Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Optimalisatie van PCR-testen voor de detectie van Feline Infectieuze Peritonitis Virus (FIPV)

Hogeschool VIVES
2025
Anke
Deconinck
Feline Infectieuze Peritonitis Virus (FIPV) is een mutatie van het Feline Coronavirus (FCoV) en veroorzaakt een dodelijke ziekte bij katten. Deze bachelorproef richt zich op de optimalisatie van PCR-testen voor de detectie van FIPV om de diagnostische nauwkeurigheid te verbeteren. Het onderzoek focust zich op de M1058L-mutatie in het S-gen, dat geassocieerd wordt met de ontwikkeling van FIPV. De aanpak omvat het optimaliseren van RNA-extractiemethoden, het ontwerpen van specifieke primers en probes, en het verfijnen van qPCR-protocollen. Daarnaast worden verschillende PCR-technieken, waaronder klassieke PCR, qPCR en dPCR, vergeleken op hun effectiviteit in het detecteren van de M1058L-mutatie. De resultaten tonen een verbeterde gevoeligheid en specificiteit van de geoptimaliseerde PCR-testen. Verder onderzoek is nodig om de klinische toepasbaarheid te valideren en de test te verfijnen voor verschillende FCoV-stammen.
Meer lezen

Collaborative Filmmaking and the Sonic Ecology of Adivasi Landscapes: How can multisensory and decolonial approaches contribute to a better understanding of Adivasi land dispossession and enhance transcultural resonance?

Universiteit Antwerpen
2025
Luca
Verhaeghe
Dit etnografisch onderzoek situeert zich in de context van Adivasi-landonteigening ten gevolge van de koolmijnontginning in Jharkhand (Oost-India). Door de integratie van dekoloniale en multisensorische methoden gaat deze studie verder dan rationele discoursen en erkent het belang van onze zintuiglijke waarneming. De verkenning van het Adivasi-geluidslandschap gaat gepaard met deze geschreven reflectie op het participatieve en collaboratief filmmaakproces. Multisensorische en feministische
kaders zoals ‘Standpoint Theory’, ‘Speaking Nearby’, ‘Triangular Relationship’ en ‘Sonic Ecology’ vormen de blauwdruk van de bijhorende kortfilm, waarin de echo’s van deze benaderingen verweven worden in het narratief.

Dit onderzoeksproject streeft naar het vestigen van een driehoeksverhouding tussen
etnograaf/subject/zintuig op een cultureel gevoeligere manier. Het draagt vandaar bij aan de dekolonisatie van de visuele etnografie. Door verschillende kwalitatieve onderzoeksmethodes zoals interviews, visuele bronanalyse en perceptie-analyses samen te brengen werd een cultuursensitiever, participatief en collaboratief filmproject ontwikkeld. De data van dit ‘embodied’ luik werd voornamelijk verzameld door middel van auditieve indrukken. Desondanks, was visueel materiaal noodzakelijk om de context van Adivasi-ontheming op een begrijpelijke manier te schetsen.
Experimentele audiovisuele composities brengen conflicterende Adivasi land- en geluidscapes samen om gevoelens van resonantie op te wekken. De kortfilm, genaamd ‘de Sonic Ecology of Adivasi Landschapes’, draagt vandaar bij aan een versterking van cross-culturele intimiteit tussen de perceptor en contrasterende, sonische Adivasi-ecologieën beïnvloed door de dreiging van extractivisme.
Meer lezen

Game changers? De rol van sociale media bij de gelijkheid van gender in de internationale topsport

KU Leuven
2024
Fleur
De Laet
Genderongelijkheid in de sport is een probleem dat zich ook in de media manifesteert. Deze studie probeert dit fenomeen als een vicieuze cirkel voor te stellen en gaat daarom op zoek naar een antwoord op de vraag: Hoe staat de vertegenwoordiging van atleten op sociale media, vergelijkend op basis van gender, in relatie tot de attitudes van het publiek ten opzichte van deze atleten? Zowel de mediadekking, media representatie en de publieke attitudes van en tegenover atleten werden onderzocht via de Instagramaccounts van twee prominente Vlaamse mediabedrijven. Hierdoor konden patronen ontdekt worden die bewijs leveren voor de relatie tussen de portrettering van mannelijke en vrouwelijke atleten en de publieke attitudes ten opzichte van hen. Een inhoudsanalyse is uitgevoerd op zowel de berichten die geplaatst zijn rond belangrijke sportevenementen van 12 verschillende sporten, alsook op de publieke reacties op Instagram op deze berichten. De resultaten bevestigen dat vrouwelijke atleten ook op Instagram ondervertegenwoordigd blijven in vergelijking met mannelijke atleten en dat sportgerelateerde genderstereotypen nog steeds aanwezig zijn in de actuele berichtgeving over sport. Wat betreft de publieke attitudes waren er enige tegenstrijdigheden te bemerken: hoewel het publiek gemiddeld een positievere houding had ten opzichte van vrouwelijke atleten, ontvingen zij tegelijk wel de meeste haatreacties. Bepaalde atleten of sporten konden meer betrokkenheid ontvangen vanwege de aard van hun berichtgeving, wat aantoont dat er een relatie is tussen mediarepresentatie en publieke attitudes. Een opvallende bevinding is dat het publiek ook kritiek uitte op het aanbod van de zender, omdat het programma naar hun mening niet voldoende gevarieerd was. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op hoe de houding van het publiek ten opzichte van atleten kan veranderen na verloop van tijd, door het zien van sociale media posts. Daarnaast zou het interessant zijn om een experiment uit te voeren om een causaal verband tussen beide variabelen aan te tonen.
Meer lezen

Sociale confrontatie in huis: wat rijke mensen vertellen over hun huispersoneel

Universiteit Gent
2024
Carole
Kesteloot
Groepen met een hogere sociaaleconomische status worden in geringe mate onderzocht in de sociale wetenschappen. Nochtans genieten ze van veel privileges en vormen van macht waar velen niet over beschikken. Wat brengt een ontmoeting in hun woning teweeg met iemand die minder bevoorrecht is en die hun huishoudelijke en zorgtaken komt verrichten? Deze thesis bestudeert de percepties en opvattingen van mensen met een hoge sociaaleconomische status in het Brusselse aan de hand van 20 diepte-interviews. De resultaten duiden op een ambivalent antwoord. Ze zijn bewust van hun privilege en geluk, maar tegelijk zien ze hun personeel als een onmisbaar onderdeel van hun leven en stellen ze deze positie niet in vraag. Ze hebben hun personeel nodig, want zonder hen kunnen ze hun levensstijl niet behouden. Machtsmechanismen van seksisme, racisme en klassisme worden in stand gehouden binnenin het privégebied van mensen met hoge sociaaleconomische status.

