijn. Beide antwoorden verschillen van de visie van Democritus, die zowel vraag (1) als vraag (2b) positief beantwoordde, maar van wie geen antwoord op vraag (2a) is overgeleverd. Toch heeft het epicuristische antwoord wellicht wortels bij de presocraat. Een tweede thema dat aan bod komt in (hoofdstuk 2 van) deze paper is de vraag in hoeverre de epicuristen er bepaalde levensvoorschriften op nahielden in relatie tot dieren. Concreet gaat het om de vraag of de epicuristen vegetariërs waren. Binnen het epicurisme bestaan twee grondhoudingen ten opzichte van vleesconsumptie: de houding van Epicurus en die van Hermarchus. Epicurus matigde zijn vleesconsumptie of onthield zich zelfs volledig van vlees als onderdeel van een ascetisch dieet. Hermarchus zag vleesconsumptie dan weer als een noodzakelijke vorm van populatiecontrole van gedomesticeerde dieren. Enkel die eerste visie lijkt wortels bij Democritus te hebben. In een laatste hoofdstuk evalueren we de plausibiliteit van de epicuristische opvattingen. Wat betreft het tweede thema van deze paper opperen we dat Epicurus’ matiging of onthouding van vleesconsumptie te verkiezen is, maar dat beide epicuristen teleurstellen in het feit dat zij nalaten hun beoordeling van de wenselijkheid van vleeseten te funderen in een bekommernis om dierenwelzijn. Wat betreft het eerste thema miskenden de epicuristen het onderscheid tussen (1) subjecten en (2) objecten van moraliteit door ten onrechte te claimen dat beide groepen aan elkaar gelijk zijn. De epicuristen Epicurus en Lucretius hadden wellicht minstens ten dele gelijk in hun claim dat gedomesticeerde dieren tot op zekere hoogte subject van moraliteit zijn. Maar de groep van objecten van moraliteit is veel groter en kan naar mijn mening adequaat worden afgebakend aan de hand van Plutarchus’ criterium dat stelt dat alle wezens met waarnemingsvermogen object van moraliteit zijn. Dat criterium impliceert dat alle dieren, alsook planten object van moraliteit zijn – hoewel Plutarchus ten onrechte niet geloofde dat planten over waarnemingsvermogen beschikken.
Meer lezen

De Dekaloog van Krzysztof Kieslowski door de lens van de adaptatiestudies en intertekstualiteit

Universiteit Antwerpen
2024
Justine
Decoster
De Dekaloog-serie van Krzysztof Kieslowski is gebaseerd op de Tien Geboden, wat de indruk wekt dat het een adaptatie is van de Geboden. Aan de hand van de geschiedenis van de adaptatiestudies wordt onderzocht hoe we inzicht kunnen krijgen in adaptaties en wordt het begrip gedefinieerd om na te gaan of de Dekaloog als een adaptatie kan worden beschouwd. Binnen de adaptatiestudies is er een stroming die adaptaties verbinden met intertekstualiteit. Laatstgenoemde concept verwijst naar de manier waarop teksten met elkaar verweven zijn. Een tekst kan immers meerdere interpretaties en betekenissen in zich dragen en op die manier bewust of onbewust verwijzen naar andere teksten. Die betekenis en verwijzingen kunnen bewust door de maker van de tekst in de tekst verwerkt worden, maar zij kunnen ook onbewust in de tekst sluipen. Daarnaast is er voor de lezer/kijker een grote rol weggelegd. Die kan immers aan de hand van het eigen referentiekader andere werken herkennen in de tekst en op die manier nieuwe en/of andere inzichten krijgen in de tekst. In deze scriptie zal beargumenteerd wordt dat de Dekaloog een adaptatie is en dat adaptaties zich omwille van hun specifieke aard lenen tot een intertekstuele analyse. Er wordt een intertekstuele analyse gemaakt van Dekaloog één, vijf en zes. Essentieel daarbij is kennis over het werk dat geadapteerd werd, de context waarin de adaptatie tot stand kwam en de dialoog met andere academische literatuur, filosofie en andere films. Op die manier wordt er inzicht gecreëerd in de betekenissen die aanwezig zijn in de films. Daaruit volgt geen definitieve interpretatie van de films maar een analyse die op zijn beurt uitnodigt om met andere teksten in dialoog te treden.
Meer lezen

