Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

Naadloze transitie

Odisee Hogeschool
2024
Yanou
Beyers
Genomineerde shortlist Bachelorprijs
De overgang van thuis naar een woonzorgcentrum is een ingrijpende gebeurtenis die
veel stress en onzekerheid met zich meebrengt voor ouderen en hun families. Deze
bachelorproef onderzoekt hoe een gezinswetenschapper een positieve bijdrage kan
leveren aan deze transitie. Door middel van een casusbeschrijving, theoretische analyses
en praktijkgerichte veranderingsstrategieën, biedt deze studie concrete oplossingen en
inzichten om de overgang naar een woonzorgcentrum te vergemakkelijken.
De probleemstelling richt zich op de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum en de impact hiervan op ouderen en hun families. De praktijkgerichte
probleemverkenning omvat een casusbeschrijving van mevrouw Van Dam, een 78-jarige
vrouw die zes maanden geleden naar een woonzorgcentrum is verhuisd en moeite heeft
met de aanpassing aan haar nieuwe omgeving.
De theoretische analyse is opgebouwd uit drie invalshoeken: de pedagogische,
psychologische en sociologische invalshoek. De pedagogische invalshoek maakt gebruik
van het Ecologische Systeemmodel van Bronfenbrenner ("#$#), om de invloed van de
verschillende omgevingsfactoren op de ontwikkeling en het welzijn van ouderen te
begrijpen. De psychologische invalshoek onderzoekt verschillende coping-mechanismen en
de emotionele aanpassing van ouderen naar een woonzorgcentrum, met de nadruk op
probleemgerichte coping, emotionele coping, acceptatiegerichte coping en de sociale
B / D
ondersteuning. De sociologische invalshoek richt zich op de sociale verbondenheid en
gemeenschapsvorming, sociale identiteit en de rol van familie- en mantelzorgers.
Op basis van deze theoretische analyse zijn drie veranderingsgerichte strategieën
ontwikkeld. De eerste strategie is het Levensverhalenproject, gericht op het creëren van
identiteit en verbondenheid door middel van Levensreiswijzers en de Levensreisatlas. De
tweede strategie omvat een informatieve brochure voor het bevorderen van de
psychologische veerkracht bij ouderen tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum. De
derde strategie is de bewustwordings- en betrokkenheidscampagne “Samen voor Ouderen”,
die een inclusieve samenleving bevordert.
De belangrijkste inzichten uit mijn bachelorproef zijn als volgt: ten eerste is een
multidimensionale benadering essentieel om de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum te begrijpen en aan te pakken. Ten tweede kunnen
gezinswetenschappers een cruciale rol spelen bij het bevorderen van de sociale
verbondenheid en het ondersteunen van de emotionele aanpassing voor ouderen. Ten derde
is het belangrijk om samen te werken met verschillende stakeholders, waaronder families,
zorgverleners en de bredere gemeenschap om een ondersteunende en inclusieve omgeving
te creëren.
Ik ben tevreden met mijn keuze van mijn bachelorproef omdat het me in staat heeft gesteld
een relevant en betekenisvol onderwerp te onderzoeken dat directe impact kan hebben op
het welzijn van ouderen en hun families. Mijn motivatie om dit onderwerp te kiezen was
gebaseerd op de wens om bij te dragen aan een beter begrip van de uitdagingen waarmee
ouderen worden geconfronteerd tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum en om
praktische oplossingen te bieden die hun welzijn kunnen verbeteren.
De meerwaarde van mijn bachelorproef ligt in de combinatie van theoretische inzichten en
praktische toepassingen, die samen een solide basis vormen voor effectieve interventies en
beleidsaanbevelingen. De veraneringsvoorstellen die ik heb uitgewerkt, kunnen iets
betekenen voor gezinnen, organisaties en beleidsmakers door de overgang naar een
woonzorgcentrum te vergemakkeljken en de sociale verbondenheid te versterken.
Uiteindelijk streef ik ernaar dat mijn bachelorproef bijdraagt aan een inclusieve en
ondersteunende samenleving waarin ouderen zich gewaardeerd en verbonden voelen
Meer lezen

Ouderbetrokkenheid bij het revalidatie- en onderwijstraject van kinderen binnen de ambulante kinderrevalidatie en ziekenhuisschool.

Erasmushogeschool Brussel
2024
Koen
Bellemans
Genomineerde shortlist Bachelorprijs
Gezinsgerichte zorg en het beschouwen van ouders als gelijkwaardige partner zijn belangrijke pijlers binnen het revalidatieproces en het onderwijs. Deze eindopdracht onderzoekt hoe ouders betrokken worden bij het proces van doelbepaling en welke factoren bijdragen/verhinderen dat ouders doelstellingen en hulpvragen verwoorden. Er wordt nagegaan of de implementatie van een ICF core set een ondersteunend element kan zijn in het proces van formuleren van hulpvragen en doelstellingen door ouders.
Meer lezen

Spoedig comfort, Verpleegkundige aanpak van comfortmedicatie voor patiënten met een slechte prognose.