Meer lezen

PLEIDOOI VOOR BROEDRUIMTE

Universiteit Gent
2024
Jef
Potargent
  • Astrid
    Berlengé
DEEL 1: ATLAS VAN BROEDPLEKKEN:
In een continu veranderende maatschappij, lijkt een verlies van het
gemeenschapsgevoel op te treden. Om de uitdagingen die voor ons
liggen te lijf te gaan, lijkt er een nood aan een nieuwe maatschappelijke
infrastructuur. Een infrastructuur die erin slaagt mensen samen te brengen,
een concreet antwoord te bieden op hedendaagse vragen en wijken te
transformeren tegen ongewenste stedelijke tendensen in. Deze plekken
lijken te ontstaan, vaak bottom-up en kleinschalig maar met lokaal
een grote impact. Mensen werken samen op nieuwe manieren en gaan
inventief te werk om hun eigen leefwereld en die van andere mensen in
hun omgeving vorm te geven. Hetzij uit noodzaak, hetzij uit persoonlijke
motivatie, wordt er zo concreet gewerkt aan een nieuwe typologie binnen
de sociale infrastructuur.
Dit eerste luik van deze (tweedelige) thesis probeert een begrip te
maken van dit soort plek en bloot te leggen welke instrumenten en
strategieën erachter schuilen. Vooraleerst werd na een eerste verkenning
een afbakening gemaakt van geschikte cases, op basis van een aantal
kenmerken die wij als noodzakelijk aanvoelden. Deze filter werd uitgedrukt
aan de hand van het begrip ‘broedplekken’. Zich verhoudend ten opzichte
van anderen die dit begrip reeds gebruikten, formuleerden we een eigen
definitie voor het begrip aan de hand van drie pijlers: het concretiseren van
maatschappelijke thema’s, het vooropstellen van sociaal kapitaal en het
adaptief karakter.
Deze drie kenmerken omvatten alle bekeken cases maar leveren zeker
geen eenduidig resultaat op. In de manier waarop deze definitie tot uiting
komt, zit een grote verscheidenheid. Dit komt door de vele facetten waaruit
een broedplek bestaat. Om hier vat op te krijgen, bouwden we deze thesis
op in twee delen. Een eerste deel behandelt in zes afzonderlijke essays
een verschillend aspect omtrent broedplekken en bespreekt enkele
exemplarische cases, om zo te bouwen aan een bril om de broedplek te
bekijken. Deze werden geordend aan de hand van de drie kenmerken van
de definitie, om die gericht uit te diepen. In een 2de deel bekijken we dan
een selectie van zeven cases op alle facetten en maken we een grafische
vertaling van de inzichten die we kregen door verdere analyse. De twee
onderdelen samen brachten ons het besef dat ‘de ideale broedplek’ niet
te definiëren valt, maar dat we wel tot een waaier aan instrumenten,
strategieën en motieven komen die in wisselende samenstellingen achter
de cases schuilgaan.
Zo kunnen broedplekken testkamers zijn voor nieuwe aanpakken op bredere
maatschappelijke vraagstukken. Hun sterkte blijkt bovendien te liggen in
het verbinden van meerdere thema’s en zo testkamer te bieden richting een
duurzame transitie, zonder deze op zichzelf te proberen bewerkstelligen.
Het tweede en derde essay diepen de tweede pijler, het sociaal kapitaal,
uit. Zo blijkt een nauwe samenwerking met een stadsbestuur cruciaal
voor het duurzaam verder leven van een broedplek. Indien de verhouding
tussen de twee ontbreekt, lijkt de impact van korte duur. Daarnaast
lijken broedplekken ook een interessante piste voor stadsbesturen zelf,
aangezien ze een instrument kunnen zijn om aan gemeenschapsopbouw
te doen. Hiervoor is de toegankelijkheid van broedplekken cruciaal. Ze
willen zich enerzijds openstellen voor een breed publiek maar hebben
anderzijds nood aan drempels zodat bepaalde groepen zich er ook veilig
voelen. Een continue balans, waarbij zaken als de toegang, zichtbaarheid
en de symboliek van zowel het gebouw als de ingrepen hierop een rol
spelen. De derde eigenschap is die waarmee broedplekken zich het
meeste onderscheiden van bestaande typologieën: hun adaptief karakter.
We merken dat broedplekken vaak startten uit tijdelijke invullingen, wat
noopt tot een creatieve aanpak. Ze evolueren echter doorheen de tijd en
nemen zo meerdere gedaantes aan. Om hiermee om te gaan, is er een
bijzondere aandacht voor de infrastructuur die de brug maakt tussen de
vaak onaangepaste gebouwen en hun missie. Dit maatwerk zorgt voor een
flexibiliteit. Deze flexibiliteit uit zich in een multifunctionaliteit, zowel in tijd
als in ruimte, waarmee broedplekken zich onderscheiden van bestaande
publieke gebouwen. Deze kunnen zich hierdoor laten inspireren, al kunnen
ze de aanpak ook niet zomaar kopiëren.
Deze thesis legt zo veel bloot, al roept ze evenveel vervolgonderzoeken
op. Daarom werd er in drie vervolgonderzoeken dieper ingegaan op een
bepaald thema via ontwerpend onderzoek. Deze steunen op de lessen die
uit deze Atlas getrokken werden en proberen enkele bijkomende vragen te
beantwoorden.

