Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Determining the killer whale gut microbiome and its genetic ability to degrade persistent organic pollutants

KU Leuven
2025
Cédric
Thienpont
In mijn scriptie heb ik de compositie van het darmmicrobioom van beide captieve en wilde (gestrande) orca's geanalyseerd met behulp van verscheidene DNA sequencing technieken. Aan de hand van bio-informatica heb ik achterhaald welke genen aanwezig zijn die bijdragen tot de afbraak van door de mens geproduceerde organische polluenten.
Meer lezen

Altijd in twee woorden. Erfgoed en verval volgens Caitlin DeSilvey

Universiteit Gent
2025
Fay
De Maesschalck
Deze masterproef onderzoekt hoe erfgoedtheoretica Caitlin DeSilvey met behulp van paradoxaal taalgebruik en oxymorons een alternatief discours over erfgoed en verval heeft ontwikkeld. In plaats van het behoud en de fixatie van objecten centraal te stellen, pleit DeSilvey voor een ‘postpreservation paradigm’, waarin vergankelijkheid, transformatie en zelfs verdwijnen worden erkend als volwaardige erfgoedprocessen. De thesis is opgebouwd als een essaybundel rond vier paradoxen: ‘ephemeral commemoration’, ‘mutable matter’, ‘experimental preservation’ en ‘ruin porn’. Elk essay bespreekt DeSilveys concepten in dialoog met literatuur, filosofie en concrete casussen, en wordt vergezeld van vier lexicons waarin sleuteltermen staan gedefinieerd. De centrale vraag is hoe erfgoedpraktijken kunnen verschuiven van statisch en objectgericht naar fluïde en procesmatig. Wat betekent het om architectuur te ontwerpen of conserveren met oog voor verandering, verval en onvermijdelijke fragmentatie? DeSilveys vocabulaire toont aan dat taal zelf richtinggevend is: haar tweeledige begrippen creëren ruimte om voorbij binaire tegenstellingen te denken. Deze thesis wil geen alternatieve doctrine formuleren, maar eerder een reflectieve ruimte openen waarin ontwerp en erfgoedzorg zich kunnen positioneren tegenover fragiliteit en eindigheid.
Meer lezen

Duurzaamheidsrapportering en de Erosie van het EU-Concurrentievermogen: Een Pad Naar Industriële Vernieuwing

Universiteit Gent
2025
LAURENZ MAXIMUS
BOURGONJON
Deze thesis onderzoekt de groeiende spanning tussen de ambitieuze duurzaamheidsagenda van de EU en het afnemende concurrentievermogen van haar kernindustrieën. De centrale vaststelling is dat niet de duurzaamheidsdoelen zelf, maar de diepgewortelde beleidsonzekerheid—veroorzaakt door inconsistente regels, hoge energiekosten en een gebrek aan een gelijk speelveld—de voornaamste rem op investeringen en concurrentiekracht is. Aan de hand van diepte-interviews met sleutelfiguren uit de industrie (ArcelorMittal), de politiek en de academische wereld, analyseert het onderzoek de concrete impact op strategische sectoren zoals staal, energie en kritieke grondstoffen. De conclusie is dat een succesvolle industriële heropleving enkel mogelijk is als de EU een proactief en voorspelbaar beleid voert dat een eerlijk speelveld garandeert, waardoor haar duurzaamheidsagenda een motor voor innovatie wordt in plaats van een bron van onzekerheid.
Meer lezen

Silent Spread: Using a digital serious game on Phytophthora cinnamomi to facilitate cognitive thinking processes and inspire the creation of a cognitive sustainability compass

Universiteit Gent
2025
Charl Justine
Darapisa
Deze studie onderzoekt het gebruik van serious games in het bevorderen van kennisverwerving over Phytophthora cinnamomi (Pc), een invasieve bodemaandoening die het Mediterrane eikecosysteem in Spanje bedreigt. Gebaseerd op de cognitieve taxonomie van Bloom heeft het onderzoek als doel te evalueren welke specifieke spelelementen (trivia, quiz, spelbeheer en spelsituaties) de vijf cognitieve denkprocessen ondersteunen, en of serious games kunnen dienen als effectieve hulpmiddelen om via de Cognitive Sustainability Compass reflectie over duurzaamheid te stimuleren.

Silent Spread, een digitaal bordspel, werd ontwikkeld en gespeeld door 35 studenten op universitair niveau. De PLS-SEM-analyse toont aan dat Silent Spread middelhoge tot hogere denkvaardigheden bevordert, waarbij analyseren de sterkste rol speelt in het aanleren van verspreidingsmechanismen.

