Scriptiebank overzicht

De Vlaamse Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Het bevat intussen al meer dan 8.000 artikels en volledige scripties van bachelor- en masterstudenten die sinds 2002 hebben deelgenomen aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Van Bank tot Winkel: Interpersoonlijke servicescape in een doe-het-zelfzaak

Universiteit Hasselt
2024
Aura
Vanbuel
Mijn scriptie onderzoekt het model servicescapes en hoe dit een rol kan spelen in de toekomstige ontwerpen van retail design. Het eerste deel omvat de literatuurstudie. De betekenis van servicescapes, de relatie tot retail design en welke interpersoonlijke dienstverleningen er bestaan. De belangrijkste conclusie die hieruit voortkwam was dat het interpersoonlijke aspect van servicescapes relevant is voor retail design. Dit heb ik verder in detail onderzocht en hierdoor kwam ik tot een lijst van dienstensectoren die aandacht besteden aan het interpersoonlijke aspect. Finaal kwam de bankensector als meest relevante dienst, om verder te onderzoeken, naar voren. Daarop volgde het veldonderzoek startend met een online enquête om meer inzicht te verkrijgen in de wensen van de hedendaagse klant. Hieruit bleek dat er vooral in de sector 'fashion' en 'bouwmarkt' gebrek is aan interpersoonlijke service. Vervolgens heb ik casestudies van moderne banken, gelegen in Europa, geanalyseerd. Ze zijn een goed voorbeeld van de designstrategieën voor het interieurontwerp van een moderne bank. Dit onderzoek heeft zijn waarde voor retail design en heeft mij geholpen in de ontwikkeling van mijn masterproject.
Meer lezen

The role of Latin American dance makers in the Flemish dance landscape: A decolonial analysis of the Flemish dance landscape through the concept of cultural extractivism

Universiteit Gent
2024
Paulina
Rosa
Deze masterproef toont aan dat het concept van “(cultureel) extractivisme” relevant is voor een dekoloniale analyse van het Vlaamse danslandschap. Het draagt bij tot het begrijpen van niet alleen de koloniale oorsprong van de materiële rijkdommen die fundamenteel waren voor het ontstaan van deze culturele scène, maar ook de hedendaagse dynamieken met betrekking tot: culturele toe-eigening en exotisering op het vlak van dans; overbrenging van mensen van het Globale Zuiden naar Vlaanderen (vooral naar de hoofdstad Brussel); en overbrenging van ideeën van het Globale Noorden naar het Globale Zuiden. Deze studie stelt dat het Vlaamse danslandschap, een dansscène gebaseerd op individualiteit waarin de overgrote meerderheid van de dansende individuen niet oorspronkelijk uit Vlaanderen komt, opereert aan de hand van een culturele extractivistische logica van fetisjisering. Het onthult ook dat deze dynamiek en logica niet gekend zijn binnen de Vlaamse context, omdat het officiële discours eromheen voornamelijk geproduceerd wordt door tribaal bevooroordeelde Vlaamse auteurs: de meeste bronnen beschrijven de internationaliteit en culturele diversiteit van de Vlaamse dansscène als haar bepalende kenmerken, maar lauweren dit feit zonder de ongelijkheden die het impliceert onder ogen te zien. Aan de basis van die ongelijkheden ligt de cultuur van witte suprematie die geregeld opduikt in Westerse organisaties. Dit onderzoek suggereert dat echte institutionele dekolonisatie echte interculturaliteit vereist, in plaats van performatieve gebaren, exotisering en tokenisme. Het vereist dat de machtsonevenwichten in besluitvormingsprocessen worden aangepakt en dat de internationaliteit het institutionele personeel bereikt.
Meer lezen

Rethinking Anthropocene Architecture At Altitude

KU Leuven
2024
Marthe
Van Rompaey
De totale hoeveelheid door de mens gemaakte massa heeft de totale hoeveelheid biomassa op aarde ingehaald. Een nieuw tijdperk waarin de mens domineert, het Antropoceen, kondigt zich aan. Met 'sneller en meer' als religie, ontsnapt ook onze architectuurpraktijk niet aan de huidige tendens. Maar kan de tendens doorbroken worden en kan (interieur)architectuur een symbiotische relatie tussen mens en natuur vormgeven?

Marthe neemt je aan de hand van zes paviljoenen mee op een scenografische wandeling doorheen de Aosta Vallei. Doormiddel van tekst, maquette en film wordt op zoek gegaan naar alternatieve ontwerppraktijken die ruimte maken voor mens én anders-dan-mens. Wie de bergtop bereikt, vindt geen absolute waarheden, maar leert gaandeweg in vraag stellen langs paviljoenen die bewegen tussen hyperartificiële poëzie en de taal van de natuur.
Meer lezen

Lookism en de Assepoesterbepaling Een studie naar de toepassing van artikel 14 EVRM bij discriminaties wegens fysieke kenmerken (lookism)

KU Leuven
2024
Marie
Eglem
  • Marie
    Eglem
Lookism is een discriminatievorm waarbij gediscrimineerd wordt op grond van het uiterlijk van mensen. Over het onderwerp is al veel inkt gevloeid, maar over de stand van zaken met betrekking tot lookism op Europees mensenrechtelijk niveau is er echter weinig tot geen informatie vindbaar. Bijgevolg onderzocht ik in mijn scriptie, bij wijze van exploratief onderzoek, hoe en in welke mate artikel 14 EVRM beschermt tegen situaties van lookism.
Meer lezen

The Political Imperative of Public Space - Public sphere and space in the Brussels Capital Region