Thomas More Hogeschool
2024
Margot
Raymaekers
Deze bachelor proef richt zich op het verkennen van manieren waarop de communicatie tussen verpleegkundigen en naasten van patiënten met een slechte prognose binnen een spoedgevallendienst kan worden verbeterd. Specifiek zal worden onderzocht hoe de ontwikkeling en implementatie van een communicatiemethodiek kunnen bijdragen aan het versterken van de verbinding tussen verpleegkundigen en naasten.
Hoe kunnen communicatievaardigheden en kennis over comfortmedicatie van spoedverpleegkundigen verbeterd worden om zo de kwaliteit van zorg te verhogen en het comfort van patiënten en hun naasten te bevorderen? Vanuit deze onderzoeksvraag is gezocht naar een oplossing voor dit probleem. Er werd gebruik gemaakt van verschillende databanken.
Spoedverpleegkundigen staan dagelijks voor diverse uitdagingen, waarvan communicatie er één is. Echter kan een gebrek aan zelfvertrouwen en kennis over comfortmedicatie een belemmerende factor zijn voor effectieve en doeltreffende communicatie met naasten en patiënten. Er is dus dringende noodzaak om een effectieve bijscholing te ontwikkelen die gericht is op het vergroten van het zelfvertrouwen en de kennis van spoedverpleegkundigen, met als doel de kwaliteit van de zorg en het comfort van de patiënt te verhogen.
Uit de resultaten van de literatuurstudie blijkt het belang van eensgezinde communicatie tussen verpleegkundigen en naasten of patiënten, ondersteund door diverse vormen van communicatie. Ook bleek dat de WHO- pijnladder een belangrijke factor was in het effectief behandelen van pijn. Het gedragswiel biedt een waardevolle inkijk in het begrijpen van gedragsveranderingen bij zowel verpleegkundigen als patiënten en naasten.
Het prototype dat werd ontwikkeld, speelt in op het verbeteren van communicatievaardigheden en kennis over de verschillende comfortmedicatie. Het prototype bevat een presentatie, met daarna oefenen in een rollenspel. Hierna vindt ook een debriefingsmoment plaats. Dit prototype wordt geïmplementeerd aan de hand van de PDCA- cyclus
Meer lezen

Talentdetectie bij Kinderen in Stad Genk: Een verkenning van het onderzoeksgebied en zijn drie toepassingen

LUCA School of Arts
2024
Tommy
Senders
  • Andrea
    Grimaldi
  • Dries
    Putzeis
Deze scriptie vertrekt vanuit de vraag die Liesbeth Bries van de stad Genk aan ons heeft gesteld: "Is er een mogelijkheid om aan talentdetectie te doen in de kunsten?”. Deze vraag bracht ook een aantal criteria met zich mee, waaronder een specifieke doelgroep. Om dit onderzoek te starten, zijn we vertrokken vanuit de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kan de stad Genk op een actieve manier bijdragen aan het ontdekken van artistiek talent bij kinderen?”.

In ons onderzoek zullen we ons laten inspireren door het werk van Danielle Krekels en Luc de Wulf om een eigen definitie te kunnen vormen voor wat de term "Talent" precies inhoudt. Door dit onderzoek zal duidelijk worden dat creativiteit onlosmakelijk deel uitmaakt van artistiek talent. We zullen de theorieën van Viktor Lowenfeld en James Melvin Rhodes gebruiken, om onze eigen visie vorm te geven op wat creativiteit teweeg moet brengen bij kinderen. Daarnaast worden de termen "flow" en "motivatie" gedefinieerd en geconstateerd als cruciale elementen voor talentontwikkeling.
Vervolgens wordt ook de rol en invloed van de sociale omgeving waarin het kind opgroeit onderzocht. Hierdoor wordt duidelijk dat ouders veel invloed hebben op de artistieke ontwikkeling van hun kinderen. Danielle Krekels benadrukt het belang van het vrijwillig uitvoeren van activiteiten. Ouders moeten daarentegen eerst hun eigen talenten herkennen voordat ze hun kinderen kunnen begeleiden. Het zal duidelijk worden dat het een delicate oefening is om kinderen aan te moedigen zonder er te veel druk op uit te oefenen. We zullen ook vaststellen dat er uitdagingen zijn die het ontwikkelen van artistiek talent bemoeilijken. Om dit in kaart te brengen, wordt er een beroep gedaan op een model dat is ontwikkeld door: Piessens, Hermans en Vettenburg; de 7 B's van toegankelijkheid. Saskia de Bruyn’s opvatting over het 'aanbod' zal ons helpen om de verschillende organisaties in Genk te categoriseren en ze zo op hun toegankelijkheid te kunnen beoordelen.

Als laatste, op basis van ons onderzoek, kunnen we drie detectie tools voorstellen die het potentieel mogelijk maken om artistiek talent bij kinderen van het beoogde doelpubliek te detecteren. Deze zijn: Een interactief platform met een applicatie waar informatie over de activiteiten in terug te vinden is, een vriendenboekje met een interactief verhaal die zelfontdekking mogelijk maakt, en als laatste een sociaal artistiek atelier geïnspireerd op het ABC-Huis in Brussel.