De sessies met de Cognitive Sustainability Compass tonen aan dat vooral de sociale pijler van duurzaamheid werd benadrukt, met thema’s als samenwerkend leren en een sterkere verbondenheid met rurale realiteiten. De studie onderstreept dat serious games vooral het toepassen van kennis stimuleren in plaats van enkel het onthouden van feiten. Daarom moet toekomstig onderzoek nagaan hoe deze spellen het leren binnen én buiten de virtuele omgeving kunnen versterken. Daarnaast stelt de studie het hiërarchisch model van Bloom in vraag en benadrukt ze dat de 21e eeuw nood heeft aan vaardigheden zoals samenwerking, probleemoplossend denken en systeemdenken, die spelers met succes hebben aangetoond.
Meer lezen

De opkweek van darmbacteriën van de honingbij (Apis mellifera) optimaliseren aan de hand van verschillende media

Hogeschool VIVES
2025
Dina
Schevernels
De studie richt zich op het optimaliseren van groeimedia voor darmbacteriën van honingbijen, die een cruciale rol spelen in de gezondheid van bijen en hun kolonies. Omdat standaard kweekmedia vaak niet geschikt zijn, is onderzocht welke aangepaste media nodig zijn voor verschillende bacteriesoorten zoals Commensalibacter, Gilliamella, Snodgrasella, Apibacter en Bombella.

Uit de resultaten blijkt dat toevoeging van charcoal de groei kan bevorderen door schadelijke stoffen te binden, maar dat elke bacteriesoort zijn eigen voorkeur heeft voor specifieke media. Er bestaat dus geen universeel groeimedium. Dit betekent dat toekomstig onderzoek zich moet richten op soorten-specifieke media of co-culturen die de natuurlijke darmomgeving nabootsen.

Het onderzoek is niet alleen technisch relevant, maar draagt ook bij aan betere inzichten in bijengezondheid, mogelijke probiotica voor bijen en breder microbioomonderzoek. De kernconclusie: de gezondheid van bijen begint bij hun darmmicroben, en hun bestudering begint bij het juiste groeimedium.
Meer lezen

Hoe roodwieren hun buren saboteren: De chemische oorlogsvoering in zee

Universiteit Gent
2025
Robbe
Paepen
Deze thesis onderzoekt de allelopathische effecten van drie roodwieren—Acrochaetium
secundatum, Gracilaria gracilis en Palmaria palmata—op de groei van twee microalgen: Tisochrysis lutea (Haptophyta) en Phaeodactylum tricornutum (Bacillariophyta). Van elk wier werden drie types extracten bereid: een polair extract, een apolair extract van het zeewieroppervlak, en een apolair extract van het gehele wier. De extracten werden getest in concentratiereeksen om hun effect op microalgengroei te evalueren.
Naast groeiremming werd ook de chemische samenstelling van de extracten geanalyseerd om potentiële allelochemicaliën te karakteriseren. Er werd een volledig spectrofotometrisch profiel genomen van het polaire extract, waarbij fycoërythrine en fycocyanine werden gekwantificeerd. Verder werd de vetzuursamenstelling in de apolaire extracten bepaald met GC-MS. Het meest dominante vetzuur in de extracten, eicosapentaeenzuur (EPA), werd afzonderlijk getest op de microalgen om het specifieke effect ervan te evalueren. Tot slot werd ook de mogelijke rol van oxidatieve stress onderzocht via een DPPH-radicaalassay.
De resultaten tonen dat de roodwierextracten soort- en extract-specifieke groeiremming veroorzaken. T. lutea bleek over het algemeen gevoeliger dan P. tricornutum. De sterkste inhibitie werd waargenomen bij het apolaire totaalextract van P. palmata. Uit de extra test met EPA, bleek EPA op zich de remming niet volledig te verklaren. Polaire extracten, vooral van A. secundatum, vertoonden ook duidelijke remming, vermoedelijk door fycobiliproteïnen zoals fycoërythrine en fycocyanine. Deze pigmenten kunnen echter ook indirecte effecten veroorzaken via lichtabsorptie.
Deze studie benadrukt het belang van gecombineerde chemische en biologische analyses om actieve componenten en hun werking te identificeren, met oog op zowel ecologische als biotechnologische toepassingen.
Meer lezen

