Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

‘Gradients in Vernacular Tissues: Navigating the Mekong Delta’ & ‘Bridging Cultures: Applying Mekong Delta Strategies in Flanders, a Case Study of Lint’

KU Leuven
2024
Ruben
Dejaegher
  • Hasse
    Peeters
Deze thesis onderzoekt hoe principes uit de vernaculaire of volksarchitectuur van de Mekongdelta toegepast kunnen worden op Vlaamse dorpen, zoals Lint. Door het analyseren van gradiënten van natheid, commons en urbanisatie, laat de studie zien hoe gemeenschappen in Cambodja en Vietnam in harmonie met hun omgeving leven. Het ontwerp voor Lint vertaalt deze lessen naar duurzame oplossingen, zoals modulair bouwen, collectief ruimtegebruik en intergenerationeel wonen. Het onderzoek biedt een alternatief voor de huidige Vlaamse ruimtelijke planning, dat gekenmerkt wordt door versnippering en individualistisch ruimtegebruik, en laat zien hoe gemeenschapsgericht en ecologisch verantwoord bouwen kan bijdragen aan sociale cohesie en veerkrachtige dorpen.
Meer lezen

Less fixation more freedom: Alternatieven voor vrijheidsbeperkende maatregelen in een woonzorgcentrum

Thomas More Hogeschool
2024
Nele
Verdickt
  • Nele
    Verdickt
In de scriptie wordt het probleem rond vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) besproken, met de focus op fysieke fixatie. Omwille van de gevolgen die VBM met zich meedragen wordt de focus gelegd op de zoektocht naar alternatieven. Daarnaast wordt er gekeken naar hoe de stap naar deze alternatieven laagdrempeliger kan worden gemaakt zodat de verpleegkundige makkelijker een keuze en een betere weloverwogen beslissing kan maken. Tevens wordt er ook gezocht naar een manier om de kennis rond alternatieven te vergroten bij verpleegkundigen.
Meer lezen

Exploring the language and multiple demand network in chronic aphasia through subject-specific fMRI localization

KU Leuven
2024
Laura
Stalmans
  • Katja
    De Meyer
Achtergrond: Eén derde van de personen die een beroerte meemaken, ontwikkelt afasie. Deze verworven taalstoornis brengt moeilijkheden in de communicatie teweeg en gaat dikwijls samen met cognitieve problemen. Tijdens de (sub)acute fasen van het herstel is vaak veel verbetering mogelijk, maar dit proces vertraagt of stabiliseert tijdens de chronische fase. Talrijke studies hebben de potentieel compenserende mechanismen van de rechterhersenhelft en het ‘multiple demand’ (MD) netwerk ter ondersteuning van het taalnetwerk onderzocht. Deze studies maakten vaak gebruik van groepsgemiddelden bij hersenscans. Er is echter behoefte aan specifieker onderzoek gericht op individuele activatie patronen bij post-stroke patiënten met chronische afasie (PWA), a.d.h.v. subject-specifieke fMRI methoden.

Doel van de huidige studie: Wij richten ons op het onderzoeken van de activatie en rol van zowel de rechterhemisferische regio's van het taalnetwerk als het domein-overkoepelende MD netwerk in de chronische fase van afasie. Voor beide netwerken kijken we zowel naar absolute als naar relatieve activatie (lateralisatie-index; LI) in vergelijking met gezonde controles, en we doen dit op individueel-subjectniveau. Bovendien bestuderen we of er een verband bestaat tussen de activatie van deze netwerken en de ernst van taal- of cognitieve stoornissen bij PWA.

Methode: We gebruikten de “single-subject” methode met taakgerichte fMRI om de betrokkenheid van de taalregio’s in de rechterhersenhelft en het MD netwerk tijdens taalverwerking bij chronische afasie te testen. Onze participanten bestonden uit 15 PWA en 13 leeftijdgematchte gezonde controles. We verzamelden fMRI-gegevens tijdens het uitvoeren van een luister- en leestaak (activeert taalnetwerk) evenals een ruimtelijke werkgeheugentaak (activeert MD netwerk). Verder werden er enkele gestandaardiseerde klinische taal- en cognitieve assessments afgenomen. De individuele activatiepatronen van de fMRI-activaties en de relatieve afhankelijkheid van de linker- en rechterhemisfeer (LIs) werden vergeleken tussen de groepen en de relatie met de ernst van afasie en cognitief deficit werd onderzocht a.d.h.v. correlaties met de gedragstaken. De betrokkenheid van het MD netwerk tijdens taalverwerking werd onderzocht door de taalactiviteit binnen subjectspecifieke regio's die actief zijn tijdens de MD taak te onderzoeken.

