Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Het prijsgeven van de identiteit van daders en slachtoffers van misdrijven door de journalist

Universiteit Antwerpen
2025
Nathalie
Voss
Het idee van mijn onderzoek is ontstaan door de recente ontwikkelingen in de samenleving. De burger is verontwaardigd wanneer de identiteit van verdachten en daders op een niet consistente wijze wordt vermeld in de media. Wegens onwetendheid en frustratie laat de samenleving zich dan ook horen, met alle gevolgen vandien. Hoewel ik zelf eerst onbegrip toonde voor de niet-standvastigheid van de media inzake het prijsgeven van de identiteit, heeft dit mij aan het denken gezet: zijn er dan geen regels waaraan journalisten zich moeten houden?
Wegens deze bedenking viel mijn oog op de Code van de Raad voor de Journalistiek. Deze Code geldt als leidraad voor journalisten en bevat verschillende onderwerpen die worden uitgewerkt in artikels en richtlijnen. De belangrijkste richtlijnen voor dit onderzoek zijn te vinden in artikel 23 van de Code en omvatten: identificatie in gerechtelijke context, identificatie van slachtoffers en respect voor het privéleven van publieke figuren. Omdat een onderzoek naar de volledige Code ons te ver zou leiden, heb ik gekozen om mijn onderzoek af te bakenen tot dit artikel 23 (mits bepaalde kanttekeningen). Hiernaast wordt het onderzoek gevoerd vanuit de situatie van dader en slachtoffer. De focus ligt dus niet op de verdachte.
Zo heb ik de Code op zichzelf onderzocht en ging ik na wat de grenzen zijn aan het prijsgeven van identiteit van daders en slachtoffers van misdrijven door de journalist. Hierdoor is de vraag ontstaan hoe buurlanden dit invullen. Vooraleer ik dus een oordeel vel over onze Code, acht ik het noodzakelijk om te kijken hoe Nederland hiermee omgaat. Ik heb dan ook gekozen om een vergelijking te maken tussen de code in Nederland, namelijk de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek, en onze Code.
Uit deze vergelijking blijkt dat beide codes belang hechten aan een zorgvuldige afweging tussen het recht op privacy en het belang van het publiek om toegang te krijgen tot informatie. De Code is enorm gestructureerd met verwijzingen naar verschillende artikels en richtlijnen die per onderwerp uiteenzetten hoe de journalist moet handelen in een bepaalde situatie. Toch blijft de praktische toepassing afhankelijk van de journalist/redactie. Redacties beslissen binnen de marges van de Code zelf hoe zij identificeren, al geldt de Code wel als een minimumregel. De Raad treedt pas op wanneer een klacht wordt ingediend. Zij zal kijken of de Code effectief gevolgd werd of niet.
In België bestaat geen vaste praktijk zoals de Nederlandse initialenregel (voornaam, gevolgd door initiaal van de familienaam), hierdoor is er meer ruimte voor volledige identificatie, wat leidt tot inconsistentie. De Leidraad is op haar beurt minder gestructureerd en veel kleiner van omvang dan de Code. Ondanks dat de initialenregel niet bindend is, zorgt dit voor een brede toepassing in de praktijk door journalisten. Toch verwijst de Leidraad ook naar uitzonderingen waardoor er opnieuw ruimte is voor interpretatie. Dit leidt soms tot absurde situaties waarbij eerst de volledige naam wordt gegeven (bij een arrestatie) om nadien de initialenregel te gebruiken. Mijns inziens is het kwaad dan al geschied. Concluderend kan worden gesteld dat in Nederland de praktijk terughoudender is, terwijl België meer formele richtlijnen geeft maar minder terughoudend is in de uitvoering ervan.
Voor slachtoffers biedt de Code een expliciete richtlijn die de berichtgeving van hun identiteit streng reguleert. In de Leidraad staat dit ook, al wordt hier minder diep op ingegaan en is er geen aparte sectie voorzien. Hoewel de Leidraad minder structuur biedt, wordt impliciet een bredere invulling gegeven aan het begrip ‘identiteit’ door te verwijzen naar onder meer etniciteit of religie. Al leidt dit wel tot vragen over de volledigheid van de opsomming.