Onderhandelen over duurzaamheid Een waardensociologische analyse van Museum Plantin-Moretus

Universiteit Antwerpen
2025
Orphee
Marien
Deze masterproef onderzoekt hoe duurzaamheid vorm krijgt binnen de dagelijkse praktijk van een cultureel-erfgoedinstelling, met het Museum Plantin-Moretus (Antwerpen) als casus. Vertrekkend vanuit de rechtvaardigingstheorie van Boltanski en Thévenot wordt duurzaamheid benaderd als een moreel en relationeel onderhandelingsproces, eerder dan als een vaststaand beleidsdoel. Via kwalitatieve analyse van interviews, observaties en documenten worden vijf morele oriëntaties of ‘waardewerelden’ geïdentificeerd: Zorg & Traditie, Maatschappij, Aards, Inspirerend en Structuur & Efficiëntie. Deze logica’s tonen hoe medewerkers omgaan met spanningen tussen beleidsdoelstellingen, institutionele beperkingen en persoonlijke overtuigingen. Drie strategieën komen naar voren in het omgaan met waardeconflicten: integratie, gedogen en het aanvaarden van pluraliteit. Daarbij speelt temporaliteit een belangrijke rol: traagheid blijkt niet louter bureaucratisch, maar functioneert als zorgzame reflectie. Tegelijk zijn waardewerelden ongelijk verdeeld in termen van institutionele inbedding, waardoor bijvoorbeeld erfgoedlogica’s dominant blijven tegenover ecologische rechtvaardigingen. Het onderzoek concludeert dat duurzaamheid in musea geen statisch of eenduidig begrip is, maar ontstaat in de concrete praktijken van verantwoording en positionering. Culturele duurzaamheid verschijnt zo niet als een extra pijler naast ecologie, economie en maatschappij, maar als het interpretatieve veld waarin betekenissen gevormd, betwist en gelegitimeerd worden.
Meer lezen

Actief luisteren naar de stad - Ontwikkeling van een nieuwe methode 'Soundvoice' via participatief actieonderzoek met stedelijke jongeren

Universiteit Antwerpen
2025
Lieven
Martens
Deze thesis onderzoekt een nieuwe methode ‘Soundvoice’ als instrument om te verkennen hoe jongeren in superdiverse stedelijke contexten de soundscape – het geheel van alle geluiden in hun omgeving – ervaren en interpreteren, en hoe deze ervaring verband houdt met hun persoonlijke leefwereld. Terwijl het dominante publieke discours de stedelijke soundscape vaak in binaire termen van ‘lawaai’ versus ‘stilte’ kadert, weerspiegelen dergelijke perspectieven vaak een beperkte, middenklasse en overwegend witte visie. Dit onderzoek wil ondererkende stemmen aan het woord laten door deelnemers te betrekken bij een creatief, participatief proces van opnemen, delen en bespreken van de geluiden van de stad en deze geluiden te relateren aan hun eigen persoonlijke verhaal.
Soundvoice verrijkt het sociaal werk met akoestische ecologie en soundscape studies en integreert principes van participatief actieonderzoek met zintuiglijke methoden zoals soundwalks en veldopnamen. Uit de bevindingen blijkt dat de methode jongeren op een actieve en reflectieve manier uitnodigt om hun omgeving te verkennen en specifieke geluiden te koppelen aan persoonlijke herinneringen, emoties en sociale contexten. Dit proces levert niet alleen genuanceerde inzichten op in de subjectieve en sociale dimensies van de stedelijke soundscape, maar bevordert ook dialoog.
De maatschappelijke waarde van Soundvoice ligt in het vermogen om jongeren op een laagdrempelige, creatieve manier te betrekken, waardoor hun ervaringen mogelijk hoorbaar worden binnen bredere stedelijke discoursen en mogelijk invloed kunnen uitoefenen op het beleid. De kleinschalige, contextspecifieke toepassing in deze studie beperkt echter de generaliseerbaarheid en verhindert een beoordeling van de impact op lange termijn. Toekomstig onderzoek moet de methode in diverse contexten, met verschillende groepen en over langere periodes testen om de validiteit ervan te versterken en het politiserende potentieel ervan te verkennen, vergelijkbaar met methoden als Photovoice.
Soundvoice lijkt een veelbelovend instrument voor sociaal werk, stadsstudies, jeugdwerk, armoedebeleid, gezondheidszorg en participatieve beleidsvorming – een instrument dat niet alleen met de oren luistert, maar ook openstaat voor de vele stemmen, verhalen en geleefde realiteiten die de hedendaagse stad vormgeven.
Meer lezen

