Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Kunsteducatief aanbod voor een museumbezoek met kleuters

Hogeschool UCLL
2025
Hanne
Hollanders
  • Maïté
    Kleynen
  • Safae
    El Houfi
Deze bachelorproef ontwikkelt een kunsteducatief museumaanbod voor kleuters, vertrekkend vanuit verwondering en actieve beleving, inclusief voorbereiding in de klas, activiteiten in het museum en verwerking nadien, met specifieke aandacht voor kleuterparticipatie, muzisch leren en samenwerking tussen leerkrachten en museummedewerkers.
Meer lezen

Survival of the fit-agreements: Wat houdt handels- en integratieakkoorden levendig?

Universiteit Gent
2025
Vittorio
Poppe
Mijn masterproef, ‘Survival of the Fit-Agreements’, vertrekt van een actuele vraag: waarom bloeien sommige internationale handelsorganisaties, terwijl vele andere verworden tot ‘zombies’ die enkel op papier bestaan en weinig tot geen resultaten boeken?

De kern van mijn onderzoek is een nieuwe, veel robuustere methode om hun vitaliteit te meten. In plaats van te kijken naar formele criteria of een basisgraviteitsmodel toe te passen, meet ik hun daadwerkelijke handelsprestaties met een state-of-the-art economisch model. De cruciale stap is een counterfactual-analyse: ik vergelijk de reële handel met wat je zou verwachten zónder het akkoord. Dit geeft een veel eerlijker beeld van hun toegevoegde waarde.

Dit leidt tot twee hoofdontdekkingen. Ten eerste is het beeld van een institutioneel kerkhof overdreven: veel minder organisaties zijn disfunctioneel dan gedacht. Ten tweede leg ik een concreet recept bloot voor succes. Het gaat niet om het aantal leden, maar om de interne dynamiek: de aanwezigheid van een grootmacht als ‘anker-staat’, gedeelde democratische waarden, culturele homogeniteit en een evenwichtige machtsbalans zijn cruciaal. Een verrassende bevinding is dat akkoorden tussen hoogontwikkelde landen vaak een ‘plafondeffect’ bereiken en minder extra handel genereren.

In essentie biedt mijn scriptie een empirisch onderbouwde handleiding voor beleidsmakers. Het toont aan dat het succes van internationale samenwerking geen noodlot is, maar het resultaat van doordachte keuzes in het ontwerp en beheer van deze vitale instituties.
Meer lezen

Gesprekken voeren over kunst in de kleuterklas

Hogeschool PXL
2025
Luka
Indeherberg
Deze bachelorproef onderzoekt hoe de methode van Visual Thinking Strategies (VTS) kan bijdragen aan diepgaande gesprekken met kleuters over kunst, met specifieke aandacht voor meertalige kinderen en kinderen met een lage betrokkenheid of beperkte taalontwikkeling. In de praktijk blijkt dat kleuters tijdens klassikale gespreksmomenten, zoals het bespreken van een praatplaat, vaak moeilijk betrokken raken. Dit komt onder andere door hun korte concentratiepanne, uiteenlopende taalvaardigheden en culturele/taalkundige diversiteit. Vooral meertalige kleuters ervaren drempels in communicatie, wat hun taalontwikkeling en betrokkenheid belemmert.

Visual Thinking Strategies (VTS) is een gespreksmethode waarbij kinderen via gestructureerde, open vragen worden aangemoedigd om te observeren, te interpreteren en te verwoorden wat ze in een kunstwerk zien. De leerkracht begeleidt het gesprek op een niet-oordelende manier door te parafraseren en verdiepende vragen te stellen. Deze aanpak versterkt niet alleen de taalvaardigheid, maar ook het zelfvertrouwen, het luistervermogen, intens kijken en de sociale interactie van de kleuters.
Meer lezen

Van opleiding naar opbrengst: De rol van jeugdacademies in het strategisch en financieel beleid van voetbalclubs – De case van KAA Gent Louis

Universiteit Gent
2025
Louis
Ampe
  • Luca
    Detavernier
Jeugdopleidingen in het Belgische profvoetbal bevinden zich op het kruispunt van sportieve ontwikkeling, economische logica en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hoewel profclubs in essentie private actoren zijn, spelen ze via hun jeugdwerking ook een publieke rol. Ze bevorderen participatie, sociale cohesie en talentontwikkeling bij jongeren. Deze masterproef onderzoekt in welke mate jeugdwerkingen van profclubs afhankelijk zijn van overheidsbeleid en hoe die relatie structureel vorm kan krijgen in functie van maatschappelijk rendement.

Aan de hand van literatuuronderzoek, beleidsanalyse en interviews met stakeholders werd onder meer de werking van KAA Gent onderzocht. De studie toont aan dat jeugdopleidingen financieel sterk leunen op lidgelden, vrijwilligerswerk en occasionele subsidies, terwijl de opbrengsten uit transferpolitiek slechts zelden rechtstreeks terugvloeien naar jeugd- of infrastructuurinvesteringen. Tegelijk toont het onderzoek hoe de maatschappelijke impact van jeugdvoetbal, bijvoorbeeld op het vlak van gezondheid, integratie en buurtwerking, aanzienlijk is maar onvoldoende verankerd in het beleid.

De scriptie formuleert beleidsaanbevelingen op lokaal en Vlaams niveau. Zo wordt gepleit voor een vereenvoudiging van het subsidiekader en voor fiscale stimulansen die investeringen in jeugdvoetbal aanmoedigen. Op die manier draagt het onderzoek bij aan het bredere debat over publieke steun aan sport en de rol van voetbalclubs als maatschappelijke actoren.
Meer lezen

Wat zijn de effecten van materneel SSRI-gebruik tijdens de zwangerschap op de neonaat

Hogeschool VIVES
2025
Alyssa
Lievens
  • Eva
    Aerts
Literatuurstudie met nadien een praktijkstudie: Wat zijn de effecten van SSRI's tijdens de zwangerschap. Er werd gestart met onderzoek naar serotonine, gevolgd door onderzoek naar SSRI's en hun effect op de zwangere, de foetus en tot slot de neonaat. Om het taboe omtrent maternele depressie en de nood tot antidepressiva te doorbreken werd er besloten om een podcast te creëren die de theorie samenvat. Deze kan in de praktijk gebruikt kan worden voor (toekomstige) ouders, zowel preconceptioneel als tijdens de zwangerschap. Ook voor (toekomstige) zorgverleners betrokken bij de zwangerschap kan deze podcast een meerwaarde zijn.
Meer lezen