Resultaten: We vonden een significant groepsverschil voor de activiteit van het taalnetwerk in de linkerhersenhelft tijdens de taaltaken, maar niet voor de rechterhersenhelft, en geen significant groepsverschil voor MD activatie tijdens de MD taak. We vonden ook geen significant verband tussen de activatie van het taal- of MD netwerk en de ernst van afasie of cognitie. Met betrekking tot groepsverschillen in de lateralisatie van de netwerken, vertoonden PWA en gezonde controles vergelijkbare niveaus van lateralisatie van het taalnetwerk tijdens beide taaltaken, terwijl PWA significant minder links-gelateraliseerd activatiepatronen vertoonden in het MD netwerk tijdens de MD taak. Met betrekking tot LI-correlaties werden geen significante correlaties gevonden tussen LI's van het taal- en MD netwerk en de ernst van afasie, maar we vonden wel een positieve relatie tussen sterkere links-gelateraliseerde taalactiviteit tijdens de leestaak en cognitieve prestaties. Ten slotte vonden we geen bewijs voor activatie van het MD-netwerk tijdens taalverwerking.

Conclusie: We vonden geen bewijs voor een compensatiemechanisme t.h.v. de taalregio’s in de rechterhersenhelft bij PWA. Verder vonden we geen bewijs voor een rol van het MD netwerk tijdens passieve, receptieve taalverwerking, wat interessante inzichten biedt in een sterk bediscussieerd onderwerp. Voor de correlaties met de gedragsresultaten suggereren we dat de activatiewaarden in zowel het taalnetwerk als het MD netwerk mogelijk geen doorslaggevend inzicht bieden in de ernst van afasie bij de PWA groep.
Meer lezen

Wat is het effect van Gerodent, een gestructureerd mondzorgbeleid, op de mondhygiëne van ouderen in woonzorgcentra in Vlaanderen

Universiteit Gent
2024
Emma
Temmerman
  • Jonas
    Maertens
Abstract

Doel: Het doel van deze studie is het effect van Gerodent, een gestructureerd mondzorgbeleid, op de mondhygiëne van ouderen die verblijven in een woonzorgcentrum (WZC) te kwantificeren en te vergelijken met de mondhygiëne van ouderen die verblijven in een WZC waar de standaard mondzorg wordt verleend.

Achtergrond: Gerodent is een complexe mondgezondheidsinterventie sinds 2010. Momenteel is dit project actief in 62 WZC’s gelegen in Oost- en West-Vlaanderen (België). Het omvat zowel preventieve als curatieve componenten, waaronder een volledig uitgerust mobiel tandheelkundig team, bestaande uit tandartsen, mondhygiënisten en tandartsassistenten, dat tweejaarlijks elk samenwerkend WZC bezoekt.

Methode: Dit betreft een cross-sectionele single blind studie waarbij een random clustered sample bestaande uit Gerodent-WZC’s vergeleken wordt met niet-Gerodent-WZC’s. De twee primaire uitkomstvariabelen zijn tandplaque (Turesky index en Silness & Loë index) en gebitsprotheseplaque (Augsburger & Elahi index). Daarnaast werden ook de volgende gegevens verzameld: tongplaque, aanwezigheid van tandsteen en voedseldebris, prevalentie van stomatitis, socio-demografische gegevens en de aanwezigheid van mondhygiënehulpmiddelen. De datacollectie vond plaats in de periode van 2020 tot 2023. Generalized Estimating Equations (GEE), gecorrigeerd voor geslacht, leeftijd, zorgafhankelijkheid en medicatie werden gebruikt om de mondhygiëne te vergelijken tussen beide groepen.