Het is niet al goud wat blinkt: Een onderzoek naar de status van edele materialen binnen de hedendaagse sieraadkunst van 1967 tot nu

KU Leuven
2024
Ebba
Van der Taelen
Wanneer de - relatief korte - geschiedenis van de hedendaagse sieraadkunst onder de loep wordt genomen, valt op dat de status van edele materialen erg fluctueerde. Naar dit aspect van de hedendaagse sieraadkunst is tot op heden weinig diepgaand onderzoek verricht, een hiaat dat deze masterproef tracht op te vullen door informatie die zich vaak in de marges van primaire en secundaire bronnen bevindt te verbinden.

Terwijl in het Westen tot ver in de 20ste eeuw voorname sieraden uit edele materialen - zoals edelmetalen, parels en edelstenen - vervaardigd werden, ontstond er geleidelijk aan een tendens die het roer helemaal omgooide en het juk van traditie wilde afwerpen. De evidentie dat sieraden edele materialen moesten bevatten, werd in de late jaren zestig van vorige eeuw uitgedaagd door creaties die uit alternatieve materialen - zoals papier, hout, plastic en aluminium – vervaardigd werden. De sociale betekenissen van materialen – qualities - werden losgekoppeld van hun natuurlijke eigenschappen – properties - waardoor zowel edele als onedele materialen uit puur esthetische overwegingen in sieraden geïntegreerd konden worden. Deze verschuiving, bekend als material relativism, benadrukte dat de waarde van een sieraad niet langer afhing van de gebruikte materialen, maar eerder van het achterliggende concept en de verrichte artistieke arbeid. Dit markeerde in de late jaren zestig het begin van de hedendaagse sieraadkunst, waarbij materiaalkeuze voortkwam uit artistieke overwegingen in plaats van traditie.
Hoewel sommige sieraadmakers resoluut voor alternatieve materialen kozen en het gebruik van edele materialen stiefmoederlijk behandelden, bleven andere edele materialen trouw en trachtten ze er een nieuwe vormentaal voor te ontwikkelen. In de jaren zestig was er in de Duitstalige sieraadscene bijvoorbeeld nog steeds animo om met edele materialen te werken, terwijl deze in de Nederlandse scene bijna volledig verbannen werden uit ideologische optiek. Edele materialen bleven dus sluimeren in de hedendaagse sieraadkunst én hun gebruik werd door sieraadmakers geïnnoveerd - twee aspecten die in bronnen vaak onderbelicht bleven. De status van edele materialen zou in de daaropvolgende decennia nog vaak fluctueren: in sommige decennia werd het gebruik van edelstenen, edelmetalen en parels op grote schaal omarmd, terwijl deze materialen in andere stiefmoederlijk behandeld werden. Zo kende het klassieke, uit edele materiaal vervaardigde sieraad aan het einde van de jaren tachtig een heuse revival, die zich in de jaren negentig doorzette.

Het in vraag stellen van edele materialen is sinds het ontstaan van de hedendaagse sieraadkunst de facto een belangrijk kenmerk van deze toegepaste kunstvorm geworden, dat zich zowel uit in specifieke sieraadcreaties met het gebruik van edele materialen als onderwerp, als in publiekelijk gevoerde debatten tussen sieraadmakers en -onderzoekers.
Meer lezen