KU Leuven
2024
Gommaar
Van Reybrouck Van Gelder
This thesis explores the political imperative of public space in the Brussels Capital Region. The city-region, marked by administrative complexity and political stratification, is today also subject to a disconnect between citizens and representative democratic instances. This disaffection is exacerbated by broader political polarisation and hyper-politicization within Belgian society. Furthermore, despite discussions about a reappropriation of public space, true progress remains relative and often coincides with creeping processes of depoliticization.
Public space, however, plays a crucial role within the public sphere, which has been influentially theorised by Jürgen Habermas and Hannah Arendt. Habermas's historical analysis of the bourgeois public sphere highlights principles of accessibility, rational deliberation, and reasoned opinion-formation. This has been critiqued by Nancy Fraser for its exclusion of subaltern groups, leading to her concept of multiple counter-public spheres. Arendt in a different stance emphasises plurality as fundamental to politics, with the public sphere then being the site for action and speech.
The public sphere, although non-dismissible for forming critical public opinion and active citizenship in contemporary democracy, is today challenged by delocalisation and disembodiment. Therefore, in response to challenges to both sphere and space, the political imperative of public space proves essential to (re)consider. Public space must in this regard be seen as a relational entity with socio-physical and spatio-temporal dimensions. Characteristics such as accessibility, inclusivity, and potential for transgression are key, yet public spaces are more often dominated by patterns of e.g. securitization, privatization, and commodification.
The conceptualization of political public space in this thesis considers it as either a playground or a theatre, focusing on democratic performance of both citizens and architecture in itself. The general framework is subsequently applied to the case of the Brussels Capital Region. An analysis of XDGA’s non-realised design for the Schuman Square, a significant political and symbolic site, illustrates the potential and limitations of formal public spaces for embedding political action. In contrast, but refraining from hierarchisation, Filter Café Filtré Atelier’s OpenStreets project demonstrates the potential of informal public spaces to foster political engagement and activism around themes of common interest. The Decoratelier case study ultimately emphasizes the importance of genuine political engagement in public space, warning against superficial participation.
Addressing the political imperative of public space proves crucial for enabling citizen engagement within societal transformation. While public space alone cannot resolve polarisation, it can contribute by making abstract disagreements tangible and fostering continuous negotiation and debate. The thesis identifies key socio-physical and architectural considerations for evaluating the political imperative of public spaces, such as representation, control, and multi-publicity. The goal is to create a framework for spaces that represent both diverse publics and society, while enabling collective action and participation. After all, architects have a significant role in designing these spaces through re-engaging politics and aesthetics by treating space as an active participant in societal and political dynamics.
Meer lezen

Identifying inter-growth form differences and seasonal dynamics in leaf spectral and functional traits of lianas and trees in a tropical forest

Universiteit Gent
2024
Elise
Huysman
Lianen zijn structurele parasieten die bomen beklimmen om toegang te krijgen tot de bovenste bladerdaklaag. Hun abundantie en biomassa nemen toe in de Neotropen, wat waarschijnlijk de werking van deze tropische gebieden beïnvloedt. Lianen hebben minder structureel weefsel en beperken de groei van bomen, waar door de aangetaste bossen minder koolstof vastleggen. Hun bladreflectie is gemiddeld hoger dan die van bomen, wat de spectrale signatuur van de tropische bossen verandert.
Deze studie onderzoekt de structurele en biochemische bladkenmerken van lianen en bomen in een secundair tropisch regenwoud in Panama. De onderzochte kenmerken omvatten bladdikte, equivalente waterdikte (C), bladmassadichtheid (LMA) en koolstof- en stikstofgehalte, evenals hun stabiele isotopen δ13C en δ15N. Daarnaast wordt de bladreflectie tussen 350 en 2500 nm onderzocht, met de focus op verschillen tussen de twee groeivormen en hoe deze kenmerken variëren met seizoensveranderingen. Door een combinatie van bladkenmerkmetingen en hyperspectrale reflectiegegevens, werden statistische testen en lineaire gemengde effectenmodellen gebruikt om de gegevens te analyseren.
De resultaten onthullen significant lagere LMA, C en δ13C-gehalte voor lianen dan voor bomen. Seizoensgebondenheid heeft geen significant effect op de bladkenmerken. De reflectie van lianenbladeren is significant hoger dan die van bomen in twee van de vier waterbanden in het kortgolvig infraroodgebied en het groene gebied. Daarnaast beïnvloeden seizoensvariaties de reflectie-eigenschappen van bomen. Ze blijken significant verschillende reflecties te hebben tussen seizoenen in de twee overgebleven waterbanden en het nabij-infraroodgebied. Lianen daarentegen worden niet significant beïnvloed door seizoensgebondenheid in de vooraf bepaalde banden. De Kullback-Leiber divergentie van de reflectiespectra tussen seizoenen is meer dan 4 keer groter voor bomen dan voor lianen. Deze bevindingen suggereren dat onderzoek naar de reflectie van boombladeren seizoensgebondenheid in aanmerking moet nemen. Voor lianen daarentegen lijkt de reflectie weinig beïnvloed door seizoensgebondenheid. Zowel de bladkenmerken als de reflectie van lianen lijken stabiel te zijn gedurende het natte en droge seizoen.
Onze bevindingen suggereren dat de onderscheidende structurele en biochemische kenmerken van lianen en bomen een cruciale rol spelen in hun ecologische strategieën en interacties binnen het bosecosysteem. Verder benadrukt de studie het potentieel van hyperspectrale reflectie als een proxy voor het monitoren van blad v kenmerken. Deze inzichten dragen bij aan een beter begrip van de ecologische rollen van lianen en bomen en hun reacties op milieuveranderingen, wat essentieel is voor het voorspellen van de gevolgen van klimaatverandering voor tropische bosecosystemen
Meer lezen

Klassieke media versus sociale media: Een vergelijkend onderzoek naar de relatie tussen het recht en de democratische rol van media

Vrije Universiteit Brussel
2024
Max
Van Den Bosch
Deze scriptie bevat een vergelijkend juridisch onderzoek naar klassieke en sociale media. Vanuit het onderzoek naar de democratische rol van beide types media, vergeleek ik de juridische kaders van klassieke en sociale media.
Meer lezen

Forecasting residential PV power using transfer learning with synthetic data

KU Leuven
2024
Robbe
Vander Eeckt
Solar power forecasting is essential for optimizing energy use in residential households.
Machine learning models are promising for this power forecasting because they can
capture its non-linear characteristics. Nonetheless, these models require a significant
amount of data that is unavailable for new installations. To overcome the limited
data availability, this thesis proposes a transfer learning model using Long ShortTerm Memory (LSTM) networks trained on synthetic photovoltaic (PV) generation
provided by the Photovoltaic Geographical Information System. Using the metadata
about a PV installation, this synthetic data simulates the past production of the
new PV installation. The model utilizes Numerical Weather Predictions (NWP)
and autoregressive covariates. This proposed model is compared to benchmarks,
including models trained only on sites’ actual PV power, physical models, and TL
models with no weather covariates.
The research investigates the effect of physics-informed variables on the accuracy
of transfer learning. Furthermore, it examines the usage of reanalysis data to train
with synthetic PV data due to the low accessibility of historical Numerical Weather
Prediction output. Walk-forward validation is employed for forecasting the actual
PV power to simulate real-life conditions and the impact of increasing target data.
The results demonstrate that models trained with historical Numerical Weather
Prediction data achieve higher zero-shot forecasting accuracy. Contrary to expectations, including physics-informed variables did not enhance performance; in fact,
it showed a slight decrease. Additionally, models trained on reanalysis data catch
up with those trained on historical NWP data once limited target data becomes
available.
Discussion highlights include the impact of Storm Darcy in February 2021, which
caused instability in machine learning models and the suitability of other ML models.
The proposed LSTM-based transfer learning model can provide accurate forecasts
even with no or limited actual PV power data, proving its potential for practical
applications in solar power forecasting for residential households.
Meer lezen