Resultaten: De Gerodent-WZC’s (G: n=171) en niet-Gerodent-WZC’s (nG: n=159) hadden respectievelijk een gemiddelde leeftijd van 85,8 (SD 7,2) en 87,8 jaar (SD 7,0), waarbij de meerderheid tot het vrouwelijke geslacht behoorde. De bewoners die behoorden tot de Gerodentgroep presenteerden zich met een lagere gemiddelde score van tandplaque (Turesky index) dan de bewoners van de niet-Gerodentgroep. Bovendien was dit verschil naast statistisch significant ook relevant (G 1,68; nG: 2,71; RR 0,32; 95% BI: 0,23-0,44). Verder waren de gemiddelde scores van de gebitsprotheseplaque ook significant verschillend tussen de niet-Gerodent- en Gerodentgroep en dit in het voordeel van de laatstgenoemde (G: 1,60; nG: 2,21; RR 0,55; 95% BI: 0,42-0,72). Tot slot waren mondhygiënehulpmiddelen voor de meeste bewoners beschikbaar, waarbij gebitsprotheseborstels meer aanwezig waren in de Gerodent-WZC’s.

Conclusie: De mondhygiëne van bewoners die verblijven in een Gerodent-WZC is significant beter dan deze van bewoners die verblijven in een niet-Gerodent-WZC. Ondanks dit hoopgevende resultaat blijft het niveau van mondhygiëne lager dan deze van de algemene Belgische bevolking en onvoldoende om orale pathologie te voorkomen.
Meer lezen

Can Fourier Transform Infrared spectroscopy be used to easily differentiate Listeria species and the Listeria monocytogenes serotypes?

Erasmushogeschool Brussel
2024
Renske
Hostyn
Listeria monocytogenes is een voedselpathogeen die listeriose veroorzaakt. Dit is een groot gezondheidsrisico voor ouderen, zwangeren, kinderen en immuungecompromitteerde patiënten. De detectie van Listeria monocytogenes in de voedingsindustrie is heel belangrijk. In mijn scriptie onderzoek ik of het mogelijk is om Listeria monocytogenes te detecteren met Fourier-Transformatie Infrarood spectroscopie.
Meer lezen

Spatiotemporal modelling of air temperature over European cities using machine learning

Universiteit Gent
2024
Jonas
Blancke
Klimaatmodellen voorspellen dat de temperatuur wereldwijd zal blijven stijgen, samen met een toename van de intensiteit en frequentie van hittegolven. Daarbovenop krijgen steden te maken met extra opwarming door het stedelijk hitte-eilandeffect. Met een groeiende stedelijke bevolking, waaronder veel kwetsbare mensen, is het van cruciaal belang om effectieve mitigatiemaatregelen te implementeren om hittestress te verminderen. Hiervoor is temperatuurdata op hoge resolutie noodzakelijk.

Vaak worden numerieke modellen gebruikt om deze data te verkrijgen, maar deze zijn
computationeel zeer intensief, waardoor het moeilijk is om hoge resolutie data te verkrijgen over lange periodes en grote gebieden. Een computationeel goedkoop alternatief voor numerieke modellen zijn statistische modellen, vaak gebaseerd op machine learning technieken. Deze simuleren de temperatuur op basis van datagedreven relaties. De huidige machine learning modellen zijn echter meestal afgestemd op een enkele stad of een beperkte regio, wat resulteert in slechte prestaties voor steden met verschillende karakteristieken. Deze thesis onderzoekt de mogelijkheden om een machine learning model te ontwikkelen dat kan worden toegepast op steden over heel Europa.

De studie gebruikt ruimtelijke en temporele variabelen om een machine learning emulator van het numerieke UrbClim model te construeren. Daarnaast wordt het effect van het aantal steden in de trainingsset bestudeerd. Dit is cruciaal omdat grote datasets met numerieke trainingsdata, zoals die beschikbaar zijn gesteld voor UrbClim, vaak ontoegankelijk of rekenkundig te duur zijn om te verkrijgen
Meer lezen

