Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Welke sensibiliseringsmethoden zijn het meest effectief in het verbeteren van de pijnbeoordeling bij zorgverleners van ouderen met vergevorderde dementie?

HOGENT
2025
Milena
De Mesmaeker
  • Anouk
    Basslé
  • Camille
    Vanderstraeten
Ouderen met vergevorderde dementie ervaren vaak pijn die onopgemerkt blijft. Via onze bachelorproef onderzochten we hoe sensibiliseringsmethoden, zoals posters, e-learning en casusbesprekingen, zorgverleners helpen om pijnsignalen beter en sneller te herkennen.
Meer lezen

Wat zijn de meest effectieve educatiestrategieën voor verpleegkundigen om het vocht- en natriumbeleid aan patiënten met hartfalen uit te leggen?

Hogeschool UCLL
2025
Luca
Van Wesemael
Tijdens mijn stages op de afdeling cardiologie viel het mij op hoe moeilijk het voor patiënten met hartfalen is om zich aan een strikt vocht- en natriumbeleid te houden. Vaak kregen ze tegenstrijdige adviezen van verschillende zorgverleners, wat leidde tot verwarring en frustratie. Daarom besloot ik mijn bachelorproef te wijden aan dit onderwerp. Met de vraag: “Wat zijn de meest effectieve educatiestrategieën voor verpleegkundigen om het vocht- en natriumbeleid aan patiënten met hartfalen uit te leggen?” ging ik opzoek naar een antwoord dat patiënten de weg wijst naar meer kennis en een betere ziektebeleving.
Uit mijn literatuurstudie kwamen drie strategieën naar voren die écht het verschil maken: de teach-back methode, waarbij patiënten in hun eigen woorden uitleggen wat ze hebben begrepen; multimedia educatie, die complexe informatie toegankelijk maakt via filmpjes en interactieve tools; en de constructivistische methode, die patiënten actief betrekt bij hun leerproces. Deze aanpakken verbeteren niet alleen kennis en therapietrouw, maar zorgen ook voor minder ziekenhuisopnames en een hogere levenskwaliteit.
Mijn onderzoek toont dat verpleegkundigen met duidelijke, interactieve educatie een cruciale impact hebben op de gezondheid en het welzijn van patiënten met hartfalen.
Meer lezen

Aanbevelingen voor de implementatie van het nieuwe zorgmodel in het ziekenhuis

Hogeschool VIVES
2025
Marie-Hélène
Vandenbussche
Inleiding:
De hervorming van het verpleegkundig beroep door het kabinet van minister Vandenbroucke in 2023-2024 bracht belangrijke wijzigingen met zich mee in de wetgeving rond verpleegkundige handelingen en verantwoordelijkheden. Deze veranderingen vereisen een herziening van het zorgmodel binnen ziekenhuizen. Deze bachelorproef onderzoekt hoe een nieuw zorgmodel geïmplementeerd kan worden op twee verpleegafdelingen van het OLV van Lourdes ziekenhuis Waregem, rekening houdend met de nieuwe wetgeving en de sociale en economische implicaties.

Methode:
Er wordt gestart met een literatuurstudie rond wetgeving, zorgmodellen, leiderschap, weerstanden verandermanagement. Vervolgens worden 2 verpleegafdelingen geobserveerd en vergeleken met de nieuwe regelgeving. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak opgesteld en een proefimplementatie van twee weken uitgevoerd, waarbij teamverpleegkunde en totaalzorg als modellen worden getest.

Resultaten:
De observaties tonen aan dat afdeling X reeds werkte volgens een teamverpleegkundemodel, terwijl afdeling Y eerder totaalzorg toepaste. Tijdens de proefimplementatie blijkt dat samenwerking, duidelijke taakverdeling en leiderschap cruciaal zijn voor een succesvolle implementatie. Beide modellen hebben hun sterktes, maar teamverpleegkunde blijkt het meest haalbaar binnen de huidige personeelsbezetting.

Discussie:
Een nieuw zorgmodel kan succesvol geïmplementeerd worden mits duidelijke communicatie, coaching en betrokkenheid van het team. Teamverpleegkunde biedt een werkbaar kader dat aangepast kan worden aan de noden van elke afdeling. Verdere opvolging en bijsturing blijven noodzakelijk om de kwaliteit van zorg te waarborgen.
Meer lezen

Het belang van verpleegkundige educatie rond Kangaroo Care bij neonaten en de invloed op hechting tussen ouder & kind

Hogeschool UCLL
2025
Gitte
Van Eyken
Kangaroo Care (KC) is een essentiële en effectieve methode binnen de neonatale zorg die zowel de fysieke
gezondheid van het kind als de hechting tussen ouder en kind bevordert. Ondanks de bewezen voordelen
wordt deze vorm van huid-op-huidcontact nog onvoldoende toegepast in de praktijk. Dit wordt vaak
toegeschreven aan misvattingen bij ouders over KC, wat deels het gevolg is van inconsistente
verpleegkundige educatie (La Rosa et al., 2024; Cai et al., 2022).
Deze bachelorproef onderzoekt hoe gestandaardiseerde verpleegkundige educatie over KC kan bijdragen aan
een verhoogde frequentie van KC-uitvoering door ouders en welke impact dit heeft op de hechting tussen
ouder en kind. De beoogde uitkomst is de bredere implementatie van KC te bevorderen en de
hechtingservaring in de eerste kritieke levensfase van een neonaat te optimaliseren.
Door middel van een systhematische literatuurstudie werden wetenschappelijke studies geanalyseerd die
inzicht bieden in de effectiviteit van educatiestrategieën voor KC, de rol van verpleegkundigen in de educatie
van ouders, barrières voor ouders om KC toe te passen en de impact van KC op ouder-kind hechting. De
literatuur toont aan dat gestandaardiseerde educatie ouders beter informeert en meer betrokken maakt bij
de toepassing van KC. Door het gebruik van uniforme educatiematerialen worden ouders beter voorbereid,
wat bijdraagt aan een hogere kwaliteit van zorg in de neonatale setting. Dit leidt tot een hogere frequentie
van KC, wat op zijn beurt de hechting tussen ouder en kind versterkt (Karimi et al., 2023; Mehrpisheh et al.,
2022; Zubaidah & Safitri, 2024). Ouders voelen zich meer zelfverzekerd in hun ouderlijke rol en bij het
toepassen van KC. Moeders lopen bovendien minder risico om een postpartum depressie te ontwikkelen
(Mehrpisheh et al., 2022).
Op basis van de bevindingen werd een informatieve flyer ontwikkeld, bedoeld voor gebruik tijdens de
educatie van ouders over KC. Deze flyer is ontworpen met het oog op laagdrempelig gebruik, meertalige
toepasbaarheid en zelfstandige raadpleging. Daarnaast werden verpleegkundige aanbevelingen
geformuleerd om de kwaliteit en uniformiteit van oudereducatie in de neonatale setting te verbeteren.
Het onderzoek wees echter ook op enkele beperkingen, zoals de beperkte beschikbaarheid van Europese
studies en het ontbreken van onderzoek specifiek naar de impact van verpleegkundige educatie op hechting.
Dit beperkt de generaliseerbaarheid van de resultaten naar verschillende culturele en zorgcontexten.
Concluderend kan worden gesteld dat gestandaardiseerde verpleegkundige educatie een cruciale rol speelt
in de succesvolle toepassing van KC en in het versterken van de hechting tussen ouder en kind (Cai et al.,
2022; Karimi et al., 2023; Maniago et al., 2019; Mehrpisheh et al., 2022; Ragab et al., 2022; Zubaidah et al.,
2024). Toekomstig onderzoek zou zich moeten richten op het ontwikkelen van gestandaardiseerde
educatieprogramma’s, met bijzondere aandacht voor diverse culturele contexten en internationale
zorgsystemen.
Meer lezen

Een niet-farmacologische interventie gericht op pijn, angst en stress bij kinderen op de spoedgevallendienst tussen zes en twaalf jaar.

