Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de

‘Wie laat mensen voor de dood kiezen wanneer ze nog willen leven?’

Erasmushogeschool Brussel
2024
Merel
Gelders
De vraag naar euthanasie in een vergevorderd stadium van dementie is groot. Al bijna 80.000 Vlamingen tekenden de petitie van LEIF (LevensEinde InformatieForum) dat ijvert voor een uitbreiding van de euthanasiewet. Het onderwerp wordt al jaren besproken, maar toch lijkt er niks te veranderen.
Waar komt die grote vraag naar een wetsuitbreiding precies vandaan? Wie zijn de mensen die ze stellen? Waarom willen ze een wetsuitbreiding? Wordt er naar hun geluisterd?
Een patiënt, mantelzorger en nabestaande vertellen waarom ze een wetsuitbreiding willen.
Professor Wim Distelmans en Jurn Verschraegen, directeur van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen, geven toelichting.
Meer lezen

Privaat Domein [Private Property]

LUCA School of Arts
2024
Beppe
Geerts
Privaat Domein verwijst naar een plek waar je je als buitenstaander niet welkom voelt. Ik ervaar het Vlaamse landschap als een gesloten landschap, dit weerspiegelt zich niet alleen in het uitzicht, maar ook in de psyche. Privaat Domein is een onderzoek naar de hedendaagse versie van de middeleeuwse omsloten tuin, Hortus Conclusus, die erg aanwezig is in Vlaanderen. Verder onderzoek ik hoe religie de ruimtelijke inrichting van een plek beïnvloedt. Om dit onderzoek volledig af te ronden, besloot ik negen verschillende kunstenaars, waaronder ikzelf, te interviewen die in hun praktijk rond dit thema werken.
Meer lezen

Less fixation more freedom: Alternatieven voor vrijheidsbeperkende maatregelen in een woonzorgcentrum

Thomas More Hogeschool
2024
Nele
Verdickt
  • Nele
    Verdickt
In de scriptie wordt het probleem rond vrijheidsbeperkende maatregelen (VBM) besproken, met de focus op fysieke fixatie. Omwille van de gevolgen die VBM met zich meedragen wordt de focus gelegd op de zoektocht naar alternatieven. Daarnaast wordt er gekeken naar hoe de stap naar deze alternatieven laagdrempeliger kan worden gemaakt zodat de verpleegkundige makkelijker een keuze en een betere weloverwogen beslissing kan maken. Tevens wordt er ook gezocht naar een manier om de kennis rond alternatieven te vergroten bij verpleegkundigen.
Meer lezen

The Performing Person. Judith Butler and Wojtyla on Gender

KU Leuven
2024
Bram
Schreurs
Over the last thirty years, gender has become an increasingly hotly debated topic within the Roman Catholic
Church. The core of the debate seems to revolve around the nature of gender. On one side stand gender
scholars such as de Beauvoir, Wittig, and Butler who regard gender as socially constructed. Butler as the
most influential philosopher of gender suggested that gender is performative. It has no particular basis in
nature but it is rather in performing acts that the reality of gender comes to be. On the other stands a reading
of gender as undetachable from biological sex. Readings of the latter sort often draw upon John Paul II’s
complementarian anthropology as sketched in his Theology of the Body. However, as an academic in
philosophy, Karol Wojtyła developed an understanding of the human person as constituted through their
acts in his book Person and Act. Due to the similarity in the concept of performed gender and that of the
enacted person, the following question arises: how does gender fit within Wojtyła’s understanding of the
person and how does this add up to John Paul II’s later complementarian anthropology?
To answer these questions, the first chapter will outline gender performativity as Judith Butler
understands is. However, the emphasis is placed on performativity rather than gender per se. Therefore, the
chapter first explores the roots of Butler’s gender performativity in the performative speech theory of J.L.
Austin. Thereafter Butler’s own contributions and adaptations to Austin’s framework are explored. The
main takeaways constitute the definition of performativity as a new reality established through acting act
as well as the insight that any performance is by definition rooted in social conventions.
In the second chapter, the primary findings of Karol Wojtyła in Person and Act are examined in
relation to Butler’s concept of performativity. Wojtyła presents an analysis of the human person in which
the person itself is constituted, changed, even “made”, through acts. The chapter goes on to illustrate just
how similar Butler’s concept of performativity really is to Wojtyła’s understanding of the establishing of
the person through the act. From there on several other similarities and differences between both authors
are explored, showing them to be better read in tandem than as opposed to one another.
In the third and final chapter, we explore where performative gender would fit in Wojtyła’s
framework established in Person and Act. This exploration results in the finding that gender is more
properly understood as part of the acting, personal capacities of the human person rather than their
biological nature. From this intermediary conclusion, the chapter shifts focus to John Paul II’s Theology of
the Body to see whether Person and Act’s personalistic framework is applied correctly when it comes to
gender. The thesis concludes that it is not because Theology of the Body intertwines biological sex with
gender, thereby not doing justice to gender as part of the person and as constituted in the act.
The entire thesis comes together in a brief conclusion about the performance of drag, summarising
the main points and showing how drag is met with different responses by Karol Wojtyła and John Paul II.
Meer lezen