Nadat ik bovenstaande codes met elkaar heb vergeleken, dook een nieuwe vraag op: is onze Code van de Raad in overeenstemming met de grond- en mensenrechten van het EVRM, en hoe verhoudt de Code zich tot de rechtspraak van het EHRM? Om hier een antwoord op te kunnen bieden heb ik artikel 10 EVRM afgewogen tegen verschillende (grond)rechten, zoals recht op privacy, recht op afbeelding, recht op vergetelheid, recht op eer en goede naam, recht op antwoord en het vermoeden van onschuld als onderdeel van het recht op een eerlijk proces.
De hoofdonderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: “In hoeverre is de deontologische code voor journalistiek met betrekking tot het prijsgeven van identiteit van daders en slachtoffers, in overeenstemming met de grondrechten en mensenrechten van het EHRM?”
De rechten en rechtspraak van het EHRM werden eerst apart besproken om vervolgens de Code hieraan te kunnen toetsen. Zo kon worden geconcludeerd dat de Code voor zowel het vrijgeven van de identiteit van daders als slachtoffers, in grote lijnen in overeenstemming is met de rechtspraak van het Hof. Er wordt nadruk gelegd op de afweging van het recht op privéleven en het recht op informatie. Hoewel de Code de mogelijkheid biedt tot beperkte of volledige identificatie, maakt het Hof dit onderscheid niet. Het Hof blijkt systematisch zijn eigen zes criteria af te toetsen voor de afweging tussen artikel 10 en 8 EVRM. Deze criteria worden niet expliciet opgesomd door de Code maar vallen hier impliciet grotendeels mee samen. Vooral wat betreft de richtlijn bij de identificatie van slachtoffers, sluit de Code nauw aan bij het Hof. Hier gelden strengere regels en minder bewegingsruimte voor de journalist. Het recht op afbeelding wordt, als onderdeel van artikel 8 EVRM, niet expliciet besproken in de Code. Wel wordt verwezen naar een hogere mate van voorzichtigheid bij het publiceren van herkenbaar beeldmateriaal. De terughoudendheid bij bekendmaking van beelden van slachtoffers wordt ook effectief bevolen door het Hof. Over het algemeen kan bij slachtoffers worden gesteld dat de Code de lijn volgt die wordt getrokken door het EHRM.
Vanuit het daderperspectief kon een bespreking van het recht op vergetelheid niet ontbreken. Artikel 23 verwijst naar de afweging van het belang van berichtgeving tegenover de reclassering en herintegratie van de veroordeelde. Toch mist de Code belangrijke aanvullingen die wel worden aangehaald in de criteria van het Hof: de verstreken tijd en toegankelijkheid van de publicatie. Ik ben dan ook van mening dat de Raad zou kunnen overwegen om deze factoren te benoemen in de Code. De toetsing aan het recht op eer en goede naam kon tevens niet ontbreken. Ook hier valt de Code te verzoenen met de rechtspraak van het Hof.
Wat betreft het recht van antwoord, in de zin van artikel 10 EVRM, voorziet de Code in een alternatieve bepaling inzake wederwoord. Opmerkelijk is dat het Hof ook verwijst naar deze mogelijkheid tot correctie als beslissend criterium. Zoals andere auteurs stel ik deze tendens tot inmenging in de redactionele vrijheid in vraag. Ook bij het vermoeden van onschuld wordt aan de alarmbel getrokken. De Code vereist een hoge mate van zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid waardoor dit mogelijks de waakhondfunctie van de pers beperkt. Ik ben echter van mening dat voorzichtigheid mag worden verwacht van journalisten. Bij vrijheid hoort nu eenmaal verantwoordelijkheid.
Over het algemeen kan dus worden gesteld dat de Code in overeenstemming is met de besproken rechten en rechtspraak van het EHRM, mits gemaakte kanttekeningen en nuanceringen.
Omdat theorie niet alomvattend is, sloot ik mijn onderzoek af met een interview met een deskundige. Haar praktische kijk bracht nuance en bood een waardevolle reflectie op bepaalde delen van mijn onderzoek.
Meer lezen