DEEL 2: PLEIDOOI VOOR BROEDRUIMTE: De Herontwikkeling van het Maria-Magadalenaklooster naar een semi-permanente broedplek. Dit werk sluit aan op de ‘atlas van broedplekken’ een casuïstische analyse van broedplekken. Broedplekken zijn stedelijke laboratoria, die zowel sociale als ruimtelijke weefsels verdichten door maatschappelijke uitdagingen te concretiseren
op een plek. Ze stellen de ontwikkeling van sociaal kapitaal voorop en zijn constant in evolutie. Ze hebben een adaptief karakter waardoor ze kort op de bal kunnen spelen bij veranderingen in de maatschappij.
Uit de analyse in de atlas leerden we dat tijdelijkheid een handig middel kan zijn voor broedplekken. Een tijdelijke bezetting zorgt ervoor dat men flexibel moet zijn op ruimtelijk en organisatorisch vlak. Het geeft broedplekken het vermogen om snel te kunnen reageren op de urgente behoeften van de buurt. Een tijdelijke opzet heeft een sociaal-experimenteel karakter dat lokale buurtontwikkeling kan ondersteunen. Tegelijk dwingt tijdelijkheid een noodgedwongen afscheid af. Duurzame oplossingen vragen om stabiliteit, wat tijdelijke invullingen niet altijd kunnen bieden. Het maakt broedplekken
dus ook kwetsbaar. Gebruikers worden aan de deur gezet vanaf dat de renovatie of herontwikkeling van de site begint. Het engagement gaat zo verloren en sociale linken worden verbroken. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit niet gebeurt? ‘Een Pleidooi voor broedruimte: De herontwikkeling van het Maria-Magdalenaklooster naar een semi-permanente broedplek’ handelt over de paradoxale aspecten van tijdelijke buurtontwikkeling, toegepast op de case Mona van Toestand in het Maria-Magdalenaklooster. Het doel van Toestand is om de lokale partners en de buurt tijdelijk te begeleiden om een gezamenlijke plek te maken voor en door iedereen, met de hoop dat ze hierna op hun eigen benen kunnen staan. De sociale impact primeert in het project van intensieve maar kortstondige ondersteuning. Het model van Toestand, gefocust op
tijdelijkheid, heeft echter haar limieten. Wat gebeurt er na hun vertrek? Het moet sommige initiatieven alleen achterlaten, wat het succes van buurtontwikkeling en sociale ondersteuning ondermijnt. Kan deze tijdelijke invulling ook fungeren als een test voor
toekomstig gebruik van de ruimte die niet alleen de buurtontwikkeling ondersteunt, maar ook helpt bij de herontwikkeling van een site? Wat kunnen we leren uit deze tijdelijke
bezetting en welke aspecten nemen we mee om de toekomst van dit klooster vorm te geven?
Deze thesis zoekt via ontwerpend onderzoek naar manieren om een semi-permanente broedplek vorm te geven, die tijdelijkheid met stabiliteit combineert. We gebruiken deze tijdelijke invulling als hefboom om het Maria-Magdalenaklooster te
herontwikkelen. We verbeelden drie verschillende toekomstscenario’s voor
het Maria-Magdalenaklooster. De architecturale ontwerpen van de broedplek gaan om met de paradox van tijdelijkheid door de stabiliteit van een langetermijnvisie en de wendbaarheid van tijdelijkheid te combineren. Voortbouwend op het engagement van Toestand zoeken de toekomstscenario’s naar een balans tussen de belangen van de private eigenaar, de gebruikers en de buurt. De scenario’s focussen op de samen-
werking tussen actoren en programma’s en werken met minimale architecturale ingrepen. Ze zijn gestructureerd volgens een tijdlijn, een stappenplan dat het traject richting de toe-
komst bevattelijk probeert te maken. Vanuit de reflectie op de ontwerpen destilleren we tot slot de essentie. We maken een pleidooi, formuleren eisen die als advies kunnen dienen bij de herontwikkeling van het Maria-Magdalenaklooster.
Meer lezen

'Gekleurde huid' op het witte scherm. Een exploratief onderzoek naar de ervaringen van Vlaamse niet-witte actrices en/of actrices met een migratieachtergrond.

Universiteit Gent
2024
Souad
Boukhatem
Deze masterproef onderzoekt de professionele ongelijkheden waarmee niet-witte actrices en actrices met een migratieachtergrond geconfronteerd worden in de Vlaamse film- en televisiesector, met een focus op de intersectionaliteit van ras en gender. De studie identificeert specifieke uitdagingen en barrières die deze actrices ervaren, uiteengezet in vier deelvragen die de complexe lagen van ongelijkheid binnen de sector blootleggen.

Ten eerste ervaren niet-witte actrices psychologische belasting door hun representatieve last en het gevoel van isolatie in een overwegend witte omgeving. Ze worden vaak gecast in stereotiepe rollen die hun echte identiteiten en ervaringen niet weerspiegelen, wat leidt tot professionele frustraties en psychologische stress. Daarnaast versterkt hun casting de dominantie van witte en mannelijke perspectieven, wat hun marginalisatie bevordert.

Het onderzoek toont verder aan dat discriminatie op basis van ras en gender leidt tot significante professionele, sociale en economische nadelen. Deze actrices stuiten op structurele barrières zoals beperkte en vaak stereotiepe rollen die hun carrièremogelijkheden beperken. Ze ervaren subtiele tot expliciete discriminatie, die samen met ontransparante loonstructuren hun financiële welzijn en professionele groei beïnvloeden.

Persoonlijk welbevinden van de actrices lijdt ook onder deze ongelijkheden. De cumulatieve effecten van discriminatie schaden hun geestelijke gezondheid, resulterend in symptomen van angst, onzekerheid en een verlaagd zelfvertrouwen. Ondanks deze uitdagingen ontwikkelen de actrices diverse copingstrategieën zoals het vormen van netwerken voor steun, het initiëren van eigen projecten, en het ontwikkelen van onverschilligheid om emotionele energie te bewaren.

De masterproef concludeert met aanbevelingen voor de sector, waaronder de noodzaak voor herziening van narratieve structuren en een meer inclusieve representatie in de media. Er moet een effectief diversiteitsbeleid komen met concrete, meetbare doelen voor inclusiviteit. Het Vlaams Audiovisueel Fonds kan een belangrijkere rol spelen door het bevorderen van diversiteit zowel voor de camera als in creatieve en leiderschapsposities achter de schermen. Onderwijs speelt een cruciale rol in het bevorderen van een meer inclusieve en minder Eurocentrische wereldvisie. Bovendien is dekolonisatie van het curriculum en aan toneelscholen noodzakelijk om een meer inclusieve opleiding te bieden. Ook het aanstellen van diversiteitscoördinatoren en het trainen van vertrouwenspersonen in discriminatie-herkenning zou bijdragen aan een inclusiever werkklimaat. Tot slot benadrukt deze masterproef de behoefte aan verder onderzoek naar de specifieke ervaringen van niet-witte actrices, acteurs en andere identiteitsaspecten zoals seksuele oriëntatie en disability om effectieve beleidsmaatregelen en interventies te ontwikkelen.
Meer lezen