Odisee Hogeschool
2025
Donatella
Polizzi
  • /
    /
In dit praktijkonderzoek werd nagegaan of een niet-farmacologische interventie, namelijk het gebruik van een zelfgemaakte pop, een effect heeft op de pijn, angst en stresservaringen van kinderen tussen 6 en 12 jaar die een medische handeling moeten ondergaan op de spoedgevallendienst van een algemeen Vlaams ziekenhuis. Het onderzoek werd uitgevoerd met 20 kinderen, waarvan 10 zonder en 10 met gebruik van de pop. De metingen werden verricht met behulp van verschillende gevalideerde meetschalen. De resultaten bieden inzichten in de mogelijke meerwaarde van eenvoudige, kindvriendelijke interventies om de zorgervaring op spoed voor kinderen aangenamer te maken.
Meer lezen

Access to Healthcare for Dutch-Speaking Patients in Brussels. A Comprehensive Investigation of Linguistic Barriers in a Multilingual Context.

KU Leuven
2025
LAURA
MORENO RODRIGUEZ
Deze thesis onderzoekt de aanzienlijke kloof tussen de officiële tweetaligheid van Brussel en de realiteit voor Nederlandstalige patiënten, die geconfronteerd worden met taalbarrières die hun toegang tot en de kwaliteit van de gezondheidszorg verminderen. Met behulp van een mixed-methodsbenadering baseert het onderzoek zich op een enquête onder Nederlandstalige patiënten, interviews met taalprofessionals, en een secundaire enquête onder zorgpersoneel. De bevindingen bevestigen dat deze barrières ertoe leiden dat patiënten zorg uitstellen of vermijden, terwijl institutionele inspanningen om taaltrainingen aan te bieden systematisch worden ondermijnd door personeelstekorten, een hoge werkdruk en een gebrek aan oefenkansen voor gemotiveerd personeel. Op de korte termijn wijst het onderzoek op de noodzaak van toegankelijke trainingen, financiële prikkels en meer financiële middelen om ziekenhuizen te ondersteunen. Uiteindelijk vereist een duurzame oplossing echter een fundamentele onderwijshervorming om de Nederlandse taalvaardigheid te verbeteren en zo het probleem bij de wortel aan te pakken.
Meer lezen

Urinary sodium-guided precision management for heart failure

KU Leuven
2025
Evelyne
Meekers
Verbetering opvolging en therapie bij patiënten met hartfalen, onder andere door gebruik van urinaire zoutmetingen.
Dit werd zowel getest bij patiënten opgenomen in het ziekenhuis met hartfalen en thuis. Gebruik van een urinair geleid zoutschema in het ziekenhuis laat het toe om sneller de juiste dosis plasmedicatie voor de juiste patiënt te vinden; waardoor patiënten sneller klachtenvrij het ziekenhuis kunnen verlaten.
Daarnaast is er tevens een rol voor patiënten thuis. Een eenmalige meting laat een betere inschatting van de prognose bepaling van de patiënt toe. Daarnaast kan het helpen om de plaspil thuis beter te doseren en daarmee ook onnodige ongemakken te voorkomen. De patiënt staat hierbij centraal waarbij hij mee controle krijgt over zijn ziekte.
Meer lezen

De invloed van verpleegkundig pijnmanagement op de kwaliteit van leven bij oncologische patiënten: een onderzoek naar effectieve interventies en een verbeterde zorgervaring

Hogeschool UCLL
2025
Moira
Forêt
Inleiding:

Pijn is één van de meest voorkomende en invaliderende symptomen bij oncologische patiënten en heeft een aanzienlijke impact op hun fysieke, emotionele en sociale welzijn. Ondanks de beschikbaarheid van pijnmedicatie, blijft pijn vaak onvoldoende onder controle gehouden en onderbehandeld, wat de kwaliteit van leven aanzienlijk vermindert. Als oncologisch verpleegkundige ben je werkzaam in de directe klinische zorg en speel je een belangrijke rol in het signaleren, beoordelen en behandelen van pijn, en dragen hierdoor actief bij aan het optimaliseren van de zorgervaring.

Doelstelling:

Het doel van deze bachelorproef is om na te gaan hoe verpleegkundig pijnmanagement de kwaliteit van leven bij oncologische patiënten beïnvloedt, en welke farmacologische en niet-farmacologische interventies hierin het meest effectief zijn. De nadruk ligt vooral op een holistische patiëntgerichte aanpak die verder gaat dan enkel de medicamenteuze pijnstilling die men nu gebruikt.

Methodologie:

Er werd aan de hand van een systematische literatuurstudie gezocht in wetenschappelijke databanken zoals PubMed, waarbij de PICO- methode gebruikt werd om de onderzoeksvraag scherp te stellen. Verder werden inclusiecriteria gehanteerd die focussen op oncologische patiënten, niet-medicamenteuze interventies en uitkomsten zoals verminderde pijnbeleving, verbeterde slaap, mobiliteit en psychisch welzijn. Uiteindelijk werden acht relevante studies diepgaand geanalyseerd, waaronder systematische reviews en randomized controlled trials. Daarnaast werden andere artikels geïncludeerd ter aanvulling.

Resultaten:

Resultaten tonen aan dat een combinatie van farmacologische en complementaire interventies het meest doeltreffend is voor het verbeteren van de levenskwaliteit. Interventies zoals mindfulness, muziektherapie, aromatherapie, virtual reality en cognitieve gedragstherapie blijken significante effecten te hebben op pijnreductie en emotioneel welzijn. Verder kwam naar voor dat effectieve communicatie, educatie van verpleegkundigen en multidisciplinaire samenwerking van belang zijn voor een succesvol pijnmanagement. Een praktische ervaring op de afdeling hematologie van UZ Leuven bevestigde deze bevindingen en illustreerde verder de impact van verpleegkundig handelen binnen de dagelijkse praktijk.