Sociale confrontatie in huis: wat rijke mensen vertellen over hun huispersoneel

Universiteit Gent
2024
Carole
Kesteloot
Groepen met een hogere sociaaleconomische status worden in geringe mate onderzocht in de sociale wetenschappen. Nochtans genieten ze van veel privileges en vormen van macht waar velen niet over beschikken. Wat brengt een ontmoeting in hun woning teweeg met iemand die minder bevoorrecht is en die hun huishoudelijke en zorgtaken komt verrichten? Deze thesis bestudeert de percepties en opvattingen van mensen met een hoge sociaaleconomische status in het Brusselse aan de hand van 20 diepte-interviews. De resultaten duiden op een ambivalent antwoord. Ze zijn bewust van hun privilege en geluk, maar tegelijk zien ze hun personeel als een onmisbaar onderdeel van hun leven en stellen ze deze positie niet in vraag. Ze hebben hun personeel nodig, want zonder hen kunnen ze hun levensstijl niet behouden. Machtsmechanismen van seksisme, racisme en klassisme worden in stand gehouden binnenin het privégebied van mensen met hoge sociaaleconomische status.

Meer lezen

'Gekleurde huid' op het witte scherm. Een exploratief onderzoek naar de ervaringen van Vlaamse niet-witte actrices en/of actrices met een migratieachtergrond.

Universiteit Gent
2024
Souad
Boukhatem
Deze masterproef onderzoekt de professionele ongelijkheden waarmee niet-witte actrices en actrices met een migratieachtergrond geconfronteerd worden in de Vlaamse film- en televisiesector, met een focus op de intersectionaliteit van ras en gender. De studie identificeert specifieke uitdagingen en barrières die deze actrices ervaren, uiteengezet in vier deelvragen die de complexe lagen van ongelijkheid binnen de sector blootleggen.

Ten eerste ervaren niet-witte actrices psychologische belasting door hun representatieve last en het gevoel van isolatie in een overwegend witte omgeving. Ze worden vaak gecast in stereotiepe rollen die hun echte identiteiten en ervaringen niet weerspiegelen, wat leidt tot professionele frustraties en psychologische stress. Daarnaast versterkt hun casting de dominantie van witte en mannelijke perspectieven, wat hun marginalisatie bevordert.

Het onderzoek toont verder aan dat discriminatie op basis van ras en gender leidt tot significante professionele, sociale en economische nadelen. Deze actrices stuiten op structurele barrières zoals beperkte en vaak stereotiepe rollen die hun carrièremogelijkheden beperken. Ze ervaren subtiele tot expliciete discriminatie, die samen met ontransparante loonstructuren hun financiële welzijn en professionele groei beïnvloeden.

Persoonlijk welbevinden van de actrices lijdt ook onder deze ongelijkheden. De cumulatieve effecten van discriminatie schaden hun geestelijke gezondheid, resulterend in symptomen van angst, onzekerheid en een verlaagd zelfvertrouwen. Ondanks deze uitdagingen ontwikkelen de actrices diverse copingstrategieën zoals het vormen van netwerken voor steun, het initiëren van eigen projecten, en het ontwikkelen van onverschilligheid om emotionele energie te bewaren.

De masterproef concludeert met aanbevelingen voor de sector, waaronder de noodzaak voor herziening van narratieve structuren en een meer inclusieve representatie in de media. Er moet een effectief diversiteitsbeleid komen met concrete, meetbare doelen voor inclusiviteit. Het Vlaams Audiovisueel Fonds kan een belangrijkere rol spelen door het bevorderen van diversiteit zowel voor de camera als in creatieve en leiderschapsposities achter de schermen. Onderwijs speelt een cruciale rol in het bevorderen van een meer inclusieve en minder Eurocentrische wereldvisie. Bovendien is dekolonisatie van het curriculum en aan toneelscholen noodzakelijk om een meer inclusieve opleiding te bieden. Ook het aanstellen van diversiteitscoördinatoren en het trainen van vertrouwenspersonen in discriminatie-herkenning zou bijdragen aan een inclusiever werkklimaat. Tot slot benadrukt deze masterproef de behoefte aan verder onderzoek naar de specifieke ervaringen van niet-witte actrices, acteurs en andere identiteitsaspecten zoals seksuele oriëntatie en disability om effectieve beleidsmaatregelen en interventies te ontwikkelen.
Meer lezen

MOSLIMVROUWEN EN DE HIJAB: ACADEMISCHE LOOPBAAN EN LATERE LOOPBAANKANSEN IN RELATIE TOT HET LERAARSCHAP

Universiteit Gent
2024
Oumaima
El Achraki
Deze masterproef onderzoekt de academische loopbaan en latere carrièremogelijkheden van moslimvrouwen die een hoofddoek dragen in het Vlaams onderwijs. Voor het onderzoek werden 28 moslimvrouwen bevraagd die een hoofddoek dragen en momenteel een lerarenopleiding volgen of recent hebben afgerond aan een Vlaamse hogeschool. Er werd gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden, waaronder focusgroepen en diepte-interviews. Het onderzoek focust zich op het hoofddoekendebat en belicht hoe deze vrouwen hun ervaringen op dat vlak beleven met betrekking tot hun academische loopbaan en latere loopbaankansen, waarbij discriminatie een belangrijke rol speelt.
Meer lezen