From Seeing To Sensing Their Suffering Through The Screen

Universiteit Gent
2024
Valerie
Vanhove
Dit onderzoek verkent de reacties van het Westerse publiek op 'distant suffering' zoals afgebeeld in fictiefilms, een aspect dat tot nu toe onderbelicht bleef in de academische literatuur. Het bouwt voort op bestaand onderzoek naar de variërende reacties op het lijden van de niet-Westerse ‘Ander’ getoond in de klassieke nieuwsmedia en andere media (Huiberts & Joye, 2018). Het stelt vervolgens de vraag of fictiefilms empathie en actie kunnen bevorderen bij de Westerse toeschouwer. Door middel van vijf focusgroepen wordt onderzocht in welke mate de film The Impossible (2012) kon bijdragen aan het bewustzijn en de empathie van Westerse kijkers ten aanzien van niet-Westers lijden. Hierbij wordt de rol van empathie als basis voor een blijvende verbinding met de 'Ander' in vraag gesteld. Zo blijkt dat de emotionele connectie onderhevig is aan verschillende persoonlijke voorkeuren van filmconsumptie bij de respondenten. Desondanks bewijst de film effectief te zijn in het verhogen van het bewustzijn van Westerse kijkers over lijden dat zich ver weg afspeelt. Hier blijkt een ‘gezonde’ afstand tot de ‘Ander’ cruciaal te zijn voor de Westerse kijker om actie te ondernemen.
Meer lezen

De Dekaloog van Krzysztof Kieslowski door de lens van de adaptatiestudies en intertekstualiteit

Universiteit Antwerpen
2024
Justine
Decoster
De Dekaloog-serie van Krzysztof Kieslowski is gebaseerd op de Tien Geboden, wat de indruk wekt dat het een adaptatie is van de Geboden. Aan de hand van de geschiedenis van de adaptatiestudies wordt onderzocht hoe we inzicht kunnen krijgen in adaptaties en wordt het begrip gedefinieerd om na te gaan of de Dekaloog als een adaptatie kan worden beschouwd. Binnen de adaptatiestudies is er een stroming die adaptaties verbinden met intertekstualiteit. Laatstgenoemde concept verwijst naar de manier waarop teksten met elkaar verweven zijn. Een tekst kan immers meerdere interpretaties en betekenissen in zich dragen en op die manier bewust of onbewust verwijzen naar andere teksten. Die betekenis en verwijzingen kunnen bewust door de maker van de tekst in de tekst verwerkt worden, maar zij kunnen ook onbewust in de tekst sluipen. Daarnaast is er voor de lezer/kijker een grote rol weggelegd. Die kan immers aan de hand van het eigen referentiekader andere werken herkennen in de tekst en op die manier nieuwe en/of andere inzichten krijgen in de tekst. In deze scriptie zal beargumenteerd wordt dat de Dekaloog een adaptatie is en dat adaptaties zich omwille van hun specifieke aard lenen tot een intertekstuele analyse. Er wordt een intertekstuele analyse gemaakt van Dekaloog één, vijf en zes. Essentieel daarbij is kennis over het werk dat geadapteerd werd, de context waarin de adaptatie tot stand kwam en de dialoog met andere academische literatuur, filosofie en andere films. Op die manier wordt er inzicht gecreëerd in de betekenissen die aanwezig zijn in de films. Daaruit volgt geen definitieve interpretatie van de films maar een analyse die op zijn beurt uitnodigt om met andere teksten in dialoog te treden.
Meer lezen

HATE THE PLAYER, NOT THE GAME. Exploring extremist and terrorist use of games, gaming platforms and gamification strategies for propaganda purposes.

Andere
2024
Olivier
Cauberghs
This dissertation explores how video games, gaming culture, and gamification
strategies are employed by (violent) extremist and terrorist individuals and organisations to disseminate propaganda. The literature review commences by providing the current state of knowledge on the topic, including the correlation between video games and violence, and why extremist and terrorist content in the gaming community demands our undivided
attention.

Thereafter, the study delves into the historical context of online extremism, tracing
its evolution from the digital pioneers of the 1980s to the modern challenges faced today. It further investigates the strategies employed by (violent) extremist and terrorist organisations in video games, including the modification of existing games to disseminate violent extremist messages, and the use of in-game communication for recruitment and radicalisation.

This dissertation also examines online gaming and gaming adjacent platforms like
Steam, Twitch, Discord, etc. and their potential role in this context. Furthermore, it will
investigate the extent to which they are utilised and whether their usage is restricted to
specific ideologies.

Finally, it examines gaming culture references, both visual and linguistic, in the
communication strategies employed by (violent) extremist and terrorist people and
organisations.

This dissertation will conclude that (violent) extremist and terrorist individuals and
organisations fully exploit video games and modifications to spread their ideology, gaming (adjacent) platforms for community building and communication and gamification strategies to recruit and radicalise individuals. It is not confined to far-right and Jihadist ideology but encompasses a broad range of ideologies. Gamification techniques are commonly used to disseminate their respective ideologies, build communities, and recruit and radicalise individuals.
Meer lezen

Stalin door de lens van Nikita Michalkov de Burnt By The Sun-films als case study voor de veranderende geheugenpolitiek rond het stalinisme

Universiteit Gent
2024
Leander
Hanssen
Nikita Michalkovs 'Burnt by the Sun'-films als case study voor de veranderde geheugenpolitiek rond het stalinisme.
Meer lezen

Een boekentas vol veerkracht

Universiteit Gent
2024
Margot
Fermyn
Het thema van mijn scriptie ligt mij nauw aan het hart. Om deze reden bracht ik dit thema ook zelf aan aan de universiteit. Ik was dan ook erg blij toen deze werd goedgekeurd en ik hierin de eerste stappen mocht zetten in dit onderzoeksdomein. Mijn scriptie onderzoekt de mate waarin leraren reeds preventief inzetten op veerkracht en wat hen kan helpen om deze implementatie mogelijk te maken. We willen weg van het curatief behandelen, en het wachten tot er reeds problemen optreden. Hierdoor willen we de preventieve insteek includeren. Veerkracht is hierbij een transdiagnostisch begrip waardoor het over verschillende stoornissen heen een beschermend effect heeft. Bovendien scoren veerkrachtige kinderen ook beter op school, wat toch voor de overheid en primair doel blijft. Verschillend met vorige onderzoeken, focust dit onderzoek ook op de draagkracht van de leraar. Het onderzoekt wat leraren nodig hebben om veerkrachtbevorderend te kunnen werken in de lagere school, zonder hier zelf volledig uitgeput door te raken. Leraren hebben meer tijd en middelen nodig om veerkrachtgericht te kunnen werken met hun leerlingen. Verder onderzoek zou deze piste verder kunnen uitdiepen en zoeken waar hierin de mogelijkheden liggen.
Meer lezen