Conclusie:

Verpleegkundig pijnmanagement heeft een directe invloed op de levenskwaliteit van oncologische patiënten. Door in te zetten op een multidimensionele en patiëntgerichte aanpak, waarbij zowel farmacologische als niet- farmacologische strategieën worden toegepast, kunnen verpleegkundigen bijdragen aan een menswaardigere en effectieve pijnzorg. Binnen deze bachelorproef wordt het belang van kennis, communicatie en samenwerking binnen het verpleegkundig domein onderstreept, en word er gepleit voor meer aandacht en opleiding rond pijnbehandeling binnen een oncologische setting.
De verpleegkundige is kortom de belangrijkste schakel tussen patiënt en arts waar zowel de fysieke als de mentale aandachtspunten van de patiënt hoog in het vaandel staan en waarbij we zorgen dat patiënten correct en gericht doorverwezen worden.

Referentie(s):

(Mestdagh et al., 2023; Wu et al., 2023; Bouya et al., 2018; Warth et al., 2020; Nijs, 2021; Van Veen et al., 2024; Wang et al., 2023; Ghavami et al., 2022)



Meer lezen

Rookpreventie en Behandeling in de Jeugdpsychiatrie

Hogeschool UCLL
2025
Elise-Marie
Weets
Roken onder jongeren in de jeugdpsychiatrie is een groot probleem dat zowel de fysieke gezondheid als het psychisch welzijn schaadt. Veel jongeren gebruiken roken als manier om met stress om te gaan, terwijl hun hersenen nog in ontwikkeling zijn, wat de risico’s op lange termijn vergroot. Een groot deel van de jongeren in de residentiële jeugdzorg rookt dagelijks wat tijdens mijn stage duidelijk zichtbaar werd.

Deze bachelorproef onderzocht hoe zorgverleners, zoals verpleegkundigen, effectiever kunnen bijdragen aan rookpreventie en het ondersteunen van jongeren bij het stoppen met roken. Het doel is de schadelijke gevolgen van roken te beperken door haalbare en effectieve strategieën te identificeren.

Uit de analyse blijkt dat vroege en regelmatige screening van rookgedrag belangrijk is ook bij jongeren die nog niet roken. Educatie over tabaksgebruik en het corrigeren van misvattingen helpt jongeren bewust te worden van de risico’s. Motivatiegesprekken en het gebruik van het 5A-model zijn effectieve methoden bij rookstopinterventies. Hoewel farmacologische interventies bij deze groep nog beperkt onderzocht zijn bieden gedragsmatige interventies veel kansen. Zorgverleners spelen een cruciale rol maar hebben zelf de juiste training en ondersteuning nodig om jongeren effectief te begeleiden.

Door screening, educatie, motivatiegesprekken en praktische ondersteuning kunnen jongeren geholpen worden hun rookgedrag te veranderen. Het trainen van zorgverleners vergroot hun effectiviteit en het gebruik van gestructureerde modellen en bewezen gedragsinterventies helpt jongeren gezondere keuzes te maken en meer controle over hun welzijn te ervaren.
Meer lezen

Bruggen bouwen naar zorg op maat. EEN KWALITATIEF EMPIRISCH ONDERZOEK NAAR DE HUIDIGE PASTORALE PRAKTIJK ROND VROEGTIJDIGE ZORGPLANNING IN VLAAMSE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN

KU Leuven
2025
Gyrit
Ghillemyn
Tijdens het zorgproces kan een patiënt mee beslissen over welke zorg deze wel of niet wenst te ontvangen. Een patiënt kan dit actueel beslissen, maar er bestaan ook mogelijkheden om vooraf al na te denken over welke zorg men later wenst. Een mogelijkheid om hierover na te denken is via vroegtijdige zorgplanning (VZP). Dit is een continu proces, waarbij een zorgverlener met een patiënt en diens naasten spreekt over de waarden en wensen van de patiënt. Dit proces kan plaatsvinden in verschillende zorginstellingen, waaronder het ziekenhuis. Vroegtijdige zorgplanning is hier een multidisciplinaire aangelegenheid, waar de pastor ook in mee kan werken.
De focus van deze thesis ligt op de rol die pastores kunnen spelen in het proces van vroegtijdige zorgplanning in het ziekenhuis. De onderzoeksvraag die hierin centraal staat is: hoe ziet de huidige pastorale praktijk rond vroegtijdige zorgplanning in algemene ziekenhuizen in Vlaanderen eruit? Om een antwoord te formuleren op deze onderzoeksvraag wordt gebruik gemaakt van kwalitatief onderzoek, vooraf gegaan door een literatuurstudie.
Allereerst bestaat deze thesis uit een literatuurstudie. In deze literatuurstudie wordt eerst het concept van vroegtijdige zorgplanning uitgelegd. Ook wordt het juridisch luik rond vroegtijdige zorgplanning besproken. Hierna wordt ingegaan op vroegtijdige zorgplanning in het ziekenhuis. Meer specifiek worden hier de kansen en uitdagingen besproken. Als laatste wordt de rol van de pastor in dit proces bekeken.
Het tweede deel van dit onderzoek bestaat uit het empirisch onderzoek. Dit onderzoek is een kwalitatief empirisch onderzoek. De resultaten voor dit onderzoek werden verzameld aan de hand van semigestructureerde interviews met acht ziekenpastores in Vlaanderen. Zij zijn in hun pastoraal werk bezig met vroegtijdige zorgplanning. Aan de hand van een thematische analyse werden deze interviews omgezet in zes hoofdthema’s waarvan enkele verder opgedeeld zijn in subthema’s. Samen beschrijven deze thema’s hoe de pastorale praktijk rond vroegtijdige zorgplanning eruit ziet in de ziekenhuizen waar de bevraagde pastores werken.
Uit de literatuur- en empirische studie kan geconcludeerd worden dat pastores een plek hebben in de multidisciplinaire werking rond vroegtijdige zorgplanning in het ziekenhuis. Zo hebben zij een focus die voordelig kan zijn in het proces. Ook voeren zij bepaalde interventies uit, waaronder het praten met patiënten, het invullen van wilsverklaringen en het vervullen van een brugfunctie. Deze interventies worden door de pastores vaak geregistreerd in het patiëntendossier van de patiënt. In het proces van vroegtijdige zorgplanning zetten de pastores ook enkele waarden centraal. Als laatste vinden ze het belangrijk om opleidingen rond vroegtijdige zorgplanning te volgen en eventueel ook zelf te organiseren. Op basis van deze resultaten worden in dit onderzoek ook enkele aanbevelingen gegeven voor ziekenhuizen en pastores. Deze beschrijven hoe zij kunnen werken rond vroegtijdige zorgplanning.