Een onderzoek naar drinkwaterbeleid: een analyse van waterapartheid in de Westelijke Jordaanoever en manieren van "making do" van Palestijnse gemeenschappen

Universiteit Gent
2024
Dania
Al Sknini
De scriptie onderzoekt het concept van “waterapartheid” in de Westelijke Jordaanoever en de ongelijke toegang tot water tussen Palestijnse gemeenschappen en Israëlische kolonisten. Israël heeft een monopolie op de waterbronnen in de regio, wat leidt tot een systematische beperking van Palestijnse toegang tot water. Hierdoor kampen Palestijnen met chronische watertekorten, terwijl Israëlische kolonisten toegang hebben tot een overvloedige watervoorziening. De bouw van fysieke barrières, zoals de "apartheidsmuur", zorgt ervoor dat Palestijnse gemeenschappen worden afgesneden van hun natuurlijke bronnen, wat de ongelijkheid in toegang verder versterkt.

Naast deze fysieke controle speelt ook economische exploitatie een rol. Het Israëlische waterbedrijf Mekorot hanteert discriminerende praktijken zoals het gebruik van leidingen met lagere waterdruk in Palestijnse gebieden, wat de economische ontwikkeling van Palestijnse gemeenschappen beperkt en de mogelijkheid belemmert om een onafhankelijke watersector op te bouwen. Bovendien leidt de overexploitatie van transnationale waterbronnen, zoals de Jordaanvallei, tot verdere uitputting van Palestijnse watervoorraden, waardoor hun wateronzekerheid wordt vergroot.

De scriptie toont aan dat watertekorten in de Westelijke Jordaanoever geen natuurlijk fenomeen zijn, maar het gevolg van bewuste politieke keuzes en machtsstructuren. Ondanks de beperkingen hebben Palestijnse gemeenschappen innovatieve strategieën ontwikkeld om met de schaarste om te gaan. De conclusie onderstreept dat de watercrisis in de regio alleen kan worden opgelost door het aanpakken van de onderliggende ongelijkheden en discriminaties in waterbeheer en toegang.
Meer lezen

Naar een recht op vrij verkeer voor personen die werden erkend als vluchteling in de EU?

Universiteit Antwerpen
2024
Adeodata
Kanyamihanda
Deze thesis ondezoekt de uitdagingen en mogelijkheden rondom het recht op vrij verkeer voor erkende vluchtelingen binnen de EU. De probleemstelling bevat de beperkingen van de Dublinprocedure, nationale drempels, beperkte mobiliteitsrechten en huidige nationale wetgeving van lidstaten die een overdracht van vluchtelingenstatus mogelijk maakt. De studie analyseert legale migratie voor derdelandsonderdanen in het kader van studies, economische activiteiten en gezinshereniging. Het pleit voor een uniforme vluchtelingenstatus in alle lidstaten, geldig in de hele EU, zodat zij vrij kunnen reizen. Ten slotte wordt er geevauleerd of een recht op vrij verkeer een oplossing biedt voor de tweede asielaanvragen van erkende vluchtelingen.


Meer lezen

Etnisch ondernemerschap in Beringen: Wat zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de eerste, tweede en derde generatie Turkse migranten?