Het gebruik van AI voor contentcreatie binnen eventmarketing

Odisee Hogeschool
2025
Sinem
Ardiçlar
  • Yinthe
    De Paepe
De evolutie van artificiële intelligentie (AI) biedt nieuwe mogelijkheden voor de marketing- en evenementensector, met name binnen contentcreatie. Deze bachelorproef onderzoekt hoe AI-tools op een efficiënte en effectieve manier kunnen bijdragen aan het verbeteren van contentcreatie binnen de evenementensector, met House of Entertainment als opdrachtgever.
Aan de hand van een literatuurstudie, interviews met experts, het uittesten van AI-tools en een enquête bij 386 respondenten (op een vooropgestelde steekproef van 385, met een betrouwbaarheid van 95%) werd vastgesteld dat AI vooral meerwaarde biedt in de voorbereidende fasen van contentcreatie. Denk hierbij aan het brainstormen over ideeën, het genereren van basiscontent zoals teksten of visuals en het structureren van content. Tools zoals ChatGPT, Midjourney en Adobe Firefly blijken zowel in de praktijk als in dit onderzoek vaak gebruikt te worden, wat hun relevantie en toegankelijkheid onderstreept. Ook Ubersuggest bleek een waardevolle aanvulling, vooral bij het optimaliseren van content op basis van zoekwoorden en SEO.
AI kan helpen om repetitieve taken en het creëren van content te versnellen, maar vervangt menselijke creativiteit niet. Kritische tussenkomst door mensen blijft essentieel voor het waarborgen van kwaliteit, nuance en merkbeleving. Vooral bij emotioneel geladen of merkgevoelige communicatie is menselijke controle en verfijning cruciaal. AI is dus vooral geschikt als ondersteunend hulpmiddel bij functionele of informatieve content.
Deze bachelorproef biedt House of Entertainment en de rest van de evenementensector een helder overzicht van enkele bruikbare AI-tools en concrete aanbevelingen voor een verantwoorde implementatie. De resultaten tonen dat AI het potentieel heeft om de efficiëntie van contentcreatie te verhogen, mits de tools strategisch worden ingezet en medewerkers voldoende worden opgeleid.
Deze studie levert niet alleen academische inzichten op, maar biedt ook praktische richtlijnen voor de evenementensector om AI op een doordachte en toekomstgerichte manier te implementeren in hun takenpakket.
Meer lezen

Vezelversterkt alkalisch geactiveerd materiaal op basis van bouw- en slooppuin Invloed op de verse en mechanische eigenschappen

KU Leuven
2025
Thibault
Decuyper
Deze masterproef onderzoekt hoe vezelversterking het broze karakter van alkalisch geactiveerde materialen (AAM) kan verbeteren. AAM wordt beschouwd als een duurzaam alternatief voor Portlandcement, dat verantwoordelijk is voor een aanzienlijke CO₂-uitstoot. In lijn met de Europese Green Deal wordt nagegaan in hoeverre AAM cement deels kan vervangen in bouwtoepassingen.
Meer lezen

DE RELATIE TUSSEN WERKBELASTING EN DE TURNOVER INTENTIE VAN LEERKRACHTEN IN HET VLAAMSE ONDERWIJS. DE ROL VAN INTRINSIEKE MOTIVATIE

Universiteit Gent
2025
Janne
Van Cauter
Mijn masterproef onderzoekt de relatie tussen werklast en de turnover intentie van leerkrachten in het Vlaamse onderwijs, met bijzondere aandacht voor de rol van intrinsieke motivatie. Het theoretische kader is het Job Demands-Resources (JD-R) model, waarin werklast een taakeis is en intrinsieke motivatie als persoonlijke hulpbron fungeert.

Via een grootschalige kwantitatieve survey werden data verzameld bij 346 leerkrachten uit 40 Vlaamse basis- en secundaire scholen. De analyse toont dat een hogere werklast samenhangt met een sterkere intentie om het onderwijs te verlaten. Ook blijkt dat intrinsieke motivatie de kans op turnover intentie verlaagt, maar niet significant modereert tussen werklast en turnover intentie.

Mijn onderzoek wijst op de nood aan werkbare en motiverende werkomstandigheden in het onderwijs en levert zowel wetenschappelijke als beleidsrelevante inzichten aan voor het behoud van leerkrachten in een context van groeiende werkdruk en een structureel lerarentekort.
Meer lezen

De schoolbel boven de beltoon: een onderzoek naar het smartphonebeleid op scholen

Universiteit Gent
2025
Jiska
Kuys
Deze studie onderzoekt welke motivaties en percepties een rol spelen in de vormgeving van het smartphonebeleid bij scholen in Vlaanderen. Smartphones zijn uitgegroeid tot onmisbare apparaten in het dagelijks leven, maar leiden in onderwijscontexten tot polariserende debatten over hun educatief potentieel en disruptieve impact. De paradoxale aard van smartphones als zowel hulpmiddel en risicofactor vormt het kernpunt van discussies bij stakeholders in het onderwijs. Deze studie maakt gebruik van semigestructureerde interviews met beleidsmedewerkers, leerkrachten en opvoeders, aangevuld met focusgroepen met leerlingen uit acht Vlaamse scholen om deze motivaties en percepties bloot te leggen. De onderzoeksvragen richtten zich op stakeholderpercepties tegenover smartphones, motivaties voor beleidsvorming, attitudes tegenover het smartphonebeleid en verschillen in percepties met het laptopbeleid. De resultaten tonen dat alle stakeholders de paradoxale aard van smartphones erkennen waarbij educatieve, sociale en gezondheidsgerichte motivaties centraal staan bij beleidsvorming. Beleidsmedewerkers associëren smartphones primair met concentratieverlies, terwijl leerkrachten en opvoeders een ambivalente houding hanteren en leerlingen openlijk hun smartphone-afhankelijkheid erkennen. Het onderzoek onthult spanningen tussen bescherming en zelfregulatie, waarbij een gefaseerde beleidsimplementatie per leeftijdsgroep wordt aanbevolen. De bevindingen onderstrepen de noodzaak van een geïntegreerd beleid voor alle digitale apparaten in het onderwijs waarbij de stakeholders beamen dat digitale geletterdheid en het aanleren van 21e-eeuwse vaardigheden onmisbaar zijn geworden.
Meer lezen

Recht op deconnectie of altijd verbonden?