Él Que se Apura, Pierde Tiempo He Who Rushes, Wastes Time* Charting the Course for a Just Energy Transition in the midst of a Green Hydrogen “Rush” in Magallanes, Chile: The Critical Role of Local Voices

Universiteit Gent
2024
Sil
Maslov
Mijn masterthesis onderzoekt de invloed van de dringende groene energietransitie en de daarbij snelgroeiende groene waterstofindustrie in Patagonië, Chili, op lokale gemeenschappen en het milieu. De studie benadrukt de spanningen tussen wereldwijde klimaatambities en de sociaal-ecologische rechtvaardigheid op lokaal niveau. Door middel van veldonderzoek en interviews met lokale activisten en betrokken burgers, breng ik de risico's van 'groen extractivisme' in kaart, waarbij schijnbaar duurzame technologieën leiden tot nieuwe vormen van exploitatie en marginalisatie. Mijn onderzoek pleit voor een inclusieve en rechtvaardige energietransitie, waarin lokale stemmen centraal staan.
Meer lezen

ECHOES OF TRANSFORMATION: Seawater Iodine Extraction Pavilion | Explorative architectural strategies for dynamic interactions between water and reappearing land within Polish coastal context (54°38’21”N 18°30’56”E).

KU Leuven
2024
Justyna
Pawelczak
In the landscape of Polish coastal patches, the tension between water and land
resonates. This study focuses on the exploration of an ecologically specific zone
within the Baltic Sea—the Bay of Puck, enclosed by the mainland and the peninsula.
Utilizing various media, from graphics to animations, the research aims to capture
and convey the observations and experiences gathered during travel. Central to this
study is an atlas that combines exploration defined as echoes and transformations
within a boundless and unpredictable context, reflecting the rather nonlinear
journey of this thesis.
The initial focus is on the coastal background, highlighting remnants of uncommon
infrastructures that stand as testaments to both past human activity and nature’s
impact. While fortifications are intended to provide defense, they remain vulnerable
to the forces of dynamic nature. Amidst rapid climate change and anthropogenic
impacts on the landscape, this area, though bounded by natural parameters controlled
by the Marine Acts, faces pressures of continuous development. The thesis delves
into the ecological aspects of Polish coastal areas, emphasizing how these factors can
inform and shape the space itself.
The study introduces findings that underscore the dynamic interaction between
these elements, especially in the context of reappearing underwater land. The
collected observations provide measures to create environmental scenarios across
various spatial and temporal phases, representing the site’s transformative nature
and gradual transition between water and land through environmental adaptation.
By exploring adaptive architectural practices that respect and respond to the natural
cycles of the environment, the study encourages different strategies, providing a
spatial intervention, as a research outcome, that is both reactive and integrating.
Ultimately, it aims to preserve the rhythm of the coastal landscape found on-site. The
distinct sense of time at the seaside is shaped by the rhythm of tides and fluctuating
water levels. The evolving landscape further enhances the comprehension of this
dynamic environment.
The research question guiding this investigation is: How can architectural practice
preserve and emphasize the dynamic interaction between land and water? The
thesis explores architectural strategies that harmonize the built environment with
the ever-changing natural world, enhancing the sensory engagement of people with
the dynamic landscape.

Meer lezen

Exploratieve studie naar een benoemtest die rekening houdt met visuele inputstoornissen bij personen met afasie

KU Leuven
2024
Klara
Spooren
  • Jana
    Sevenants
Genomineerde shortlist Eosprijs
Ontwikkeling van een nieuwe benoemtest om personen die een beroerte hebben doorgemaakt maximaal te ondersteunen. Binnen deze test wordt woordvinding getest aan de hand van auditieve input in plaats van de klassieke visuele input. Dit blijkt uit ons onderzoek een gepast alternatief om personen met visuele inputstoornissen optimaal te ondersteunen.
Deze test wordt binnenkort gepubliceerd om patiënten in praktijk te kunnen helpen.
Meer lezen

Anchor Loss

Antwerp Maritime Academy
2024
Nick
Verbeek
Deze thesis onderzoekt hoe een gebrek aan kennis over het correcte gebruik van de
ankerinstallatie kan leiden tot schade aan het schip. Door middel van een literatuurstudie wordt duidelijk gemaakt aan welke eisen een ankerinstallatie moet voldoen, wat de gevolgen zijn van beschadigingen eraan en welke factoren dergelijke beschadigingen kunnen veroorzaken.
Meer lezen

Investigating vegetational survey efficiency using a long-term phenological survey along a subarctic elevation gradient

Universiteit Antwerpen
2024
Beau
Ramaekers
The warming of the global climate system, particularly pronounced in Arctic regions, poses significant challenges to plant species, communities and ecosystems. Understanding the dynamics of Arctic flora in response to this changing climate is crucial for predicting and mitigating its impacts. Long-term vegetational surveys are crucial monitoring tools to capture these dynamics in species diversity, distribution and phenology. Nevertheless, their observations and projections are frequently based on data lacking sufficient temporal and spatial resolution and often neglect the error caused by imperfect observations. Here, we show that species detection is influenced not only by the inherent dynamics of vegetation, including seasonal and year-to-year fluctuations and the broader context of long-term climate change, but also by other temporal, spatial and species-specific variation within the plant community. Interdependent effects of factors such as growing season temperature, seasonal timing of observation, elevation, total plot species richness, and species-specific traits were found to have a crucial impact on species observation accuracy, often manifesting through changes in phenology and morphology across different dimensions. As such, the changing climate directly and indirectly influences these factors through space and time, making it challenging to make a distinction between inherent species dynamics and inaccurate observations. Our findings highlight the need for multiple surveys per year, effective timing of monitoring within the growing season, year-to-year comparisons and adopting adequate spatial scales to account for imperfect observations, especially when studying species’ temporal dynamics. These insights contribute to broader discussions on the complexities of ecological monitoring and underscore the importance of adapting adequate survey methods to effectively capture species dynamics in a changing climate. This to avoid making misleading conclusions, resulting in over- or underestimations of species dynamics.
Meer lezen