Ons onderzoek zal aantonen dat “Talent” een complex begrip is met veel interpretaties. Echter, zal het onderzoek in staat zijn om artistiek talent bij kinderen beter te kunnen begrijpen. De detectietools dienen als aanbevelingen voor de stad Genk en kunnen helpen om het artistieke potentieel van kinderen te ontdekken en te ontwikkelen.
Meer lezen

Hedendaagse transformaties van 19e-eeuwse Antwerpse burgerhuizen tot meergezinswoningen

Universiteit Antwerpen
2024
Nele
Ritzen
Purpose - This thesis determines how to preserve and adapt built heritage while simultaneously adding density to the urban fabric of historic cities. Densifying already-existing houses could be an effective alternative for urban sprawl, which is unsustainable and puts cultural heritage at risk by causing heritage assets to become fragmented and deteriorated. The main goal is to investigate the current strategies used to densify townhouses from the 19th century in Zuidwijk, Antwerp.

Methodology - By creating a database on the historic and current situation of these 19th-century townhouses in Zuidwijk, tendencies regarding their residential use and densification are analysed. Additionally, a qualitative categorization of various adaption strategies for the same townhouses is created by examining building permits that are accessible through archived and on-site research.

Findings - This study shows that Zuidwijk is experiencing a trend of single-family townhouses being adapted into multiple-family residences. This adaptation can occur through a variety of strategies. Selecting the appropriate typology for a given building is crucial within the adaptation process, as it determines the potential of the existing townhouse and the objectives to be achieved through the adaptation. This thesis aims to serve as a basis for conducting more in-depth research into the phenomenon of adapting historic residences into multiple-family units, exploring its range of opportunities.

Research limitations - Identified research limitations include a small case study sample, mainly analysed without on-site visits and assessed from an architectural and heritage perspective. Further research and more detailed data regarding criteria such as policy and sustainability, should be considered in the future.
Meer lezen

Mannelijk, ziek, gevaarlijk en vreemd. De representatie van lesbian-like vrouwen in de Belgische dagbladpers tijdens het interbellum.

KU Leuven
2024
Lea
Schiettecatte

Sinds het midden van de jaren 1970 besteden historici steeds meer aandacht aan de geschiedenis van lesbische vrouwen. Hoewel er sindsdien al veel invloedrijke werken verschenen, is er nog weinig historisch onderzoek gevoerd naar de geschiedenis van de representatie van vrouwelijke homoseksualiteit. Deze masterproef besprak daarom de representatie van lesbian-like vrouwen in de Belgische pers tijdens het interbellum. Daarbij werd een discoursanalyse toegepast op meer dan 150 krantenartikelen van 37 verschillende kranten. In de eerste plaats toonde dit onderzoek aan dat journalisten uitvoerig berichtten over vrouwen die zich mannelijk kleedden. Die vrouwen werden tijdens het interbellum ‘garçonnes’ genoemd. Journalisten gingen daarbij op zoek naar verschillende mogelijke oorzaken voor het bestaan van de garçonne, waarbij ze de Eerste Wereldoorlog en de emancipatie van de vrouw aanhaalden. Welke reden ze ook toeschreven aan hun bestaan, de verslaggevers waren het erover eens dat garçonnes onaantrekkelijk waren. Daarbij benadrukten socialistische en liberale journalisten dat de omgeving van de garçonne misnoegd was over haar uiterlijk en drukten katholieke journalisten hun bezorgdheid uit over de gezondheid van de vrouwen. Daarnaast benoemden verslaggevers de garçonne als een sociaal probleem, waarbij ze zich volgens hen ‘immoreel’ gedroeg. Daarnaast toonde dit onderzoek aan dat Belgische journalisten het pathologisch discours van medici overnamen. In die representaties was de lesbian-like vrouw een femme fatale, die roofdiergedrag vertoonde. Mogelijke slachtoffers van die femme fatale waren kinderen, maar ook volwassen vrouwen en mannen. Daarnaast geloofden de verslaggevers dat lesbian-like vrouwen een gevaar vormden voor de maatschappij, waarbij ze een bedreiging vormden voor gezinnen en bijgevolg de toekomst van het land. Afhankelijk van de ideologie van de krant waarvoor ze werkten, haalden journalisten de censuur van fictieve werken met lesbian-like personages aan als oplossing voor de bedreiging van de lesbian-like vrouwen. Ten slotte benoemden journalisten lesbian-like vrouwen consequent als ‘de andere’. Zo werden ze vereenzelvigd met de oudheid, waarbij ze zelfs als oorzaak van de val van het Griekse Rijk benoemd werden. Lesbian-like vrouwen werden echter ook vaak geassocieerd met het buitenland, met Frankrijk en Duitsland in het bijzonder. Die associatie was wellicht het gevolg van de imago’s van Berlijn en Parijs als steden met een sterke homoseksuele subcultuur. Daarnaast maakte specifiek de socialistische pers de associatie van lesbian-like gedrag met de hoogste klasse, wat gekaderd kan worden binnen het idee van de klassenstrijd. Het onderzoek toonde aan dat er zowel sprake was van gelijkenissen als verschillen tussen de berichtgeving per ideologie. Daarbij was er vaak sprake van meningsverschillen tussen de katholieke en socialistische pers en nam de liberale pers een meer ambigu standpunt in. Daarnaast kan de berichtgeving van België vergeleken worden met die van andere Europese landen. Daarbij kwamen bredere trends op het continent, zoals het pathologisch discours, het nationalisme en de afkeur ten opzichte van garçonnes, ook terug in Belgische pers. Toch verschilde de Belgische casus ook van andere Europese landen, bijvoorbeeld wat betreft de ideologische verschillen in het land en het uitzonderlijk verbod op censuur.
Meer lezen

Hoe kunnen maatschappelijk werkers binnen het VCLB De Wissel ouders ondersteunen die geconfronteerd worden met wachtlijsten voor buitengewoon lager onderwijs.