KORTETERMIJNEFFECTEN VAN STRAW PHONATION OP DE STEMKWALITEIT VAN 65+’ERS

Universiteit Gent
2024
Casey
Dewanckele
Genomineerde longlist Vlaamse Scriptieprijs
Doelstellingen: Deze studie ontstond vanuit een tekort aan onderzoek naar de mogelijke effecten van stemtraining bij ouderen, een populatie die heel wat leeftijdsgebonden veranderingen ondergaat. Het doel van deze studie was de kortetermijneffecten van straw phonation (SP) op de stemkwaliteit van gezonde 65+’ers te bepalen. De effecten van SP in lucht en SP in 5 cm water werden bepaald en vervolgens vergeleken met een controlegroep zonder interventie.
Methode: Deze studie omvatte 21 gezonde 65+’ers (gemiddelde leeftijd: 74,9 jaar, min-max: 65,0-86,9) in een gerandomiseerd multigroep pretest posttest design met twee experimentele groepen en één controlegroep. De experimentele groepen ondergingen één maand tweemaal per week 20 minuten training met SP in lucht (n = 7) of SP in 5 cm waterdiepte (n = 7). De controlegroep (n = 7) onderging geen interventie. Tijdens de eerste drie sessies en de laatste sessie werden drinkrietjes (5 mm; 21 cm) gebruikt, dit in kader van comfort en transfer. Bij de overige trainingen werden roerrietjes (3 mm; 21 cm) gehanteerd om de effecten te maximaliseren. Voor (pre) en één week na (post) de interventie ondergingen alle deelnemers een klassiek logopedisch stemonderzoek met enerzijds objectieve metingen, waaronder de bepaling van multiparametrische stemkwaliteitsindexen (Dysphonia Severity Index (DSI) en Acoustic Voice Quality Index (AVQI)), maximale fonatietijd (MFT), akoestische metingen en het Voice Range Profile (VRP). Anderzijds werden subjectieve metingen uitgevoerd via zelfbeoordelingsschalen (Voice Handicap Index (VHI) en Vocal Tract Discomfort Scale (VTDS)), evenals een auditief-perceptuele beoordeling (GRBASI).
Resultaat: Enkel voor de parameter Asthenia (A) van de GBRASI werden significante tijdstip x groep interacties, een verschil in evolutie in de tijd tussen de drie groepen, aangetoond na de analyses met Linear Mixed Model. Voor de noise-to-harmonics ratio (NHR), A en Strain (S) kon een significant tijdseffect gevonden worden, wat wijst op een intrinsieke verandering in de steekproef gedurende de tijd, onafhankelijk van de groepsindeling. Analyses binnen de specifieke groepen toonden na SP in 5 cm water een significante verbetering op de NHR, A en VTDS aan. Bovendien werd een licht stijgende trend in DSI waargenomen, samen met een trend tot daling van de AVQI en jitter (indicatief voor verbetering). Daartegenover werd ook een ongewenste significante toename in S opgemerkt. Na SP in lucht waren de resultaten eerder beperkt. Hoewel er een trend zichtbaar was richting verbetering in DSI en shimmer en een lichte uitbreiding van het VRP bleek, waren de effecten na training niet significant.
Conclusie: Straw phonation kan bij gezonde 65+’ers leiden tot een positieve ontwikkeling van de stem- capaciteiten en de stemkwaliteit. De meest veelbelovende effecten werden gevonden na SP in 5 cm water. De extra weerstand verkregen na onderdompeling in water lijkt beter te compenseren voor leeftijdsgebonden veranderingen bij veroudering. Belangrijk hierbij is een geleidelijke opbouw in training. Het stimuleren tot voldoende zelfstandige training thuis zal noodzakelijk zijn om mogelijke effecten te maximaliseren. Verder onderzoek is noodzakelijk om de ideale trainingsduur, waterdiepte en diameter voor het uitvoeren van SP in deze populatie te bepalen.
Meer lezen

Hoe als zorgverlener omgaan met agressie bij ouderen met dementie?

Thomas More Hogeschool
2024
Sandra
Vanooteghem
  • Lynn
    Scheurweg
Doorheen de jaren wordt bemerkt dat dementie vaak gepaard gaat met onbegrepen gedrag, waaronder agressie. Zorgverlening bij dementie met onbegrepen gedrag is complex. Zorgverleners geven aan het moeilijk te hebben in de omgang met agressief gedrag. Met deze scriptie werd onderzocht welke elementen kunnen bijdragen tot het ondersteunen van zorgverleners in het omgaan met agressief gedrag bij ouderen met dementie.
Meer lezen

Samen wonen zonder zorg(en)? Verkennend onderzoek naar de ervaring van bewoners van senior cohousing