“De werkelijkheid laat zich niet vangen in taal”. Klank en stem als ecokritische motieven in Marente de Moors ‘Foon’ (2018) en ‘Ogentroost’ (2022) van A.H.J. Dautzenberg

Universiteit Antwerpen
2024
Fee
Van Eynde
In 2018 was het Nederlandstalige literaire veld in de greep van de vraag waar klimaatfictie bleef, aangezien de desastreuze gevolgen van de klimaatverandering toch niet te negeren vielen. In datzelfde jaar verscheen 'Foon' van Marente de Moor, een ecologisch geëngageerde roman die aan de hand van het Griekse ‘foon’, dat zich laat vertalen als klank en stem, denkpatronen verkent die aan de grondslag van de klimaatverandering liggen. Ook 'Ogentroost' (2022) van Anton Dautzenberg maakt gebruik van datzelfde motief. Beide romans zetten geluiden in om te wijzen op de onmogelijkheid van de mens om controle uit te oefenen op de wereld en tonen een bijzondere aandacht voor de stem van niet-menselijke actoren. Aan de hand van ‘foon’ formuleren ze een tegenmelodie bij het antropocentrische wereldbeeld.
Meer lezen

Noradrenerge medicatie zorgt ervoor dat zebravissen minder epileptische aanvallen krijgen

Universiteit Gent
2024
Maïté
Verstraeten
  • Markella
    Gryllionaki
Epilepsie is een veelvoorkomende neurologische aandoening (>70 miljoen mensen wereldwijd), gekenmerkt door terugkerende epileptische aanvallen. Een derde van alle patiënten met epilepsie worden niet aanvalsvrij met de huidige anti-epileptica. Verder onderzoek naar nieuwe, efficiëntere anti-epileptica is noodzakelijk. Recent is er een interesse ontstaan in het noradrenerge neurotransmissiesysteem en de rol ervan bij epileptische aanvallen. Het onderzoeken van het noradrenalinesysteem en het testen van noradrenerge medicatie (bv. atipamezole) gebeurt in proefdieren, waaronder zebravissen. Atipamezole blijkt in zebravissen de epileptische aanvallen te onderdrukken, hoewel de precieze mechanismen hiervan in verder onderzoek moeten worden aangetoond.
Meer lezen

Het ontwikkelen van een kader voor het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken ter stimulering van de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen

KU Leuven
2024
Ines
Geysels
Het voorlezen van prentenboeken kan de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen stimuleren. Mede door de digitalisering is er een ruim aanbod aan digitale prentenboeken binnen het handbereik van kleuters, met grote variaties in vormgeving en inhoud. Dit kan extra mogelijkheden bieden voor de taalontwikkeling. Uit onderzoek blijkt echter dat niet elke vormgeving van de beschikbare digitale prentenboeken effectief is om de vroege taalontwikkeling te stimuleren. Met deze masterproef willen we kleuterleerkrachten helpen om gericht te kiezen uit het grote aanbod aan digitale prentenboeken door een kader te ontwikkelen voor het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken met oog op de stimulering van de taalontwikkeling van kleuters.

Op basis van de beschikbare wetenschappelijke onderzoeksliteratuur werd de eerste versie van het kader opgesteld. De verdere ontwikkeling van het kader verliep via een Delphi-studie. De Delphi-studie telde drie rondes waarin negen experten in de domeinen taalontwikkeling, prentenboeken en/of digitale leermiddelen feedback gaven in functie van de volledigheid, duidelijkheid en juistheid van het kader tijdens een individueel interview en twee focusgroepen. De bruikbaarheid van het uiteindelijke kader werd door middel van individuele interviews nagegaan bij 22 onderwijsprofessionals, met name pedagogische begeleiders, kleuter- en zorgleerkrachten.

Op basis van zowel de wetenschappelijke literatuur, de feedback van de experten en de evaluatie door de onderwijsprofessionals kwamen we tot een versie van het kader dat volgens de experten onderbouwd en omvattend en volgens de onderwijsprofessionals bruikbaar is in de onderwijspraktijk. Het kader kan kleuterleerkrachten helpen bij het beschrijven en selecteren van digitale prentenboeken ter stimulering van de vroege taalontwikkeling van 3- tot 6-jarigen. Het finale kader is een beschrijvend kader met elementen die de vroege taalontwikkeling van kleuters kunnen stimuleren. We ronden deze masterproef af met een kritische reflectie over de theoretische implicatie van het kader en formuleren suggesties voor verder onderzoek en de onderwijspraktijk.
Meer lezen

Welke gevolgen heeft het gebruik van XR op de leerprestaties van leerlingen tijdens geschiedenislessen?

Odisee Hogeschool
2024
Camille
Vermeire
Het praktijkonderzoek richtte zich op de gevolgen van het gebruik van XR op de leerprestaties van leerlingen tijdens geschiedenislessen, met de focus op de informatieverwerking en de motivatie van de leerlingen.
Het onderzoek werd uitgevoerd in vijf klassen van het vierde middelbaar van de doorstroomrichting. De klassen kregen twee lessen over Lodewijk XIV en diens vorstelijk absolutisme. De eerste les was voor alle leerlingen identiek qua inhoud, doelstellingen en werkvormen. In de tweede les was er een verschil in de werkvormen: drie klassen gebruikten XR-tools, terwijl twee klassen dat niet deden. De lessen werden afgesloten met bevragingen en een toets.
Aan de hand van de resultaten van de bevragingen en de toets werd er een conclusie getrokken.
Dit resulteerde in een lesmap voor geschiedenisleerkrachten, om te gebruiken in hun lessen. De map licht twee XR-tools toe: VR 360° video's & de app/website Google Arts & Culture.
Meer lezen

Unboxing Materialism: A Content Analysis of YouTube Videos from Popular American Kidfluencers