Universiteit Gent
2025
Geert
Ostyn
Deze masterproef onderzoekt de Belgische aanpak van de verstoring van de work-life-balance door
techno-invasie, als vorm van technostress. Techno-invasie geeft de werknemer het gevoel dat hij
steeds bereikbaar moet zijn en draagt bij aan de vervaging van de grens tussen werk en privéleven. De
verstoring van de work-life-balance leidt tot een grote toename van burn-out en depressies bij
werknemers. De Belgische wetgever heeft als antwoord op dit probleem een ‘recht op deconnectie’
ingevoerd voor werknemers, met de daarbij horende verplichtingen voor ondernemingen. Het
onderzoek gaat in op de keuzes die de wetgever heeft gemaakt door geen specifieke bepalingen op te
nemen voor telewerkers en de verplichtingen voor de werkgevers te beperken tot ondernemingen die
20 of meer werknemers in dienst hebben.
Centraal staat de vraag wat het recht op deconnectie inhoudt en op welke wijze de ondernemingen
omgaan met hun verplichting om de modaliteiten overeen te komen tot toepassing van het recht op
deconnectie.
Om deze vraag te beantwoorden is eerst gekeken naar de vergelijkbare aanpak in het Franse recht en
het huidige en toekomstige kader van de Europese Unie. Vervolgens focust het onderzoek zich op het
Belgische recht en hoe het vandaag geldende recht tot stand is gekomen.
Het volgende deel van het onderzoek bevat enerzijds een analyse van de concrete inhoud van
ondernemingsakkoorden in de bankensector, en anderzijds de resultaten van een bevraging van
personeelsverantwoordelijken uit deze sector over de feitelijke toepassing van het recht op
deconnectie binnen hun bank.
Tot slot werpt deze masterproef een kritische blik over de Belgische aanpak. Enerzijds blijkt de
wetgeving onvoldoende duidelijk geformuleerd – zo ontbreekt een definitie van het recht op
deconnectie – en anderzijds lijkt er te weinig aandacht te gaan naar de opvolging en handhaving van
dit recht.
Op basis van de bevindingen uit het onderzoek worden daarom ook aanbevelingen aan de wetgever
geformuleerd, met als doel tegemoet te komen aan deze bemerkingen.
Meer lezen

Trapped gold, flashy dyes: Taking advantage of zeolitic imidazolate framework-8’s weakness

KU Leuven
2025
Manu
Donders
In dit werk wordt het zuurgevoelige gedrag van zeolitic imidazolate framework‑8 (ZIF‑8) onderzocht en benut voor de ontwikkeling van een nieuwe aanpak voor de zuivering, hantering en dosering van goudnanodeeltjes (AuNPs). Daartoe worden AuNPs ingekapseld in ZIF‑8, waardoor hybride AuNP@ZIF‑8‑poeders ontstaan. Deze poeders vergemakkelijken het werken met AuNPs, maken efficiënte zuivering mogelijk via centrifugatie bij lage g‑krachten, en vertonen uitstekende resuspensie na zuur‑geïnduceerde afbraak van ZIF‑8. De inkapselingsstrategie bleek zeer effectief: na drie zuiveringscycli werd meer dan 80 % van het goud behouden, terwijl dit voor niet‑ingekapselde AuNPs slechts 25 % was. Bovendien maakt de inkapseling het mogelijk om ongezuiverde colloïdale AuNP‑systemen om te zetten in robuuste, resuspendeerbare poeders die geschikt zijn voor transport en langdurige opslag.
Meer lezen

Een kijk op dekolonisatie: Vlaamse en Franse media over tien jaar onafhankelijkheid in hun voormalige koloniën

KU Leuven
2025
Margeaux
De Borger
Deze masterproef onderzoekt hoe de dekolonisatie van Congo en Algerije gerepresenteerd werd in Vlaamse en Franse televisiereportages, tien jaar na de onafhankelijkheid van beide landen. Aan de hand van een kwalitatieve, multimodale framingsanalyse worden de twee driedelige reportagereeksen Kongo (1970) en L’Algérie dix ans après (1972) geanalyseerd.
Meer lezen

Design and implementation of a sustainable solution for upgrading and distributing biogas in rural Tanzania.

Universiteit Hasselt
2025
Louis
Macours
  • Kenneth
    Dries
Toegang tot duurzame energie blijft een uitdaging in Tanzania, waar het gebruik van traditionele biomassa zoals hout en houtskool bijdraagt aan gezondheidsrisico’s en milieudegradatie. Biogas uit organisch afval biedt een alternatief, maar moet gezuiverd en gecomprimeerd worden om de kook efficiëntie te verbeteren en distributie mogelijk te maken. Deze thesis ontwikkelt een systeem om biogas, geproduceerd in Kimbiji, te zuiveren en te comprimeren. Daar produceert een anaerobe vergister ongeveer 100 l gas per dag met 35 % kooldioxide (CO2) en 260 ppm waterstofsulfide (H2S), wat moet reduceren tot 25 % CO2 en 5 ppm H2S.

Een testopstelling aan Ardhi University bood de mogelijkheid om verschillende zuiveringstechnieken te vergelijken. Twee CO2-verwijderingsmethoden werden getest: absorptie met calciumhydroxide (Ca(OH)2) en waterscrubbing. Voor de H2S-verwijdering werden vier lokale absorberende materialen getest.

Voor de opstelling in Kimbiji zijn Ca(OH)2-absorptie en verroeste ijzerwol voor CO2- en H2S-verwijdering gekozen. De CO2 concetratie bereikt 16% en het H2S-gehalte daalt tot 2 ppm. Om distributie te realiseren, wordt het gas gecomprimeerd tot 8 bar met zonne-energie en opgeslagen in LPG-tanks.