Vrije Universiteit Brussel
2024
Britt
Hessels
Deze thesis onderzoekt de ervaring van bewoners, van wonen in een specifiek senior cohousingproject in België. Met de vergrijzing, economische verschuivingen en de vermaatschappelijking van de zorg als achtergrond, richt het onderzoek zich op alternatieve woonvormen om te voldoen aan diverse behoeften van een groeiende groep ouderen. Met behulp van vragenlijsten verspreid onder de bewoners van 9 Abbeyfieldwoningen in België, wordt inzicht verkregen in de invloed van wonen in een Abbeyfieldwoning op thema's als langer goed leven, fysieke gezondheid, sociale relaties, participatie en goed nabuurschap. Het onderzoek toont aan dat Abbeyfieldwoningen aantrekkelijk zijn voor 55-plussers vanwege sociale interactie, gemeenschapsgevoel en gemeenschappelijke activiteiten. Participatieve besluitvorming en wederzijdse zorg binnen senior cohousing verbeteren zowel fysieke als mentale gezondheid en versterken sociale relaties en levenskwaliteit. Bovendien biedt senior cohousing diverse mogelijkheden voor betrokkenheid en participatie, wat de collectieve dimensie van wonen in een Abbeyfieldhuis versterkt. De conclusie van dit onderzoek belicht diverse aspecten van wonen in een Abbeyfieldwoning. Terwijl een vaststaand profiel van bewoners, verhuisredenen en aantrekkingsfactoren worden geïdentificeerd, komen ook positieve ervaringen rond thema’s gelinkt aan samenwonen in een Abbeyfieldwoning aan bod. Echter wordt ook duidelijk dat dit niet zonder zorgen gebeurt. Het wonen in een Abbeyfieldhuis is geen vervanging voor residentiële zorg, maar een aanvulling op het woonaanbod voor ouderen. Het brengt nieuwe uitdagingen met zich mee die niet te negeren zijn, zoals omgaan met conflicten en een positieve samenwoonervaring bevorderen. Desondanks blijkt uit het onderzoek dat cohousing een alternatieve en waardevolle manier van samenleven is voor mensen boven de 55 jaar, die aandacht verdient in het bredere debat over huisvesting en zorg voor ouderen.
Meer lezen

Kan de overlevingsmodus van jongvolwassenen hersteld worden naar leven met perspectief? in het woonconcept Maison Segal, gedragen vanuit Nieuwe Autoriteit

Karel de Grote Hogeschool
2024
Eva
Janssens
Maison Segal is een kleinschalige woonvorm waarbij ik de doelgroep jongvolwassenen tussen 20 en 30 jaar verbind met de doelgroep jonge ouderen tussen 60 en 70 jaar.

Zo is Maison Segal de metaforische cocon waarin beide doelgroepen zich verwezenlijken. Ze vinden hier veilige ondersteuning en betrouwbare voeding om te vinden wie ze willen zijn als vlinder. Wanneer ze zich er klaar voor voelen als volgroeide vlinder, vliegen ze uit. Vol zelfvertrouwen tonen ze al hun pracht aan de wereld.
Meer lezen