Universiteit Gent
2024
Yana
Degroote
Kidfluencers inspireren kinderen over de hele wereld en worden daarom ingezet door adverteerders om merken te promoten. Desondanks het succes daarvan, wordt kidfluencer content bekritiseerd van matertialistische waarden te verspreiden. Er is een belangrijk hiaat in de wetenschappelijke literatuur die deze mogelijke relatie tussen blootstelling aan kidfluencer content en materialisme in kinderen bestudeert. Deze scriptie dient als een basisonderzoek binnen dit domein. Aan de hand van een exploratieve inhoudsanalyse van videos van zes populaire kidfluencer YouTube-kanalen (n = 130), gaan we op zoek naar hoe materialistische dimensies gerepresenteerd worden en hoe en of deze verschillen tussen kidfluencer video genres. De resultaten tonen aan dat merken in grote mate aanwezig zijn in kidfluencer YouTube videos. Gesponsorde video’s vertonen vaak enorme volumes van speelgoed en/of dure merken. Dit kan ervoor zorgen dat kinderen meer materialistische waarden ontwikkelen door het kijken van kidfluencer content. Daarom doet deze scriptie enkele suggesties om de aanwezigheid van merken in kidfluencer video’s te beperken.
Meer lezen

Rethinking Anthropocene Architecture At Altitude

KU Leuven
2024
Marthe
Van Rompaey
De totale hoeveelheid door de mens gemaakte massa heeft de totale hoeveelheid biomassa op aarde ingehaald. Een nieuw tijdperk waarin de mens domineert, het Antropoceen, kondigt zich aan. Met 'sneller en meer' als religie, ontsnapt ook onze architectuurpraktijk niet aan de huidige tendens. Maar kan de tendens doorbroken worden en kan (interieur)architectuur een symbiotische relatie tussen mens en natuur vormgeven?

Marthe neemt je aan de hand van zes paviljoenen mee op een scenografische wandeling doorheen de Aosta Vallei. Doormiddel van tekst, maquette en film wordt op zoek gegaan naar alternatieve ontwerppraktijken die ruimte maken voor mens én anders-dan-mens. Wie de bergtop bereikt, vindt geen absolute waarheden, maar leert gaandeweg in vraag stellen langs paviljoenen die bewegen tussen hyperartificiële poëzie en de taal van de natuur.
Meer lezen

Problematic Content and Online Harm in the Lived Experience of Neurodivergent Social Media Users

Universiteit Antwerpen
2024
Hanne
Goor
Sociale media worden vandaag de dag door heel veel mensen gebruikt. Dit gaat gepaard met bezorgdheden over veiligheid en online harm. Eerder onderzoek heeft al uitgebreid de kenmerken en gevolgen van online harm onderzocht. Aangezien sociale media platformen negatieve effecten voornamelijk proberen tegen te gaan via content moderatie, hebben onderzoekers ook dit aspect van sociale media al uitgebreid besproken. Niettemin is de motivatie van platformen om hun content te modereren niet enkel om hun gebruikers te beschermen, maar willen ze vooral wettelijke en commerciële doeleinden volgen. Dit maakt dat de ervaring van de gebruiker niet de belangrijkste leidraad is voor platformen bij het opstellen van beleid en het opmaken van hun content moderatie systeem. In deze studie staat de ervaring van de gebruiker centraal. Aan de hand van diepte-interviews met neurodiverse sociale media gebruikers, wordt er inzicht verkregen in hoe deze groep problematische content ervaart, alsook de mogelijke negatieve effecten die deze content kan teweegbrengen. Door specifiek te focussen op neurodiversiteit als doelgroep, worden de noden van deze vaak vergeten minderheidsgroep aan het licht gebracht.
Meer lezen

De Wereld Rond in 45 Minuten: een Kritische Reflectie op de Processen van Betekenisvorming in Vlaamse Reisprogramma's

Universiteit Gent
2024
Hannah
Boen
Hoewel reisprogramma’s razend populair zijn, is de manier waarop ze bestemmingen,
culturen en bevolkingen representeren onderbestudeerd. Door de dalende interesse in nieuws, hebben reisprogramma's steeds meer invloed op hoe publieken culturen zien. Deze paper onderzoekt hoe betekenis gecreëerd wordt in het genre, en hoe deze processen van betekenisgeving zich uiten in Vlaamse reisprogramma’s die vallen binnen de categorie factual entertainment. Als een van de eerste onderzoeken in het veld, gebruikt deze studie een multimethodologisch onderzoeksopzet. Inzichten uit descriptieve tekstuele analyses en expert interviews werden gecombineerd via een reflexieve thematische analyse. Bovendien werden deze kwalitatieve inzichten gesupplementeerd aan de hand van een kwantitatieve contentanalyse. De
resultaten tonen aan dat de druk die reisprogrammamakers ervaren om kijkers entertainende verhalen te bieden, hun ethische plichten met betrekking tot de gebruikte
representatiestrategieën overschaduwt. Praktijken die othering, wat kan gedefinieerd worden als het stimuleren van wij/zij denken, in de hand werken, werden geregeld geobserveerd. Echter werden deze processen verdoezeld aan de hand van stijlelementen. Reisprogrammamakers hanteren een ‘esthetiek van authenticiteit’, wat slaat op een visuele en narratieve stijl die de geconstrueerdheid van reisprogramma’s benut om een illusie van ‘echtheid’ creëren. Deze esthetiek doet uitschijnen dat stereotiepe beelden gastculturen objectief beschrijven. Hoewel deze kwalijke trend af en toe werd uitgedaagd door zowel makers als geportretteerden, schieten de huidige productiepraktijken te kort om dit probleem systematisch aan te pakken. Daarom pleit dit artikel voor de implementatie van meer representatieve verantwoordelijkheid binnen de productie van reisprogramma's, omdat dit een kritische reflectie mogelijk maakt met betrekking tot de gebruikte representatiestrategieën.
Meer lezen

Informatie van inlichtingendiensten: bewijs of inlichting in een strafprocedure en het recht van verdediging?