Exploring iron-binding properties of the nucleosome through recombinant and cellular approaches

Universiteit Antwerpen
2024
Inna
Cordy
Histonen zijn eiwitten die het DNA in de celkern helpen oprollen en structureren, zodat het compact blijft en toegankelijk is voor celprocessen. Ze spelen een cruciale rol in genregulatie en de vorming van chromatine. Hoewel de binding van metalen aan histonen al decennia wordt onderzocht, ontbreekt nog steeds overtuigend bewijs voor hun biologische functie. Recente studies toonden wel aan dat koper in de functionele vorm en ijzer in de lineaire vorm aan histonen kan binden. Deze masterthesis onderzoekt of ijzer ook in de biologische conformatie aan histonen kan binden. Hiervoor worden twee modellen ontwikkeld: een eiwitmodel, waarbij bacteriële expressie werd gebruikt om de histonen te vormen en hun ijzerbindingscapaciteit te testen, en een cellijnmodel, waarbij histonen in cellen werden geactiveerd of uitgeschakeld om hun rol in ijzerbinding te bestuderen.
Meer lezen

Multi-Robot Task and Motion Planning

Vrije Universiteit Brussel
2024
Viktor Laurens
De Groote
Genomineerde longlist mtech+prijs
Naarmate robots steeds belangrijker worden in diverse industrieën, krijgt de coördinatie van meerdere autonome robots in gedeelde omgevingen meer aandacht in onderzoek. Multi-Robot Systemen (MRS) beloven verhoogde efficiëntie, robuustheid en nieuwe mogelijkheden, maar brengen ook uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van bewegingsplanning. Dit geldt met name voor de coördinatie van meerdere manipulators, waarbij geavanceerde strategieën nodig zijn door de hoge dimensionale complexiteit van het probleem.

Traditioneel worden gekoppelde en ontkoppelde methoden gebruikt om het probleem van bewegingsplanning voor meerdere robots aan te pakken. Gekoppelde methoden hebben aanzienlijke schaalbaarheidsproblemen, omdat de reken- en geheugencapaciteit exponentieel toeneemt met elke extra vrijheidsgraad (DOF) in het systeem. Ontkoppelde methoden daarentegen zijn beter schaalbaar, maar leveren vaak suboptimale oplossingen en bieden geen garanties dat er een oplossing wordt gevonden, zelfs als die er is.

Dit onderzoek verkent een hybride aanpak tot bewegingsplanning, dat gebruikmaakt van Conflict-Based Search (CBS) als het low-level zoekalgoritme voor Probabilistic Roadmaps (PRM). Deze hybride benadering combineert de voordelen van zowel gekoppelde als ontkoppelde methoden. De effectiviteit van de hybride aanpak is geëvalueerd en vergeleken met beide methoden via Python-gebaseerde simulaties in twee experimentele opstellingen: één met vlakke manipulators in elkaars nabijheid en een andere met Franka Emika Panda-manipulators in PyBullet. De resultaten tonen aan dat CBS-PRM beter schaalt bij toenemende dimensionaliteit vergeleken met gekoppelde methoden, en dat het verbeterde slagingspercentages en efficiëntere paden oplevert ten opzichte van ontkoppelde methoden.

De ontwikkeling van deze hybride methode werd ondersteund door de creatie van een bibliotheek voor multi-robot bewegingsplanning, die de besproken algoritmen implementeert en benchmarking in verschillende scenario's ondersteunt. Hoewel de hybride aanpak aanzienlijke verbeteringen biedt, zijn er nog volop mogelijkheden voor verdere verfijning en optimalisatie.
Meer lezen

Soil Biotic Complexity Shapes Grassland Bacterial Communities and Ecosystem Functioning

Universiteit Antwerpen
2024
Björn
Hendrickx
Genomineerde shortlist Vlaamse Scriptieprijs
Soils are everywhere and they are teeming with life. They contain over 59% of all biodiversity and these different species are in close contact with each other. Soil organisms interact with such a vast array of other soil organisms that they construct an intricate soil community network, which is still poorly understood. However, global change is pushing down on these smaller life forms and, by extent, threatening the world as we know it. The loss in soil biodiversity is tangible in the functional network and stunts the performance of entire ecosystems.

This thesis will point our gaze downwards, literally. We will explore the intricate soil network, comprised of life such as microscopic insects, worm-like organisms, fungi and bacteria. While largely invisible, the cooperation of these organisms keeps both the natural world and our civilisation running, as they deliver valuable ecosystem functions which shape our aboveground worlds. Bacteria are an essential cornerstone in soil networks. For instance, they are crucial in the decomposition process, in which they recycle organic matter and thus revitalise the ecosystem. This was our reason to further look into how Bacteria are impacted by the loss of whole groups from the soil network.

This research has found that subsequentially losing more and more different organism groups results in bacterial communities which differ significantly from each other. As their composition changes, the benefits they provide to the ecosystem change as well. We showed that the ability of bacteria to recycle nutrients is drastically impeded as the soil networks are degrading. This will in turn cause further decline in biodiversity as certain species will be unable to sustain their nutritional needs

Plant productivity was affected as well. While grasses seemed to be more resilient, herbs decreased in their performance, which could ultimately have important consequences for the ecosystems, such as a lower abundance of flowers for pollinators.