Naadloze transitie

Odisee Hogeschool
2024
Yanou
Beyers
Genomineerde shortlist Bachelorprijs
De overgang van thuis naar een woonzorgcentrum is een ingrijpende gebeurtenis die
veel stress en onzekerheid met zich meebrengt voor ouderen en hun families. Deze
bachelorproef onderzoekt hoe een gezinswetenschapper een positieve bijdrage kan
leveren aan deze transitie. Door middel van een casusbeschrijving, theoretische analyses
en praktijkgerichte veranderingsstrategieën, biedt deze studie concrete oplossingen en
inzichten om de overgang naar een woonzorgcentrum te vergemakkelijken.
De probleemstelling richt zich op de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum en de impact hiervan op ouderen en hun families. De praktijkgerichte
probleemverkenning omvat een casusbeschrijving van mevrouw Van Dam, een 78-jarige
vrouw die zes maanden geleden naar een woonzorgcentrum is verhuisd en moeite heeft
met de aanpassing aan haar nieuwe omgeving.
De theoretische analyse is opgebouwd uit drie invalshoeken: de pedagogische,
psychologische en sociologische invalshoek. De pedagogische invalshoek maakt gebruik
van het Ecologische Systeemmodel van Bronfenbrenner ("#$#), om de invloed van de
verschillende omgevingsfactoren op de ontwikkeling en het welzijn van ouderen te
begrijpen. De psychologische invalshoek onderzoekt verschillende coping-mechanismen en
de emotionele aanpassing van ouderen naar een woonzorgcentrum, met de nadruk op
probleemgerichte coping, emotionele coping, acceptatiegerichte coping en de sociale
B / D
ondersteuning. De sociologische invalshoek richt zich op de sociale verbondenheid en
gemeenschapsvorming, sociale identiteit en de rol van familie- en mantelzorgers.
Op basis van deze theoretische analyse zijn drie veranderingsgerichte strategieën
ontwikkeld. De eerste strategie is het Levensverhalenproject, gericht op het creëren van
identiteit en verbondenheid door middel van Levensreiswijzers en de Levensreisatlas. De
tweede strategie omvat een informatieve brochure voor het bevorderen van de
psychologische veerkracht bij ouderen tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum. De
derde strategie is de bewustwordings- en betrokkenheidscampagne “Samen voor Ouderen”,
die een inclusieve samenleving bevordert.
De belangrijkste inzichten uit mijn bachelorproef zijn als volgt: ten eerste is een
multidimensionale benadering essentieel om de complexiteit van de overgang naar een
woonzorgcentrum te begrijpen en aan te pakken. Ten tweede kunnen
gezinswetenschappers een cruciale rol spelen bij het bevorderen van de sociale
verbondenheid en het ondersteunen van de emotionele aanpassing voor ouderen. Ten derde
is het belangrijk om samen te werken met verschillende stakeholders, waaronder families,
zorgverleners en de bredere gemeenschap om een ondersteunende en inclusieve omgeving
te creëren.
Ik ben tevreden met mijn keuze van mijn bachelorproef omdat het me in staat heeft gesteld
een relevant en betekenisvol onderwerp te onderzoeken dat directe impact kan hebben op
het welzijn van ouderen en hun families. Mijn motivatie om dit onderwerp te kiezen was
gebaseerd op de wens om bij te dragen aan een beter begrip van de uitdagingen waarmee
ouderen worden geconfronteerd tijdens de transitie naar een woonzorgcentrum en om
praktische oplossingen te bieden die hun welzijn kunnen verbeteren.
De meerwaarde van mijn bachelorproef ligt in de combinatie van theoretische inzichten en
praktische toepassingen, die samen een solide basis vormen voor effectieve interventies en
beleidsaanbevelingen. De veraneringsvoorstellen die ik heb uitgewerkt, kunnen iets
betekenen voor gezinnen, organisaties en beleidsmakers door de overgang naar een
woonzorgcentrum te vergemakkeljken en de sociale verbondenheid te versterken.
Uiteindelijk streef ik ernaar dat mijn bachelorproef bijdraagt aan een inclusieve en
ondersteunende samenleving waarin ouderen zich gewaardeerd en verbonden voelen
Meer lezen

Ontwerpen van een dementietuin voor woonzorgcentrum De Reiger

Odisee Hogeschool
2024
Bérénice
Bouwens
Dementietuinen zijn zorgvuldig ontworpen buitenruimtes die zijn aangepast aan de specifieke behoeften van mensen met dementie. De focus ligt op het ontwerpen van twee dementietuinen voor woonzorgcentrum De Reiger in Temse. Het ontwerpproces vormt een delicate balans tussen functionaliteit, esthetiek en therapeutische waarde, met als doel een veilige, overzichtelijke en herkenbare omgeving te creëren voor de bewoners
Meer lezen

Hoe kan men jongeren betrekken bij het ontwikkelen van een jeugdcentrum in Leopoldsburg?

Hogeschool UCLL
2023
Zoë
Brock
In deze bachelorproef is onderzocht hoe men jongeren kan betrekken bij het ontwikkelen van een jeugdcentrum.
Meer lezen

Eindwerk rond rouw en verlies. Sensibiliseren van het zorgpersoneel aan de hand van vormingen

AP Hogeschool Antwerpen
2023
Quinthen
Vuits
Het doel van dit eindwerk was het sensibiliseren van het zorgpersoneel van het woonzorgcentrum Hof De Beuken rond het thema rouw en verlies. Dit gebeurde aan de hand van vormingen en draaiboeken om zo ouderen beter te kunnen ondersteunen gedurende het rouwproces.
Meer lezen

Cognitive improvement after cochlear implantation in older adults with severe-to-profound hearing loss