Universiteit Antwerpen
2024
Mahmut Can
Akbudak
Op internationaal niveau zijn er veel onderzoeken verricht omtrent etnisch ondernemerschap. In België en Vlaanderen is dat echter vrij beperkt. Dit onderzoek probeert hier een bijdrage aan te leveren. Het onderzoek focust meer specifiek op wat de verschillen en gelijkenissen zijn in ondernemerschap tussen Turkse ondernemers met een migratieachtergrond van de eerste, tweede en derde generatie in Beringen. De casestudy wordt uitgevoerd in Beringen, omdat die stad een grote Turkse gemeenschap en een rijke migratiegeschiedenis heeft. Er werden elf Turkse ondernemers geïnterviewd aan de hand van een interviewgids, waarbij de data werd getranscribeerd en opgenomen in de analyse. Uit de resultaten blijkt dat er evolutie te zien is in etnisch ondernemerschap in Beringen. Turkse ondernemers groeien en breiden hun economische activiteiten uit en focussen zich op klanten buiten de etnische groep. Ondanks de uitdagingen die Turkse ondernemers ondervinden, vermelden de geïnterviewde zaakvoerders dat hun etnische achtergrond een positieve rol speelt in hun ondernemerschap. Niettemin zijn er opportuniteiten beschikbaar voor beleid die de slaagkansen van etnische ondernemers zullen vergroten. Bovendien kan het interessant zijn voor academici en beleidsmakers om meer onderzoek te voeren rond de derde generatie etnische ondernemers omdat het een vrij jonge generatie is waarbij er weinig informatie beschikbaar is. Een onderzoek over dit onderwerp is sociaal en maatschappelijk relevant omdat het bijdraagt aan een groter begrip van de superdiversiteit in de samenleving. Daarnaast kan ondernemerschap bijdragen aan inclusie en groei ongeacht geslacht, ras of etniciteit.
Meer lezen

BOEM! PAUKESLAG! Daar ligt alles PLAT. Verpleegkundige zorg voor Oekraïense vluchtelingen met PTSS in België

Thomas More Hogeschool
2023
Sita
Impens
Hoe moeten verpleegkundige omgaan met de behandeling van PTSS bij Oekraïense vluchtelingen die in België aankomen?
Meer lezen

DIversity SCreening in educatiOn (DISCO): a quantitative analysis of teachers’ competences in diversity sensitive education

Universiteit Gent
2023
Aurélie
Dewaele
Leerkrachten met een hoog bekwaamheidsgevoel voor diversiteitsgevoelige taken en een positieve attitude ten aanzien van diversiteit zijn onmisbaar in het creëren van een inclusief onderwijssysteem. Deze studie onderzoekt a.d.h.v. een kwantitatieve analyse de relatie tussen deze twee onmisbare competenties.
Meer lezen

The housing trajectories of single parent refugees during a housing crisis in Flanders

Universiteit Gent
2023
Hanne
Deckmyn
Deze masterproef gaat over de toegang van eenoudervluchtelingen tot de krappe woningmarkt in Gent. Hierbij werden de drempels, institutionele omstandigheden en machtsverhoudingen onderzocht, evenals de strategieën die alleenstaande alleenstaande oudervluchtelingen gebruiken om deze drempels te overwinnen. Deze studie is het resultaat van kwalitatief onderzoek gebaseerd op participerende observatie en diepte-interviews.
Meer lezen

Project Duotoon

Arteveldehogeschool Gent
2023
Imani
Cosijns
RACIAL IMPOSTER SYNDROME – Mijn zoektocht naar etniciteit, diversiteit, dualiteit & uiteindelijk de vraag …Waar is de gemeenschap voor mij? Mijn bachelor proef legt de focus op dualiteit. En de unieke identiteitsontwikkeling die multi-etnische jongvolwassenen ervaren in onze huidige maatschappij. Binnen de uitwerking van deze awareness campagne & online community platform tracht ik bewustzijn te creeëren rondom de identiteitsontwikkeling en zoektocht van deze jongvolwassenen en hun omgeving.
Meer lezen

Welke visies hebben Vlaamse leerkrachten op burgerschapseducatie?

Vrije Universiteit Brussel
2023
Benaissa
Nams
De verschillende visies op burgerschapseducatie van Vlaamse leerkrachten en hoe die een impact hebben op de politieke kennis, interesses en attitudes van leerlingen al naargelang de gevolgde onderwijsvorm en sociaal-economische positie.
Meer lezen

Mondgezondheidstoestand bij 3-jarige kinderen in Gent

Arteveldehogeschool Gent
2022
Chanelle
Segers
Onderzoek naar de mondgezondheidstoestand bij 3 jarige kinderen in Gent, Ledeberg. Impact van de socio-demografische factoren van een ouder
Meer lezen

The Language of Trauma in Ken Saro-Wiwa's "Sozaboy"

Universiteit Gent
2022
Christopher
Hebert
De experimentele taal “Rotten Engels” die Ken Saro-Wiwa creëert in zijn veelgeprezen anti-oorlogsroman 'Sozaboy' is een bijzonder effectief middel om het trauma van oorlog en de ecologische impact van oorlog weer te geven.
Meer lezen