Sustainable Tech Behaviour

Erasmushogeschool Brussel
2025
Tibo
Torrekens
  • Noor
    Dumont
  • Emma
    Van Camp
Dit rapport introduceert Sustainable Tech Behaviour (STB), een benadering die de bredere impact van technologie onderzoekt. Vaak worden technologische keuzes gedreven door efficiëntie, winstgevendheid en schaalbaarheid. De ecologische, economische, sociale en individuele gevolgen blijven echter vaak onderbelicht. Dit onderzoek brengt deze gevolgen in kaart en biedt praktische oplossingen voor een meer verantwoord technologisch beleid.

De literatuurstudie laat zien dat duurzaamheid en ethiek steeds belangrijker worden in technologische besluitvorming. Studies benadrukken de noodzaak van systemisch denken en multidisciplinaire samenwerking. Daarnaast tonen onderzoeken aan dat onbedoelde gevolgen van technologie vaak pas laat zichtbaar worden, wat proactieve strategieën vereist. Het STB-framework is gebaseerd op deze inzichten en helpt
organisaties technologie bewuster en duurzamer te benutten.

Het onderzoek introduceert het STB-framework, dat zich richt op vier impactgebieden: individueel, sociaal, economisch en ecologisch. Deze pijlers vormen samen een holistische benadering om de impact van technologie op verschillende niveaus te
begrijpen en te sturen.
Het framework biedt een gestructureerde aanpak om zowel de positieve als negatieve gevolgen van technologische innovaties te analyseren en hiermee bewuste keuzes te maken die bijdragen aan duurzaamheid en ethische verantwoordelijkheid.

Vervolgens benadrukt het rapport de noodzaak van bewustwording en biedt concrete tools om organisaties te helpen verantwoorde keuzes te maken. Een kernpunt is het STB-framework, een visueel en interactief model waarmee decision-makers de onbedoelde gevolgen van technologie kunnen identificeren en evalueren. Dit framework helpt bij het systematisch analyseren van technologische keuzes en hun bredere implicaties. Hierdoor kunnen organisaties technologie inzetten op een manier die zowel economisch rendabel als maatschappelijk verantwoord is.

Naast het STB-framework bevat het rapport aanbevelingen zoals het bevorderen van systemisch denken, regulering en het aanmoedigen van ethische innovatie. Verder worden strategieën aangereikt om binnen bedrijven en instellingen draagvlak te creëren voor duurzame technologische transities.

Het eindresultaat is een toolkit in workshopvorm met methodieken die organisaties ondersteunen bij het maken van duurzame en ethisch verantwoorde technologische keuzes. Deze toolkit kan worden ingezet in strategische besluitvorming, beleidsontwikkeling en bewustwordingscampagnes binnen bedrijven en instellingen.

Door concrete handvatten te bieden, draagt dit rapport bij aan een toekomst
waarin technologie niet alleen een drijvende kracht is achter economische groei, maar ook bijdraagt aan een eerlijke, duurzame en inclusieve samenleving
Meer lezen

Online afspraken in de gynaecologie: Wat houdt de patiënt tegen?

Odisee Hogeschool
2025
Tiany
Goesseye
Uit literatuuronderzoek blijkt dat de acceptatie van technologie in de gezondheidszorg sterk afhankelijk is van zaken zoals gebruiksvriendelijkheid, transparantie en de beschikbaarheid van tijdsloten. Het online afsprakensysteem biedt administratieve voordelen, zoals het verminderen van telefonische oproepen en het geven van meer controle aan patiënten over hun zorgplanning. Deze bachelorproef onderzoekt de factoren die de acceptatie en het gebruik van het online afsprakensysteem binnen de dienst gynaecologie van AZORG Campus Moorselbaan beïnvloeden.
Veldonderzoek binnen de dienst gynaecologie van AZORG laat zien dat zowel patiënten als administratief personeel tegen verschillende problemen aanlopen. De terminologie in de beslisboom is soms te wetenschappelijk, waardoor patiënten het moeilijk vinden om de juiste keuze te maken. Bovendien blijken bepaalde consultaties alleen telefonisch ingepland te kunnen worden, zonder duidelijke uitleg over het waarom. Dit verhoogt de werkdruk voor het secretariaat, omdat patiënten alsnog bellen voor verduidelijking. Een vergelijking met AZ Groeninge (Kortrijk, West-Vlaanderen) en VITAZ (Sint-Niklaas, Oost-Vlaanderen) toont aan dat andere ziekenhuizen ook met problemen kampen, maar dat een transparantere beslisboom en duidelijkere gebruikersinstructies de efficiëntie kunnen verbeteren.
In deze bachelorproef worden enkele concrete aanbevelingen geformuleerd die de toegankelijkheid en efficiëntie van het online afsprakensysteem zouden kunnen verbeteren. Door de beslisboom gebruiksvriendelijker te maken, kan AZORG de werkdruk op het secretariaat van de dienst gynaecologie verlagen en het digitale zorgtraject verder gaan optimaliseren. Dit onderzoek draagt bij aan een bredere analyse van technologiegebruik in de zorgsector en biedt inzichten die toepasbaar zijn voor andere medische disciplines die digitale afspraken willen implementeren of verder willen gaan optimaliseren.
Meer lezen