This study underlines the efficiency of a diverse soil system. Due to the disruption in the trophic and decomposition networks, the functioning of the overall soil network declines in its efficiency. This is alarming considering these belowground communities are the foundation of our aboveground world.
Meer lezen

Bridging The Gap Between Urban Planning and Development - Generating Value by Shifting Risk and Reward

Universiteit Gent
2024
Wouter
Coucke
De master thesis onderzoekt de complexe interactie tussen stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars bij het vormgeven van de gebouwde omgeving, gekenmerkt door een dynamisch samenspel van visie, onderhandeling en uitvoering tussen deze disciplines. Hoewel zowel ontwikkelaars als stedenbouwkundigen waarde hechten aan professionele samenwerking en erkennen dat dit leidt tot kwalitatief betere projecten en snellere goedkeuringen, wijzen de afgenomen interviews op het bestaan van een grote kloof, gekenmerkt door wederzijds wantrouwen, uiteenlopende doelstellingen en een uiteenlopend discours. Ontwikkelaars geven prioriteit aan winst en rendabiliteit, wat vaak botst met de lange termijnwaarde, de sociale impact en het gemeenschappelijk welzijn, waar stedenbouwkundigen zich op richten. Verschillende opvattingen over eigendomsrechten, een aanvaardbare vergoeding voor de genomen risico's, en verschillende visies omtrent de aanpak van het verdichtingsvraagstuk en de realisatie van betaalbare woningen, verergeren de kloof verder.

Vastgoedontwikkeling is een risicovolle, complexe, multidisciplinaire en kapitaalintensieve onderneming die de interactie en afstemming van verschillende belanghebbenden en een actief risicobeheer vereist. Wanneer risico's correct zijn geïdentificeerd, geanalyseerd en geëvalueerd, kunnen ze worden beheerst door deze te vermijden, te elimineren, te verminderen, te delen, over te dragen en uiteindelijk het restrisico te accepteren. Hoewel risicobeheer een complexe is, is het zeker niet uitsluitend een rationele benadering. Ervaring speelt ook een rol, en de risicoperceptie van ontwikkelaars wordt onder meer beïnvloed door de verwachtingen van consultants, financiële instellingen en investeerders.

Vanuit een stedenbouwkundig perspectief zijn de maatschappelijke risico's breder en de relevante tijdshorizon veel langer dan de doorlooptijd van het ontwikkelingsproces. Het vermogen van een projectontwikkelaar om risico's te delen of zelfs over te dragen aan een andere partij hangt grotendeels af van de professionaliteit en onderhandelingskracht van die andere partij. Hoewel ervaringen met publiek-private samenwerkingen niet eenduidig zijn, bieden ze wel het potentieel om ontwikkelingsrisico's te delen en de nodige publieke capaciteit en competenties op te bouwen om risico's te begrijpen en zelfs te beheren.

Het bereiken van een evenwicht tussen private ambities en maatschappelijke impact is een cruciaal element van stedenbouw en ontwerp. Dit evenwicht wordt vaak aangeduid als de 'kwaliteit' of 'waarde' van het project. Er bestaan echter verschillende waardebegrippen en deze worden in de masterthesis onderzocht. Ruilwaarde verwijst naar de waarde van een goed of dienst in handel, vaak uitgedrukt in geld. De focus op ruilwaarde geeft vaak voorrang aan monetair gewin onder het kapitalisme, waardoor bredere sociale en culturele waarden, die een belangrijke rol spelen in stedelijke ontwikkeling, mogelijks worden verwaarloosd. De conceptie van stedelijke ruimte wordt beïnvloed door dominante visies op sociale en culturele gebruikswaarde en veel minder door persoonlijke emotionele waarden. Het heersende regime, waarvan de stedenbouwkundigen de vertegenwoordigers zijn, controleert de productie van sociale ruimte door middel van de conceptie ervan , en dit kan botsen met de puur economische focus op ruilwaarde, vaak aangenomen door projectontwikkelaars.

Effectieve kwaliteitsborging in ruimtelijke ontwikkeling vereist duidelijke discussies tussen ontwikkelaars en autoriteiten over de onderliggende aannames, ambities en strategieën om een goed projectresultaat te bereiken. Om stedelijke kwaliteit te evalueren, is een genuanceerde en veelzijdige benadering noodzakelijk. Kwaliteitskamers, opgericht in allerlei vormen om projectkwaliteit te evalueren en te waarborgen, missen formele autoriteit en een coherente aanpak, en de toepassing ervan wordt niet dooer iedereen positief beoordeeld. Het is daarom aangewezen om de noodzaak en de werking van deze kwaliteitskamers te evalueren en desnoods te herzien.

De algemene uitkomst van de interviews is een falen van een effectief ruimtelijk beleid in Vlaanderen. De centrale Vlaamse overheid wordt als zwak en afwezig beschouwd, terwijl kleinere lokale overheden onderbemand en niet toegerust zijn om complexe vergunningsaanvragen aan te pakken. De 'laissez-faire'-aanpak kan historisch worden gesitueerd, maar heeft geleid tot een ongekende verstedelijking, aangejaagd door kansen voor grondeigenaren om speculatieve waarde te creëren en te behouden door het verkrijgen van vergunningen. Dit gedrag wordt vaak toegeschreven aan projectontwikkelaars, maar hun werkterrein is verschoven naar de herontwikkeling van bestaande locaties en gebouwen.

Het debat over ruimtelijke ordening richt zich hoofdzakelijk op het verlenen van vergunningen, met een zeer sterke nadruk op formaliteiten. Het vergunningsproces is ook overmatig gereguleerd en de nadruk op juridische formaliteiten heeft geleid tot een verlies aan strategische visie, terwijl belangrijke planningsuitdagingen blijven bestaan. Het ontbreken van duidelijke ontwikkelingskaders creëert bovendien onzekerheid, wat efficiënte en innovatieve stedelijke ontwikkeling belemmert.

De Vlaamse overheid moet opnieuw de controle verwerven over planning en programmering door middel van een synergetische aanpak aan te nemen waarbij beslissingen meer centraal worden genomen en middelen worden gebundeld, en waarbij stedelijke ontwikkelingskaders op subregionaal niveau worden vastgelegd. Zodra het ontwikkelingskader is bepaald, is het een stevig werkinstrument voor zowel stedenbouwkundigen als ontwikkelaars. De betrokkenheid van provincies op dit tussenniveau, of een andere subregionale instantie, moet verder worden onderzocht. Bovendien moeten een aantal dubbelzinnige ruimtelijke concepten worden herzien door ze te beoordelen vanuit hun collectieve gebruikswaarde en de grenzen met puur emotionele waarde, zodat ze bruikbare concepten worden in plannings- en vergunningsprocedures.