HypnoBirthing® happy birthing? Het effect van HypnoBirthing® op de parturiënt

Thomas More Hogeschool
2024
Loïs-Gloria
Kaljouw
Angst, spanning en pijn zijn drie aspecten die vaak verweven zijn met het
bevallingsproces en aanzienlijke invloed uitoefenen op de beleving ervan. Deze emoties
lijken inherent aan bevallen en zijn stevig verankerd in onze bevallingscultuur. De
medische benadering van verloskunde heeft vandaag de dag in grote mate de manier
bepaald waarop parturiënten angst, spanning en pijn benaderen. In een streven naar een meer natuurlijke bevalling, waarbij de nadruk ligt op het empoweren van de parturiënt en haar vermogen om weeën op te vangen, heb ik onderzoek verricht naar
HypnoBirthing®. Het doel van deze bachelorproef is om te onderzoeken welke invloed
HypnoBirthing® heeft op de parturiënt, alsook om de rol van de vroedvrouw in deze
context te belichten. Dit onderzoek beoogt niet alleen de effectiviteit van HypnoBirthing® te evalueren, maar ook om bij te dragen aan een bevallingspraktijk die minder gedomineerd wordt door angst, spanning en pijn, en in plaats daarvan meer inzet op empowerment en een positieve bevallingservaring voor vrouwen.
Meer lezen

Using reprocessed public proteomic data to detect cell line specific protein patterns

Universiteit Gent
2023
Sam
van Puyenbroeck
In deze scriptie wordt een pipeline geoptimaliseerd dat vertrekkende van publieke proteoomdata van cellijnen een model traint cellijnen te herkennen.
Meer lezen

The creative act. About content and structure in times of transition.

Hogeschool PXL
2023
Lieve
Kauwenberghs
Hoe leven, denken en creëren we in onze huidige onstabiele tijden? Doorheen de velden van de landschapsarchitectuur en kunsten is deze scriptie een zoektocht naar hoe deze vraag bewuste en onbewuste keuzes over inhoud en structuur tijdens het creatieve proces kan beïnvloeden in deze velden.
Meer lezen

Enactive Ecologies: Exploring the role of enactivism in developing a relational environmental philosophy

Universiteit Antwerpen
2023
Teun
van Son
Dit werk onderzoekt hoe en in hoeverre een enactivistische benadering van cognitie bij kan dragen aan een verbindende milieufilosofie. Het concludeert dat enactivistische inzichten kunnen zorgen voor een mens- en wereldbeeld waarbij de mens middenin de wereld staat, in plaats van erboven. Daarnaast argumenteert het dat interactie met niet-menselijke natuur van groot belang is, vanuit het enactivistische concept 'participatory sense-making'.
Meer lezen

Log... In

LUCA School of Arts
2023
Wafaa
Saad
In haar eerste negen verhalen wil ze de lezer meelokken naar haar manier om zichzelf te ontdekken. Het is een aftasten tussen “observatie, gevoelens, oogopslag, zachtheid, warmte…….”. Tot men bij het tiende verhaal komt, waar zij haar harmonie bereikt heeft. Want tien staat voor een moment van zelfbeschikking in haar kunst carriere.1
Het doel is dat de lezer een indirecte relatie aangaat met deze werelden, waarin men geconfronteerd wordt met de gedachten die zij in elkaar weeft zonder kant-en-klare oplossingen te bieden.
Kan harmonie lichte of zware spanning dragen?
Kan ik een grens trekken tussen stille en luidruchtige harmonie?
Kan ik een grens trekken tussen harmonie of het wennen aan zaken die we het meest afwijzen.
Zoeken we naar harmonie alsof we een oplossing vinden voor alle tegenstellingen, zoals in het vinden van troost als een veilige haven met een gevoel van thuiskomen?
Meer lezen

Het vergeten ideaal van Harmonie

Universiteit Antwerpen
2023
Julian
Coryn
Een behandeling over het ideaal van harmonie, bekeken vanuit antiek Grieks en hedendaags neurowetenschappelijk gedachtegoed.
Meer lezen

Our Planet, Our Beloved - Gemeenschap in ecofeministische hedendaagse kunst

Vrije Universiteit Brussel
2023
Ella
Dezuttere
In mijn scriptie onderzoek ik de rol van het concept 'gemeenschap' binnen de ecofeministische hedendaagse kunst.
Meer lezen

Een dérive van de Demer in Hasselt. Psychogeografie als sleutelconcept voor een ruimtelijke analyse.