Effectieve verpleegkundige zorgpraktijken voor volwassenen met een autismespectrumstoornis in algemene ziekenhuizen: een autismevriendelijke benadering

Hogeschool UCLL
2025
Bahareh
Heydari
Tijdens mijn stages in algemene ziekenhuizen werd ik herhaaldelijk geconfronteerd met een terugkerend probleem in de zorg voor volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS). Wat mij opviel, was het opvallende tekort aan kennis over ASS bij zorgverleners, wat leidde tot misverstanden, frustraties en zorg die onvoldoende afgestemd was op de individuele noden van deze patiënten. Deze observaties raakten me diep en vormden de aanleiding voor mijn bachelorproef.

Met mijn onderzoek wil ik bijdragen aan een betere zorgervaring voor volwassenen met ASS in algemene ziekenhuizen. Het centrale doel van mijn bachelorproef is dan ook het verbeteren van verpleegkundige zorg door het implementeren van patiëntgerichte en autismevriendelijke zorgpraktijken. Ik ging op zoek naar concrete en haalbare manieren om de zorg beter af te stemmen op de unieke behoeften van deze doelgroep.

Om dit doel te bereiken, voerde ik een uitgebreide literatuurstudie uit. Daarbij maakte ik gebruik van de PICO-methode om gerichte zoekstrategieën te ontwikkelen en relevante bronnen te selecteren. De gekozen literatuur werd zorgvuldig beoordeeld op kwaliteit en toepasbaarheid. Op basis van deze analyse formuleerde ik aanbevelingen die niet alleen theoretisch onderbouwd zijn, maar ook praktisch inzetbaar. Daarnaast werden in de gebruikte studies interviews en observaties uitgevoerd om de effectiviteit van de voorgestelde zorgpraktijken in de praktijk te toetsen.

Uit de resultaten kwamen verschillende waardevolle inzichten naar voren. Zo blijkt het gebruik van visuele hulpmiddelen, zoals pictogrammen en whiteboards, bijzonder effectief in het verbeteren van de communicatie met patiënten met ASS. Ook gestandaardiseerde communicatiesystemen, zoals de Autism Healthcare Accommodations Tool (AHAT), bieden zorgverleners een houvast om beter in te spelen op de noden van deze patiënten. Verder is het aanpassen van de zorgomgeving – bijvoorbeeld door het verminderen van sensorische prikkels zoals fel licht en lawaai – essentieel om overbelasting te voorkomen. Het actief betrekken van familieleden in het zorgproces blijkt eveneens een belangrijke factor in het verhogen van het comfort en de veiligheid van de patiënt. Tot slot toont de literatuur aan dat training en bewustwording bij zorgverleners cruciaal zijn om de kwaliteit van zorg structureel te verbeteren.

Mijn conclusie is dan ook helder: de implementatie van autismevriendelijke zorgpraktijken kan de ziekenhuiservaring van volwassenen met ASS aanzienlijk verbeteren. Door in te zetten op duidelijke communicatie, een aangepaste omgeving en betrokkenheid van de persoonlijke kring, kunnen stress en misverstanden worden verminderd. Daarnaast is het noodzakelijk dat zorgverleners continu worden bijgeschoold en ondersteund in hun kennis over ASS. Deze aanpak draagt bij aan een meer inclusieve, veilige en patiëntgerichte zorgomgeving, waarin ook mensen met ASS zich gehoord en begrepen voelen.
Meer lezen

Collaborative Filmmaking and the Sonic Ecology of Adivasi Landscapes: How can multisensory and decolonial approaches contribute to a better understanding of Adivasi land dispossession and enhance transcultural resonance?