Rotte appels of een rotte appelboom? Millennials met een Sub-Saharaanse achtergrond en de politie in België: een intersectioneel ervaringsonderzoek

Universiteit Gent
2022
Anthony
Moens
Discriminatie door politieagenten, zeker verbale en meer verdoken vormen, is weinig bekend bij de brede samenleving. Daarnaast is er - zeker in België - nog veel te weinig ervaringsonderzoek gedaan naar de beleving van politiecontact bij etnische minderheden. De resultaten van dit onderzoek, kwalitatieve interviews bij Belgische millennials met een Sub-Sahara-Afrikaanse achtergrond, werden intersectioneel bekeken: verschillen ervaringen met politie en de beleving ervan afhankelijk van individuele persoonskenmerken, naast etniciteit?
Meer lezen

Kunnen we impliciete raciale vooroordelen op de werkvloer bestrijden? De effecten van bias training op basis van de contacthypothese

Universiteit Gent
2022
Dami
Oguntubi
Het bestrijden van impliciete raciale vooroordelen ten aanzien van zwarte mensen. Experiment waarin een training wordt getest op basis van de principes van de contacthypothese.
Meer lezen

(H)erkenning van de eigen wonden Een kwalitatief onderzoek naar imperiale wonden en mogelijke processen van genezing, heling en herstel bij transnationale adoptie vanuit China

Universiteit Gent
2021
Joyce
Bex
Deze masterproef omvat een zoektocht naar mogelijke strategieën tot herstel van imperiale wonden bij transnationale adoptie vanuit China.
Meer lezen

Mag het iets extremer zijn?

KU Leuven
2021
Hanne
Vandenbroucke
De masterproef bespreekt de normalisering van extreemrechts discours in de Vlaamse nieuwsmedia. Een kwalitatieve vergelijking van het taalgebruik in tweets door politici over de vechtpartij op het strand van Blankenberge in 2020 enerzijds, en krantenartikelen over hetzelfde incident anderzijds, toont aan dat journalisten het discours van (uiterst) rechts overnemen in hun berichtgeving.
Meer lezen

Leraren opleiden voor etnisch-culturele diversiteit

Vrije Universiteit Brussel
2021
Heline
Van Peteghem
Hoewel de etnisch-culturele diversiteit in de maatschappij als een meerwaarde kan gezien worden, neemt de etnische ongelijkheid in het onderwijs toe. Deze etnische ongelijkheid leidt tot verschillen in schoolprestaties, en vervolgens tot de reproductie van ongelijkheid in het onderwijs. Om deze onderwijsongelijkheid te overbruggen zijn succesvolle leerkrachten, en bijgevolg succesvolle lerarenopleidingen nodig. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe lerarenopleidingen leerkrachten kunnen voorbereiden op de etnisch-culturele diversiteit onder leerlingen in het lager onderwijs, met aandacht voor de culturele competenties (attitudes, kennis en vaardigheden) van de leraar. De grote uitdaging hierbij is om de theoriepraktijkkloof te overbruggen en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. In het eerste deel van de studie werd een systematische literatuurstudie uitgevoerd van 19 literatuurreviews. De meest frequente theorieën en het belang van de culturele competenties werden toegelicht. Vervolgens werden er tien praktijken geïdentificeerd die effectief zouden zijn om leraren voor te bereiden op het omgaan met etnisch-culturele diversiteit bij leerlingen: (1) Een geïntegreerd curriculum op lange termijn, (2) De selectie van toekomstige leraren, (3) Kritische zelfreflectie, (4) Mentoring & coaching tijdens en na praktijkervaringen, (5) Community-based learning, (6) Continued professional development, (7) Voortdurende ondersteuning en samenwerking in de toekomstige praktijk, (8) Ontwikkelen van een veilige omgeving, (9) Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie, en (10) Innovatie en technologie.
In het tweede deel van de studie werd een multiple case studie uitgevoerd op twee lerarenopleidingen Lager Onderwijs in Brussel. Daarbij werd onderzocht in welke mate de tien praktijken tot curriculumdesign aan bod kwamen in het curriculum. Door triangulatie van drie soorten data (documentanalyse, interviews en online enquête) werden enkele resultaten gevonden. De praktijken die het sterkst aanwezig waren in de curricula van beide opleidingen zijn ‘Kritische zelfreflectie’ en ‘Community-based learning’. De praktijken ‘Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie’, en ‘Innovatie en technologie’ waren opvallend afwezig in het curriculum van beide opleidingen. Hoewel studenten uit beide opleidingen zich goed voorbereid voelen voor etnisch-culturele diversiteit, is er enige voorzichtigheid hieromtrent nodig. Zo kan de transitie naar het lerarenberoep als een praktijkschok aanvoelen en hun doeltreffendheidsbeleving doen dalen. Dit onderzoek is slechts een kleine stap voorwaarts in het opleiden van leerkrachten voor etnisch-culturele diversiteit. De systematische literatuurstudie, gebaseerd op reviews uit eerder internationaal onderzoek, duidt wel cruciale elementen aan die noodzakelijk zijn voor lerarenopleidingen in het opleiden van studenten voor etnisch-culturele diversiteit. Alle lerarenopleidingen zouden bijgevolg hun curriculum kunnen analyseren en evalueren in functie van de elementen geïdentificeerd uit de literatuurstudie.
Meer lezen