Het belang van levensbeschouwelijke vakken in het secundair onderwijs

Thomas More Hogeschool
2024
Zaid
El Bouazzaoui
De heisa in de media rond de afschaffing van de levensbeschouwelijke vakken houdt heel veel leerkrachten levensbeschouwing wakker. Dit heeft ervoor gezorgd dat deze bachelorproef tot stand gekomen is, met als centrale vraag: “Bevordert het geven van levensbeschouwelijke vakken in het secundair onderwijs het psychisch welzijn en studieprestaties bij tieners uit de tweede graad?”
Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste directeurs pro afschaffing zijn van de levensbeschouwelijke vakken uit de scholen, terwijl de meeste leerkrachten levensbeschouwing juist het behoud van de vakken verdedigen. Tijdens het onderzoeksproces leek het ook moeilijk om in Vlaanderen gevoerde onderzoeken, inzake de invloed van levensbeschouwing in het onderwijs, te vinden. De meningen uit dit onderzoek zijn zeer uiteenlopend. De meesten die voor de afschaffing opteren, ervaren vooral organisatorische en praktische problemen bij het inroosteren van de leerkrachten. Vaak zijn deze leerkrachten ook moeilijk te vinden, omdat ze vaker op verschillende scholen tewerkgesteld zijn. Daarentegen houden de leerkrachten levensbeschouwing zich juist bezig met het welbevinden van de leerlingen, waarbij de levensbeschouwelijke vakken een grote rol spelen. Het is juist door deze vakken dat de leerlingen kans krijgen om te ventileren en hun harten te luchten doorheen het drukke schoolcurriculum. Eveneens blijkt uit dit onderzoek dat de leerkrachten vaker extra tijd uittrekken om de leerlingen een luisterend oor te bieden en om abstracte vragen of thema’s te bespreken.
Wanneer de directeurs het inroosteringsprobleem niet meer ervaren, zou het best kunnen zijn dat er meer naar het welbevinden van de leerlingen wordt gekeken en kan eventueel hier meer onderzoek naar gevoerd worden.
Meer lezen

Persoonlijkheid en schaamhaar: Een analyse van schaamhaaronderhoud en de redenen hiervoor

KU Leuven
2024
Rob
Dralants
Deze masterproef richt zich op de relatie tussen persoonlijkheidskenmerken en de manier waarop mensen hun schaamhaar onderhouden. Het onderzoek richt zich specifiek op de invloed van de Big Five persoonlijkheidskenmerken (neuroticisme, extraversie, openheid voor ervaringen, vriendelijkheid en consciëntieusheid) op de keuzes rondom het scheren, trimmen of laten staan van schaamhaar. Het doel was om te begrijpen of persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op deze keuzes en wat de achterliggende redenen daarvoor zijn.

Om deze hypothesen te testen, werd een vragenlijst verspreid via sociale media, die werd ingevuld door 906 mensen met verschillende genderidentiteiten en seksuele oriëntaties. De vragenlijst bevatte onder andere een Big Five persoonlijkheidstest en vragen over schaamhaaronderhoud. De resultaten toonden aan dat vrouwen inderdaad vaker hun schaamhaar scheren of trimmen dan mannen, hoewel heteroseksuele mannen steeds vaker aan “manscaping” doen. Daarnaast bleken neuroticisme, extraversie en openheid voor ervaringen de belangrijkste persoonlijkheidskenmerken die verband hielden met schaamhaaronderhoud. Ook werd duidelijk dat de redenen voor schaamhaaronderhoud varieerden afhankelijk van de genderidentiteit en seksuele oriëntatie van de deelnemers.

Over het algemeen concludeert de studie dat er een duidelijk verband bestaat tussen persoonlijkheidskenmerken, schaamhaaronderhoud en de redenen waarom mensen ervoor kiezen om hun schaamhaar te onderhouden.
Meer lezen

Fiets je Vrij

Thomas More Hogeschool
2024
Sulekha
Salah
Fiets plan voor kansarme jongeren in Den Haag
Meer lezen

Leren van de Finnen: een vergelijkende studie gericht op het Finse en Vlaamse onderwijssysteem.

Hogeschool West-Vlaanderen
2024
Anna-Maria
Vancoillie
Het Finse onderwijs staat hoog aangeschreven. Deze stelling wordt beaamd door diverse leerkrachten, artikels, ranglijsten en onderzoeken. Mijn buitenlandse stage in Norden International School in Helsinki bood me de kans het Finse onderwijssysteem van dichtbij te leren kennen. In dit onderzoek ging ik op zoek naar een antwoord op de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kunnen succesvolle onderwijspraktijken uit Finland effectief ingezet worden door Vlaamse leerkrachten om de kwaliteit van hun eigen onderwijs te verbeteren?”
Meer lezen

MOSLIMVROUWEN EN DE HIJAB: ACADEMISCHE LOOPBAAN EN LATERE LOOPBAANKANSEN IN RELATIE TOT HET LERAARSCHAP

Universiteit Gent
2024
Oumaima
El Achraki
Deze masterproef onderzoekt de academische loopbaan en latere carrièremogelijkheden van moslimvrouwen die een hoofddoek dragen in het Vlaams onderwijs. Voor het onderzoek werden 28 moslimvrouwen bevraagd die een hoofddoek dragen en momenteel een lerarenopleiding volgen of recent hebben afgerond aan een Vlaamse hogeschool. Er werd gebruik gemaakt van kwalitatieve onderzoeksmethoden, waaronder focusgroepen en diepte-interviews. Het onderzoek focust zich op het hoofddoekendebat en belicht hoe deze vrouwen hun ervaringen op dat vlak beleven met betrekking tot hun academische loopbaan en latere loopbaankansen, waarbij discriminatie een belangrijke rol speelt.
Meer lezen

A change of direction in the jurisprudence on wrongful birth claims

Vrije Universiteit Brussel
2024
Graciela
Pardo Burbano
In deze thesis wordt het onderwerp van schadevergoeding wegens een medische fout behandeld, in het bijzonder de zgn. 'wrongful life, wrongful birth en wrongful pregnancy' vorderingen. Na een analyse van Belgisch recht, een discussie over de debatten, en een vergelijking met andere rechtstelsels komt een voorstel van mogelijke artikels om dit onderwerp te reguleren.
Meer lezen

De verborgen lagen van belle époque sgraffito: een Gentse casestudy

Universiteit Gent
2024
Febe
Buysse
De decoratietechniek sgraffito siert talloze gevels in Belgische steden en biedt hedendaagse wandelaars een blik op het straatbeeld van de belle époque. Deze prachtige decoraties vereisen echter aanzienlijke zorg om hun schoonheid te behouden, maar blijven vaak onderbelicht. Dit onderzoek richt zich op Gent als casestudy, met als doel de ontwikkeling van sgraffiti in de bloeiperiode van 1895 tot 1914 in kaart te brengen.