Een techno-economische analyse toont dat kleinschalige biogaszuivering leidt tot een genivelleerde kostprijs van 1 572 TZS/kWh, wat niet rendabel is. Voor een groter systeem, in dit werk voorgesteld om 6 500 l biogas per dag te verwerken, bleek de kost slechts 241 TZS/kWh. Dit evenaart de lokale alternatieven.
Meer lezen

De Rol van Vrouwen in Vredesprocessen

KU Leuven
2025
Ruben
Vanbrabant
Mijn scriptie onderzoekt welke barrières de participatie van vrouwen in vredesprocessen belemmeren en hoe hun betrokkenheid bijdraagt aan duurzame vrede in post-conflictgebieden. Aan de hand van drie casestudies (Liberia, Colombia en Bosnië en Herzegovina) analyseert het onderzoek zowel formele als informele vormen van participatie. De resultaten tonen aan dat vrouwen cruciale bijdragen leveren aan verzoening en rechtvaardigheid, maar vaak structureel worden uitgesloten van formele onderhandelingen.
Meer lezen

Extra Ecclesiam Nulla Salus: De invloed van de priester op de Limburgse sagen en het sagenonderzoek

KU Leuven
2025
Michael
Gijbels
Deze thesis onderzoekt hoe priesters zowel de sagen als het sagenonderzoek van Belgisch Limburg beïnvloed hebben in de 19de en 20ste eeuw. Specifiek spitst dit werk zich toe op drie overkoepelende ‘rollen’ die de priester opnam in de sagen en volkskundige tradities van deze landelijke provincie, met name als onderzoeker naar de ‘oorsprong’ van sagen en sagenelementen, als verzamelaar en verteller van sagen en als ‘personage’ in de volksverhalen. Op basis van twee collecties van Limburgse sagen, het taal- en volkskundig tijdschrift ’t Daghet in den Oosten en drieëntwintig verhandelingen opgesteld door studenten Germaanse filologie aan de KU Leuven, worden deze drie rollen nader bekeken om te ontdekken in hoeverre de priester aanwezig was in de Limburgse sagen en welk doel hij mogelijk had om de volksverhalen te verzamelen, te onderzoeken en soms zelfs te verspreiden.

In het geval van ’t Daghet wordt discoursanalyse gebruikt om de visie van de auteurs, die allemaal geestelijken waren, op sagen te ontwaren en hoe zij sagen gebruikten om hun ideologieën te versterken en hun argumenten te staven. Ook op de verhandelingen wordt discoursanalyse toegepast, zeker wanneer priesters aan het woord komen, maar ook wordt er gekeken naar hoe de sagen afhankelijkheid van de priesters creëerden bij de bevolking.

Door zichzelf te profileren als een bovennatuurlijke genezer en verlosser van het Limburgse volk, via het verdrijven van geesten, het dopen van dwaallichten en het ontmaskeren van heksen, probeerde de priester zijn maatschappelijke positie te versterken in een periode gekenmerkt door het afzwakken van de katholieke invloed op de samenleving en de opkomst van liberale en socialistische ideologieën. Vlaams-nationalistische priesters gingen op een gelijkaardige manier te werk, en interpreteerden de dominantie van het katholieke referentiekader in de sagen als een teken dat het christendom een essentiële karaktereigenschap van het Vlaamse volk was, juist om hun godsdienst te beschermen tegen de antiklerikale, liberale volkskundigen. Door deze aspecten van de Limburgse sagen en het sagenonderzoek nader te onderzoeken hoopt deze thesis bij te dragen tot het beperkte analytische onderzoek betreffende de Limburgse sagentraditie door de nadruk te leggen op één van haar meest voorkomende personages, de priester.
Meer lezen

Bewijsstukken voor de Bachelorproef – Save More: Project; Lavetan, Save More: Klantopdrachten & Organisatiebeheer, Energieverhaal: Boons BV, Energieverhaal: Bedrijventerrein; L'Adrien, Onderzoek: Energiedelen

Thomas More Hogeschool
2025
Angus
Vleugels
Titel scriptie – Bewijsstukken voor de Bachelorproef

Deze scriptie, die heeft gediend als onderdeel van mijn bachelorproef binnen de pBA Energietechnologie, beschrijft mijn ervaringen tijdens verschillende projecten en onderzoeken binnen twee projectvakken bij Save More, evenals mijn stage bij Terpower – part of the Vlinvesta family – in de derde fase van mijn opleiding.

Onderverdeeld in vijf bewijsstukken:
- Save More: Project; Lavetan
- Save More: Klantopdrachten & Organisatiebeheer
- Energieverhaal: Boons BV
- Energieverhaal: Bedrijventerrein; L'Adrien
- Onderzoek: Energiedelen

Toegepaste functieprofielen:
- Calculator & Werkvoorbereider
- Projectleider & Management
- Sustainable Problem Solver
- Design & Build
- Sustainable Problem Solver
Meer lezen

Enhancing Trustworthiness in Algorithmic Stock Forecasting using Multi-Model Machine Learning and Historical Similarity

Universiteit Hasselt
2025
Xander
Corvers
Deze thesis behandelt het black-box-probleem van machine learning (ML) en het daaruit voortvloeiende gebrek aan gebruikersvertrouwen bij beursvoorspellingen. Er wordt een beslissingsondersteunend systeem geïntroduceerd en geëvalueerd dat de betrouwbaarheid verhoogt. Het systeem combineert hiervoor de voorspellingen van zes uiteenlopende ML-modellen met een transparante, historische analyse. De kerninnovatie is een zoekmachine die historisch vergelijkbare marktperioden identificeert. Vervolgens toont het systeem hoe de modellen in die analoge situaties presteerden: het plaatst hun toenmalige voorspellingen naast de daadwerkelijke marktresultaten.

Een empirisch gebruikersonderzoek vergeleek deze “Multiple Models View” (MMV) met een simplistische interface die slechts één model toonde. De resultaten tonen aan dat de MMV significant betrouwbaarder werd gevonden, het vertrouwen van gebruikers verhoogde en de risico's van voorspellingen effectiever communiceerde. Gebruikers schreven dit toe aan de grotere transparantie, omdat ze meerdere modellen konden vergelijken, en aan de concrete context die de historische prestatie-analyse bood. De thesis concludeert daarom dat de combinatie van meerdere modellen en een historische similariteitsanalyse een krachtige strategie is om weloverwogen gebruikersvertrouwen in complexe, AI-gedreven financiële systemen te creëren.
Meer lezen

Optimale familiebetrokkenheid bij palliatieve sedatie: richtlijnen voor verpleegkundigen

Thomas More Hogeschool
2025
Gwen
van Loon
  • Hanne
    Van Bouwel
Het verlies van een dierbare heeft een grote impact op het rouwproces van nabestaanden. Optimale familiebetrokkenheid bij palliatieve sedatie speelt een cruciale rol in het bieden van kwalitatieve, patiëntgerichte zorg en het ondersteunen van het rouwproces. Verpleegkundigen vervullen hierbij een essentiële rol door families te betrekken, ondersteuning te bieden en een respectvol afscheid te faciliteren. Actieve betrokkenheid helpt familieleden betekenisvolle momenten te beleven, vermindert angst en machteloosheid en bevordert een rustiger rouwproces.
Meer lezen