Universiteit Gent
2024
Benoît
Van Cauwenberghe
Informatie van inlichtingendiensten is op diverse manieren bruikbaar in een strafprocedure. De informatie kan enerzijds aangewend worden als start-, richt- of sturingsinformatie voor het onderzoek, en anderzijds als bewijs in rechte dienen. Echter worden inlichtingendiensten gekenmerkt door de beperkte openheid die zij aan de dag leggen. Bijgevolg kunnen er fricties ontstaan met het recht op een eerlijk proces en de rechten van verdediging. Het onderzoek heeft getracht deze punten te onderzoeken.
Meer lezen

Wonen in de naoorlogse stad

Universiteit Gent
2024
Nienke
Degraeve
Deze masterscriptie onderzoekt de rol van gedeelde ruimte in de leefbaarheid van naoorlogse Weense Gemeindebau, de sociale woningbouw van 1945-1970, in relatie tot de leefbaarheid en duurzaamheid van deze (sociale) woonbuurten. De naoorlogse woonblokken zijn vaak monotoon en beperkt in functie vanwege de beperkte middelen en woningnood na WOII en worden op vele andere plaatsen afgebroken, in Wenen echter niet. Aangezien de gebouwen zelf weinig voorzieningen bieden, zijn nabijgelegen buitenruimtes en sociale voorzieningen essentieel voor de leefbaarheid. Door historische context, stedenbouwkundige planning en drie case studies te analyseren, wordt aangetoond dat aandacht voor stedenbouwkundige en sociale integratie cruciaal is.
Meer lezen

Archimedes en Indiana Jones: het leven en Nachleben van Archimedes van Syrakousai

KU Leuven
2024
Stef
Janssens
Vorige jaar kwam Indiana Jones and the Dial of Destiny in de zalen. De film die belooft het laatste avontuur te brengen van archeoloog Indiana Jones, draait helemaal rond 'de Antikythera van Archimedes,' een fictief apparaat dat gebaseerd is op het mechanisme van Antikythera, een astronomische, analoge computer die in de eerste eeuw v.C. naar de zeebodem zonk samen met het Romeinse vrachtschap dat het toestel vervoerde. Naast vele andere verwijzingen naar de Oudheid zoomt de film vooral in op Archimedes, een Griekse wiskundige en ingenieur uit de derde eeuw v.C. die bekend staat om de verdediging van zijn thuisstad (Syracuse) tegen de Romeinen door middel van spectaculaire oorlogsmachines. In mijn scriptie verzamelde ik alle antieke bronnen over het leven van Archimedes om te schetsen wat we over hem weten en hoe hij wordt voorgesteld in de Oudheid. Daarna analyseerde ik de recente Indiana Jones-film om de accuraatheid van de film te testen en om te kijken welke voorstelling van Archimedes de voorkeur van de filmmakers genoot.
Meer lezen

Experimental study of the diffusion coefficient of high-voltage LNMO spinel positive electrodes for next-generation Li-ion batteries

Vrije Universiteit Brussel
2024
Manon
Winnock
Genomineerde longlist mtech+prijs
Lithium-ion batterijen spelen een belangrijke rol in de wereldwijde verschuiving weg van traditionele fossiele brandstoftechnologieën naar meer duurzame oplossingen voor energieproductie en -opslag. Echter, met de toenemende vraag naar Li-ion batterijen neemt ook de afhankelijkheid van kritieke grondstoffen, waaronder kobalt, toe. Een mogelijke oplossing ligt in de ontwikkeling van kobaltvrije elektroden, wat de afhankelijkheid van schaarse hulpbronnen zou kunnen verminderen. Deze masterthesis richt zich op het bestuderen van de volgende generatie LiNi0.5Mn1.5O4 (LNMO) spinel positieve elektroden. Om het optimale ontwerp van Li-ion batterijen met deze LNMO positieve elektrode te modelleren, is het belangrijk om betrouwbare en kwantitatieve waarden te verkrijgen voor onder andere de lithium-ion diffusiecoëfficiënt. Het hoofddoel van deze thesis is daarom het ontwikkelen van een robuust begrip van de evolutie van de lithiumdiffusiecoëfficiënt in dunne film LNMO-elektroden door middel van diverse experimentele benaderingen. Doordat de elektrode een dunne film is in plaats van een composiet, kan een systeem worden gemodelleerd waarin andere componenten zoals bindmiddelen en geleidende toevoegingen worden vermeden. De technieken die worden gebruikt om de diffusiecoëfficiënt te bepalen zijn GITT, PITT en ICI. Met deze technieken kan de evolutie van de diffusiecoëfficiënt als functie van de spanning worden bepaald. De drie technieken resulteren in diffusiviteiten die qua grootteorde verschillen, maar dezelfde trends laten zien. Voor respectievelijk ICI, PITT en GITT worden diffusiecoëfficiënten gevonden die variëren van 10−9 tot 10−13 cm²/s, 10−11 tot 10−13 cm²/s en 10−13 tot 10−15 cm²/s. Door de verschillende technieken te vergelijken, wordt geconcludeerd dat PITT het meest betrouwbaar is om de diffusiecoëfficiënt te bepalen voor dunne film LNMO-elektroden, vooral in het hoge spanningsgebied. Bovendien wordt ook de impact van de dikte van de dunne filmelektrode onderzocht. Dit toonde een gedragsverandering vanaf een dikte van 200 nm.
Meer lezen

Evolving Biofilm Communities: Insights into Biofilm Evolutionary Dynamics and Ecological Succession through Adhesion Modeling

KU Leuven
2024
Nele
Gorissen
Deze scriptie onderzoekt met behulp van een computersimulatie de invloed van verschillende omgevingsfactoren zoals nutriëntenniveaus en disrupties op de evolutie van cellulaire hechtingsterkte in bacteriële biofilms. Dit is relevant in de medische sector (o.a. besmetting van patiënten en medisch gereedschap), maar ook voor allerlei industriële toepassingen zoals corrosie van metalen installaties.
Meer lezen

The Post Olympic Tourist Trap

KU Leuven
2024
Vic
Winters
The thesis project 'The Post Olympic Tourist Trap' (1) researches how reality is experienced and (2) experiments with a way to depict this contemporary reality, to challenge the awareness about our surroundings.
Meer lezen

Taal werkt, ook ongemerkt: een kritische discoursanalyse van politiek taalgebruik in toespraken van linkse en rechtse Vlaamse partijvoorzitters

Universiteit Gent
2024
Marie-Laure
Van Cleemput
De scriptie bevat een kritische discoursanalyse van taalgebruik bij linkse en rechtse Vlaamse partijvoorzitters tijdens publieke speeches. Het onderzoek keek naar verschillende nieuwjaars- en 1 mei-toespraken van Raoul Hedebouw, Melissa Depraetere, Conner Rousseau, Bart De Wever en Tom Van Grieken. Voor elke partijvoorzitter werden twee speeches taalkundig en retorisch geanalyseerd, met de retoriek van Aristoteles en de Critical Discourse Analysis als basis. Zo werd de taal van de partijvoorzitters geanalyseerd en ten opzichte van elkaar onderzocht, met bijvoorbeeld aandacht voor metaforiek, woordherhaling, vloekwoorden, perspectieven en argumentatie. Zo wordt een beeld geschetst van welke partijvoorzitter van welke linkse of rechtse Vlaamse partij moeilijkere of eenvoudigere taal zou hanteren dan de andere.
Meer lezen