Meer lezen

ERVARINGEN VAN VERPLEEGKUNDIGEN BIJ HUN RE-INTEGRATIE NA AFWEZIGHEID WEGENS STRESSEN/OF VERMOEIDHEIDSKLACHTEN: EEN KWALITATIEVE STUDIE

Universiteit Gent
2025
Ophélie
van Tulden
ACHTERGROND: Burn-out onder verpleegkundigen is een wereldwijd probleem. De
Wereldgezondheidsorganisatie voorspelt een wereldwijd verwacht tekort van elf miljoen zorgverleners tegen 2030. De oorzaak hiervan is een disbalans tussen de taakeisen, zoals een verhoogde werkdruk en beschikbare hulpbronnen, zoals steun. In dit onderzoek wordt het Job Demands-Resources model als theoretisch raamwerk
gehanteerd om de wisselwerking tussen organisatorische en persoonlijke factoren beter te begrijpen. Onderzoek richt zich vooral op interventies en werkomstandigheden, maar inzicht in de ervaringen van verpleegkundigen bij hun terugkeer door afwezigheid van stress- en/of vermoeidheidsklachten blijft beperkt.
DOELSTELLING: Dit onderzoek tracht inzichten te verkrijgen in de ervaringen en
mogelijke professionele veranderingen van verpleegkundigen tijdens het reintegratieproces.
METHODOLOGIE: Een kwalitatief onderzoek, gebaseerd op principes van de
fenomenologische benadering, werd uitgevoerd aan de hand van individuele,
semigestructureerde interviews. In totaal werden tien interviews afgenomen en
geanalyseerd met behulp van NVivo.
RESULTATEN: De resultaten tonen aan dat sommige verpleegkundigen gevoelens van
angst, spanning en nervositeit ervoeren bij de werkhervatting. Ondersteunende factoren zoals progressieve werkopbouw, psychologische begeleiding en collegiale steun werden als waardevol ervaren. Daarentegen bleken maandelijkse gesprekken en
administratieve taken belemmerend en stressverhogend. Desondanks ontwikkelden alle
verpleegkundigen nieuwe strategieën om met werkgerelateerde stressoren om te gaan,
waaronder het stellen van grenzen, het bewust inplannen van ontspanning en het
aanpassen van hun werkmethoden.
CONCLUSIE: Het re-integratietraject is een complex en individueel gegeven, waar zowel
persoonlijke als organisatorische factoren een rol spelen.
PRAKTISCHE IMPLICATIES: Een return-to-work coördinator kan het reintegratieproces optimaliseren en individualiseren en preventie versterken
Meer lezen

LEVENSKWALITEIT VAN PATIËNTEN MET EEN STEUNHART: TOEPASSING VAN DE QOLVAD-VRAGENLIJST EN ANALYSE VAN GEASSOCIEERDE FACTOREN

Universiteit Gent
2025
Steffi
Demeyer
Doelstelling
Hartfalen is wereldwijd een toenemend gezondheidsprobleem. Left Ventricular Assist Devices (LVAD’s) verbeteren zowel overleving als levenskwaliteit (HRQoL) bij terminaal hartfalen. Generieke meetinstrumenten meten de specifieke impact van een LVAD op HRQoL onvoldoende. Deze pilootstudie meet HRQoL bij Vlaamse LVAD-patiënten met een ziektespecifiek meetinstrument: de QOLVAD-vragenlijst, en identificeert factoren die met HRQoL samenhangen.

Methode
In de cross-sectionele pilootstudie (n = 8) werd HRQoL bij LVAD-patiënten uit 2 Vlaamse universitaire centra gemeten met de EQ-5D-3L en QOLVAD-vragenlijst en onderling vergeleken. Wilcoxon-Signed Rank testen vergeleken de resultaten van de QOLVAD-vragenlijst met een referentiecohort. Bivariate analyses identificeerden factoren geassocieerd met HRQoL en werden aangevuld met een verdiepend literatuur-onderzoek.

Resultaten
De HRQoL-metingen met EQ-5D-3L en QOLVAD toonden discrepanties in het fysieke en emotionele domein. De steekproef rapporteerde significant hogere HRQoL op de QOLVAD dan het referentiecohort (p = 0.04), maar lagere scores op het spirituele domein (p = 0.07). Bivariate analyses wezen op negatieve associaties met ernstige complicaties (p = 0.12), BMI (p = 0.16), aantal ziekenhuisopnames (p = 0.24), hogere leeftijd (p = 0.35) en implantatie als DT (p = 0.14). Verdiepend literatuuronderzoek bevestigde deze verbanden en identificeerde bijkomende determinanten, waaronder psychiatrische aandoeningen, cognitieve vaardigheden en tewerkstelling.

Conclusie
De studiepopulatie vertoonde een hoge HRQoL met de QOLVAD-vragenlijst. Verschillen tussen EQ-5D-3L en QOLVAD onderstrepen het klinisch nut van de QOLVAD als sensitief meetinstrument voor LVAD-specifieke uitdagingen, zeker bij patiënten met risicofactoren voor een lagere HRQoL. Verdere Europese validatie en onderzoek naar HRQoL bij LVAD-patiënten in Europa zijn aanbevolen.
Meer lezen

Hoe dragen muzikale verhalen bij aan het creëren van een veilige ervaring voor kinderen van 4 tot 8 jaar tijdens medische procedures volgens de PROSA-aanpak?

Hogeschool UCLL
2025
Kim
Van Vlaenderen
Muzikale verhalen als afleidingsmethodiek binnen de PROSA-aanpak

Deze bachelorproef onderzoekt hoe muzikale verhalen kunnen bijdragen aan een veilige ervaring voor kinderen van 4 tot 8 jaar tijdens medische procedures. Het praktijkgericht onderzoek werd uitgevoerd op de kinderafdeling van het Noorderhart Mariaziekenhuis in Pelt en sluit aan bij de PROSA-aanpak (Procedurele Sedatie en Analgesie), die comfort, veiligheid en verbondenheid centraal stelt.

Muziek bleek vanuit literatuur en praktijk een krachtige bron van troost en afleiding. Het activeert het limbisch systeem, stimuleert dopamine-afgifte en verlaagt stress. Binnen de methodiek kiezen kinderen interactieve verhalen en sturen ze het verloop mee door instrumenten te bespelen. Deze combinatie van verbeelding, muziek en keuzevrijheid vergroot hun gevoel van autonomie en controle, passend bij hun ontwikkelingsfase.

Drie casussen tonen de meerwaarde en nuances van de aanpak. Bij een 4-jarige jongen met traumatische voorgeschiedenis bood het verhaal aanvankelijk rust, maar was aanvullende ondersteuning nodig bij hernieuwde paniek. Een bijna 6-jarig meisje zonder trauma bleef volledig ontspannen en merkte de prik nauwelijks op. Een 8-jarig meisje bleef gefocust en wilde de methode bij een volgend bezoek opnieuw gebruiken. Ouders en verpleegkundigen rapporteerden consequent positieve effecten zoals ontspanning, verminderde angst en plezier.

De analyse wijst uit dat effectiviteit afhankelijk is van leeftijd, eerdere ervaringen en procedureduur. Bij kinderen zonder trauma volstaat de methodiek vaak, terwijl bij belaste voorgeschiedenis extra interventies nodig kunnen zijn. Cruciaal zijn de keuzemomenten in het verhaal, die kinderen controle en betrokkenheid geven.

Voor duurzame implementatie werden een draaiboek voor pedagogisch medewerkers en een ouderfolder ontwikkeld. Deze bevatten praktische richtlijnen voor voorbereiding, opstelling, interactieve verteltechnieken en ouderbetrokkenheid. Zo wordt de methodiek structureel verankerd in de zorgpraktijk.