Karel de Grote Hogeschool
2024
Naziha
Ou-Salah
Mijn scriptie onderzoekt de rol van maatschappelijk werkers binnen het VCLB De Wissel bij het ondersteunen van ouders die te maken hebben met lange wachtlijsten voor buitengewoon lager onderwijs. Door middel van literatuurstudie en interviews met maatschappelijk werkers belicht ik de uitdagingen die ouders ervaren, zoals financiële druk, praktische obstakels, en emotionele belasting. De cijfers van het "Meld je aan"-systeem, die in mijn scriptie zijn verwerkt, laten eveneens niets aan de verbeelding over met betrekking tot het nijpende tekort aan plaatsen in het buitengewoon onderwijs. Daarnaast bespreek ik de strategieën die maatschappelijk werkers toepassen om ouders en leerlingen te ondersteunen, en benadruk ik de noodzaak van structurele veranderingen om het capaciteitstekort in het buitengewoon onderwijs aan te pakken.
Meer lezen

ZIEKTEKOSTSTUDIE VAN EPIDERMOLYSIS BULLOSA

Universiteit Gent
2024
Stefanie
Mot
EB is een zeldzame erfelijke aandoening die de huid en slijmvliezen aantast, gekenmerkt door extreme gevoeligheid voor blaarvorming, zelfs bij het minste contact. Dit leidt tot het poëtische label "vlinderkindjes" voor jonge patiënten, verwijzend naar de delicate aard van hun huid. Met een incidentie van slechts zes gevallen per jaar in België en ongeveer vijfhonderdduizend getroffen individuen wereldwijd, is EB een zeldzame aandoening, waarvoor momenteel geen afdoende behandeling bestaat.

Deze masterproef onderzoekt de totale kosten van de behandeling van EB, een terrein dat in België nog grotendeels onbekend is. Door een ziektekoststudie uit te voeren, beoogt het onderzoek niet alleen de financiële last voor patiënten in kaart te brengen, maar ook de factoren die deze kosten beïnvloeden. Dit is cruciaal omdat onwetendheid over de kosten een vertekend beeld geeft van de levenskwaliteit. Een correcte begeleiding van patiënten vereist minstens dat we een realistisch beeld hebben van de kosten.

De studie, op vraag van Debra Belgium, belicht niet alleen de financiële impact van EB, maar benadrukt ook het belang van passende terugbetaling en beleidsmaatregelen. EB vraagt een multidisciplinaire benadering en intensieve dagelijkse verzorging, wat resulteert in aanzienlijke directe medische kosten, zoals verbanden en ziekenhuisopnames. Daarnaast zijn er directe niet-medische kosten, zoals aanpassingen aan leefomgevingen, en indirecte kosten, zoals inkomensverlies door verminderde werkcapaciteit.

Uit de studie blijkt dat de totale jaarlijkse medische kosten per patiënt hoog zijn met een gemiddelde jaarlijkse medische kost van 9 044,51 euro en een gemiddelde niet-medische kost van 13 120,25 euro. Een groot deel van de kosten komt op de schouders van de patiënten terecht. Dit onderstreept de nood aan een ruimere terugbetaling via het RIZIV.
Naast de strikt financiële ondersteuning is er ook nood aan een inclusief beleid voor zeldzame ziekten en ondersteuning voor mantelzorgers. Door gerichte conventies voor EB-patiënten te implementeren, kan het RIZIV een actievere rol spelen in het verbeteren van de toegang tot betaalbare zorg. Dit onderzoek draagt bij aan een beter begrip van de totale kosten van EB en benadrukt het belang van financiële ondersteuning voor EB-patiënten en hun families.
Meer lezen

Succesvolle communicatie voor leerkrachten, scholen en ouders van hoogbegaafde leerlingen

Hogeschool PXL
2024
Geert
Conard
"Hoogbegaafde leerlingen behalen altijd goede resultaten."

“Een hoogbegaafde leerling is slim genoeg,
die komt er wel op eigen houtje.”

Hoewel deze misvattingen vaak gehoord worden, is het verrassend hoe vaak hoogbegaafde leerlingen onderpresteren, en soms zelfs vroegtijdig de school verlaten zonder diploma. Communicatie tussen ouders en leerkrachten loopt vaak muurvast, met ernstige gevolgen voor het welzijn en de toekomst van de leerling en zijn gezin.

In dit onderzoek werden antwoorden gezocht op de onderzoeksvraag “Hoe beïnvloeden misvattingen over hoogbegaafdheid de communicatie tussen scholen, leerkrachten en leerlingen?". Geert Conard ontwikkelde een communicatietool die duidelijkheid schept over de meest voorkomende misvattingen voor leerlingen, leerkrachten en scholen. Door hiermee rekening te houden kan de communicatie aanzienlijk verbeterd worden.