Universiteit Hasselt
2023
Oguzhan
Aydin
Dit onderzoek vormt een wandeling door de stad Hasselt met de Demer als leidraad. Na een beknopte literatuurstudie wordt een dérive, een vrije wandeling, uitgevoerd en vervolgens gebruikt als inspiratie voor een (anti-)architectuurproject. Het belang van dit soort wandeling wordt op een organische manier duidelijk gemaakt met het project.
Meer lezen

Een onderzoek naar het perspectief van zorgverleners en leidinggevenden op crustatieve zorg bij mensen met een ernstige en persisterende psychiatrische aandoening

Universiteit Gent
2023
Lena
Beirnaert
Een onderzoek naar het perspectief van zorgverleners en leidinggevenden op crustatieve zorg. Een innoverend zorgmodel voor mensen met een ernstige persisterende psychiatrische aandoening.
Meer lezen

Bold Collection - meubelontwerp

Thomas More Hogeschool
2023
Wout
Bemelmans
Het moderne leven staat bol van verandering en transformatie. Niets blijft voor eeuwig hetzelfde, en alles is onderhevig aan de onverbiddelijke gang van de tijd. Maar wat als we een manier zouden vinden om iets te creëren dat zowel het oude als het nieuwe, het vergankelijke en het opkomende belichaamt? Dit is het concept achter de BOLD Collection, een unieke meubelcollectie die traditie en innovatie op harmonieuze wijze verenigt. Dit project verkent het ontstaan van deze bijzondere collectie, de sociale problemen waarmee het zich bezighoudt, de innovatieve ontwerpaspecten en de duurzaamheidskenmerken.

Hoofdstuk 1: Het Verhaal van Verandering
Dit hoofdstuk onderzoekt de inspiratie achter de BOLD Collection en de narratieve achtergrond ervan. Het benadrukt de constant veranderende aard van de wereld en hoe de passage van tijd zowel destructie als groei met zich meebrengt. Het verkent de concepten van contrast en transformatie die de kern vormen van de collectie.

Hoofdstuk 2: Een Samensmelting van Ambacht en Innovatie
Hier wordt dieper ingegaan op het ontwerp en de kenmerken van de BOLD Collection. De nadruk ligt op de handgeweven Deense koordzittingen en het gebruik van duurzaam gerecycled hout, waarmee de brug wordt geslagen tussen het verleden en de toekomst. De mogelijkheden voor personalisatie en reparatie worden belicht, evenals de innovatieve ontwerpelementen die speelsheid en spanning toevoegen aan de brutalistische esthetiek.

Hoofdstuk 3: Duurzaamheid in Meubeldesign
Dit hoofdstuk richt zich op de duurzaamheidsaspecten van de BOLD Collection. Het beschrijft het zorgvuldige selectieproces van materialen met een lage impact op het klimaat en de aandacht voor vakmanschap in elk detail. De interactie tussen kleur en materiaal wordt benadrukt, evenals de mogelijkheid voor flat pack en schaalbaarheid.

Hoofdstuk 4: De Doelgroep en Sociale Impact
Hier wordt de focus verlegd naar de doelgroep van de BOLD Collection, namelijk de "Young Urban Professionals". Hun behoefte aan kwaliteit, personalisatie en duurzaamheid wordt verkend, evenals de potentiële impact van de collectie op hun leefomgeving. Verschillende marktsegmenten en mogelijke toepassingsgebieden worden besproken, waaronder privéwoningen, appartementen, gastvrijheidsruimtes en flagship stores.

Conclusie:
Het eindwerk sluit af met een samenvatting van de belangrijkste bevindingen en benadrukt de unieke waardepropositie van de BOLD Collection. Het benadrukt de mogelijkheid om een persoonlijke band met de meubelstukken op te bouwen en hoe ze een statement kunnen maken in elke ruim
Meer lezen

Justus Lipsius als vaderlander: De beeldvorming van Justus Lipsius in België van 1853 tot 1947

KU Leuven
2022
Joachim
Hoste
Deze masterproef gaat over de beeldvorming van de humanist Justus Lipsius van 1853 tot 1947. Hij paste binnen de herdenking van grote historische figuren om de natiestaat te legitimeren. Voor Leuven, Overijse en Ath riep hij lokale trots op. Lipsius werd vooral geëerd als groots wetenschapper. Maar in 1909 vond de liberale pers hem helemaal niet erenswaardig en bekritiseerde zijn intolerantie.
Meer lezen