Universiteit Antwerpen
2025
Luca
Verhaeghe
Dit etnografisch onderzoek situeert zich in de context van Adivasi-landonteigening ten gevolge van de koolmijnontginning in Jharkhand (Oost-India). Door de integratie van dekoloniale en multisensorische methoden gaat deze studie verder dan rationele discoursen en erkent het belang van onze zintuiglijke waarneming. De verkenning van het Adivasi-geluidslandschap gaat gepaard met deze geschreven reflectie op het participatieve en collaboratief filmmaakproces. Multisensorische en feministische
kaders zoals ‘Standpoint Theory’, ‘Speaking Nearby’, ‘Triangular Relationship’ en ‘Sonic Ecology’ vormen de blauwdruk van de bijhorende kortfilm, waarin de echo’s van deze benaderingen verweven worden in het narratief.

Dit onderzoeksproject streeft naar het vestigen van een driehoeksverhouding tussen
etnograaf/subject/zintuig op een cultureel gevoeligere manier. Het draagt vandaar bij aan de dekolonisatie van de visuele etnografie. Door verschillende kwalitatieve onderzoeksmethodes zoals interviews, visuele bronanalyse en perceptie-analyses samen te brengen werd een cultuursensitiever, participatief en collaboratief filmproject ontwikkeld. De data van dit ‘embodied’ luik werd voornamelijk verzameld door middel van auditieve indrukken. Desondanks, was visueel materiaal noodzakelijk om de context van Adivasi-ontheming op een begrijpelijke manier te schetsen.
Experimentele audiovisuele composities brengen conflicterende Adivasi land- en geluidscapes samen om gevoelens van resonantie op te wekken. De kortfilm, genaamd ‘de Sonic Ecology of Adivasi Landschapes’, draagt vandaar bij aan een versterking van cross-culturele intimiteit tussen de perceptor en contrasterende, sonische Adivasi-ecologieën beïnvloed door de dreiging van extractivisme.
Meer lezen

Ecodorpen: kan je zelfvoorzienend leven in Vlaanderen?

Arteveldehogeschool Gent
2024
Hanne
van Mourik
  • Lowie
    Vandyck
  • Zoë
    Sagon
Er zijn wereldwijd tienduizend ecodorpen: zelfvoorzienende gemeenschappen waar mensen in harmonie leven met de natuur en met elkaar. In Vlaanderen bevinden zich slechts vier van dit soort plekken, veel minder dan in Wallonië en Nederland. Hanne, Lowie en Zoë bezoeken verschillende ecodorpen om te onderzoeken hoe zelfvoorzienend je kan leven in Vlaanderen.
Meer lezen

De rol van alternatieve mens-natuurrelaties in het gedepolitiseerde Vlaamse landbouwdebat

Universiteit Gent
2024
Wout
Barbier
Een kwalitatieve studie op basis van literatuuronderzoek, discoursanalyse en interviews naar de rol van alternatieve mens-natuurrelaties in de repolitisering van het Vlaamse landbouwdebat. In het eerste deel wordt onderzocht
welke boerenorganisaties als sociale bewegingsorganisatie gezien kunnen worden.
Momenteel kunnen we enkel Boerenforum zo bestempelen. In het tweede deel
wordt aan de hand van een discoursanalyse onderzocht welke boer-natuurrelaties
door landbouworganisaties worden uitgedragen. Hiervoor wordt gefocust op de relatie van boer.inn.en met de bodem. Een instrumentalisatie- en een co-creatiediscours
worden onderscheiden. In het instrumentalisatiediscours wordt het vermogen om
gewassen te doen groeien en ecosysteemdiensten te leveren grotendeels aan de
boer.in toegeschreven. In het co-creatiediscours wordt daarentegen over de bodem
gesproken als een levende co-creator van gewassen en ecosysteemdiensten. In
het derde deel wordt de relatie van agro-ecologische en conventionele boer.inn.en
met natuurlijke elementen onderzocht aan de hand van semi-gestructureerde interviews. Ook hierbij wordt specifiek gekeken naar de relatie met de bodem. De
meeste boer.inn.en schetsen een breed beeld van de bodem. De verschillen in visie
tussen boer.inn.en worden maar deels verklaard door de agro-ecologische of conventionele aanpak van deze boer.inn.en. Ook werd in de interviews gepeild naar
andere zaken waar boer.inn.en van wakker liggen, naar de identiteit van de boer, en naar het gevoel van verbinding tussen boer.inn.en onderling en met boerenorganisaties. We kunnen besluiten dat bodemzorg benadrukken momenteel eerder
verdelend dan verbindend werkt, en dat de manier waarop er vaak over bodemzorg gesproken niet aanzet tot collectieve actie. Om een brede mobiliserende werking te
hebben zou het agro-ecologische discours meer moeten inzetten op andere dingen
waar boer.inn.en van wakker liggen, zoals financiële duurzaamheid.
Meer lezen