De vergunningsprocedure dient grondig herzien te worden, onder andere om de mogelijkheden van lichtvaardige beroepen op basis van persoonlijke emotionele waarden of zakelijke motieven te beperken, en om de mogelijkheid om de hele vergunningsbeoordeling compleet over te doen in de adminsitratieve beroepsprocedure, zonder daarmee rekening te houden met voorafgaande afspraken en overwegingen, af te schaffen. De rol en reikwijdte van de zogenaamde Kwaliteitskamers moet worden gestructureerd en geïntegreerd in het vergunningsproces, o.a. door de mogelijkheden van ontwikkelingskosten en ontwikkelingsakkoorden uit te breiden. Een fundamentele vraag in dit alles is wat de rol van de stedenbouwkundige in dit alles is.

Tenslotte heeft de analyse van de case study aangetoond dat Upgrade Estate in staat is relaties op te bouwen met zijn stakeholders en een product te ontwikkelen dat voldoet aan de behoeften van zijn huurders en investeerders, gebaseerd op grondig marktonderzoek. De behoefte aan het product, de marketingaanpak en, tot op zekere hoogte, de architecturale vorm van de Loop 5-gebouwen creëren een gevoel van collectiviteit dat Upgrade Estate in staat stelt zijn operatie te financieren op basis van naamsbekendheid en reputatie, wat het resultaat is van een zeer sterke relatie met zijn investeerders, een stabiel maar relatief laag financieel rendement, het nemen van sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, een uitstekende corporate marketingmachine en een bewezen staat van dienst. De financiering van het project gebeurt via een innovatief financieringssysteem dat aan de aandacht van de de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) ontsnapt lijkt te zijn. Om de risico's voor de eindinvesteerders te beperken, zou de FSMA dit soort structuren dringend moeten herzien, met name met betrekking tot deugdelijk bestuur, marktconforme waardering en transparantie.
Meer lezen

Mijn zoektocht naar sporadisch welzijn

Hogeschool VIVES
2024
Eddy
Van Damme
Mijn portfolio is opgebouwd als een interview met mezelf.
De verschillende vragen die ik me heb gesteld doorheen deze opleiding komen
hier systematisch aan bod.
Stilaan komt het waarom, het hoe en het wat duidelijk naar boven via die
structuur. De keuze voor een klassiek format accentueert de inhoud.
Antwoorden komen hier in mijn eigen specifieke schrijftaal op papier, aangezien
dat voor mij de helderste manier is om mijn binnenkant naar buiten te brengen.
Zo kan ik ook tonen hoe ik met deze opleiding aan de slag ben gegaan.
Mijn persoonlijk pad tot ervaringswerker en mijn maatschappelijke positie
komen daarmee duidelijk aan bod.
Meer lezen

Ontwikkeling en Validatie van een LC-MS/MS Methode voor de Kwantificatie van Cafeïne in Verschillende Soorten Koffie en Thee

Erasmushogeschool Brussel
2024
Jaron
Willems
Achtergrond
Ultra High Performance Liquid Chromatography (UHPLC) gekoppeld aan tandem massa spectrometrie
(MS/MS) is een uitermate geschikte techniek voor het uitvoeren van gerichte analyses op een brede
waaier aan moleculen. De techniek kent zowel kwantitatieve als kwalitatieve toepassingen en wordt
gekarakteriseerd door zijn hoge gevoeligheid, selectiviteit, precisie en nauwkeurigheid.
Doel
Het doel van dit onderzoekswerk is om een LC-MS/MS methode te ontwikkelen en te valideren dat
gebruikt kan worden voor de detectie en de kwantificatie van cafeïne in verschillende soorten koffie
en thee.
Methode
Het proces van de LC-MS/MS methodeontwikkeling werd stapsgewijs uitgevoerd. Eerst werden de MS
parameters geoptimaliseerd voor de detectie van cafeïne en de interne standaard paracetamol.
Vervolgens werd de chromatografische methode ontwikkeld met als doel de geschikte combinatie van
mobiele en stationaire fases te vinden, alsook een goede flowsnelheid, eventuele gradiënt en
analysetijd. Tot slot werden de lineariteit, carryover, reproduceerbaarheid, selectiviteit, sensitiviteit,
precisie en nauwkeurigheid van de methode nagegaan volgens de ICH Q2 richtlijnen.
Resultaten
De transities die gekozen werden voor de kwantificatie van cafeïne en paracetamol waren
respectievelijk 195/138 en 152/93. Verder werden de transities 195/110 en 152/110 gebruikt als
kwalitatieve controle. De finale chromatografische analysemethode maakte gebruik van een Kinetex©
C8 (100 x 2,1 mm) analytische kolom als stationaire fase, 10 mM ammoniumformaat + 0,1%
methaanzuur in water als mobiele fase A, methanol als mobiele fase B, respectievelijk ingesteld op
75% en 25%. De flowsnelheid werd ingesteld op 0,4 mL/min, het injectievolume en de analysetijd
bedroegen 2 µL en 3,0 minuten. De validatieparameters waren allemaal binnen de acceptatiegrenzen,
behalve de carryover.
Conclusie
Het doel van dit onderzoekswerk werd bereikt door een LC-MS/MS analysemethode te ontwikkelen
die gebruikt kan worden voor de kwantificatie van cafeïne in koffie en thee. De validatie was nagenoeg
volledig conform aan de Q2 en M10 richtlijnen van het ICH en geeft blijk dat de methode geschikt is
voor gebruik.
Meer lezen

Exploring the potential of saRNA-engineered cells in promoting microvascularization of 3D-bioprinted tissues.

Universiteit Gent
2024
Sabina
Shamieva
Organen geprint op een 3D-bioprinter vereisen net als de organen in ons lichaam een functioneel netwerk van bloedvaten. In deze scriptie werd een nieuwe elastine-rijke bio-inkt ontwikkeld dat de bloedvatvorming zou toelaten. Dit resulteerde uit talrijke printbaarheidsevaluaties en fysiologische testen. Verder werd ook het potentieel van VEGF-producerende cellen geëvalueerd om de vorming van bloedvaten te stimuleren in 3D-gefabriceerde organen. Meer bepaald werden de eiwit productie en overleving van de cellen gekarakteriseerd. Dit werd gevolgd door een test-print waarin de aanwezigheid van VEGF-producerende cellen resulteerde in bloedvatvorming uit een bloedvatcellen aggregaat.
Meer lezen