Unframing the territory of an arancini vendor

KU Leuven
2025
Marthe
Vanden Hautte
Deze scriptie onderzoekt de Ballarò markt in Palermo als een levend stedelijk netwerk waarin formele architectuur en stedelijke planning plaatsmaken voor improvisatie, sociale interactie en informele structuren. Vanuit een antropografische benadering wordt ruimte niet alleen gezien als fysieke omgeving, maar als ervaring en sociale praktijk. Door veldwerk, schetsen en interviews legt de studie de spanningen bloot tussen geplande stadsvernieuwing en dagelijkse praktijk, en toont ze hoe bewoners en marktkramers met improvisatie en creativiteit de stad telkens opnieuw vormgeven. De scriptie pleit voor een architectuur van observatie en betrokkenheid, die vertrekt vanuit wat er al is en ruimte biedt voor gedeeld gebruik en gemeenschapsvorming.
Meer lezen

Succesfactoren van faalangstinterventies voor het secundair onderwijs. Een kwalitatieve studie bij leerkrachten van het GO! Atheneum Aalst.

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Anouk
Vanderroost
Deze bachelorproef onderzoekt welke factoren bijdragen aan succesvolle faalangstinterventies bij leerlingen van de eerste en tweede graad in het GO! Atheneum Aalst. Faalangst heeft een negatieve impact op het welzijn en de leerprestaties van jongeren en vraagt om een preventieve, haalbare en schoolbrede aanpak. Via deskresearch werden acht onderbouwde interventieprogramma’s geanalyseerd. Daarnaast werden vijf semigestructureerde interviews afgenomen met leerkrachten en leerlingenbegeleiders. De resultaten tonen aan dat effectieve faalangstinterventies doorgaans meerdere elementen combineren, zoals psycho-educatie, cognitieve herstructurering, ontspanningstechnieken en groeimindsetbevordering. Respondenten benadrukken het belang van een positief schoolklimaat, een individuele aanpak, ouderbetrokkenheid en laagdrempelige hulpmiddelen. Op basis van deze inzichten werd het beroepsproduct “Faalangst? Da’s oké!” ontwikkeld. Dit bestaat uit een psycho-educatief boekje en een toolbox met praktische oefenfiches en ervaringsverhalen. Het materiaal is bedoeld voor jongeren van 12 tot 16 jaar en kan zowel zelfstandig als onder begeleiding worden ingezet in een schoolcontext.
Meer lezen

Jaarlijks zingen duizenden jongeren ‘Kamperen is de mooiste zomersport’ maar hoe maken ze dit waar INZICHTEN IN HET VOORKOMEN EN HET HERKENNEN VAN GASTRO-INTESTINALE INFECTIES

Thomas More Hogeschool
2025
Lenka
Belmans
  • Cato
    Van Baelen
Probleemstelling: Gastro-intestinale infecties kunnen aanzienlijke gezondheidsrisico’s met zich meebrengen tijdens jeugd- en zomerkampen. Deze infecties worden vaak door slechte hygiëne, onveilige voedselbereiding en onvoldoende preventieve maatregelen verspreid. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de gezondheid van de deelnemers, maar kan ook leiden tot het vroegtijdig beëindigen van kampen. Veel uitbraken kunnen worden voorkomen door infectiepreventie, daarom is er nood aan effectieve strategieën.

Vraagstelling: In dit onderzoek wordt de vraag gesteld hoe verpleegkundigen kunnen bijdragen aan het vergroten van de kennis over primaire en secundaire infectiepreventie, specifiek gericht op gastro-intestinale infecties, voor de deelnemers van jeugd- en zomerkampen. Daarnaast wordt onderzocht welke richtlijnen en acties verpleegkundigen aan begeleiders kunnen aanleren om de verspreiding van gastro-intestinale infecties te beperken en tegelijkertijd de zorg voor zieke patiënten te verbeteren.

Zoekstrategie: Voor het vinden van relevante literatuur zijn verschillende zoektermen gebruikt, waaronder hoofdtermen zoals Gastro Enteritis, Norovirus, Rotavirus, Infectiepreventie, en Voedselveiligheid. Ook werden synoniemen en vertalingen toegepast om de zoekresultaten te verbreden. Hiervoor zijn belangrijke databanken zoals PubMed, CINAHL en de Cochrane Library geraadpleegd om zowel medische als verpleegkundige studies te vinden. De zoekresultaten werden verder verfijnd door studies van de afgelopen 10 jaar in het Nederlands of Engels te selecteren. Het betrekken van experten uit gezondheidsinstellingen en jeugdbewegingen, zoals Chiro en Scouts & Gidsen Vlaanderen, zorgde voor extra waardevolle inzichten.

Resultaten: Uit de literatuur blijkt dat er al methodieken en materialen bestaan voor infectiepreventie tijdens jeugd- en zomerkampen, zoals richtlijnen voor leiding en kookouders. Echter, deze informatie is vaak moeilijk toegankelijk in noodsituaties. Daarom is een interactief prototype ontwikkeld dat alles bundelt in een toegankelijke vorm: een escape room voor leiding, een spel voor leden, een quiz voor kookouders en een gezamenlijk document met daarin alle info gebundeld. Dit bevordert een speelse en duidelijke bewustwording rond infectiepreventie.

Conclusie: Gastro-intestinale infecties kunnen grote gevolgen hebben op kampen, maar preventie en snelle actie kunnen uitbraken voorkomen of beperken. Bestaande richtlijnen zijn verspreid, waardoor gebundelde informatie noodzakelijk is. Het succes hangt af van de betrokkenheid van jeugdbewegingen. Speelse, interactieve leermethoden kunnen de effectiviteit van infectiepreventie verhogen en door samenwerking kunnen de benodigde middelen en ondersteuning worden vergroot. Met de juiste kennis en tools kunnen jeugd- en zomerkampen veiliger worden.
Meer lezen

Machine à Guérir - Laboratoria van Transitie: een helende architectuur voor een verzakt landschap in herstel.

Universiteit Hasselt
2025
Illy
Klerckx
Mijn masterscriptie vertrekt vanuit een persoonlijke zoektocht naar de essentie van architectuur. Een architectuur met aandacht voor traagheid, schoonheid en tactiliteit, iets dat we vandaag de dag minder en minder zien in het gebouwde. Een architectuur als middel om te helen, te verbinden en betekenis te geven aan een plek. Met Machine à Guérir, of vertaald 'helende machine', onderzoek ik hoe architectuur kan bijdragen aan herstel, zowel van mens als landschap, in een stad als Genk die vandaag gekenmerkt wordt door versnippering en verlies van identiteit.