De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe heeft sgraffito zich in Gent ontwikkeld en wat maakt deze decoraties uniek op het gebied van stijl en techniek? Binnen een straal van 3 km worden specifiek 38 gebouwen en gebouwen-ensembles onderzocht. Deze selectie omvat ook sgraffiti uit het interbellum, gezien de directe invloeden van de sgraffito-techniek uit de belle époque. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, worden de decoraties en ontwerpers voornamelijk geanalyseerd via bronnenonderzoek, visuele analyse en archiefonderzoek. Dit leidt tot een indeling in vier groepen: sgraffito-pioniers, sgraffito-meesters, sgraffito-verkenners en sgraffito-erfgenamen, die samen de ontwikkeling van Gentse sgraffiti in kaart brengen.
Meer lezen

Duurzaamheidsrapportering in genoteerde vennootschappen

Universiteit Antwerpen
2024
Eline
Roels
Samenvatting
1. Door de omvang van de problematiek van de klimaatverandering wordt het duidelijk dat verschillende belanghebbenden zullen moeten bijdragen aan de bestrijding ervan. Hierbij wordt steeds meer aandacht besteed aan de rol van ondernemingen, die via duurzaamheidsrapportering verantwoordelijk kunnen worden gesteld. De Europese Unie heeft in dit kader niet stil gezeten en heeft een nieuwe richtlijn voorbereid, de Corporate Sustainability Reporting Directive. Deze richtlijn zal voor een groot aantal ondernemingen de verplichting tot duurzaamheidsrapportering opleggen. In het licht van deze nieuwe richtlijn en het feit dat een groot aantal ondernemingen hiervoor niet verplicht waren te rapporteren, lijkt het nuttig om te onderzoeken in hoeverre ondernemingen hierop zijn voorbereid.

2. Om dit te evalueren wordt allereerst het juridisch kader onderzocht, dat grote uitbreidingen met zich meebrengt. Zo zullen veel ondernemingen die voorheen niet over duurzaamheid rapporteerden, dit nu wel moeten doen. Bovendien wordt het toepassingsgebied qua inhoud aanzienlijk uitgebreid, vooral door de ESRS-standaarden die worden geïntroduceerd bij de CSRD. De ESRS-standaarden bestaan uit een aantal dwarsdoorsnijdende standaarden en thematische standaarden waaronder de ondernemingen zullen moeten rapporteren. Ondernemingen zullen hun rapportering moeten uitvoeren met een grote mate van detail. Voor sommige ondernemingen komt dit er bovendien al snel aan, waarbij sommige ondernemingen volgend jaar al moeten rapporteren over hun boekjaar in 2024.

3. In het kader van deze aangrijpende juridische veranderingen, lijkt het nuttig om te onderzoeken in hoeverre ondernemingen al rapporteren over duurzaamheid en of de nieuwe wetgeving haalbaar zal zijn voor deze ondernemingen. In dit empirisch onderzoek zijn de variabelen opgesteld door informatie te putten uit de duurzaamheidsrapporten van 2022. Hieruit worden de huidige problematieken omtrent duurzaamheid achterhaald. Deze variabelen worden vervolgens getoetst aan de duurzaamheidsrapporten van de ondernemingen van de BEL 20, BEL Mid en BEL Small. Uiteindelijk worden de bevindingen over duurzaamheidsrapportering in 2022 vergeleken met de CSRD-richtlijn en ESRS-standaarden om de stand van zaken van de ondernemingen te achterhalen. Dit helpt een beter beeld te vormen over de huidige positie van de ondernemingen en of deze stand van zaken tekort schiet in de toekomst.

Het onderzoek begint met het analyseren of ondernemingen überhaupt al rapporteren over duurzaamheid, wat niet bij alle ondernemingen al het geval is. Vervolgens wordt er onderzocht waar deze informatie zich bevindt, dit is van belang voor de consistentie met de financiële informatie. De resultaten tonen aan dat de overgrote meerderheid van de ondernemingen duurzaamheidsinformatie in het jaarverslag opneemt, wat de consistentie met de financiële informatie ten goede komt. Daarna wordt onderzocht in welke mate ondernemingen vrijwillig het belang van duurzaamheid erkennen. Dit wordt getoetst aan de vermelding van duurzaamheidsthema’s in het voorwoord en de aanwezigheid van een materialiteitsanalyse. Uit de bevindingen komt naar voren dat de vermelding van een duurzaamheidsthema daalt per categorie. De ondernemingen van de BEL 20 vermelden dit bijna allemaal, bij de BEL Mid doen 75% van de ondernemingen dit, terwijl dit bij de BEL Small 52% is. Bij de meeste ondernemingen lijkt het eerder de verantwoordelijkheid van de CEO om dit voorwoord op te stellen. Daarnaast hanteren ondernemingen vaak een (dubbele) materialiteitsanalyse. Deze analyse is voornamelijk aanwezig bij de ondernemingen van de BEL 20 en BEL Mid en komt minder naar voren bij de BEL Small.

Nadat onderzocht is of ondernemingen rapporteren over duurzaamheid en of zij vanuit zichzelf al met deze thema’s bezig zijn, wordt ook de inhoud van deze rapporteringen beoordeeld. Allereerst wordt onderzocht volgens welke standaarden ondernemingen hun duurzaamheidsrapportering opstellen. De conclusie hierbij is dat er een grote diversiteit aan rapporteringsstandaarden wordt gebruikt, doordat de NFRD geen verplichte standaarden oplegt. De EU hoopt hier in de toekomst verandering in te brengen, door de komst van de ESRS-standaarden. Hoogstwaarschijnlijk zal de diversiteit aan standaarden blijven bestaan, maar zullen de ondernemingen enkel onder de ESRS-standaarden moeten rapporteren om ook aan de andere standaarden te voldoen.