Bouwen Aan Een Actief Agrarisch Grond- En Pandenbeleid

Universiteit Gent
2024
Bart
Laridon
Deze thesis verkent en ontwikkelt een duurzaam en actief agrarisch-ruimtelijk beleid, gericht op het versterken en beschermen van de Vlaamse agrarische structuur tegen toenemende verstedelijking en niet-agrarisch ruimtegebruik. De studie identificeert zowel tekortkomingen in het huidige beleid als de belangrijkste uitdagingen voor de agrarische sector. Er werd onderzocht welke instrumenten ingezet kunnen worden in zo’n beleid. Dit resulteert in een prototype voor een actief agrarisch grond- en pandenbeleid. Hiermee formuleert het thesisonderzoek concrete oplossingen die het behoud en optimalisatie van de Vlaamse agrarische structuur kunnen ondersteunen. De aanbevelingen onderstrepen de urgentie voor een geïntegreerde beleidsvisie en -aanpak, waarin omgevings- en landbouwbeleid nauw worden afgestemd. De betrokkenheid van lokale en regionale overheden en andere stakeholders is cruciaal voor de succesvolle implementatie en effectiviteit van dit beleid.
Meer lezen

Franse militaire interventies in de Sahel: verklaringen hoe Russische inmenging de Franse terugtrekking beïnvloedde

Universiteit Gent
2024
Aelön
Messiaen
Deze masterproef heeft als doel om verklaringen te vinden voor de impact van Russische
inmenging op de terugtrekking van Franse militaire interventies in de Sahel. Daarbij wordt
gefocust op interventies van de afgelopen tien jaar met als vertrekpunt de toegenomen
militarisering in de regio. Dit zal namelijk een proces in gang zetten dat leidde tot de Franse terugtrekking waarbij onderzocht wordt wanneer en in welke mate Rusland via o.a. huurlingen (PMSC’s) invloed uitoefende. Voor het onderzoek naar de geselecteerde cases Mali, Burkina Faso en Niger wordt gebruikt gemaakt van de methode theory-testing process-tracing. Concreet wordt aan de hand van bevindingen uit de literatuur en voorgaand onderzoek een model opgesteld dat de verhouding tussen de militarisering van de Sahel, de Franse terugtrekking en de Russische inmenging theoretiseert. Hieruit worden hypotheses afgeleid en getest aan de hand van observaties. Een eerste vaststelling is dat er aanwijzingen zijn dat Rusland invloed uitoefende bij de gemilitariseerde lokale bevolking wiens onvrede leidde tot een staatsgreep, vooral door het bestaande anti-regeringssentiment te exploiteren. Vervolgens werden observaties gevonden dat Rusland via PMSC’s en lokale pro-Russische organisaties uit de civil society een anti-Frans narratief verspreidde bij de junta. Ten slotte werd met de uiteindelijke ontplooiing van Russische PMSC’s bevestigd dat de nieuwe machtshebbers voluit voor het aanbod van Moskou hebben gekozen. De impact van Russische inmenging op de Franse militaire terugtrekkingen van Opération Barkhane, Opération Sabre en Les éléments français au Niger werd dus in redelijke mate bevestigd, waarbij Rusland vooral een bestaand ongenoegen succesvol capteerde.
Meer lezen

How available are charging stations really? Revealing hidden insights from transactional charging data

Vrije Universiteit Brussel
2024
Thomas
Laureys
In deze masterproef is een model ontwikkeld dat toelaat om de functionaliteit van de bestaande laadpaalinfrastructuur te analyseren op basis van gegevens over historisch laadgedrag aan deze laadpaalinfrastructuur. Concreet gaat dit model, voor een dataset over historisch laadgedrag, periodes met mogelijke defecten voor een bepaalde laadpaal gaan identificeren, wat toelaat om enerzijds de beschikbaarheid van de laadpalen na te gaan voor deze periode en anderzijds om de dataset te kuisen. Dit laatste is zeer nuttig voor voorspellingsmodellen die ontwikkeld worden op basis van deze datasets.

Meer lezen

Structural studies of HTLV-1 reverse transcriptase for antiviral drug design

KU Leuven
2024
Brecht
Bollaert
  • Adéla
    Novotná
Human T-cell leukaemia virus type 1 (HTLV-1) is a major problem in highly endemic regions and is the causative agent for adult T-cell leukaemia and HTLV-1-associated myelopathy/tropical spastic paraparesis. To date, no cure is available for either of these diseases, yet prevention of HTLV-1 infection has proven to be a viable option. The HTLV-1 reverse transcriptase (RT) enzyme provides an interesting drug target due to its vital function in the viral replication. In this thesis, we aim to obtain the structure of HTLV-1 RT via single-particle cryogenic electron microscopy (cryo-EM) and gain insight into the mechanisms it employs to perform its DNA polymerase function. In the first part, an extensive analysis was conducted on phylogeny, gene ontology, and homology, where we found HTLV-1 RT to have great similarity to both human immunodeficiency virus type 1 RT and human endogenous retrovirus K RT. Following this, a physiologically relevant model of HTLV-1 RT in complex with a nucleic acid dimer was constructed and used in an antiviral compound docking study. In the second part, multiple plasmids were designed to express HTLV-1 RT in various forms and were transformed into multiple Escherichia coli (E. coli) strains for recombinant protein expression. After induction, HTLV-1 RT was isolated using nickel-histidine affinity chromatography. Here, the recombinant protein yield remained very low, which prompted us to perform an in-depth analysis of the HTLV-1 RT encoding mRNA. Via RT-qPCR, significant variation in mRNA expression levels between constructs was observed, but the presence of HTLV-1 RT encoding mRNA was confirmed. In silico RNA folding of the HTLV-1 RT mRNA suggested the occurrence of a highly stable GC-rich hairpin loop at the 5’ end of the mRNA. In conclusion, we substantiated the link between HIV-1 RT and HTLV-1 RT necessary to validate the effort in
screening anti-HIV-1 RT compounds against HTLV-1 RT. Furthermore, by docking these compounds into a physiologically relevant in silico model of HTLV-1 RT, we showed that some of those would favourably bind to HTLV-1 RT’s polymerase active site with sub-nanomolar affinity. Additionally, we successfully expressed and isolated HTLV-1 RT in low quantities. This low yield is most likely explained by the presence of a highly stable GC-rich hairpin loop at the 5’ end of the mRNA, reducing the ribosomes' binding capacity for successful translation. Although we succeeded in expressing HTLV-1 RT, higher quantities are required to perform structural studies. In the future, once sufficient protein is obtained, a high-resolution model of HTLV-1 RT can be constructed, which will allow for high-throughput drug screening and the development of HTLV-1 RT-specific drugs, for which there is a great need.
Meer lezen

Middelengebruik in de Vlaamse Dovengemeenschap: een kwalitatief onderzoek

Universiteit Gent
2024
Tamie
Wuytjens
Dit scriptie richt zich op middelengebruik binnen de Vlaamse dovengemeenschap, een thema dat internationaal lange tijd over het hoofd wordt gezien. Uit onderzoek blijkt dat dove personen unieke risico's lopen op middelengebruik die niet te vergelijken zijn met personen met een handicap. Er is echter een gebrek aan kennis over de patronen van middelengebruik binnen de dovengemeenschap en hoe deze verschillen van de horende samenleving. Daarnaast is er weinig onderzoek gedaan naar de perspectieven en ervaringen van dove mensen zelf op dit gebied.