Ik reconstrueerde samen met een aantal medestudenten (Het vooronderzoek, deel 1, van de scriptie is gezamenlijk geschreven) voor het eerst het ondergrondse mijngangenstelsel van Genk, een vergeten netwerk dat onder de stad sluimert. In plaats van mijnverzakkingen als bedreiging te zien, besloot ik ze te omarmen als ruimtelijk potentieel. Zo ontstond een masterplan waarin landschap en architectuur in dialoog treden, en waarin de ondergrond fungeert als geheugendrager én verbindende laag.

Mijn scriptie mondt uit in mijn masterproject, een sanatorium ingebed in het verzakkende landschap, is een voorstel voor helende architectuur. Geen steriele en witte zorginstelling, maar een plek van rust, openheid en traagheid, waar licht, uitzicht en materiaal een actieve rol spelen in het welzijn van de mens. Mijn zelf ontwikkelde 'Ten Tactics of Healing Architecture' boden de basis voor het ontwerp. Met deze scriptie wil ik aantonen hoe architectuur in tijden van transitie opnieuw zorg kan dragen. Zorg voor de mens, zorg voor het landschap, zorg voor het verleden én de toekomst, zorg als integraal ontwerpprincipe.
Meer lezen

Hoe kunnen chatbots, gebruik makend van RAG en NLP, bijsluiters begrijpbaar maken?

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Lien
De Jong
De centrale onderzoeksvraag van deze bachelorproef luidt: Hoe kunnen chatbots, gebruikmakend van RAG en NLP-technologieën, bijsluiters begrijpbaarder maken? Het doel van het onderzoek was om na te gaan hoe artificiële intelligentie ingezet kan worden om medische informatie toegankelijker te maken voor een breed publiek, waaronder jongeren, ouderen en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.

Het project bestond uit een literatuurstudie naar bestaande NLP-technieken, gevolgd door de ontwikkeling van een werkende demo van een AI-chatbot. Deze chatbot maakt gebruik van Retrieval-Augmented Generation (RAG), Azure AI Search en GPT-technologie om informatie uit medische bijsluiters te extraheren, te vereenvoudigen en aan te bieden via een gebruiksvriendelijke interface.

Tot slot werd de oplossing kritisch geëvalueerd aan de hand van feedback van experten uit het werkveld, zoals VITO, het FAGG, en softwareontwikkelaars en marketing directors uit de medische sector.

Positieve elementen in de evaluatie waren de technische haalbaarheid, de intuïtieve gebruikerservaring en de schaalbaarheid van het systeem. Negatieve of kritische aandachtspunten betroffen vooral de juridische en ethische grenzen, het risico op misinterpretatie, en de nood aan duidelijke afbakening van wat het systeem wel
en niet mag doen.

De belangrijkste elementen in het advies zijn dan ook het vermijden van persoonlijke data, het beperken van de reikwijdte van de chatbot tot informatieve antwoorden, en het voorzien van een heldere juridische en echnische structuur. De conclusie van het project luidt dat AI-chatbots een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan begrijpelijke gezondheidsinformatie, op voorwaarde dat ze zorgvuldig ontworpen, beperkt ingezet en
voortdurend gemonitord worden.
Meer lezen

Online afspraken in de gynaecologie: Wat houdt de patiënt tegen?

Odisee Hogeschool
2025
Tiany
Goesseye
Uit literatuuronderzoek blijkt dat de acceptatie van technologie in de gezondheidszorg sterk afhankelijk is van zaken zoals gebruiksvriendelijkheid, transparantie en de beschikbaarheid van tijdsloten. Het online afsprakensysteem biedt administratieve voordelen, zoals het verminderen van telefonische oproepen en het geven van meer controle aan patiënten over hun zorgplanning. Deze bachelorproef onderzoekt de factoren die de acceptatie en het gebruik van het online afsprakensysteem binnen de dienst gynaecologie van AZORG Campus Moorselbaan beïnvloeden.
Veldonderzoek binnen de dienst gynaecologie van AZORG laat zien dat zowel patiënten als administratief personeel tegen verschillende problemen aanlopen. De terminologie in de beslisboom is soms te wetenschappelijk, waardoor patiënten het moeilijk vinden om de juiste keuze te maken. Bovendien blijken bepaalde consultaties alleen telefonisch ingepland te kunnen worden, zonder duidelijke uitleg over het waarom. Dit verhoogt de werkdruk voor het secretariaat, omdat patiënten alsnog bellen voor verduidelijking. Een vergelijking met AZ Groeninge (Kortrijk, West-Vlaanderen) en VITAZ (Sint-Niklaas, Oost-Vlaanderen) toont aan dat andere ziekenhuizen ook met problemen kampen, maar dat een transparantere beslisboom en duidelijkere gebruikersinstructies de efficiëntie kunnen verbeteren.
In deze bachelorproef worden enkele concrete aanbevelingen geformuleerd die de toegankelijkheid en efficiëntie van het online afsprakensysteem zouden kunnen verbeteren. Door de beslisboom gebruiksvriendelijker te maken, kan AZORG de werkdruk op het secretariaat van de dienst gynaecologie verlagen en het digitale zorgtraject verder gaan optimaliseren. Dit onderzoek draagt bij aan een bredere analyse van technologiegebruik in de zorgsector en biedt inzichten die toepasbaar zijn voor andere medische disciplines die digitale afspraken willen implementeren of verder willen gaan optimaliseren.
Meer lezen

Iedereen telt mee: Samen digitale zorgtechnologieën creëren

KU Leuven
2025
Arthur
Haerinck
De toenemende digitalisering van de gezondheidszorg verandert de manier waarop zorg wordt aangeboden en beleefd, en biedt nieuwe kansen voor patiëntgerichte zorg en innovatie. In dit veranderende landschap nemen patiënten een actievere rol op in hun eigen zorg, waarvoor het beschikken over voldoende digitale gezondheidsgeletterdheid (DGG) als een belangrijke hefboom fungeert. Helaas blijft een gebrek aan DGG in de bevolking bestaan.

Daarnaast kan het betrekken van het perspectief van patiënten in de ontwikkeling van digitale gezondheidstechnologieën (DGT) de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van nieuwe, innovatieve technologieën bevorderen. Toch kan de technische complexiteit van ontwikkelingsfases zinvolle betrokkenheid van lekenpatiënten bemoeilijken.