Parametrisch Paviljoen

Universiteit Hasselt
2023
Emilie
Neuteleers
Deze scriptie onderzoekt de mogelijkheden van Augmented Reality (AR) als voornaamste hulpmiddel bij het bouwen van een regeloppervlak, in dit geval een conoïde. Dit om een initieel beeld te krijgen van de meerwaarden en moeilijkheden hiervan.
Meer lezen

Economische en milieueffecten van zware vrachtwagens op waterstofcellen in vergelijking met zware dieselvrachtwagens in Europa

Universiteit Hasselt
2023
Anke
Maes
De scriptie biedt een vergelijkende analyse van zware vrachtwagens op diesel en waterstof. Zowel economische als milieufactoren worden hierbij afgewogen.
Meer lezen

The creative act. About content and structure in times of transition.

Hogeschool PXL
2023
Lieve
Kauwenberghs
Hoe leven, denken en creëren we in onze huidige onstabiele tijden? Doorheen de velden van de landschapsarchitectuur en kunsten is deze scriptie een zoektocht naar hoe deze vraag bewuste en onbewuste keuzes over inhoud en structuur tijdens het creatieve proces kan beïnvloeden in deze velden.
Meer lezen

Enactive Ecologies: Exploring the role of enactivism in developing a relational environmental philosophy

Universiteit Antwerpen
2023
Teun
van Son
Dit werk onderzoekt hoe en in hoeverre een enactivistische benadering van cognitie bij kan dragen aan een verbindende milieufilosofie. Het concludeert dat enactivistische inzichten kunnen zorgen voor een mens- en wereldbeeld waarbij de mens middenin de wereld staat, in plaats van erboven. Daarnaast argumenteert het dat interactie met niet-menselijke natuur van groot belang is, vanuit het enactivistische concept 'participatory sense-making'.
Meer lezen

A REVIEW OF THE HISTORIES PRESENTED IN RECENT LITERATURE ON HORIZONTAL ORGANIZATION. Finding common grounds for research into commons, cooperatives, participation and self-organization

Vrije Universiteit Brussel
2023
Dries
Van de Velde
A systematic and chronological overview of contemporary literature on horizontal organization (HO) is given; organizations with less hierarchy, more autonomy for the participants and tools for shared decision-making power: commons, cooperatives, participation/co-production and self-managing teams and organizations. This literature shows an evolution from 1900 towards an increasingly broad cultural understanding of organizations within the organizational sciences: at first the focus was only on the needs of the organization, nowadays a paradigm prevails that increasingly incorporates the needs of the participants and environmental factors.
Meer lezen

The Motivations of Witoto Women to Become a Leader, Their Vision on Women Reinforcement and How Allies Can Support Them

Universiteit Gent
2022
Luca
Verhaeghe
Dit onderzoek baseert zich voornamelijk op de ervaringen van vrouwelijke Inheemse Witoto leiders afkomstig uit het Amazonewoud in Colombia. Hiervoor verrichtte ik een etnografisch veldwerkonderzoek tijdens de maanden februari, maart en april in 2022. Door de visie van deze vrouwen omtrent vrouwelijk leiderschap, de territoriale strijd en vrouwelijke versterking in beeld te brengen, tracht ik bij te dragen aan de dekolonisatie van de relatie tussen vrouwelijke leiders en hun bondgenoten. Daarnaast integreerde ik ook de visie van de socio-ecologische NGO 'Proterra' die als eerste een genderbenadering hanteerde in de samenwerking met deze gemeenschap.
Meer lezen

Lessen over dieren? Een onderzoek naar socialisatie op school

Universiteit Gent
2022
Daniel
Guerrero
Onderzoek naar socialisatie rond dieren op school. Wat leren de Vlaamse leerlingen over dierenwelzijn op school? Weinig tot niets, zo blijkt.
Meer lezen

The Language of Trauma in Ken Saro-Wiwa's "Sozaboy"

Universiteit Gent
2022
Christopher
Hebert
De experimentele taal “Rotten Engels” die Ken Saro-Wiwa creëert in zijn veelgeprezen anti-oorlogsroman 'Sozaboy' is een bijzonder effectief middel om het trauma van oorlog en de ecologische impact van oorlog weer te geven.
Meer lezen

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

KU Leuven
2021
Antje
Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.
Meer lezen

Dyspareunie in de menopauze, hoe het taboe doorbreken?