Het canon van Theseus' schip - Hoe canonieke literatuur kan bijdragen tot de identiteitsvorming van jongeren.

HOGENT
2021
Robrecht
Neyrinck
Onderzoek naar de bruikbaarheid van klassieke werken uit zowel de Nederlandse als uit de wereldliteratuur ter bevordering van de identiteitsvorming van jongeren.
Meer lezen

“We are all different but the same.” Een sprookje, fantasieverhaal of juist een echt hier-en-nu-verhaal?

Hogeschool PXL
2021
Lore
Koopmans
In deze bachelorproef wordt uitgegaan van een allesomvattende definitie van diversiteit en ga ik samen met de medewerkers van Narrata vzw op zoek naar een manier om voorlezen en de kracht van verhalen in te zetten om kinderen voor te bereiden op het leven in een steeds veranderende en diverse samenleving.
Meer lezen

'Dubbelbloedjes' aan het woord: een exploratief, narratief en retrospectief onderzoek naar de (onderwijs)ervaringen van multi-etnische jongvolwassenen

Universiteit Gent
2020
Nikita
Exsteyl
Deze thesis tracht de (onderwijs)ervaringen van multi-etnische jongvolwassenen op een exploratieve, narratieve en retrospectieve in kaart te brengen. Dit aan de hand van zes verschillende kwalitatieve methodes.
Meer lezen

Diversity in social housing: a comparative research into new design strategies for collective spaces in post-war modernist social housing projects (Ghent, Watersportbaan and Milan, Gratosoglio)

Universiteit Gent
2020
Fien
Bourgeois
Collectiviteit in modernistische sociale hoogbouw projecten. Het ontwerp van de collectieve voorzieningen, de implementatie en de realiteit vandaag. Nieuwe ontwerpstrategieën toegepast op twee case studies: Gratosoglio in Milaan en de Watersportbaan in Gent.
Meer lezen

Op de man af: onderzoek naar de online kwetsbaarheid van bekende vrouwen in Vlaanderen

Universiteit Gent
2020
Gaëlle
Mortier
De afgelopen jaren brachten een toenemende ongerustheid over cybergeweld tegen vrouwen met zich. Vooral vrouwen die in de publieke belangstelling staan, zouden kwetsbaarder zijn voor deze praktijk. Toch is de online kwetsbaarheid van vrouwelijke bekendheden in Vlaanderen zelden in kaart gebracht. Het doel van dit onderzoek is vanuit een intersectionele invalshoek een inzicht te verwerven in hun ervaringen en de offline repercussies, mogelijke verklaringen en copingmechanismen. Twaalf diepte-interviews spitsten zich toe op de online kwetsbaarheid van vrouwen uit verscheidene publieke domeinen. Uit de onderzoeksresultaten kwam naar voor dat online intimidatie tegen vrouwen zich zelden richt op inhoudelijke aspecten, maar veeleer teruggaat naar een eeuwenoude focus op lichamelijkheid. Vrouwen met meerdere kwetsbare identiteitskenmerken ervaren een meerlagig slachtofferschap. Hoewel de respondenten overwegend oorzaken met een maatschappelijke grondslag aanduiden, vallen zij voornamelijk terug op individuele copingstrategieën. De masterproef concludeert dat vooral maatschappelijke handvaten nodig zijn om online geweld tegen vrouwen te bestrijden.
Meer lezen

Een kijkend kind ziet anders: een kwantitatieve inhoudsanalyse naar diversiteit op drie Vlaamse kinderomroepen