Met betrekking tot de klimaatdoelstellingen, zijn de meeste ondernemingen vanaf 2021 hun CO2uitstoot beginnen meten. Uit deze resultaten blijkt dat de BEL 20 en BEL Mid al uitgebreid rapporteren over hun uitstoot scopes 1, 2, terwijl de inspanningen van de BEL Small achterblijven. Vooral de rapportering over scope 3 blijft een grotere uitdaging dan de andere scopes, dit voor alle categorieën van ondernemingen. Niettemin komen de ESRS-standaarden hier al tegemoet door de ondernemingen de mogelijkheid te bieden deze scope in het eerste jaar, weg te laten. De klimaatkwesties hebben bovendien voor de verscheidene ondernemingen een andere impact, hierdoor wordt het belang van sectorale standaarden benadrukt.

Bij de sociale thema's valt op dat ondernemingen al uitgebreid rapporteren over deze thema’s. Dit staat in contrast met de rapportering over klimaatthema’s, waarbij de rapportering voor sommige ondernemingen toch moeizamer gaat. Dit kan verklaard worden doordat de informatie in eigen onderneming en bij eigen personeel verzamelen, simpeler is.

4. Op dit moment zijn er nog uiteenlopende resultaten op te merken tussen de verschillende ondernemingen, dit is vooral bij de BEL Small in vergelijking met de BEL 20 en de BEL Mid. Voor de meeste ondernemingen zal de komst van de CSRD inspanningen verwachten. De mate waarin ondernemingen zich zullen moeten inspannen zal wel verschillen. Van sommige ondernemingen, vooral in de BEL Small, zullen er nog veel inzet verwacht worden doordat ze momenteel achterlopen in hun rapportering. Bij de andere ondernemingen is dit echter niet het geval en wordt er gerapporteerd over de onderwerpen die de ESRS-standaarden voorop zal stellen. Dit gebeurt vaak nog niet in de mate van detail die van deze standaarden en nieuwe wetgeving wordt verwacht. Ook voor hen zal er dus nog energie moeten gestoken worden in het verfijnen van hun duurzaamheidsrapporten.
Meer lezen

PERSMISDRIJVEN VOOR DE JURY: GRONDWETTELIJKE WAARBORG OF GERECHTELIJK FOSSIEL?

Universiteit Gent
2024
Milan
Maertens
De Belgische grondwetgever heeft de persvrijheid in 1830-1831 vastgelegd met speciale waarborgen. Eén van deze grondwettelijke garanties is de bevoegdheid van het hof van assisen om te oordelen over zogenaamde 'persmisdrijven' (huidig artikel 150 Grondwet).
Hoewel het evident moet lijken dat er recente assisenzaken zijn geweest waarin de jury zich over een persmisdrijf heeft moeten uitspreken, zijn er in de naoorlogse periode - met uitzondering van drie gevallen - vrijwel geen voorbeelden te vinden. Dat persmisdrijven decennialang nauwelijks vervolgd zijn voor het hof van assisen houdt verband met uiteenlopende inhoudelijke, beleidsmatige en organisatorische redenen.
Door middel van een analyse van wetgeving, rechtspraak en literatuur ging deze rechtshistorische studie op zoek naar een antwoord op de vraag waarom er vandaag geen persprocessen meer voor de jury komen. Het onderzoek steunde hierbij deels op archiefonderzoek, waarbij drie niet eerder geanalyseerde archiefdossiers van het Oost-Vlaamse hof van assisen zijn bestudeerd.
Meer lezen

Press freedom in India

KU Leuven
2024
Margot
Verbaenen
Deze scriptie onderzoekt de afnemende staat van persvrijheid in India, waarbij er gefocust wordt op de ervaringen van Indiase journalisten die onder toenemende politieke en economische druk staan. Door middel van 11 diepte-interviews werd er onderzocht hoe journalisten te maken krijgen met bedreigingen, geweld en intimidatie, wat leidt tot zelfcensuur en een verslechtering van de kritische journalistiek. De studie belicht ook de rol van politieke entiteiten zoals de Bharatiya Janata Party (BJP) in het orkestreren van deze druk. De bevindingen benadrukken dat de persvrijheid in India systematisch wordt bedreigd, met ernstige gevolgen voor de democratische integriteit en het medialandschap.
Meer lezen

Wie niet sterk is, moet slim zijn. Partijmobilisatie tijdens lokale volksraadplegingen in Vlaanderen (1996-2023).

Universiteit Gent
2024
Ward
Maréchal
De kloof tussen burgers en de politiek heeft geleid tot een afname van het vertrouwen in traditionele partijen, wat hen steeds meer kiezers kost. In deze context worden vormen van directe democratie, zoals volksraadplegingen, vaak voorgesteld als een oplossing om beleid dichter bij de burgers te brengen. Dit roept de vraag op of politieke partijen hun invloed en macht tijdens deze raadplegingen werkelijk vrijwillig afstaan, of dat ze proberen hun positie te behouden door actief kiezers te mobiliseren.

Tot nu toe ontbreekt het aan systematisch onderzoek naar de mate en richting van deze mobilisatie door partijen tijdens lokale volksraadplegingen. Dit onderzoek beoogt deze leemte te vullen door lokale volksraadplegingen in Vlaanderen tussen 1995 en 2023 te bestuderen. Aan de hand van krantenonderzoek is een dataset samengesteld met relevante variabelen op het gebied van gemeenten, volksraadplegingen en partijkenmerken.