Hogeschool PXL
2021
Sara
Corsus
Dyspareunie is een veelvoorkomend ongemak in de menopauze. Door het taboe rond dit onderwerp word het vaak niet besproken en blijft het vervolgens onbehandeld. Deze proef onderzoekt hoe we dit taboe in de maatschappij kunnen doorbreken, om vrouwen met dyspareunie vlotter bij de juiste hulpverlener te krijgen.
Meer lezen

Beyond “the Obligatory Note of Hope”: Buddhism, Ecology, and Affect in the Everyday Anthropocene Novel

Universiteit Gent
2021
Edith
Declercq
Dit is een literatuurwetenschappelijke scriptie over het Boeddhstisch, affectief en ecologisch denken in twee hedendaagse Amerikaanse romans. Als resultaat stelde ik vast dat deze twee romans die op het alledaags leven in het Anthropoceen focussen de verbondenheid tussen de verschillende levenssoorten vaak centraal stellen. Hieruit volgt dat zij onze geschiedenis anders bekijken en uit die verbondenheid ook hoop putten voor onze toekomst en een denkkader vinden om te leren omgaan met hun eigen angsten en zorgen over een klimaatveranderde toekomst.
Meer lezen

Deep learning modellering voor de kwantitatieve FTIR-analyse van ternaire stabilisatorenmengsels

KU Leuven
2021
Laurens
Van den Meersche
In deze thesis wordt een methode voorgesteld om een chemische kwantificatie van een ternair stabilisatorenmengsel te voltrekken via deep learning en FTIR-analyse. Een menselijke interpretatie wordt bemoeilijkt door een grote hoeveelheid aan pieken die niet individueel toe te schrijven zijn aan individuele stabilisatoren. Daarom wordt deep learning gebruikt om een model op te bouwen dat zelfstandig infraroodspectra kan verwerken. Ook werd geëxperimenteerd met pre-processing om de grote hoeveelheid aan data onder controle te houden.
Meer lezen

Energiebewaking op basis van artificiële intelligentie - machine learning

KU Leuven
2020
Jeroen
Bert
  • Joachim
    De Roo
Genomineerde longlist mtech+prijs
In onze masterproef hebben we de mogelijkheden van een energiebewaking voor de industrie op basis van A.I. en meer bepaald op basis van machine learning onderzocht.
Meer lezen

Hoe kunnen we netwerkeconomie operationaliseren binnen de Vlaamse kmo markt? - Een onderzoek bij Vlaamse middelgrote ondernemingen.

Hogeschool West-Vlaanderen
2020
Stef
Rutsaert
In dit onderzoek operationaliseren we netwerkeconomie door deze term doorheen de tijd te onderzoeken en tot een nieuwe, moderne definitie te komen. De drie onderdelen van deze definitie, namelijk technologie, change management en niet-financiële waardecreatie, worden aan de hand van literatuur onderzocht en onderling gelinkt. De interviews uit dit onderzoek maken duidelijk dat er nog te weinig kennis is over netwerkeconomie binnen de bedrijfswereld.
Meer lezen

Stedelijke CO2-concentraties: leven we in een +400 ppm CO2 atmosfeer?

Universiteit Gent
2020
Merel
Degroote
Deze thesis focust zich op de actuele CO2-concentratie in en rond stad Gent. Dagelijkse meteorologische metingen op een vast punt in de stad Gent, lieten toe de seizoens- en weersafhankelijkheid van de CO2-concentratie te bepalen. Daarnaast werd met behulp van een mobiel meetstation gemonteerd op een stadsfiets de CO2-concentratie langsheen een route door stad Gent gekwantificeerd van oktober 2019 tot maart 2020.
Meer lezen

Quantifying transpiration of urban trees in Amsterdam: towards a climate proof city

Universiteit Gent
2020
Elien
Naert
This Master's thesis quantified the transpiration of urban trees in Amsterdam and incorporated these measurements in a groundwater model.
Meer lezen