Het communicatiemodel is echter niet het enige product wat werd afgeleverd, de resultaten werden verder aangevuld met heel wat persoonlijke ervaringen met als resultaat “Hoogbegaafdheid in dialoog”, een boek met waardevolle inzichten en handvatten voor leerkrachten en scholen om beter te communiceren met hoogbegaafde leerlingen en hun ouders.
Meer lezen

Het welzijn van niet begeleide minderjarigen bevorderen bij de overgang van de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs

Hogeschool UCLL
2024
Jehad
Omar
Genomineerde longlist Bachelorprijs
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Voor niet begeleide minderjarige vluchtelingen is de overgang van hun vertrouwde omgeving in de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs een grote stap. Het is essentieel om aandacht te besteden aan het optimaliseren van hun welzijn tijdens en na de overgang van de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs. Het doel van dit onderzoek is handvatten bieden aan begeleiders en leerkrachten om het welzijn van de niet-begeleide minderjarigen te optimaliseren bij de overgang van de OKAN-klas naar het reguliere onderwijs.
Meer lezen

zorggarantie voor ouders met een verstandelijke beperking

Hogeschool VIVES
2024
Eva
Laperre
  • Chanel
    Bonte
  • Rhune
    Dessein
  • Eva
    Laperre
  • Drieke
    Linseele
  • AnnaÏgue
    Mathurel
  • Margot
    Moons
  • Nyobe
    Saelens
  • Margo
    Vandekerkhove
We maakten een woord- en beeldverhaal. Dit konden we maken door een uitgebreide literatuurstudie te doen en een kwalitatief onderzoek uit te voeren. Dit woord- en beeldverhaal is gemaakt voor ouders met een verstandelijke beperking om zorggarantie en een zorgtafel uit te leggen. Hiernaast maakten we ook een handleiding, deze handleiding is bedoeld voor de aanmelders. De handleiding bevat het woord- en beeldverhaal met extra informatie over wat er moet verteld worden bij elke prent.
Meer lezen

surftherapie toepasbaar bij jongeren in kansengroepen

Hogeschool VIVES
2024
Nienke
Delaere
  • Lindert
    Wilbers
  • Justien
    Cool
  • Axelle
    Vandermeersch
  • Elise
    Deven
  • Laura
    Van Cauwenberge
  • Sarah
    Vandorpe
  • Marjana
    Debyser
De bachelorproef ‘Surftherapie voor kansengroepen’ wordt uitgevoerd binnen de vzw Monstergolf. Monstergolf is een vzw die streeft naar een verbetering van de mentale gezondheid van haar deelnemers. Er wordt gewerkt via een ‘outdoor’ programma. Monstergolf werkt in de natuur en ervaringsgericht. De hoofdactiviteit van Monstergolf is surfen. Via surftherapie wordt er gestreefd naar een verbetering van gezondheid en verbetering van de levenskwaliteit.

Het project gaat gepaard met enkele uitdagingen, namelijk het financieel aspect, het team, de tijdsnood, de winter en het bereiken/activeren en motiveren van de jongeren. Als groep besloten een draaiboek op basis van dit onderzoek te stellen voor een vijfdaags surfkamp voor jongeren uit kansengroepen.

In het eerste deel van het onderzoeksrapport kunt u onze literatuurstudie raadplegen. In dit onderdeel behandelen we uitgebreid thema’s die relevant zijn om het vijfdaags kamp te gronden. We starten met het definiëren van surftherapie, om vervolgens de ontwikkeling van jongeren te bespreken. Daarnaast bespreken we de mentale gezondheid en de link met sport.

In het tweede deel van het onderzoeksrapport delen wij ons onderzoeksontwerp- en verloop. In dit onderzoek maken we gebruik van een kwalitatieve onderzoeksmethode, waarbij we diepgaand onderzoek verrichten. Met het onderzoek willen we zicht krijgen op de ervaringen, ideeën, denkwijzen, motieven, belevingen, gevoelens en de gedragingen van personen met bepaalde expertise binnen ons onderwerp. Aan de hand daarvan kunnen we een antwoord bieden op de onderzoeksvraag: ‘Hoe kan je surftherapie voor jongeren uit kansengroepen vormgeven en promoten?’.

Aan het einde van ons onderzoeksrapport delen we onze resultaten mee die we verkregen uit ons kwalitatief onderzoek. Bij de jongerenorganisaties, partnerorganisaties en de focusgroepen kwam er aan bod dat de meesten nog geen weet hadden van surftherapie en/of Monstergolf vzw. De meeste respondenten van onze focusgroepen hebben nog geen ervaring met surfen. Het promoten van een kamp vereist een veelzijdige aanpak. Een samenwerking met gemeenschappen en jeugdorganisaties biedt een meerwaarde. Het financieel aspect is van belang, want zonder is het onmogelijk om alles te verwezenlijken. Daarom is het een meerwaarde om samen te werken met instellingen, partners... en gebruik te maken van maatschappelijke hulpbronnen. Er moet rekening gehouden worden met de interesses van de jongeren om hen persoonlijk te benaderen, dit kwam voor bij al onze bevraagden. De betrokkenheid van een begeleider is essentieel bij de jongeren en de opvoedingsfiguren, want het betrekken van hen blijft een uitdaging. Begripvolle communicatie is essentieel wanneer er weerstand is bij jongeren en/of opvoedingsfiguren, en is het belangrijk om de weerstand te erkennen. De groepscontext is afhankelijk van de doelgroep en de dynamiek die er zich in bevindt. Veiligheid binnen de groep wordt aangegeven belangrijk te zijn voor alle bevraagden. Sociale media is een effectieve tool om met de jongeren te communiceren. De partnerorganisaties vertellen dat mond- tot-mondreclame effectiever is. Het samenwerken met instellingen die te maken hebben met jongeren die een vertrouwensband hebben, leidt zich ertoe actief te mengen in groepen en laagdrempelige ondersteuning te bieden. Dit kan een belangrijke rol spelen in het begeleiden van jongeren. De jongeren tonen waardering en dankbaarheid wanneer men succeservaringen behaalt. Het is belangrijk om geduldig te zijn met de doelgroep en hen de ruimte te bieden die ze nodig hebben, omdat dit essentieel is voor de individuele behoeften.