De analyses onthullen dat factoren zoals een linkse ideologie, eerdere ervaring met volksraadplegingen, de grootte van de gemeente en de competitiviteit van het politieke landschap een significante invloed hebben op de mobilisatiekracht van partijen. Deze bevindingen bieden waardevolle inzichten voor zowel maatschappelijke als academische discussies over de dynamiek tussen representatieve en participatieve democratie. Dit onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan de vraag hoe politieke partijen zich positioneren in een steeds meer participatieve democratische context.
Meer lezen

The Political Imperative of Public Space - Public sphere and space in the Brussels Capital Region

KU Leuven
2024
Gommaar
Van Reybrouck Van Gelder
This thesis explores the political imperative of public space in the Brussels Capital Region. The city-region, marked by administrative complexity and political stratification, is today also subject to a disconnect between citizens and representative democratic instances. This disaffection is exacerbated by broader political polarisation and hyper-politicization within Belgian society. Furthermore, despite discussions about a reappropriation of public space, true progress remains relative and often coincides with creeping processes of depoliticization.
Public space, however, plays a crucial role within the public sphere, which has been influentially theorised by Jürgen Habermas and Hannah Arendt. Habermas's historical analysis of the bourgeois public sphere highlights principles of accessibility, rational deliberation, and reasoned opinion-formation. This has been critiqued by Nancy Fraser for its exclusion of subaltern groups, leading to her concept of multiple counter-public spheres. Arendt in a different stance emphasises plurality as fundamental to politics, with the public sphere then being the site for action and speech.
The public sphere, although non-dismissible for forming critical public opinion and active citizenship in contemporary democracy, is today challenged by delocalisation and disembodiment. Therefore, in response to challenges to both sphere and space, the political imperative of public space proves essential to (re)consider. Public space must in this regard be seen as a relational entity with socio-physical and spatio-temporal dimensions. Characteristics such as accessibility, inclusivity, and potential for transgression are key, yet public spaces are more often dominated by patterns of e.g. securitization, privatization, and commodification.
The conceptualization of political public space in this thesis considers it as either a playground or a theatre, focusing on democratic performance of both citizens and architecture in itself. The general framework is subsequently applied to the case of the Brussels Capital Region. An analysis of XDGA’s non-realised design for the Schuman Square, a significant political and symbolic site, illustrates the potential and limitations of formal public spaces for embedding political action. In contrast, but refraining from hierarchisation, Filter Café Filtré Atelier’s OpenStreets project demonstrates the potential of informal public spaces to foster political engagement and activism around themes of common interest. The Decoratelier case study ultimately emphasizes the importance of genuine political engagement in public space, warning against superficial participation.
Addressing the political imperative of public space proves crucial for enabling citizen engagement within societal transformation. While public space alone cannot resolve polarisation, it can contribute by making abstract disagreements tangible and fostering continuous negotiation and debate. The thesis identifies key socio-physical and architectural considerations for evaluating the political imperative of public spaces, such as representation, control, and multi-publicity. The goal is to create a framework for spaces that represent both diverse publics and society, while enabling collective action and participation. After all, architects have a significant role in designing these spaces through re-engaging politics and aesthetics by treating space as an active participant in societal and political dynamics.
Meer lezen

Naar een recht op vrij verkeer voor personen die werden erkend als vluchteling in de EU?

Universiteit Antwerpen
2024
Adeodata
Kanyamihanda
Deze thesis ondezoekt de uitdagingen en mogelijkheden rondom het recht op vrij verkeer voor erkende vluchtelingen binnen de EU. De probleemstelling bevat de beperkingen van de Dublinprocedure, nationale drempels, beperkte mobiliteitsrechten en huidige nationale wetgeving van lidstaten die een overdracht van vluchtelingenstatus mogelijk maakt. De studie analyseert legale migratie voor derdelandsonderdanen in het kader van studies, economische activiteiten en gezinshereniging. Het pleit voor een uniforme vluchtelingenstatus in alle lidstaten, geldig in de hele EU, zodat zij vrij kunnen reizen. Ten slotte wordt er geevauleerd of een recht op vrij verkeer een oplossing biedt voor de tweede asielaanvragen van erkende vluchtelingen.


Meer lezen

Naar milieubenchmarks van residentiële gebouwen: invloed van materialiteit, geometrie en typologie

Universiteit Gent
2024
Maud
Haverbeke
De vraag naar oplossingen voor de klimaatproblematiek en voor de reductie van het aanzienlijke aandeel die de bouwsector hieraan bijdraagt, dringt zich steeds meer op. Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, groeit het ontwikkelen van een milieubenchmark steeds aan belang. Hoewel in verscheidene landen reeds onderzoek naar het opstellen van een benchmark wordt gevoerd, is nog geen optimale methode ontwikkeld. Aan de hand van een levenscyclusanalyse en een brede waaier aan woningvarianten, representatief voor het Belgische gebouwenlandschap, wordt het opstellen van een benchmark op een kritische manier benaderd. De woningvarianten worden bekomen door te starten vanaf een aantal referentietypes en hierop wijzigingen aan te brengen. Door die referentiecases te variëren op vlak van typologie, geometrie en materialiteit wordt het effect van die drie termen op het milieu in kaart gebracht. Aan de hand van benchmarking wordt duidelijk welke specifieke woonscenario’s in de toekomst al dan niet mogelijk zullen zijn. Die vaststellingen hangen sterk samen met de eventuele normalisatie van de milieuscore. Door het analyseren van de normalisatiefactor bestaat de mogelijkheid om bepaalde scenario’s in de toekomst toch te accepteren zonder dat ze een aanzienlijke nefaste uitwerking op de klimaatproblematiek uitoefenen.
Meer lezen

Multi-Robot Task and Motion Planning

Vrije Universiteit Brussel
2024
Viktor Laurens
De Groote
Genomineerde longlist mtech+prijs
Naarmate robots steeds belangrijker worden in diverse industrieën, krijgt de coördinatie van meerdere autonome robots in gedeelde omgevingen meer aandacht in onderzoek. Multi-Robot Systemen (MRS) beloven verhoogde efficiëntie, robuustheid en nieuwe mogelijkheden, maar brengen ook uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van bewegingsplanning. Dit geldt met name voor de coördinatie van meerdere manipulators, waarbij geavanceerde strategieën nodig zijn door de hoge dimensionale complexiteit van het probleem.