De kunst van creatief onderwijs

UC Leuven-Limburg
2021
Sarah
Awad
Dit praktijkonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de wijze waarop het Steineronderwijs in Vlaanderen volgens hun pedagogie en filosofie hun ASO-leerlingen voorbereidt op het leven. Hierin staat de vraag centraal: wat is de meerwaarde van kunstzinnigheid en creativiteit in het secundair onderwijs en hoe vertaalt zich dat in het Steineronderwijs. Aansluitend hierop worden de sterktes en de zwaktes van dit type onderwijs verder onderzocht. Naast een uitgebreide literatuurstudie werden er diepte-interviews afgenomen van oud-leerlingen van MSV en Werner Govaerts, coördinerend directeur van de Federatie Steinerscholen. Deze scriptie werd geschreven naar aanleiding van een politieke tendens waarbij kunstzinnige vakken in het secundair onderwijs sterk worden teruggeschroefd. Er wordt geconcludeerd dat kunst een noodzaak is voor een brede, optimale ontwikkeling van een jongere. Hierdoor krijgen jongeren de kans om hun eigen stem te laten horen, hun eigen talenten te ontdekken, hun eigen creativiteit te ontwikkelen en hun eigen unieke identiteit tot uitdrukking te brengen. Binnen het Steineronderwijs wordt sterk de nadruk gelegd op die persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Ze worden niet klaargestoomd om zich aan te passen aan de huidige maatschappelijke verwachtingen maar ondersteund in het groeien naar wie ze in wezen al zijn. Zo kunnen jongeren op een eigen unieke en creatieve wijze een meerwaarde bieden aan de maatschappij.
Meer lezen

Ethiek & Klimaatverandering: een achtdelige lessenreeks voor de tweede graad humane wetenschappen

KU Leuven
2021
Joren
Ossewaarde
  • Aaron
    Soens
  • Annika
    Beeck
Voor onze scriptie hebben wij onderzoek gedaan naar de beginsituatie van ethische kennis bij leerlingen uit de derde graad van de humane wetenschappen. Ook hebben wij gekeken wat de beste aanpak is om ethiek aan te brengen bij deze leerlingen. Onze bevindingen hebben wij verwerkt in een lespakket over klimaatproblemen en ethiek.
Meer lezen

Een constructivist op de barricaden! Bruno Latour over de construeerbaarheid van feiten en de nood aan verbindende kritiek.

Universiteit Antwerpen
2021
Dieter
Coppens
Deze masterthesis gaat in op twee aspecten van het werk van Bruno Latour, die op het eerste gezicht moeilijk verzoenbaar lijken: zijn epistemologische positie die tot de strekking van het constructivisme behoort en zijn praktische filosofie met een pleidooi voor verbindende kritiek. Dat beide aspecten op gespannen voet lijken te staan, ligt aan het feit dat het constructivisme niet met verbindende, maar met negatieve kritiek wordt geassocieerd: het ontmaskert en deconstrueert vaste waarden en objectieve feiten. De vraag hoe Latours theoretische visie over de construeerbaarheid van feiten te verzoenen valt met zijn praktische ideaal van een verbindende kritiek, vormt dan ook de centrale onderzoeksvraag van deze thesis.
Meer lezen

De oorsprong van het evenement: Een fenomenologie van verandering

Universiteit Gent
2021
Alexandra
Van Laeken
In deze thesis onderzoek ik hoe we ruimte kunnen maken voor verandering binnen de fenomenologie van Edmund Husserl. Deze vraag tracht ik te beantwoorden vanuit een Badiouaanse invalshoek. Concreet stel ik volgende vragen: Op welke manier zet Alain Badiou zich af tegen Edmund Husserls fenomenologie? Spreken Badiou en Husserl over een gelijkaardige crisis? Op welke manier kunnen we Badiou’s oplossing voor deze crisis, namelijk de identificatie van het evenement, ook een plaats geven binnen Husserls filosofie? En ten slotte, is het evenement denkbaar in Husserls fenomenologie en kan dit een antwoord bieden op de Krisis?
Meer lezen