Universiteit Gent
2020
Emma
Devos
Deze kwantitatieve inhoudsanalyse onderzocht de representatie van diversiteit op de drie Vlaamse kinderomroepen Ketnet, VTM KIDS en Studio 100 TV. De diversiteit van personages werd onderzocht aan de hand van vier factoren: gender, seksuele voorkeur, etniciteit en het hebben van een beperking.
Meer lezen

Klitten in mijn identiteit

Hogeschool PXL
2019
Rachel
Hansoul
Een beschrijving van de belichaming van een identiteit. De belichaming in de vorm van haardracht met daarbij de invloed van genetica en omgeving.
Meer lezen

IMPORTED GOODS: negotiating ethnicity and multiple belonging in the multicultural city of Maasmechelen

KU Leuven
2019
Ine
Simons
Een documentaire over de jongerencultuur in Maasmechelen waarin kinderen van migranten een samenhorigheid en inclusiviteit hebben gevonden van de Belgische samenleving die hen uitsluit omdat ze 'anders' zijn.
Meer lezen

Language Policies in the Anglo-Egyptian Sudan: A Language Ideological Perspective

KU Leuven
2019
Sarah
Van Eyken
Deze scriptie gaat over taalpolitiek in Soedan tijdens de koloniale periode (1899-1956) en bestudeert hoe de Britse koloniale administratie taal gebruikte als middel om sociale opdelingen te creëeren in de Soedanese samenleving. Na een historische situering van Brits-Egyptisch Soedan, gaat de paper verder in op de taal-ideologische onderbouw van de Britse taalpolitiek in het gebied.
Meer lezen

Hoe is de sociale mix verdeeld bij de reconversie van oude havengebieden?

AP Hogeschool Antwerpen
2019
Jozefien
Van den Bossche
  • /
    /
Dit onderzoek beoogt het complexe stadsproject “het Eilandje” in Antwerpen te analyseren. Er zal achterhaalt worden of iedereen welkom is op Het Eilandje, of het een wijk is louter en alleen voor welvarende bewoners. Er zal onderzocht worden of de stadsontwikkeling in deze wijk geslaagd is en wat de weerslag hiervan is op maatschappelijk en sociaal vlak. Dit zal getoetst worden aan de hand van de aspecten: inkomen, leeftijd, type huishouden en etniciteit. Met andere woorden, hoe is de sociale mix verdeeld bij de reconversie van oude havengebieden?
Om geleidelijk aan tot een antwoord te komen op bovenstaande onderzoeksvraag, zal dit onderzoek verlopen in verschillende fases. Het eerste deel van dit onderzoek houdt een uitgebreide literatuurstudie in. Als eerste wordt er getracht het begrip stadsvernieuwing een kader te geven in de stad Antwerpen. Vervolgens wordt er onderzocht welke impact deze stadsvernieuwing heeft gehad op de cijfers. Aansluitend volgt het hoofdstuk waar het begrip reconversie uitgebreid omschreven wordt. Daarna wordt er geleidelijk dieper ingaan op de reconversie van oude havengebieden, om zo tot het hoofdstuk waterfrontontwikkeling te komen. Nadien wordt onderzocht welke sociale implicaties de stadsvernieuwing heeft waarbij de begrippen gentrificatie en sociale mix verder worden toegelicht.
In het tweede deel van dit eindwerk volgt de eigenlijke casestudie van het projectgebied het Eilandje. Vooreest zal de wijk gesitueerd worden in tijd en ruimte. Nadien wordt elk component van de sociale mix uitgebreid toegelicht. Daaropvolgend het hoofdstuk waarin oplossingen worden aangereikt om betaalbaar wonen in de stad mogelijk te maken. Tot slot werden experten uit het vakgebied geïnterviewd om meer kennis over het onderwerp te verwerven. Helemaal achteraan de bachelorproef kunt u de uitgeschreven interviews dan ook raadplegen.
Meer lezen

The Use of and Attitudes Towards "Nigga" in Millennial Flemish: A Mixed-Method Study Based on Dell Hymes's SPEAKING-Model

Universiteit Gent
2018
Fien
De Malsche
In de Verenigde Staten woedt reeds decennialang een discussie rond de omstreden term "nigga". Nu die ook opduikt in Vlaamse jongerentaal, onderzoekt deze thesis hoe Vlaamse jongeren tegenover het gebruik van deze term staan en of ze hem zelf gebruiken.
Meer lezen