Tot slot werd ons meegegeven dat het woord therapie kan afschrikken en hier een voorzichtige aanpak in moet worden voorzien. Als laatste boodschap wordt ons meegegeven dat we niet mogen opgeven in wat we doen.
Meer lezen

MOMFLUENCERS EN SPONSORSHIPS: TO SHARE OR NOT TO SHARE?

Universiteit Gent
2024
Elodie
Devos
Ouders die foto's en informatie over hun kinderen delen op sociale media, ook bekend als sharenting, is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Hoewel het ouders toelaat om een gemeenschap op te bouwen en ervaringen te delen, kan het ook leiden tot een schending van de privacy en veiligheid van het kind. Dit onderzoek wil het gebruik van anti-sharentingtechnieken bij Vlaamse momfluencers in een commerciële context blootleggen. Het focust ook op hun impact op publieksinteractie in gesponsorde posts. Via een kwantitatieve inhoudsanalyse werden 234 gesponsorde posts van 13 Vlaamse momfluencers gecodeerd op basis van eerder onderzoek met enkele nieuwe toevoegingen en nuances. De resultaten tonen aan dat anti-sharenting technieken, zoals het niet afbeelden van het kind, wijdverspreid zijn onder momfluencers, maar geen significant effect hebben op de betrokkenheid van het publiek bij gesponsorde content. Daarentegen wordt een hogere betrokkenheid van het publiek waargenomen bij gesponsorde posts waarin kinderproducten worden gepromoot. Deze bevindingen benadrukken niet alleen de complexiteit van anti-sharentingtechnieken, maar ook het belang van ethische overwegingen bij het delen van persoonlijke informatie over kinderen op sociale media. Verdere verfijning van de meetmethoden voor publieksinteractie en verkennend onderzoek naar de rol van vaders in anti-sharentingtechnieken worden voorgesteld voor verder onderzoek.
Meer lezen

Het verband tussen de oorsprong van asielhonden (Canis familiaris) in Vlaanderen en de prevalentie van gedragsproblemen

Hogeschool VIVES
2024
Cloë
Dingenen
Ongeveer ¼ van de gezinnen in Vlaanderen heeft een hond, waarvan een groot deel
geadopteerd zijn uit binnen- en buitenlandse asielen. Uit studies blijkt dat wereldwijd
gemiddeld 70%-90% van de gezinshonden gedragsproblemen vertoont. Tot op heden
waren er nog geen cijfers omtrent het voorkomen van gedragsproblemen van
gezinshonden in Vlaanderen.
In dit onderzoek wordt aan de hand van een enquête de prevalentie van
gedragsproblemen bij Vlaamse huishonden afkomstig uit asielen in kaart gebracht. Tevens
wordt nagegaan of er een verschil is tussen voorkomen van gedragsproblemen bij honden
geadopteerd uit binnenlandse asielen dan wel buitenlandse asielen.
De enquête werd door 250 Vlaamse hondeneigenaars ingevuld. Daarvan vermeldt 83%
dat hun geadopteerde hond gedragsproblemen vertoont. De meest vermelde
gedragsproblemen zijn “trekken aan de lijn tijdens het wandelen” en “schrikreacties op
plotse gebeurtenissen”.
Er is geen significant verschil tussen het aantal gedragsproblemen bij buitenlandse- en
binnenlandse asielhonden. Maar het “trekken aan de lijn” wordt meer gerapporteerd bij
respondenten die een hond geadopteerd hadden uit een buitenlands asiel. Bij
respondenten met binnenlandse asielhonden wordt het gedragsprobleem “bijten” vaker
vermeld dan bij de honden geadopteerd uit een buitenlands asiel.
Enkele factoren met invloed op het voorkomen van gedragsproblemen zijn onder andere
het verblijf in het asiel, verblijf bij de eigenaar en de aanwezigheid van andere honden.
Voor die laatste factor is in het algemeen geen duidelijk verschil zichtbaar, maar wel bij
gedragingen zoals “trekken aan de lijn” en “schrikreacties”. Deze worden aangegeven
vaker voor te komen bij asielhonden waarvan de eigenaar nog een andere hond heeft.
Bij het interpreteren van de resultaten moet rekening gehouden worden met een respons
bias aangezien de eigenaars over hun eigen hond moeten antwoorden.
Ook is er in de enquête niet veel rekening gehouden met beïnvloedende factoren.
De conclusie van dit onderzoek is dus dat er geen verband is tussen de oorsprong van
geadopteerde asielhonden in Vlaanderen en de prevalentie van gedragsproblemen. Hierbij
moet de nuance gemaakt worden dat deze conclusie over het algemeen aantal
gedragsproblemen gaat. Per gedragsprobleem kan er een verschil zijn afhankelijk van de
afkomst van de asielhond.
Hiernaast kan geconcludeerd worden dat de aanwezigheid van een andere hond in
sommige gevallen een invloed heeft op de prevalentie van gedragsproblemen.
Meer lezen