Traditioneel worden gekoppelde en ontkoppelde methoden gebruikt om het probleem van bewegingsplanning voor meerdere robots aan te pakken. Gekoppelde methoden hebben aanzienlijke schaalbaarheidsproblemen, omdat de reken- en geheugencapaciteit exponentieel toeneemt met elke extra vrijheidsgraad (DOF) in het systeem. Ontkoppelde methoden daarentegen zijn beter schaalbaar, maar leveren vaak suboptimale oplossingen en bieden geen garanties dat er een oplossing wordt gevonden, zelfs als die er is.

Dit onderzoek verkent een hybride aanpak tot bewegingsplanning, dat gebruikmaakt van Conflict-Based Search (CBS) als het low-level zoekalgoritme voor Probabilistic Roadmaps (PRM). Deze hybride benadering combineert de voordelen van zowel gekoppelde als ontkoppelde methoden. De effectiviteit van de hybride aanpak is geëvalueerd en vergeleken met beide methoden via Python-gebaseerde simulaties in twee experimentele opstellingen: één met vlakke manipulators in elkaars nabijheid en een andere met Franka Emika Panda-manipulators in PyBullet. De resultaten tonen aan dat CBS-PRM beter schaalt bij toenemende dimensionaliteit vergeleken met gekoppelde methoden, en dat het verbeterde slagingspercentages en efficiëntere paden oplevert ten opzichte van ontkoppelde methoden.

De ontwikkeling van deze hybride methode werd ondersteund door de creatie van een bibliotheek voor multi-robot bewegingsplanning, die de besproken algoritmen implementeert en benchmarking in verschillende scenario's ondersteunt. Hoewel de hybride aanpak aanzienlijke verbeteringen biedt, zijn er nog volop mogelijkheden voor verdere verfijning en optimalisatie.
Meer lezen

HypnoBirthing® happy birthing? Het effect van HypnoBirthing® op de parturiënt

Thomas More Hogeschool
2024
Loïs-Gloria
Kaljouw
Angst, spanning en pijn zijn drie aspecten die vaak verweven zijn met het
bevallingsproces en aanzienlijke invloed uitoefenen op de beleving ervan. Deze emoties
lijken inherent aan bevallen en zijn stevig verankerd in onze bevallingscultuur. De
medische benadering van verloskunde heeft vandaag de dag in grote mate de manier
bepaald waarop parturiënten angst, spanning en pijn benaderen. In een streven naar een meer natuurlijke bevalling, waarbij de nadruk ligt op het empoweren van de parturiënt en haar vermogen om weeën op te vangen, heb ik onderzoek verricht naar
HypnoBirthing®. Het doel van deze bachelorproef is om te onderzoeken welke invloed
HypnoBirthing® heeft op de parturiënt, alsook om de rol van de vroedvrouw in deze
context te belichten. Dit onderzoek beoogt niet alleen de effectiviteit van HypnoBirthing® te evalueren, maar ook om bij te dragen aan een bevallingspraktijk die minder gedomineerd wordt door angst, spanning en pijn, en in plaats daarvan meer inzet op empowerment en een positieve bevallingservaring voor vrouwen.
Meer lezen

THE AMERICAN DREAM IN DE VLAAMSE FILMINDUSTRIE: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK OVER DE HOLLYWOOD- ERVARINGEN VAN VLAAMSE FILMMAKERS EN - PRODUCENTEN

Universiteit Gent
2024
Jens
Van Landschoot
Deze masterproef gaat aan de hand van interviews in op de verschillende filmproductionele en -creatieve context in Hollywood en Europa met Vlaanderen als specifieke case. De focus ligt voornamelijk op de verschillende aspecten van beide productiecontexten. De onderzoeksvraag luidt: “Wat zijn de verschillen tussen de Vlaamse/Europese productiecontext en die in Hollywood, en hoe ervaren Vlaamse filmmakers deze verschillen?”. Een eerste stap in het formuleren van een antwoord op deze vraag was dan ook het interviewen van enkele Vlaamse filmmakers met ervaringen in beide productiecontexten. Deze data werd vervolgens aangevuld met een krantenanalyse. Met behulp van een thematische analyse werden daarna negen thema’s op een inductieve wijze ontwikkeld om de onderzoeksvraag te helpen beantwoorden. Deze thema’s hebben betrekking op de vrijheid van de filmmaker, censuur, agents, streamers, het sterrensysteem, de macht van de vakbonden, financiering, hoe filmmakers in Hollywood geraken en de schaalvergroting. Uit dit onderzoek blijkt dat de voornaamste resultaten bijna allemaal wel teruggekoppeld kunnen worden aan de commerciële verschillen van beide productiecontexten. In Hollywood overheersen de commerciële belangen namelijk veel meer de genomen beslissingen dan in Vlaanderen en
Europa. Daardoor is deze laatste productiecontext in staat om grotere risico’s te handhaven. Daarnaast zijn de verschillen ook vaak te verklaren door de schaalvergroting die de Hollywoodiaanse filmindustrie kenmerkt.
Meer lezen

The relationship between empowering leadership and in-role job performance: the moderating role of conscientiousness

Universiteit Gent
2024
Mara
de Koning
Genomineerde shortlist Klasseprijs
Mijn scriptie onderzoekt hoe "empowering leadership" de prestaties van leerkrachten beïnvloedt, met een focus op de persoonlijkheidstrek "consciëntieusheid." Het onderzoek, uitgevoerd onder bijna duizend leerkrachten in Vlaanderen en Brussel, toont aan dat leiderschap dat autonomie bevordert, een positieve invloed kan hebben op de werkprestaties van leerkrachten. Echter, deze positieve invloed is minder sterk bij leerkrachten die zeer consciëntieus zijn, omdat zij meer behoefte hebben aan structuur en duidelijke richtlijnen. De conclusie van de studie is dat een flexibele leiderschapsaanpak, afgestemd op de persoonlijkheid van leerkrachten, essentieel is om het lerarentekort en werkgerelateerde stress te verminderen.
Meer lezen

Mannelijk, ziek, gevaarlijk en vreemd. De representatie van lesbian-like vrouwen in de Belgische dagbladpers tijdens het interbellum.