Universiteit Antwerpen
2023
Tinne
Vandenbroeke
Onbehandeld gehoorverlies heeft een grote impact op het dagelijkse leven van mensen, en kan leiden tot een versnelde cognitieve achteruitgang en zelfs dementie. In deze scriptie werd het effect van cochleaire implantatie op het cognitief functioneren onderzocht.
Meer lezen

Het vergeten ideaal van Harmonie

Universiteit Antwerpen
2023
Julian
Coryn
Een behandeling over het ideaal van harmonie, bekeken vanuit antiek Grieks en hedendaags neurowetenschappelijk gedachtegoed.
Meer lezen

Op intimiteit staat geen leeftijd Een seks- en intimiteitskoffer voor ouderen

AP Hogeschool Antwerpen
2023
Tinne
Leppens
Een evidence-based en kwaliteitsvolle informatiekoffer over het thema ‘seksualiteit en intimiteit in de ouderenzorg’. De seks- en intimiteitskoffer verstrekt kennis en advies aan zorgverleners en mantelzorgers, zodat seksualiteit op maat bij ouderen kan worden gerealiseerd.
Meer lezen

‘Integratie of segregatie? Een onderzoek naar de ervaringen van oudere gedetineerden’

Universiteit Gent
2023
Sarah
Decorte
De doelstelling van deze masterproef is gericht op de realisatie van een humaan leven in detentie voor oudere gedetineerden. Door middel van onderzoek naar de ervaringen van vijftigplussers in detentie wordt een inzicht verkregen op de hindernissen waar deze doelgroep op botst en hoe penitentiaire inrichtingen omgaan met haar steeds ouder wordende populatie. Deze groep heeft wegens de oudere leeftijd differentiële noden en behoeften ten opzichte van de algemene (jongere) detentiepopulatie (Ginn, 2012). Aan deze diverse noden kunnen tot op vandaag slechts weinig Belgische gevangenissen tegemoetgekomen (Humblet et al., 2022). Door aandacht te vestigen op deze groep kan dit onderzoek een basis vormen om bewustzijn te creëren op beleidsmatig niveau, waarna beleidsinitiatieven kunnen volgen.
Meer lezen

Naar een betere thuiszorgplanning via artificiële intelligentie

Arteveldehogeschool Gent
2023
Jens
Vande Ginste
  • Louise
    De Rycke
  • Yaël
    Windey
  • Ibou
    Ndao
  • Matthias
    Reyntjens
  • Jens
    Vangaever
Genomineerde longlist Bachelorprijs
In de scriptie wordt besproken hoe artificiële intelligentie kan ingezet worden in het proces van de thuiszorgplanning, om deze te kunnen versnellen en vergemakkelijken. Hiervoor werd samengewerkt met de onderzoekers van het project PREPCA.I.RE.
Meer lezen

Klimaatrobuust Kortrijk

Hogeschool VIVES
2023
Inès
van de Vijver
  • Merel
    Theuninck
  • Lies
    Cools
  • Jarne
    Liedts
  • Myriam
    Qnioun
  • Wout
    Roose
Met deze bachelorproef werden de noden van kinderen, jongeren en ouders over de invulling van een toekomstige speelruimte in Kortrijk bevraagd. Op deze manier wilden we zicht krijgen op hun wensen om een ontwerpvoorstel voor deze speelruimte voor te stellen.
Meer lezen

untprevalentie en geschiktheid van antimicrobiële therapie in Vlaams- Brabantse woonzorgcentra: Focus op urineweginfecties

KU Leuven
2023
Irem
Yener
  • Jade
    Vanderstraeten
  • Dries
    Kolacny
  • Jochen
    Tittillion
Deze thesis behoort tot de CAPTAIN (Check of APpropriaTeness of AntImicrobial therapy in Nursing homes) studie. Het doel van de CAPTAIN studie is het bepalen van de prevalentie en de geschiktheid van het gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen binnen WZC’s. In deze thesis wordt gefocust op de prevalentie en geschiktheid van geneesmiddelen ter behandeling van UWI’s en de prevalentie van voedingssupplementen ter preventie of ter behandeling van UWI’s.
Meer lezen

Ontwikkeling van een algoritmisch design framework om een nieuwe, innovatieve ondersteuningsmethode in beha's te introduceren.