Weerstand tegen wetenschap? Louis Willems en het debat over pleuropneumonie (1852-1865)

KU Leuven
2024
Margeaux
De Borger
Deze masterproef onderzoekt het debat over de inentingsmethode van de Hasseltse arts Louis Willems tegen pleuropneumonie tussen 1852 en 1865. Ze kijkt daarbij naar de visie van (vee)artsen, boeren, agronomen en de regering.
Meer lezen

Lichamelijkheid en seksualiteit bij vrouwen in de postnatale fase: Een kwalitatief belevingsonderzoek

Universiteit Gent
2023
Jade
Blyckaerts
Seksualiteit en intimiteit horen bij het leven. De (vrouwelijke) beleving van seksualiteit en intimiteit ondervinden impact van een zwangerschap, moederschap, een veranderd lichaam, en de (vaak geïnternaliseerde) blik van de samenleving en iemands dichte omgeving. Na een bevalling gaat de aandacht vooral naar het pasgeboren kind en het moederschap. Aandacht voor lichaamsbeleving en intimiteitsbeleving lijkt naar de achtergrond te verdwijnen. Dit onderzoek verzamelt en analyseert de verhalen en discussies omtrent lichaamsbeleving en intimiteitsbeleving van vrouwen in de postnatale fase.
Meer lezen

De impact van verhuis van een minderjarige op de toepassing van het jeugdrecht

Vrije Universiteit Brussel
2023
Marie-Julie
Kormoss
Masterproef over een knelpunt in de Belgische jeugdbescherming. Als minderjarigen verhuizen over de taalgrenzen heen, dreigen ze in een juridisch vacuüm terecht te komen. In deze masterproef wordt deze problematiek geanalyseerd en worden mogelijke normatieve oplossingen geformuleerd.
Meer lezen

Baas in eigen teelbal? De mannenpil in Vlaanderen tussen 1970 en 2005

KU Leuven
2023
Marianne
Moors
De thesis handelt over de geschiedenis van de mannenpil in Vlaanderen tussen 1970 en 2005. Hierbij lag er focus op de vrouwenbeweging, de centra voor geboorteregeling en berichtgeving in de media.
Meer lezen

Draagmoederschap in België

Arteveldehogeschool Gent
2023
Lobke
Naudts
In België is draagmoederschap momenteel niet wettelijk geregeld, maar wordt het wel toegepast. Deze bachelorproef bekijkt de huidige mogelijkheden in België en werpt een blik op mogelijke toekomstige juridische ontwikkelingen.
Meer lezen

Eindwerk rond rouw en verlies. Sensibiliseren van het zorgpersoneel aan de hand van vormingen

AP Hogeschool Antwerpen
2023
Quinthen
Vuits
Het doel van dit eindwerk was het sensibiliseren van het zorgpersoneel van het woonzorgcentrum Hof De Beuken rond het thema rouw en verlies. Dit gebeurde aan de hand van vormingen en draaiboeken om zo ouderen beter te kunnen ondersteunen gedurende het rouwproces.
Meer lezen

BOEM! PAUKESLAG! Daar ligt alles PLAT. Verpleegkundige zorg voor Oekraïense vluchtelingen met PTSS in België

Thomas More Hogeschool
2023
Sita
Impens
Hoe moeten verpleegkundige omgaan met de behandeling van PTSS bij Oekraïense vluchtelingen die in België aankomen?
Meer lezen

The impact for DCD

Universiteit Gent
2023
Silke
Van den Abbeele
  • Delphine
    Van Crombrugge
Deze studie onderzoekt de impact van Developmental Coordination Disorder (DCD) op Belgische kinderen en hun gezinnen op de domeinen diagnose, activiteiten en participatie, educatie, therapie en sociaal en emotioneel welzijn.
Meer lezen

Hé, mijn kleuter is seksueel?! Een exploratieve studie naar de onzekerheden bij moeders van jonge kinderen

KU Leuven
2023
Hasse
Forceville
Jonge kinderen kennen nog weinig schaamte en stellen regelmatig openlijk seksueel gedrag. Ze wrijven met hun handen over hun geslachtsdelen omdat ze merken dat dat fijn is en gaan bij elkaar op onderzoek. Sommige kinderen ontdekken hoe ze kunnen masturberen. Die lichamelijkheid is deel van de seksuele ontwikkeling, maar voor ouders vaak even schrikken. Het gedrag zorgt voor ongemakkelijkheid en roept veel vragen op. Hasse Forceville deed onderzoek naar de ervaringen van acht moeders van kleuters tussen drie en zes jaar.
Meer lezen

De impact van de politiecultuur op de carrièreontwikkeling van vrouwelijke politiefunctionarissen