KU Leuven
2024
Lea
Schiettecatte

Sinds het midden van de jaren 1970 besteden historici steeds meer aandacht aan de geschiedenis van lesbische vrouwen. Hoewel er sindsdien al veel invloedrijke werken verschenen, is er nog weinig historisch onderzoek gevoerd naar de geschiedenis van de representatie van vrouwelijke homoseksualiteit. Deze masterproef besprak daarom de representatie van lesbian-like vrouwen in de Belgische pers tijdens het interbellum. Daarbij werd een discoursanalyse toegepast op meer dan 150 krantenartikelen van 37 verschillende kranten. In de eerste plaats toonde dit onderzoek aan dat journalisten uitvoerig berichtten over vrouwen die zich mannelijk kleedden. Die vrouwen werden tijdens het interbellum ‘garçonnes’ genoemd. Journalisten gingen daarbij op zoek naar verschillende mogelijke oorzaken voor het bestaan van de garçonne, waarbij ze de Eerste Wereldoorlog en de emancipatie van de vrouw aanhaalden. Welke reden ze ook toeschreven aan hun bestaan, de verslaggevers waren het erover eens dat garçonnes onaantrekkelijk waren. Daarbij benadrukten socialistische en liberale journalisten dat de omgeving van de garçonne misnoegd was over haar uiterlijk en drukten katholieke journalisten hun bezorgdheid uit over de gezondheid van de vrouwen. Daarnaast benoemden verslaggevers de garçonne als een sociaal probleem, waarbij ze zich volgens hen ‘immoreel’ gedroeg. Daarnaast toonde dit onderzoek aan dat Belgische journalisten het pathologisch discours van medici overnamen. In die representaties was de lesbian-like vrouw een femme fatale, die roofdiergedrag vertoonde. Mogelijke slachtoffers van die femme fatale waren kinderen, maar ook volwassen vrouwen en mannen. Daarnaast geloofden de verslaggevers dat lesbian-like vrouwen een gevaar vormden voor de maatschappij, waarbij ze een bedreiging vormden voor gezinnen en bijgevolg de toekomst van het land. Afhankelijk van de ideologie van de krant waarvoor ze werkten, haalden journalisten de censuur van fictieve werken met lesbian-like personages aan als oplossing voor de bedreiging van de lesbian-like vrouwen. Ten slotte benoemden journalisten lesbian-like vrouwen consequent als ‘de andere’. Zo werden ze vereenzelvigd met de oudheid, waarbij ze zelfs als oorzaak van de val van het Griekse Rijk benoemd werden. Lesbian-like vrouwen werden echter ook vaak geassocieerd met het buitenland, met Frankrijk en Duitsland in het bijzonder. Die associatie was wellicht het gevolg van de imago’s van Berlijn en Parijs als steden met een sterke homoseksuele subcultuur. Daarnaast maakte specifiek de socialistische pers de associatie van lesbian-like gedrag met de hoogste klasse, wat gekaderd kan worden binnen het idee van de klassenstrijd. Het onderzoek toonde aan dat er zowel sprake was van gelijkenissen als verschillen tussen de berichtgeving per ideologie. Daarbij was er vaak sprake van meningsverschillen tussen de katholieke en socialistische pers en nam de liberale pers een meer ambigu standpunt in. Daarnaast kan de berichtgeving van België vergeleken worden met die van andere Europese landen. Daarbij kwamen bredere trends op het continent, zoals het pathologisch discours, het nationalisme en de afkeur ten opzichte van garçonnes, ook terug in Belgische pers. Toch verschilde de Belgische casus ook van andere Europese landen, bijvoorbeeld wat betreft de ideologische verschillen in het land en het uitzonderlijk verbod op censuur.
Meer lezen

De existentiële waarde van psychedelica-geassisteerde therapie in palliatieve zorgverlening

Vrije Universiteit Brussel
2024
Lima
van den Steen
In dit onderzoek exploreer ik de existentiële waarde van psychedelica-geassisteerde therapie (PAT) als een opkomende behandeling voor existentiële angst en depressie in palliatieve zorgverlening. Psychedelica zijn hallucinogenen die kunnen zorgen voor spirituele ervaringen, intense emoties en nieuwe inzichten. Deze nieuwe therapievorm situeert zich in een trend waarin de aandacht voor de existentiële pijler van palliatieve zorgverlening groeit. PAT is nog volop in onderzoek, en er is nood aan interdisciplinaire input om deze therapievorm beter te begrijpen en te omkaderen. In dit werk ga ik in op deze nood door vanuit een filosofisch en psychologisch kader te onderzoeken wat de existentiële waarde is van PAT binnen palliatieve zorgverlening. Hiervoor ga ik dieper in op de huidige stand van zaken van zowel onderzoek naar PAT als palliatieve zorgverlening, om vervolgens te exploreren hoe deze therapie existentiële thema’s zoals de dood, vrijheid, isolatie, betekenisgeving en spiritualiteit aanraakt.
Meer lezen

De aansprakelijkheid van en de rechtshandhaving door de overheid tijdens de COVID-19-pandemie: Vergelijkend onderzoek tussen België, India en Zweden

Universiteit Antwerpen
2024
Elena
Butaye
Deze meesterproef onderzoekt of het recht op (toegang tot de) gezondheidszorg werd gewaarborgd tijdens de COVID-19-pandemie en indien de overheid bij nalatigheid aansprakelijk gesteld kan worden. Dit onderzoek wordt geleid door volgende onderzoeksvragen:

1. Wat houdt het recht op toegang tot de gezondheidszorg in en wanneer is er sprake van nalatigheid indien de toegang tot gezondheidszorg niet wordt verleend?