De conclusie luidt dat muzikale verhalen een waardevolle, kindgerichte afleidingsmethodiek zijn binnen de PROSA-aanpak. Ze bieden kinderen rust, plezier en controle, versterken de verbinding met ouders en zorgverleners, en kunnen in veel gevallen ingezet worden zonder sedatie. De methodiek is praktisch uitvoerbaar en vormt een duurzame aanvulling op bestaande comfortzorg. Verdere samenwerking en uitbreiding van de verhalenbundel kunnen het aanbod in de toekomst verrijken.
Meer lezen

De Perimenopauze in Nederland en België: het Diagnoseproces en de Mogelijke Rol van Verpleegkundigen in de Zorg

HOGENT
2025
Leen
Reynvoet
Deze bachelorproef van Leen Marie Reynvoet, student verpleegkunde aan Hogeschool Gent, onderzoekt het diagnoseproces van de perimenopauze bij vrouwen in België en Nederland. Het doel was om de ervaringen van vrouwen, de impact van hun symptomen en de rol van zorgverleners (met name verpleegkundigen) in kaart te brengen.

Belangrijkste bevindingen
• Vertraagde diagnose: Het onderzoek, gebaseerd op een online vragenlijst onder ruim 2000 vrouwen, toont aan dat het diagnoseproces vaak aanzienlijk vertraagd is. Voor een groot deel van de vrouwen in zowel België als Nederland duurde het 2 tot 10 jaar tussen het begin van de symptomen en het krijgen van een formele diagnose.
• Oorzaken: De vertraging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een kennistekort, zowel bij vrouwen zelf (die moeilijk betrouwbare Nederlandstalige informatie vinden) als bij zorgverleners in de eerste en tweede lijn. Veelvoorkomende misvattingen bij artsen, zoals het uitsluiten van de diagnose bij een regelmatige menstruatie of bij afwezigheid van opvliegers, dragen hieraan bij. Klachten worden vaak onterecht toegeschreven aan stress of burn-out.
• Impact op vrouwen: De symptomen hebben een grote negatieve impact op de levenskwaliteit, het sociale leven en de professionele carrière. Veel vrouwen voelen zich niet serieus genomen door zorgverleners en gaven aan weinig inspraak te hebben in het diagnoseproces.
• Rol van verpleegkundigen: De rol van verpleegkundigen in het diagnoseproces is momenteel zeer beperkt. Weinig vrouwen voelen zich comfortabel om hun klachten met een verpleegkundige te bespreken en de meerderheid heeft dit ook nooit gedaan.
De conclusie is dat structurele investeringen nodig zijn in de opleiding van zorgverleners en in de toegang tot betrouwbare informatie voor vrouwen om het diagnoseproces te verbeteren en de ernstige gevolgen van de vertraging te beperken
Meer lezen

Een podium voor de verpleegkunde. 50 jaar Week van de Verpleegkunde

KU Leuven
2025
Nona
Vinken
In deze masterproef heb ik onderzocht hoe de Week van de Verpleegkunde tussen 1975 en 2024 een podium vormde waarop verpleegkundigen hun professionele identiteit konden ontwikkelen en uitdragen. Terwijl de Belgische geschiedschrijving zich tot nu toe vooral heeft gericht op de identiteitsvorming van verpleegkundigen vóór het verkrijgen van hun juridisch statuut in 1974, betoog ik dat die formele erkenning geen eindpunt was, maar juist het begin van nieuwe vormen van professionele profilering. Aan de hand van archiefmateriaal en mondelinge bronnen heb ik geanalyseerd hoe het grootste jaarlijkse congres van het Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen (N.V.K.V.V.) niet alleen een spiegel was van de evoluerende professionele identiteit van verpleegkundigen, maar ook een actieve rol speelde in de constructie ervan. Tussen 1975 en 1980 zocht de verpleegkunde, in het kielzog van het nieuwe statuut, naar erkenning als volwaardig en autonoom beroep, los van de medische autoriteit. De Week speelde hierop in door een eigen kenniscultuur te ontwikkelen en het beeld van een standvastige en zelfbewuste beroepsgroep zowel binnen de verpleegkundige gemeenschap als naar de samenleving toe uit te dragen. In de jaren 1980 en 1990 begonnen verpleegkundigen zich, onder druk van overheidsbesparingen in de zorgsector, steeds meer politiek te roeren, onder andere via bewegingen zoals de Witte Woede. Het N.V.K.V.V. gebruikte die spanningen om verpleegkundigen intern te versterken door hen neer te zetten als veerkrachtige en gespecialiseerde professionals. Tegelijkertijd groeide de congresweek uit tot een platform waarop zij hun eisen naar het beleid toe konden uiten. Tussen 2000 en 2024 werd de beroepsgroep steeds diverser, met meer specialisaties, niveaus en culturele achtergronden. Het N.V.K.V.V. maakte de Week inclusiever, zodat al deze verschillende verpleegkundigen zich als professionals konden profileren en hun stemmen konden laten horen. Sinds de coronacrisis van 2020 kreeg de congresweek ook een digitaal platform, wat de democratisering van het congres zowel versterkte als bemoeilijkte. Zo toont deze masterproef aan dat de Week van de Verpleegkunde niet alleen een spiegel van haar tijd was, maar ook een motor die de interne en externe dimensies van de professionele identiteit van verpleegkundigen sinds 1975 actief heeft versterkt.

Meer lezen

De implementatie van een verpleegkundige in de huisartsenpraktijk: een literatuurstudie naar de ervaring van chronische patiënten met zorgsubstitutie

HOGENT
2025
Yentl
De Coninck
Introductie: Door het dreigende huisartsentekort, de vergrijzing en de stijgende prevalentie
van chronische aandoeningen neemt de druk op de eerstelijnszorg in Europa toe.
Zorgsubstitutie, een permanente of structurele verschuiving van verantwoordelijkheden,
wordt gezien als een manier om de capaciteit en toegankelijkheid van de eerstelijnszorg te vergroten. Dit onderzoek heeft als doel inzicht te verkrijgen in de ervaring van patiënten met een chronische aandoening ten aanzien van deze verschuiving.

Methode: Een narratieve literatuurstudie werd uitgevoerd. Op basis van de onderzoeksvraag werd een zoekstring ingevoerd in PubMed en Web of Science. De resultaten werden geselecteerd op basis van in-en exclusiecriteria met behulp van het programma Rayyan.

Resultaten: Zorgsubstitutie van huisarts naar verpleegkundige blijkt de patiënttevredenheid positief te beïnvloeden, dankzij laagdrempelige toegang, langere consultaties, hun empathische benadering en focus op zelfmanagement. Acceptatie varieert echter, afhankelijk van demografische factoren en zorgcomplexiteit. Een duidelijke taakverdeling en complementariteit binnen het interdisciplinaire team blijken essentieel.