Universiteit Gent
2022
Eline
Voskuilen
  • Eline
    Voskuilen
Onderzoek naar een alternatieve steunvoorziening in een beha. Dit door middel van parametrisch ontwerpen en borduren op textiel. De verificatie werd gedaan aan de hand van gebruikstesten.
Meer lezen

Ervaringen van mondhygiënisten in Vlaanderen omtrent hun professionele activiteiten: een kwalitatief onderzoek

Arteveldehogeschool Gent
2022
Sarah
Van Den Berghe
Een kwalitatief onderzoek over de ervaringen van Vlaamse mondhygiënisten hun werkomstandigheden.
Op basis van één-op-één semigestructureerde interviews werd een steekproef van veertien mondhygiënisten bevraagd over zes thema's, waaronder werksetting en takenpakket.
Meer lezen

Dementie bij ouderen met een islamitische achtergrond

Odisee Hogeschool
2022
Malika
El-Jafoufi
Dementie slaat heftig om zich heen,
ook bij ouderen me een niet-westerse achtergrond.
Hoe gaat de samenleving hier mee om?
Meer lezen

Ongelijkheid in tijden van cholera: comparatief onderzoek in tijd en ruimte naar de cholera-epidemie van 1866 in Antwerpen

Universiteit Antwerpen
2022
Lora
Pannekoucke
In de masterproef ‘Ongelijkheid in tijden van cholera’ wordt onderzoek gevoerd naar de cholera-epidemie in Antwerpen in 1866. Het onderzoek stelt de vraag of en op welke manier het sociaal-economische profiel een invloed had op een besmetting met of sterfte aan cholera. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een gedetailleerd, comparatief onderzoek in tijd en ruimte tussen twee wijken in Antwerpen, de tweede en vijfde wijk.
Meer lezen

The effect of targeted memory reactivation during sleep on motor memory consolidation in older adults and people with Parkinson’s disease.

KU Leuven
2022
Charlotte
Moris
Genomineerde longlist Vlaamse Scriptieprijs
Pilootstudie om na te gaan of gerichte geheugenreactivatie (TMR) kan gebruikt worden tijdens de slaap om de consolidatie van het motorisch geheugen te verbeteren bij gezonde ouderen en bij mensen met de ziekte van Parkinson.
Meer lezen

Spraaknormen over raciale en etnische diversiteit: een vergelijking tussen generaties

Universiteit Antwerpen
2022
Fien
Van Rosendaal
In het debat rond woke ontstond polarisatie over 'wat er nog gezegd kan worden' door witte mensen over raciale en etnische diversiteit, en deze polarisatie lijkt samen te hangen met een generatiekloof.
Meer lezen

Ouderenmis(be)handeling: in de greep van het beroepsgeheim.

Hogeschool UCLL
2022
Cato
Schollen
Deze bijdrage zet het kader rond het thema ouderenmis(be)handeling in combinatie met het beroepsgeheim van de (eerstelijns)hulpverlener uiteen. Binnen deze bachelorproef zal er vooral gefocust worden op het onderdeel ouder(be)mishandeling in relatie met het beroepsgeheim.
Meer lezen

Effortful control als modererende factor tussen reactieve temperamentsfactoren en psychopathologie bij psychogeriatrische patiënten

Vrije Universiteit Brussel
2022
Camille
Testaferrata
De duale procestheorie stelt dat psychopathologie voortkomt uit een onevenwicht tussen het regulatieve (Effortful Control; EC) en reactieve (Behavioral Inhibition System; BIS en Behavioral Activation System; BAS) temperament, waarin EC een doorslaggevende rol speelt in het al dan niet ontwikkelen van psychopathologie. De duale procestheorie wordt nagegaan en bevestigd bij psychogeriatrische patiënten.
Meer lezen

Cognitive performance in DFNA9 patients

Universiteit Antwerpen
2022
Elise
Hens
Uit onderzoek is gebleken dat gehoorverlies de belangrijkste behandelbare risicofactor is van
dementie. Ook evenwichtsproblemen zouden het risico kunnen verhogen, maar daar is momenteel
meer onderzoek naar nodig. Echter hebben veel onderzoekers over het hoofd gezien dat gehoorverlies
en evenwichtsproblemen vaak hand in hand gaan, een interactie die niet te verwaarlozen valt. In deze scriptie worden de twee
factoren bij elkaar gebracht, met een grondig onderzoek naar het denkvermogen in mensen met
DFNA9.
Meer lezen