De verschuiving naar inclusieve en duurzame gezondheidsinnovatie benadrukt de noodzaak om beter te begrijpen hoe patiënten ondersteund kunnen worden in het verwerven van de vaardigheden en kennis die nodig zijn om betrokken te worden bij hun zorg en bij co-creatieprocessen.

Deze thesis onderzoekt de belangrijkste noden en uitdagingen met betrekking tot de voorbereiding van Belgische patiënten op betrokkenheid bij de ontwikkeling van DGT, met bijzondere aandacht voor DGG als een hefboom voor empowerment en inclusie.
Meer lezen

Seksualiteit bespreekbaar maken

Hogeschool UCLL
2025
Hanna
Desair
Seksualiteit is een belangrijk, maar vaak genegeerd thema in de zorg voor borstkankerpatiënten. Door behandelingen zoals chirurgie, chemotherapie en hormoontherapie ervaren veel vrouwen seksuele klachten, die hun levenskwaliteit aantasten. Toch blijft dit onderwerp vaak onbesproken. Deze bachelorproef onderzoekt waarom dat zo is, welke barrières verpleegkundigen ervaren, en hoe dit beter kan.

Op basis van literatuuronderzoek en praktijkervaring worden evidence-based aanbevelingen geformuleerd om seksualiteit wél bespreekbaar te maken. Daarbij staan vier pijlers centraal: structurele educatie voor verpleegkundigen, het gebruik van communicatiemodellen en meetinstrumenten, organisatiebrede inbedding van seksuele zorg, en interdisciplinaire samenwerking.

De conclusie is duidelijk: verpleegkundigen spelen een sleutelrol in het normaliseren van seksuele gezondheid. Met de juiste ondersteuning kunnen zij dit thema veilig en empathisch aankaarten, wat leidt tot betere zorg en meer welzijn voor borstkankerpatiënten.
Meer lezen

Impactvolle klimaateducatie die aanzet tot klimaatbewuste leerlingen

Odisee Hogeschool
2025
Ruben
Opdecam
De klimaatkennis van jongeren blijkt vaak gebrekkig en vertoont tal van misconcepties. Hoewel het belang van klimaateducatie internationaal erkend wordt – onder andere door UNESCO en de Verenigde Naties – en ook formeel zijn weg heeft gevonden naar de Vlaamse leerplannen, blijft de impact ervan in de klaspraktijk vaak beperkt. Het onderwijs heeft de verantwoordelijkheid om wetenschappelijke kennis hiaten te dichten en jongeren te voorzien van de vaardigheden en attitudes die essentieel zijn voor een duurzame toekomst. Een wetenschappelijk correct klimaatverhaal dat onderwijskundig sterk onderbouwd is én voldoet aan de bouwstenen van effectieve klimaateducatie, vormt de sleutel tot klimaatbewuster gedrag bij leerlingen.

Deze bachelorproef heeft vier doelstellingen: (1) inzicht verkrijgen in de huidige didactische aanpak van leerkrachten via een enquête; (2) achterhalen aan welke competenties effectieve klimaateducatie moet voldoen; (3) nagaan welke onderwijskundige bouwstenen en randvoorwaarden noodzakelijk zijn voor een educatieve interventie m.b.t. klimaatverandering; (4) een praktische handleiding ontwerpen voor een klimaatdag voor leerlingen uit de tweede graad secundair onderwijs.

De onderzoeksliteratuur en bevraging tonen aan dat het huidige klimaatonderwijs te sterk gericht is op kennisoverdracht. Klimaateducatie moet echter ook de actiecompetentie van leerlingen versterken en aanzetten tot gedragsverandering. Kennis is het vertrekpunt, niet het einddoel. Leerkrachten moeten hierbij gebruik maken van wetenschappelijk onderbouwde strategieën in samenhang met klimaatcompetenties, verankerd in pedagogisch-onderwijskundige kaders.

Dit bachelorproefonderzoek biedt een antwoord op de groeiende nood aan betekenisvolle en impactvolle klimaateducatie: jongeren raken, betrekken én inspireren. En bovenal: in beweging brengen. Want wat we jongeren vandaag meegeven, bepaalt hoe ze morgen in de wereld staan. Juist daarom is het onderwijs belangrijker dan ooit. Daar planten we de zaadjes van verandering. Elke leerkracht heeft de mogelijkheid om iets los te maken, om te inspireren, om te raken. Laten we die kans grijpen. Niet morgen, maar vandaag.
Meer lezen

Effectieve verpleegkundige zorgpraktijken voor volwassenen met een autismespectrumstoornis in algemene ziekenhuizen: een autismevriendelijke benadering

Hogeschool UCLL
2025
Bahareh
Heydari
Tijdens mijn stages in algemene ziekenhuizen werd ik herhaaldelijk geconfronteerd met een terugkerend probleem in de zorg voor volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS). Wat mij opviel, was het opvallende tekort aan kennis over ASS bij zorgverleners, wat leidde tot misverstanden, frustraties en zorg die onvoldoende afgestemd was op de individuele noden van deze patiënten. Deze observaties raakten me diep en vormden de aanleiding voor mijn bachelorproef.

Met mijn onderzoek wil ik bijdragen aan een betere zorgervaring voor volwassenen met ASS in algemene ziekenhuizen. Het centrale doel van mijn bachelorproef is dan ook het verbeteren van verpleegkundige zorg door het implementeren van patiëntgerichte en autismevriendelijke zorgpraktijken. Ik ging op zoek naar concrete en haalbare manieren om de zorg beter af te stemmen op de unieke behoeften van deze doelgroep.

Om dit doel te bereiken, voerde ik een uitgebreide literatuurstudie uit. Daarbij maakte ik gebruik van de PICO-methode om gerichte zoekstrategieën te ontwikkelen en relevante bronnen te selecteren. De gekozen literatuur werd zorgvuldig beoordeeld op kwaliteit en toepasbaarheid. Op basis van deze analyse formuleerde ik aanbevelingen die niet alleen theoretisch onderbouwd zijn, maar ook praktisch inzetbaar. Daarnaast werden in de gebruikte studies interviews en observaties uitgevoerd om de effectiviteit van de voorgestelde zorgpraktijken in de praktijk te toetsen.