2. Welke wetgeving/maatregelen werd(en) er genomen tijdens de COVID-19-pandemie, opdat het recht op (toegang tot de) gezondheidszorg werd gewaarborgd?

3. Werden de rechten van de patiënt voldoende gewaarborgd in de gezondheidszorg tijdens de COVID-19-pandemie?

4. Vanaf wanneer kan de overheid aansprakelijk gesteld worden voor diens nalatigheid in het voorzien van de nodige gezondheidszorg tijdens een pandemie?

Hoewel alle drie de landen hebben geprobeerd het recht op (toegang tot de) gezondheid(szorg) te waarborgen tijdens de coronapandemie, werden ze geconfronteerd met verschillende uitdagingen en tekortkomingen. Deze meesterproef benadrukt het belang van veerkrachtige gezondheidszorgsystemen, een snelle beleidsreactie op een pandemie, goed functionerende juridische kaders en effectief crisisbeheer in het omgaan met mondiale gezondheidscrisissen.
Meer lezen

Media in de kleuterklas: Het creatief denken stimuleren

Hogeschool PXL
2024
Britt
Roosen
Als bachelorproef onderwerp heb ik gekozen voor media in de kleuterklas. Ik heb onderzocht hoe ik het creatief denken bij kleuters van de derde kleuterklas kan stimuleren met behulp van een toolbox met verschillende mediamaterialen rond muzische vorming en diverse activiteiten.

Mijn ontwerp is een toolbox met verschillende mediamaterialen, diverse activiteiten, handleiding en een kijkwijzer. De toolbox is bedoeld voor gebruik in de kleuterklas en is zodanig ontworpen dat kleuters er zelfstandig en toegankelijk mee aan de slag kunnen. De open opdrachten in de toolbox geven de kleuters de ruimte en vrijheid om procesgericht met media te werken.
Meer lezen

Artificiële Intelligentie in het onderwijs

Hogeschool VIVES
2024
Istvan
Demey
Deze bachelorproef onderzoekt de optimale en veilige integratie van artificiële intelligentie (AI) in het Vlaams secundair onderwijs. Het onderzoek richt zich op de mogelijkheden van AI om een meerwaarde te bieden in het onderwijs en de gevaren die daarmee gepaard gaan. Door middel van een literatuurstudie, een enquêteonderzoek onder actieve leerkrachten en experimenteel onderzoek, wordt een breed overzicht gegeven van de huidige stand van zaken en de toekomstige potenties van AI in het onderwijs.
Uit de enquête blijkt dat veel leerkrachten reeds AI-tools gebruiken voor lesvoorbereiding en gepersonaliseerd leren, maar dat er een aanzienlijke kenniskloof bestaat die het optimaal gebruik van AI belemmert. Dit benadrukt de noodzaak voor gerichte opleidingen en ondersteuningsprogramma's. De literatuurstudie toont aan dat AI aanzienlijke voordelen kan bieden, zoals efficiëntieverbeteringen en gepersonaliseerde leerervaringen, maar ook risico's met zich meebrengt, zoals bias, ethische kwesties en mogelijke negatieve effecten op de creativiteit en het kritisch denken van leerlingen.
Het experimentele onderzoek illustreert praktische toepassingen van AI in het klaslokaal en biedt concrete voorbeelden en richtlijnen voor leerkrachten. De studie concludeert dat een gestandaardiseerde en goed gereguleerde aanpak essentieel is voor de succesvolle implementatie van AI in het onderwijs. Door het adresseren van de opleidingsbehoeften van leerkrachten en het ontwikkelen van ethische richtlijnen, kan AI een positieve en duurzame impact hebben op het onderwijs en de leerervaring van leerlingen in Vlaanderen.
(ChatGPT, persoonlijke communicatie, 30 mei 2024)
Meer lezen

ViaVia: a way to sustainability? Tourism social entrepreneurship as a catalyst for sustainable development - the case of ViaVia Travelers Cafés

KU Leuven
2023
Jazmin
Cevallos Vintimilla
Sociale ondernemingen hechten naast het economische aspect ook veel aan het sociale, en kunnen zo een hefboom zijn voor duurzame ontwikkeling. In deze scriptie wordt gekeken of een sociale onderneming uit de toeristische sector, de ViaVia Travelers Cafés, effectief duurzaam zijn. Case study ViaVia León (Nicaragua) en vergelijkend onderzoek 10 andere ViaVia's in het Globale Zuiden.
Meer lezen

On le dit fou: Geestelijke gezondheidszorg in Belgisch Centraal-Afrika, een vergelijkende analyse over de organisatorische evolutie tijdens het interbellum en onder de implementatie van het Tienjarenplan

KU Leuven
2023
Charlotte
Cornelissen
Een vergelijkende analyse over de organisatorische evolutie van de geestelijke gezondheidszorg in Belgisch Centraal-Afrika tijdens het interbellum en onder de implementatie van het Tienjarenplan.
Meer lezen

“Tall and Thin and Blond and Pretty and Young”: Subverting Postfeminist Culture in Ottessa Moshfegh’s "My Year of Rest and Relaxation"

Universiteit Gent
2023
Iris
Verhoeven
In mijn masterscriptie onderzoek ik hoe de Amerikaanse auteur Ottessa Moshfegh de postfeministische cultuur van de lange jaren '90 bekritiseert in haar roman "My Year of Rest and Relaxation" (2018) en die kritiek extrapoleert naar onze huidige maatschappij.
Meer lezen