THE AMERICAN DREAM IN DE VLAAMSE FILMINDUSTRIE: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK OVER DE HOLLYWOOD- ERVARINGEN VAN VLAAMSE FILMMAKERS EN - PRODUCENTEN

Universiteit Gent
2024
Jens
Van Landschoot
Deze masterproef gaat aan de hand van interviews in op de verschillende filmproductionele en -creatieve context in Hollywood en Europa met Vlaanderen als specifieke case. De focus ligt voornamelijk op de verschillende aspecten van beide productiecontexten. De onderzoeksvraag luidt: “Wat zijn de verschillen tussen de Vlaamse/Europese productiecontext en die in Hollywood, en hoe ervaren Vlaamse filmmakers deze verschillen?”. Een eerste stap in het formuleren van een antwoord op deze vraag was dan ook het interviewen van enkele Vlaamse filmmakers met ervaringen in beide productiecontexten. Deze data werd vervolgens aangevuld met een krantenanalyse. Met behulp van een thematische analyse werden daarna negen thema’s op een inductieve wijze ontwikkeld om de onderzoeksvraag te helpen beantwoorden. Deze thema’s hebben betrekking op de vrijheid van de filmmaker, censuur, agents, streamers, het sterrensysteem, de macht van de vakbonden, financiering, hoe filmmakers in Hollywood geraken en de schaalvergroting. Uit dit onderzoek blijkt dat de voornaamste resultaten bijna allemaal wel teruggekoppeld kunnen worden aan de commerciële verschillen van beide productiecontexten. In Hollywood overheersen de commerciële belangen namelijk veel meer de genomen beslissingen dan in Vlaanderen en
Europa. Daardoor is deze laatste productiecontext in staat om grotere risico’s te handhaven. Daarnaast zijn de verschillen ook vaak te verklaren door de schaalvergroting die de Hollywoodiaanse filmindustrie kenmerkt.
Meer lezen

Spoedig comfort, Verpleegkundige aanpak van comfortmedicatie voor patiënten met een slechte prognose.

Thomas More Hogeschool
2024
Margot
Raymaekers
Deze bachelor proef richt zich op het verkennen van manieren waarop de communicatie tussen verpleegkundigen en naasten van patiënten met een slechte prognose binnen een spoedgevallendienst kan worden verbeterd. Specifiek zal worden onderzocht hoe de ontwikkeling en implementatie van een communicatiemethodiek kunnen bijdragen aan het versterken van de verbinding tussen verpleegkundigen en naasten.
Hoe kunnen communicatievaardigheden en kennis over comfortmedicatie van spoedverpleegkundigen verbeterd worden om zo de kwaliteit van zorg te verhogen en het comfort van patiënten en hun naasten te bevorderen? Vanuit deze onderzoeksvraag is gezocht naar een oplossing voor dit probleem. Er werd gebruik gemaakt van verschillende databanken.
Spoedverpleegkundigen staan dagelijks voor diverse uitdagingen, waarvan communicatie er één is. Echter kan een gebrek aan zelfvertrouwen en kennis over comfortmedicatie een belemmerende factor zijn voor effectieve en doeltreffende communicatie met naasten en patiënten. Er is dus dringende noodzaak om een effectieve bijscholing te ontwikkelen die gericht is op het vergroten van het zelfvertrouwen en de kennis van spoedverpleegkundigen, met als doel de kwaliteit van de zorg en het comfort van de patiënt te verhogen.
Uit de resultaten van de literatuurstudie blijkt het belang van eensgezinde communicatie tussen verpleegkundigen en naasten of patiënten, ondersteund door diverse vormen van communicatie. Ook bleek dat de WHO- pijnladder een belangrijke factor was in het effectief behandelen van pijn. Het gedragswiel biedt een waardevolle inkijk in het begrijpen van gedragsveranderingen bij zowel verpleegkundigen als patiënten en naasten.
Het prototype dat werd ontwikkeld, speelt in op het verbeteren van communicatievaardigheden en kennis over de verschillende comfortmedicatie. Het prototype bevat een presentatie, met daarna oefenen in een rollenspel. Hierna vindt ook een debriefingsmoment plaats. Dit prototype wordt geïmplementeerd aan de hand van de PDCA- cyclus
Meer lezen

Wat is het effect van ananas op ontstekingsreacties na het trekken van wijsheidstanden?

Hogeschool VIVES
2024
Siska
Geerardyn
In een filmpje dat viraal ging op het sociale mediaplatform Tiktok werd beweerd dat het drinken van ananassap/ eten van ananas de pijn na een operatie van de wijsheidstanden zou kunnen verlichten. In mijn scriptie ben ik op zoek gegaan naar het effect van ananas op ontstekingsreacties na het trekken van wijsheidstanden om zo een antwoord te formuleren op deze bewering.
Meer lezen

Synthesis of doped metal halide perovskites and investigation of structure-properties relationship via photoluminescence

Hogeschool UCLL
2024
Andreas
Mercenier
Metaal halogenide perovskieten zijn zachte halfgeleiders met uitzonderlijke opto-elektronische eigenschappen. Hun chemische veelzijdigheid maakt het mogelijk om hun foto fysische eigenschappen breed te modificeren via synthetisch en structureel design. In dit werk onderzoeken we het gebruik van een overgangsmetaal (Mn2+) en een lanthanide (Yb3+) als doteringsmiddel voor 2D- en 3D-perovskieten om hun fotoluminescentie te moduleren. Verder gebruiken we deze doteringscentra om de structuur van de gastheerperovskiet te onderzoeken.

We vinden dat Mn2+ en Yb3+ effectief zijn in het genereren van nieuwe emissie banden in het zichtbare (600nm) en het nabij-infrarood (1000nm) in vergelijking met on-gedoteerde perovskieten, wat veelbelovend is voor opto-elektronische toepassingen. Ook werd er geobserveerd dat structurele vervormingen van de perovskiet gastheer en de polariseerbaarheid van de halogenide een belangrijke rol spelen bij het vormgeven van de spectrale emissie en recombinatiedynamiek van het doteringsmiddel.
Meer lezen