LIFT - Maak STEM-workshops met jouw leerlingen

Arteveldehogeschool Gent
2021
Michiel
Six
  • Matthias
    Vandenbergh
  • Frederik
    Van De Winkel
STEM-workshops ondervinden problemen op het vlak van laagdrempeligheid en het bereiken van een groot publiek. Met deze bachelorproef willen we een antwoord bieden op deze uitdaging.
Meer lezen

Beyond “the Obligatory Note of Hope”: Buddhism, Ecology, and Affect in the Everyday Anthropocene Novel

Universiteit Gent
2021
Edith
Declercq
Dit is een literatuurwetenschappelijke scriptie over het Boeddhstisch, affectief en ecologisch denken in twee hedendaagse Amerikaanse romans. Als resultaat stelde ik vast dat deze twee romans die op het alledaags leven in het Anthropoceen focussen de verbondenheid tussen de verschillende levenssoorten vaak centraal stellen. Hieruit volgt dat zij onze geschiedenis anders bekijken en uit die verbondenheid ook hoop putten voor onze toekomst en een denkkader vinden om te leren omgaan met hun eigen angsten en zorgen over een klimaatveranderde toekomst.
Meer lezen

Acinar-to-ductal metaplasia in pancreatic cancer: regulatory genes as a target for therapy

Vrije Universiteit Brussel
2021
Jan-Lars
Van den Bossche
Tot op vandaag blijft pancreaskanker een ongeneeslijke ziekte met weinig hoopgevende statistieken. De wetenschap heeft aangetoond dat een proces waarbij cellen in de pancreas van identiteit veranderen, dat zich voordoet bij o.a. chronische ontsteking, aan de oorsprong kan liggen van pancreaskanker. In deze studie werd onderzocht welke genen hierin een rol spelen, met het oog op het blokkeren van dit proces om zo de ontwikkeling van pancreaskanker te voorkomen.
Meer lezen

Haptonomische pre- en postnatale begeleiding van ouders en kind

Arteveldehogeschool Gent
2021
Birten
Pots
Binnen het perinatale zorgnetwerk zijn er heel wat alternatieve begeleidingsvormen aan een
opmars bezig, onder andere de haptonomische pre- en postnatale begeleiding van ouders en
kind. De impact en de meerwaarde hiervan worden beschreven pre, peri- en postnataal, dat zowel voor de ouders als voor het kind. Als vroedvrouw kan de haptonomische visie een andere kijk op het werkveld geven.
Meer lezen

Democratization of Leninist Parties: Causes for the Chinese Communist Party and Chinese Nationalist Party's Divergence of Reform Outcomes during the Late 20th Century

Universiteit Gent
2020
Jasper
Roctus
Dit proefschrift richt zich op het verklaren van de sterk verschillende uitkomsten van de democratiseringsprocessen in de Volksrepubliek China en de Republiek China (Taiwan) in de late 20ste eeuw. Hierbij is de vraag gesteld waarom de Chinese Nationalistische Partij (KMT) slaagde in haar democratische hervormingen, terwijl de Chinese Communistische partij tot op de dag van vandaag vasthoudt aan haar monopolie op politieke macht.
Meer lezen

De Betovering van Mythos en Logos: een deconstructie en reconstructie van ons moderne begrip van het tragische

Universiteit Antwerpen
2020
Linde
De Vroey
Deze verhandeling biedt een nieuwe analyse van het tragische die een correctie aanbrengt op de
nietzscheaanse interpretatie van de tragedie als het overwegend dionysische principe in de cultuur. De
deconstructie van de dionysische oorsprongsmythe van de tragedie leert dat deze nietzscheaanse visie
kadert binnen de grote breuklijnen van de moderniteit: de tegenstelling tussen Verlichting en
Romantiek, ratio en betovering, logos en mythos. Nietzsches interpretatie van het dionysisch-tragische
als het irrationele tegenprincipe van het rationalisme en de metafysica maakt zelf deel uit van de moderne
funderingsmythe, en houdt zo de moderne breuklijnen in stand.