Uit de resultaten kwamen verschillende waardevolle inzichten naar voren. Zo blijkt het gebruik van visuele hulpmiddelen, zoals pictogrammen en whiteboards, bijzonder effectief in het verbeteren van de communicatie met patiënten met ASS. Ook gestandaardiseerde communicatiesystemen, zoals de Autism Healthcare Accommodations Tool (AHAT), bieden zorgverleners een houvast om beter in te spelen op de noden van deze patiënten. Verder is het aanpassen van de zorgomgeving – bijvoorbeeld door het verminderen van sensorische prikkels zoals fel licht en lawaai – essentieel om overbelasting te voorkomen. Het actief betrekken van familieleden in het zorgproces blijkt eveneens een belangrijke factor in het verhogen van het comfort en de veiligheid van de patiënt. Tot slot toont de literatuur aan dat training en bewustwording bij zorgverleners cruciaal zijn om de kwaliteit van zorg structureel te verbeteren.

Mijn conclusie is dan ook helder: de implementatie van autismevriendelijke zorgpraktijken kan de ziekenhuiservaring van volwassenen met ASS aanzienlijk verbeteren. Door in te zetten op duidelijke communicatie, een aangepaste omgeving en betrokkenheid van de persoonlijke kring, kunnen stress en misverstanden worden verminderd. Daarnaast is het noodzakelijk dat zorgverleners continu worden bijgeschoold en ondersteund in hun kennis over ASS. Deze aanpak draagt bij aan een meer inclusieve, veilige en patiëntgerichte zorgomgeving, waarin ook mensen met ASS zich gehoord en begrepen voelen.
Meer lezen

The Human Rights-Based Approach to Environmental Protection in the Context of Corporate Litigation

Vrije Universiteit Brussel
2025
Justien
Van Strydonck
Deze thesis onderzoekt in hoeverre een mensenrechtenbenadering van milieubescherming (de human rights-based approach) een effectief juridisch kader kan bieden om bedrijven aansprakelijk te stellen voor milieuschade en om slachtoffers toegang tot gerechtigheid te verlenen. Daarbij worden drie sporen geanalyseerd: het gebruik van soft law-instrumenten zoals de VN-richtlijnen, de vergroening van bestaande mensenrechten door onder meer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en de mogelijke erkenning van een autonoom recht op een gezonde leefomgeving. De thesis bevat daarnaast een casestudy over Cuba, waarin wordt onderzocht hoe milieurechten in een niet-Europees, sociaal en economisch verschillend systeem vorm krijgen en wat Europa daarvan kan leren.
Meer lezen

Wat zegt jouw Spotify Wrapped over je persoonlijkheid? Een lensmodelonderzoek naar persoonlijkheidsindrukken op basis van muziekvoorkeuren

KU Leuven
2025
Sara
Samadi
Veel mensen luisteren naar muziek via Spotify, waar ze vrij kunnen kiezen waar ze naar luisteren. Op basis van deze keuzes, die hun luistergedrag weerspiegelen, stelt Spotify jaarlijks een overzicht samen dat bekendstaat als Spotify Wrapped. Dit roept de vraag op of mensen in staat zijn om op basis van iemands Spotify Wrapped een accurate indruk te vormen van diens persoonlijkheid. Hoewel heel wat studies de accuraatheid van persoonlijkheidsindrukken in andere domeinen hebben onderzocht, is er tot nu toe slechts één studie die dit binnen de context van muziek heeft gedaan. Dit is de eerste studie die het verband onderzoekt tussen muziekvoorkeuren, persoonlijkheid en persoonlijkheidsoordelen aan de hand van de populaire Spotify Wrapped, met als theoretische basis het Lens Model van Brunswik (1955).
Het doel van deze thesis is het onderzoeken van: (1) het verband tussen iemands muziekvoorkeuren, met name Spotify Wrapped en zelfgerapporteerde voorkeuren voor genres, en diens persoonlijkheid, (2) het verband tussen muziekvoorkeuren en persoonlijkheidsoordelen door anderen, en (3) de accuraatheid van deze oordelen op basis van deze informatie. Om de eerste twee onderzoeksvragen te beantwoorden, werden 14 muziekgenres en twee bijkomende kenmerken (het aantal genres waar men graag naar luistert en de neiging om naar dezelfde artiest te luisteren) gebruikt als cues, wat een totaal geeft van 16 cues waarmee correlaties berekend worden.
De studie werd uitgevoerd in twee delen. Voor het eerste deel werd een vragenlijst opgesteld waarin deelnemers (N = 96) werd gevraagd naar hun leeftijdscategorie, gender, een screenshot te uploaden van hun top 5 Spotify Wrapped nummers, hun voorkeuren voor 14 muziekgenres aan te duiden en een persoonlijkheidsvragenlijst in te vullen. Dit eerste deel van de studie leverde het materiaal voor het tweede deel. Er werden 93 muziekprofielen samengesteld die informatie bevatten over de gender, leeftijdscategorie, top 5 Spotify Wrapped nummers en genrevoorkeuren van de deelnemer. Deze 93 muziekprofielen (dit zijn de ‘targets’) werden verdeeld over vragenlijst A en B, elk die de helft van de muziekprofielen bevat. Zes beoordelaars evalueerden de persoonlijkheid van de targets in vragenlijst A, en zes andere beoordelaars deden hetzelfde voor vragenlijst B.
Wat de eerste onderzoeksvraag betreft, werd zwak bewijs gevonden voor een verband tussen persoonlijkheid en muziekvoorkeuren. Na toepassing van de Bonferroni-correctie werden de meeste verbanden verwaarloosbaar. Met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag werden verscheidene verbanden gevonden, waarvan een deel ook na toepassing van de Benjamini-Hochberg-correctie overeind bleven. Mensen vormen dus wel degelijk persoonlijkheidsindrukken op basis van meerdere muzikale cues. Dit geldt in het bijzonder voor de trekken openheid voor ervaringen, gewetensvolheid en vriendelijkheid.
Wat betreft de laatste onderzoeksvraag tonen de resultaten aan dat beoordelaars in beperkte mate accuraat zijn in het inschatten van gewetensvolheid, neuroticisme en openheid op basis van iemands muziekvoorkeuren. Mensen blijken dus in staat om indrukken te vormen die in zekere mate overeenkomen met de werkelijke persoonlijkheid, op basis van de muziekvoorkeuren zoals weerspiegeld in de Spotify Wrapped en genrevoorkeuren. Dit is opmerkelijk gezien de beperkte informatie die werd aangeboden én het zwakke verband tussen muziekvoorkeuren en persoonlijkheid, zowel in deze als in eerdere studies.
Meer lezen