Conclusie: De substitutie van huisartsen naar verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk
beïnvloedt de ervaring van patiënten met een chronische aandoening overwegend positief. Patiënten ervaren verpleegkundige zorg als aanvullend op die van de huisarts, en
onderstrepen het belang van samenwerking, rolduidelijkheid en vertrouwen in de
competentie van de verpleegkundige.
Meer lezen

Grenzen in de thuiszorg: coping met ongewenst patiëntengedrag en de rol van leidinggevenden

Universiteit Hasselt
2025
Femke
Iven
Ongewenst patiëntengedrag tegen zorgmedewerkers neemt aanzienlijk toe, ook in de thuiszorgsector (Boureghda et al., 2024; Elst et al., 2016). Onderzoek (VBZV & Veys, 2024) toont aan dat 94% van de zelfstandige verpleegkundigen in de thuiszorgsector al in aanraking is gekomen met een vorm van ongewenst patiëntengedrag. Het kan negatieve gevolgen hebben voor zorgverleners zoals burn-out (Yagil, 2008) en voor zorgorganisaties zoals personeelsverloop (Fisk et al., 2010). Dit onderzoek kadert binnen het toenemende ongewenst patiëntengedrag tegen zorgverleners. Het doel is om inzichten te verkrijgen in welke copingmechanismen zorgverleners toepassen en welke maatregelen organisaties kunnen nemen om ongewenst patiëntengedrag in de thuiszorgsector tegen te gaan. De onderzoeksvraag van dit onderzoek is: “Hoe ervaren zorgmedewerkers in de thuiszorg ongewenst gedrag van patiënten en welke acties hiertegen beschouwen zij als effectief?”
Het beantwoorden van de onderzoeksvraag gebeurt via een kwalitatief onderzoek door middel van vijftien semigestructureerde diepte-interviews bij zowel zorgmedewerkers, leidinggevenden als een interne vertrouwenspersoon. Daarnaast vormt het model over het copingproces van verpleegkundigen bij stress op het werk van Akbar et al. (2017) de onderzoekslens. Dit model dient als vertrekpunt om op basis van de empirische bevindingen te werken naar een model dat het copingproces in kaart brengt van thuiszorgmedewerkers bij ongewenst patiëntengedrag.
Meer lezen

Slimme Omgevingen voor Kleine Patiënten: De invloed van virtual reality (VR) op angst in de pediatrische spoed-box

Hogeschool PXL
2025
Wasim
Vandepoel
In deze bachelorproef wordt onderzocht hoe Virtual Reality (VR) ingezet kan worden om angst bij kinderen tussen 6 en 12 jaar te verminderen tijdens hun verblijf op de spoedgevallendienst. Het onderzoek vertrekt vanuit de vaststelling dat angst een veelvoorkomend probleem is bij pediatrische patiënten, en dat technologische hulpmiddelen zoals VR mogelijk een positieve invloed kunnen hebben op hun beleving van medische procedures.
Via een combinatie van literatuurstudie, een CAT-analyse en een praktijkgerichte interventie werd nagegaan hoe VR kan bijdragen aan kindvriendelijke zorg. Daarnaast werd onderzocht hoe zorgverleners – waaronder verpleegkundigen, artsen en gastvrouwen – staan tegenover het gebruik van VR in hun dagelijkse praktijk. Uit de resultaten blijkt dat passieve educatie onvoldoende is om gedragsverandering te stimuleren. Een interactieve workshop, waarbij het spoedteam zelf de VR-bril kon uitproberen, leidde tot een duidelijke toename in kennis en bereidheid tot toepassing.
Hoewel VR momenteel nog niet actief wordt gebruikt op de spoedafdeling, toont deze studie aan dat er potentieel is voor implementatie. De bachelorproef levert concrete aanbevelingen en materialen aan, waaronder een protocol, handleiding en educatieve poster, om de introductie van VR in de pediatrische spoedzorg te ondersteunen.
Meer lezen

Een innovatieve leerervaring in het zorgonderwijs - Escape room: Maurice De Groots laatste uur

Odisee Hogeschool
2025
Eline
Massart
  • Evelien
    Maes
In mijn praktijkonderzoek heb ik onderzocht hoe gamification, via een escape room, het leren kan stimuleren en het effect heeft op het kennisbehoud van leerlingen. Tijdens de activiteit hebben leerlingen opdrachten uitgevoerd die waren gebaseerd op theoretische kennis, waarna hun betrokkenheid, motivatie en kennisbehoud werden gemeten. De resultaten laten zien dat gamification niet alleen het leren leuker maakt en de betrokkenheid vergroot, maar ook een positief effect heeft op het onthouden en toepassen van de theoretische kennis.
Meer lezen

Herkenning van geslachtsspecifieke symptomen bij een myocardinfarct: Implicaties voor verpleegkundige zorg en vroege diagnostiek

Thomas More Hogeschool
2025
Annelies
Verlinde
In deze scriptie wordt onderzocht hoe mannen en vrouwen verschillen in de manier waarop een hartinfarct zich manifesteert en welke gevolgen dit heeft voor verpleegkundige zorg. Omdat vrouwen vaker atypische klachten ervaren, zoals kortademigheid of vermoeidheid, wordt hun infarct minder snel herkend en behandeld. Dit leidt tot ongelijkheid in uitkomsten en een verhoogd risico op complicaties. Via een literatuurstudie werd nagegaan hoe verpleegkundigen deze signalen beter kunnen identificeren en werd een educatieve folder ontwikkeld om zowel zorgverleners als patiënten te ondersteunen. Het eindwerk benadrukt zo de noodzaak van geslachtssensitieve zorg en biedt een praktisch hulpmiddel om diagnostische vertraging bij vrouwen te verminderen.
Meer lezen

Zachte warmte, grote impact: Kangaroo care als pijnbestrijding bij neonaten

Thomas More Hogeschool
2025
Amber
Monten
De scriptie gaat over kangoeroezorg als manier om acute pijn bij neonaten te verlichten, vooral op de NICU. Hoewel huid-op-huidcontact bewezen voordelen heeft wordt het tijdens medische handelingen zoals bloedafnames nog weinig toegepast. In het werk worden de belangrijkste drempels besproken, zoals beperkte ruimte, terughoudendheid van zorgverleners en praktische moeilijkheden voor ouders. Op basis van de literatuur is een verpleegkundig protocol uitgewerkt dat laat zien hoe kangoeroezorg veilig kan worden geïntegreerd in procedures zoals bloedafnames. De kernboodschap is dat kangoeroezorg niet alleen goed is voor de prematuur, maar ook ouders sterker betrekt en verpleegkundigen helpt om meer holistische zorg te bieden.
Meer lezen

Thuismedicatie in zelfbeheer

Arteveldehogeschool Gent
2025
Chelsea
Vervaeck
  • Jolisa
    Bracke
Onze scriptie gaat over de mogelijkheid van zelfbeheer van thuismedicatie tijdens ziekenhuisopnames. Dit concept zou voordelen kunnen bieden zoals tijdwinst voor verpleegkundigen en het verhogen van autonomie voor de patiënten. In de praktijk blijkt dat dit alles niet zo eenvoudig te realiseren valt en dat er weerstand heerst bij de verpleegkundigen. Om dit project te kunnen laten slagen, is er nood aan specifieke voorwaarden. Dit alles werd onderzocht in onze bachelorproef.
Meer lezen

Optimale familiebetrokkenheid bij palliatieve sedatie: richtlijnen voor verpleegkundigen