Dit werk is een poging om de breuklijnen te doorbreken vanuit een inclusieve reconstructie van het
tragische levensgevoel van de Oude Grieken. Ik vertrek vanuit het filosofische kader van de betovering
en onttovering van de wereld om de verschillen tussen het Oudgriekse tragische en de moderniteit te
duiden, en breng de tragedie in verband met de betovering, de mythe, de filosofie, de metafysica en de
polis. Via een labyrintische zoektocht tussen mythos en logos ga ik op zoek naar een nieuw en
authentieker begrip van het tragische levensgevoel; en naar de mogelijkheden en uitdagingen voor het
authentieke tragische om opnieuw een betekenisvolle plaats op te eisen in onze (post)moderne cultuur.
Meer lezen

De muzikale entrepreneur: een onderzoek naar de drijfveren en denkprocessen bij DIY-muziekproductie

Universiteit Antwerpen
2020
Cedric
Fret
Deze studie onderzocht enerzijds de drijfveren en anderzijds de denkprocessen van muzikale entrepreneurs die verschillende facetten in en rond de productie van hun muziek met een DIY-filosofie benaderen.
Meer lezen

UNRAVEL: Aanknoping en ontknoping in een scenografisch ontwerp

Universiteit Hasselt
2020
Jasper
Goris
In deze scriptie wordt bestudeerd in hoeverre het scenografisch ontwerp de bezoeker in staat stelt om bepaalde keuzes in zijn leven te maken. Een essentiële vereiste hiertoe is dat de bezoeker in dialoog treedt met het ontwerp en op zoek gaat naar de betekenissen die achter het beeld schuilgaan. Door zijn gedachten en emoties te verknopen met het beelddenken van het ontwerp, kan de bezoeker tot nieuwe inzichten komen en zijn plaats in de samenleving bevragen.
Meer lezen

Belichaming en toegankelijkheid. Een fenomenologische bijdrage aan het hedendaagse debat over de digitale publieke sfeer.

Universiteit Antwerpen
2020
Anthony
Longo
Deze scriptie biedt een fenomenologische analyse van de rol van het lichaam in de toegankelijkheid van de digitale publieke sfeer.
Meer lezen

Pan-Europese Picknick

Erasmushogeschool Brussel
2020
Iliana
Jeurissen
  • Janis
    Wellens
  • Arno
    Janssens
  • Iliana
    Jeurissen
In onze bachelorproef wordt heel het proces neergeschreven over de ontwikkeling van een innovatief, duurzaam, toeristisch-recreatief product. We leggen uit hoe we aan het concept kwamen van onze Pan-Europese Picknick en waaruit dit project allemaal bestaat. Er worden reeds drie theoretische pilootprojecten voorgesteld van dit product.
Meer lezen

Foucault versus Spinoza. Een onderzoek naar de paradoxale en fundamentele relatie tussen waarheid(spreken) en democratie

Vrije Universiteit Brussel
2020
Ken
Cooreman
De vervolging van Socrates weerspiegelt de erfzonde van de democratie. Ofschoon de democratie de kiemen heeft gezaaid van het principe van de vrijheid om te spreken, belemmert deze vrijheid de mogelijkheid tot waarheidspreken in de democratie. Tussen waarheid en politiek en tussen vrijheid en democratie ontstaat dientengevolge een contradictie. Foucault en Spinoza bieden ons de conceptuele middelen aan om deze contradictie te interpreteren in het licht van de eertijdse en hedendaagse crisis van de democratie. Volgens Foucault is het belangrijk dat er plaats wordt gemaakt voor waarheidspreken in een democratie, beheerst door de norm van de vrijheid. Volgens Spinoza kan de democratie dan weer worden beschadigd door de subversieve effecten van waarheid. De mogelijke omverwerping van de sociaal-politieke orde wordt door deze subversiviteit geïmpliceerd. Echter is het ten zeerste onwenselijk de huidige democratische orde te willen omverwerpen met de hoop dat de daaropvolgende heilzamer zal zijn. Het probleem van de machtsuitoefening door middel van een waarheidsdiscours is de rode draad doorheen dit onderzoek.
Meer lezen