Universiteit Gent
2023
Céline
Tronquo
In deze masterproef wordt de hypothese gesteld dat er binnen de politionele wereld sprake is van een gender bias en dat de doorstroom van vrouwelijke politiefunctionarissen naar de hogere kaders niet evident zijn. Door middel van een literatuurstudie en scoping review wordt er dieper ingegaan op het carrièreverloop van vrouwelijke politiefunctionarissen. Hierbij wordt er meer bepaald aandacht gegeven aan de obstakels en uitdagingen waarmee vrouwelijke politiefunctionarissen geconfronteerd worden. Ook wordt er stilgestaan bij het gegeven of de mogelijke (dominante) politiecultuur -cult of masculinity- hier een rol in speelt.
Meer lezen

The Three-Child Policy and Gender Equality in China

Universiteit Gent
2023
Yingwa
Sun
Dit onderzoek verkent de implicaties van het drie-kind beleid van China voor gendergelijkheid en vrouwenemancipatie, waarbij de vorige vooruitgang die is geboekt met het één-kind beleid wordt erkend.
Meer lezen

Queer Dwelling. Mapping as a critical tool for analysing queer home-making and challenging hetero-normative dwelling cultures in Flanders and Brussels.

Universiteit Gent
2023
Erinn
De Waele
Deze thesis onderzoekt mapping als kritisch instrument om queer home-making te analyseren en in welke mate queer home-making heteronormatieve woonculturen in Vlaanderen en Brussel uitdaagt. Door acht queer huishoudens in kaart te brengen, wil deze thesis een bijdrage leveren aan architectuuronderzoek door inzicht te verschaffen in de manier waarop queer mensen met diverse intersectionele identiteiten (t)huis maken.
Meer lezen

Ontwerp van een gezelschapsspel voor jonge meisjes en hun gezin voor bewustwording, meerwaarde en positieve perceptie van STEM

Universiteit Gent
2023
Lobke
Lowie
Genomineerde longlist mtech+prijs
Deze thesis onderzocht op welke leeftijd en op welke manier meisjes het best in contact gebracht worden met techniek en wetenschap. Hiervoor werd een gezelschapsspel ontwikkeld met de bedoeling om meisjes warm te maken voor een technische opleiding of een technisch beroep.
Meer lezen

De juridische bescherming van het ongeboren kind dat dreigt op te groeien in een verontrustende situatie: een zoektocht naar een evenwichtige, mensenrechtelijke regelgeving.

Universiteit Gent
2023
Jente
De Bruecker
In deze masterproef werd concreet onderzocht welke mensenrechtelijke aspecten in het gedrang komen wanneer de reproductieve rechten in het kader van de menselijke voortplanting wettelijk beperkt zouden worden en welke alternatieve maatregelen het Belgische recht eventueel kan bieden om het leven van het ongeboren kind te beschermen, indien de ouder zijn belangen verwaarloost.

Derhalve werden eerst de reproductieve rechten in het kader van de menselijke voortplanting bestudeerd, waarna de eventuele beperkingsmogelijkheden van deze rechten nader onderzocht werden. Daarenboven werden ook de eventuele knelpunten van de huidige wetgeving om een ongeboren kind te beschermen, doorgelicht. Afgesloten werd uiteindelijk met de vraag hoe de prenatale kinderbeschermingsmaatregelen in de huidige Nederlandse wetgeving vormgegeven zijn.
Meer lezen

Het recht op persoonlijk contact van het kind. Een analyse van het wetgevend kader vanuit mensenrechtelijk en rechtsvergelijkend perspectief. Is het Burgerlijk Wetboek aan een update toe?

Universiteit Hasselt
2023
Amber
Jans
Het recht op persoonlijk contact is het recht om op regelmatige wijze contact te hebben met een minderjarig kind. Omwille van de mondige positie van het kind lijkt het vanzelfsprekend dat het kind contacten mag houden met wie en wanneer hij of zij dat wil. Toch is dat vandaag niet het geval. Het IVRK plaatst het kind in de hoofdrol door het als rechtssubject te beschouwen. Dat wil zeggen dat het kind zelf in de mogelijkheid moet zijn om zijn rechten te kunnen invullen, uitoefenen en afdwingen. Tot op heden is het oud BW echter ingebed in het idee dat enkel volwassenen dat kunnen, ook wanneer het om het recht op persoonlijk contact gaat. Deze masterscriptie gaat na op welke manier dit recht op persoonlijk contact van het kind wordt ingevuld in de mensenrechtelijke, Belgische, Nederlandse en Duitse regelgeving. Hierbij wordt een antwoord geformuleerd op de centrale onderzoeksvraag hoe de Belgische regelgeving betreffende het recht op persoonlijk contact van het kind in overeenstemming gebracht kan worden met de mensenrechtelijke verplichtingen uit artikel 9.3 IVRK en artikel 8.1 EVRM.
Meer lezen

Crisis in je huis, hoofd en lichaam? Een onderzoek naar de huisvestingcrisis in relatie tot de fysieke en mentale gezondheid van de patiënten in WGC De Regent, Antwerpen-Noord

AP Hogeschool Antwerpen
2023
Heleen
Delanghe
Het eindwerk bekijkt de relatie tussen slechte huisvesting en de fysieke en mentale gezondheid van de patiënten in Wijkgezondheidscentrum De Regent. Het legt huisvestingsproblemen in de wijk Antwerpen-Noord bloot aan de hand van cijfers en praktijkervaringen. Door te spreken vanuit concrete casussen wil het een krachtig signaal naar beleid geven om structurele oplossing voor de huisvestingsproblemen te beiden.
Meer lezen