Thomas More Hogeschool
2025
Gwen
van Loon
  • Hanne
    Van Bouwel
Het verlies van een dierbare heeft een grote impact op het rouwproces van nabestaanden. Optimale familiebetrokkenheid bij palliatieve sedatie speelt een cruciale rol in het bieden van kwalitatieve, patiëntgerichte zorg en het ondersteunen van het rouwproces. Verpleegkundigen vervullen hierbij een essentiële rol door families te betrekken, ondersteuning te bieden en een respectvol afscheid te faciliteren. Actieve betrokkenheid helpt familieleden betekenisvolle momenten te beleven, vermindert angst en machteloosheid en bevordert een rustiger rouwproces.
Meer lezen

Jaarlijks zingen duizenden jongeren ‘Kamperen is de mooiste zomersport’ maar hoe maken ze dit waar INZICHTEN IN HET VOORKOMEN EN HET HERKENNEN VAN GASTRO-INTESTINALE INFECTIES

Thomas More Hogeschool
2025
Lenka
Belmans
  • Cato
    Van Baelen
Probleemstelling: Gastro-intestinale infecties kunnen aanzienlijke gezondheidsrisico’s met zich meebrengen tijdens jeugd- en zomerkampen. Deze infecties worden vaak door slechte hygiëne, onveilige voedselbereiding en onvoldoende preventieve maatregelen verspreid. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de gezondheid van de deelnemers, maar kan ook leiden tot het vroegtijdig beëindigen van kampen. Veel uitbraken kunnen worden voorkomen door infectiepreventie, daarom is er nood aan effectieve strategieën.

Vraagstelling: In dit onderzoek wordt de vraag gesteld hoe verpleegkundigen kunnen bijdragen aan het vergroten van de kennis over primaire en secundaire infectiepreventie, specifiek gericht op gastro-intestinale infecties, voor de deelnemers van jeugd- en zomerkampen. Daarnaast wordt onderzocht welke richtlijnen en acties verpleegkundigen aan begeleiders kunnen aanleren om de verspreiding van gastro-intestinale infecties te beperken en tegelijkertijd de zorg voor zieke patiënten te verbeteren.

Zoekstrategie: Voor het vinden van relevante literatuur zijn verschillende zoektermen gebruikt, waaronder hoofdtermen zoals Gastro Enteritis, Norovirus, Rotavirus, Infectiepreventie, en Voedselveiligheid. Ook werden synoniemen en vertalingen toegepast om de zoekresultaten te verbreden. Hiervoor zijn belangrijke databanken zoals PubMed, CINAHL en de Cochrane Library geraadpleegd om zowel medische als verpleegkundige studies te vinden. De zoekresultaten werden verder verfijnd door studies van de afgelopen 10 jaar in het Nederlands of Engels te selecteren. Het betrekken van experten uit gezondheidsinstellingen en jeugdbewegingen, zoals Chiro en Scouts & Gidsen Vlaanderen, zorgde voor extra waardevolle inzichten.

Resultaten: Uit de literatuur blijkt dat er al methodieken en materialen bestaan voor infectiepreventie tijdens jeugd- en zomerkampen, zoals richtlijnen voor leiding en kookouders. Echter, deze informatie is vaak moeilijk toegankelijk in noodsituaties. Daarom is een interactief prototype ontwikkeld dat alles bundelt in een toegankelijke vorm: een escape room voor leiding, een spel voor leden, een quiz voor kookouders en een gezamenlijk document met daarin alle info gebundeld. Dit bevordert een speelse en duidelijke bewustwording rond infectiepreventie.

Conclusie: Gastro-intestinale infecties kunnen grote gevolgen hebben op kampen, maar preventie en snelle actie kunnen uitbraken voorkomen of beperken. Bestaande richtlijnen zijn verspreid, waardoor gebundelde informatie noodzakelijk is. Het succes hangt af van de betrokkenheid van jeugdbewegingen. Speelse, interactieve leermethoden kunnen de effectiviteit van infectiepreventie verhogen en door samenwerking kunnen de benodigde middelen en ondersteuning worden vergroot. Met de juiste kennis en tools kunnen jeugd- en zomerkampen veiliger worden.
Meer lezen

Seksualiteit bespreekbaar maken

Hogeschool UCLL
2025
Hanna
Desair
Seksualiteit is een belangrijk, maar vaak genegeerd thema in de zorg voor borstkankerpatiënten. Door behandelingen zoals chirurgie, chemotherapie en hormoontherapie ervaren veel vrouwen seksuele klachten, die hun levenskwaliteit aantasten. Toch blijft dit onderwerp vaak onbesproken. Deze bachelorproef onderzoekt waarom dat zo is, welke barrières verpleegkundigen ervaren, en hoe dit beter kan.

Op basis van literatuuronderzoek en praktijkervaring worden evidence-based aanbevelingen geformuleerd om seksualiteit wél bespreekbaar te maken. Daarbij staan vier pijlers centraal: structurele educatie voor verpleegkundigen, het gebruik van communicatiemodellen en meetinstrumenten, organisatiebrede inbedding van seksuele zorg, en interdisciplinaire samenwerking.

De conclusie is duidelijk: verpleegkundigen spelen een sleutelrol in het normaliseren van seksuele gezondheid. Met de juiste ondersteuning kunnen zij dit thema veilig en empathisch aankaarten, wat leidt tot betere zorg en meer welzijn voor borstkankerpatiënten.
Meer lezen

Effectieve verpleegkundige zorgpraktijken voor volwassenen met een autismespectrumstoornis in algemene ziekenhuizen: een autismevriendelijke benadering

Hogeschool UCLL
2025
Bahareh
Heydari
Tijdens mijn stages in algemene ziekenhuizen werd ik herhaaldelijk geconfronteerd met een terugkerend probleem in de zorg voor volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS). Wat mij opviel, was het opvallende tekort aan kennis over ASS bij zorgverleners, wat leidde tot misverstanden, frustraties en zorg die onvoldoende afgestemd was op de individuele noden van deze patiënten. Deze observaties raakten me diep en vormden de aanleiding voor mijn bachelorproef.

Met mijn onderzoek wil ik bijdragen aan een betere zorgervaring voor volwassenen met ASS in algemene ziekenhuizen. Het centrale doel van mijn bachelorproef is dan ook het verbeteren van verpleegkundige zorg door het implementeren van patiëntgerichte en autismevriendelijke zorgpraktijken. Ik ging op zoek naar concrete en haalbare manieren om de zorg beter af te stemmen op de unieke behoeften van deze doelgroep.

Om dit doel te bereiken, voerde ik een uitgebreide literatuurstudie uit. Daarbij maakte ik gebruik van de PICO-methode om gerichte zoekstrategieën te ontwikkelen en relevante bronnen te selecteren. De gekozen literatuur werd zorgvuldig beoordeeld op kwaliteit en toepasbaarheid. Op basis van deze analyse formuleerde ik aanbevelingen die niet alleen theoretisch onderbouwd zijn, maar ook praktisch inzetbaar. Daarnaast werden in de gebruikte studies interviews en observaties uitgevoerd om de effectiviteit van de voorgestelde zorgpraktijken in de praktijk te toetsen.

Uit de resultaten kwamen verschillende waardevolle inzichten naar voren. Zo blijkt het gebruik van visuele hulpmiddelen, zoals pictogrammen en whiteboards, bijzonder effectief in het verbeteren van de communicatie met patiënten met ASS. Ook gestandaardiseerde communicatiesystemen, zoals de Autism Healthcare Accommodations Tool (AHAT), bieden zorgverleners een houvast om beter in te spelen op de noden van deze patiënten. Verder is het aanpassen van de zorgomgeving – bijvoorbeeld door het verminderen van sensorische prikkels zoals fel licht en lawaai – essentieel om overbelasting te voorkomen. Het actief betrekken van familieleden in het zorgproces blijkt eveneens een belangrijke factor in het verhogen van het comfort en de veiligheid van de patiënt. Tot slot toont de literatuur aan dat training en bewustwording bij zorgverleners cruciaal zijn om de kwaliteit van zorg structureel te verbeteren.

Mijn conclusie is dan ook helder: de implementatie van autismevriendelijke zorgpraktijken kan de ziekenhuiservaring van volwassenen met ASS aanzienlijk verbeteren. Door in te zetten op duidelijke communicatie, een aangepaste omgeving en betrokkenheid van de persoonlijke kring, kunnen stress en misverstanden worden verminderd. Daarnaast is het noodzakelijk dat zorgverleners continu worden bijgeschoold en ondersteund in hun kennis over ASS. Deze aanpak draagt bij aan een meer inclusieve, veilige en patiëntgerichte zorgomgeving, waarin ook mensen met ASS zich gehoord en begrepen voelen.
Meer lezen

Optimaliseren van de levenskwaliteit bij langdurig opgenomen psychiatrische patiënten: het toepassen van verpleegkundige interventies

Hogeschool West-Vlaanderen
2025
Mieke
Verniers
Een literatuuronderzoek met een verbeterproject binnen de geestelijke gezondheidszorg. Het verbeterproject is een zorgpad voor levenskwaliteit te verhogen bij psychiatrische patiënten met ernstige en persisterende aandoeningen die langdurig verblijven in een opname.
Meer lezen

Geminiaturizeerde luchtgevulde substraatgeïntegreerde golfgeleidercomponenten voor schaalbare antenneroosters in volgende-generatie mobiele netwerken

Universiteit Gent
2024
Sofie
Lenders
Winnaar mtech+prijs
De ridge air-filled substrate integrated waveguide (ridge AFSIW) wordt voorgesteld als een oplossing voor de tegenstrijdige vereisten op vlak van lage verliezen en miniaturisatie voor de voedingsstructuren van antenneroosters
bij millimetergolffrequenties (mmWave). Een uitgebreide parameteranalyse leidt tot een pareto-optimale dimensionering. Van een dergelijke ridge AFSIW, geoptimaliseerd voor gebruik op 28 GHz, werd een prototype gemaakt en gekarakteriseerd. Om de toepasbaarheid van de ridge AFSIW in het ontwerp van mmWave-componenten aan te tonen, is een derde-orde gekoppelde-resonatorfilter ontworpen, dat de n257 (26,5 GHz - 29,5 GHz) band afdekt.
De voorgestelde ridge AFSIW maakt dus de weg vrij om geminiaturiseerde mmWave-componenten met lage verliezen te realiseren in next-generation ultra-efficiënte antenneroostersystemen.
Meer lezen

Less fixation more freedom: Alternatieven voor vrijheidsbeperkende maatregelen in een woonzorgcentrum

Thomas More Hogeschool
2024
Nele
Verdickt
  • Nele
    Verdickt
In de scriptie wordt het probleem rond vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) besproken, met de focus op fysieke fixatie. Omwille van de gevolgen die VBM met zich meedragen wordt de focus gelegd op de zoektocht naar alternatieven. Daarnaast wordt er gekeken naar hoe de stap naar deze alternatieven laagdrempeliger kan worden gemaakt zodat de verpleegkundige makkelijker een keuze en een betere weloverwogen beslissing kan maken. Tevens wordt er ook gezocht naar een manier om de kennis rond alternatieven te vergroten bij verpleegkundigen.
Meer lezen

De noden, verwachtingen en percepties van verpleegkundigen over de implementatie van het bedside scannen van medicatie: een kwalitatief onderzoek

Universiteit Antwerpen
2024
Tine
Jughmans
Medicatiefouten in ziekenhuizen zijn een regelmatig voorkomend probleem en kunnen de patiënt schaden. Als preventieve maatregel tegen medicatiefouten kan barcode-medicatietoedieningstechnologie ingezet worden. Onderzoeken tonen aan dat bedside scannen van medicatie (BSS) de fouten aanzienlijk vermindert. Verpleegkundigen besteden veel tijd aan medicatiegerelateerde activiteiten, dus hun acceptatie van een BSS- systeem is essentieel voor de patiëntveiligheid. Deze studie richt zich op het verwerven van inzicht in de noden, verwachtingen en percepties van verpleegkundigen over de BSS-implementatie. Daarnaast worden barrières en facilitatoren geanalyseerd om het implementatieproces te optimaliseren en de acceptatie van deze technologie te verhogen.
Dit kwalitatief descriptief onderzoek bestond uit focusgroepen met een doelgerichte steekproef van verpleegkundigen, waarbij variatie werd nagestreefd in ziekenhuisdiensten en het aantal jaren werkervaring in het Jessa Ziekenhuis. Voor de focusgroepen werd er gewerkt met een topiclijst gebaseerd op het Technology Acceptance Model. Data-analyse verliep aan de hand van een thematische analyse.
Er zijn zes thema’s bekomen uit vijf focusgroepen, namelijk (1) veiligheid, (2) workflow, (3) impact van BSS op de patiënt, (4) perceptie van de verpleegkundige op het gebruik van BSS, (5) workload en (6) opleiding en ondersteuning als inzichten over de implementatie van BSS. Nadien werden barrières en facilitatoren voor de BSS-implementatie geïdentificeerd uit de verkregen thema’s.
Verpleegkundigen ervaren uiteenlopende behoeften en percepties over de BSS-implementatie. Veiligheid staat centraal, waarbij betrouwbare technologie belangrijk is ten aanzien van patiëntveiligheid. Om de BSS-workflow op verpleegafdelingen efficiënter te laten verlopen, moeten procedures geoptimaliseerd worden, rekening houdend met aspecten zoals workload, gebruiksgemak en benodigde apparatuur. Verpleegkundigen vermoeden dat patiënten het BSS-systeem 's nachts patiëntonvriendelijk vinden, waarbij patiëntinformatie kan helpen. Bezorgdheid over verhoogde workload en de organisatiecultuur beïnvloeden de BSS-acceptatie, waarbij opleiding en voortdurende ondersteuning belangrijk zijn. De geïdentificeerde facilitatoren en barrières bieden waardevolle inzichten voor optimalisatie en het vergroten van de acceptatie van BSS.
Meer lezen