Het doel van deze studie is om meer inzicht te geven in de percepties, omvang en aard van middelengebruik onder dove individuen binnen de Vlaamse dovengemeenschap. De studie bestaat uit twee delen: een onderzoek naar de omvang en aard van middelengebruik en een verkenning van de heersende opvattingen hierover binnen de dovengemeenschap. Aangezien dit een van de eerste kwalitatieve studies is op het gebied van middelengebruik onder dove mensen, is verder onderzoek noodzakelijk om een dieper begrip te krijgen.
Meer lezen

Talentdetectie bij Kinderen in Stad Genk: Een verkenning van het onderzoeksgebied en zijn drie toepassingen

LUCA School of Arts
2024
Tommy
Senders
  • Andrea
    Grimaldi
  • Dries
    Putzeis
Deze scriptie vertrekt vanuit de vraag die Liesbeth Bries van de stad Genk aan ons heeft gesteld: "Is er een mogelijkheid om aan talentdetectie te doen in de kunsten?”. Deze vraag bracht ook een aantal criteria met zich mee, waaronder een specifieke doelgroep. Om dit onderzoek te starten, zijn we vertrokken vanuit de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kan de stad Genk op een actieve manier bijdragen aan het ontdekken van artistiek talent bij kinderen?”.

In ons onderzoek zullen we ons laten inspireren door het werk van Danielle Krekels en Luc de Wulf om een eigen definitie te kunnen vormen voor wat de term "Talent" precies inhoudt. Door dit onderzoek zal duidelijk worden dat creativiteit onlosmakelijk deel uitmaakt van artistiek talent. We zullen de theorieën van Viktor Lowenfeld en James Melvin Rhodes gebruiken, om onze eigen visie vorm te geven op wat creativiteit teweeg moet brengen bij kinderen. Daarnaast worden de termen "flow" en "motivatie" gedefinieerd en geconstateerd als cruciale elementen voor talentontwikkeling.
Vervolgens wordt ook de rol en invloed van de sociale omgeving waarin het kind opgroeit onderzocht. Hierdoor wordt duidelijk dat ouders veel invloed hebben op de artistieke ontwikkeling van hun kinderen. Danielle Krekels benadrukt het belang van het vrijwillig uitvoeren van activiteiten. Ouders moeten daarentegen eerst hun eigen talenten herkennen voordat ze hun kinderen kunnen begeleiden. Het zal duidelijk worden dat het een delicate oefening is om kinderen aan te moedigen zonder er te veel druk op uit te oefenen. We zullen ook vaststellen dat er uitdagingen zijn die het ontwikkelen van artistiek talent bemoeilijken. Om dit in kaart te brengen, wordt er een beroep gedaan op een model dat is ontwikkeld door: Piessens, Hermans en Vettenburg; de 7 B's van toegankelijkheid. Saskia de Bruyn’s opvatting over het 'aanbod' zal ons helpen om de verschillende organisaties in Genk te categoriseren en ze zo op hun toegankelijkheid te kunnen beoordelen.

Als laatste, op basis van ons onderzoek, kunnen we drie detectie tools voorstellen die het potentieel mogelijk maken om artistiek talent bij kinderen van het beoogde doelpubliek te detecteren. Deze zijn: Een interactief platform met een applicatie waar informatie over de activiteiten in terug te vinden is, een vriendenboekje met een interactief verhaal die zelfontdekking mogelijk maakt, en als laatste een sociaal artistiek atelier geïnspireerd op het ABC-Huis in Brussel.

Ons onderzoek zal aantonen dat “Talent” een complex begrip is met veel interpretaties. Echter, zal het onderzoek in staat zijn om artistiek talent bij kinderen beter te kunnen begrijpen. De detectietools dienen als aanbevelingen voor de stad Genk en kunnen helpen om het artistieke potentieel van kinderen te ontdekken en te ontwikkelen.
Meer lezen

Hedendaagse transformaties van 19e-eeuwse Antwerpse burgerhuizen tot meergezinswoningen

Universiteit Antwerpen
2024
Nele
Ritzen
Purpose - This thesis determines how to preserve and adapt built heritage while simultaneously adding density to the urban fabric of historic cities. Densifying already-existing houses could be an effective alternative for urban sprawl, which is unsustainable and puts cultural heritage at risk by causing heritage assets to become fragmented and deteriorated. The main goal is to investigate the current strategies used to densify townhouses from the 19th century in Zuidwijk, Antwerp.

Methodology - By creating a database on the historic and current situation of these 19th-century townhouses in Zuidwijk, tendencies regarding their residential use and densification are analysed. Additionally, a qualitative categorization of various adaption strategies for the same townhouses is created by examining building permits that are accessible through archived and on-site research.

Findings - This study shows that Zuidwijk is experiencing a trend of single-family townhouses being adapted into multiple-family residences. This adaptation can occur through a variety of strategies. Selecting the appropriate typology for a given building is crucial within the adaptation process, as it determines the potential of the existing townhouse and the objectives to be achieved through the adaptation. This thesis aims to serve as a basis for conducting more in-depth research into the phenomenon of adapting historic residences into multiple-family units, exploring its range of opportunities.

Research limitations - Identified research limitations include a small case study sample, mainly analysed without on-site visits and assessed from an architectural and heritage perspective. Further research and more detailed data regarding criteria such as policy and sustainability, should be considered in the future.
Meer lezen

Hoe kunnen maatschappelijk werkers binnen het VCLB De Wissel ouders ondersteunen die geconfronteerd worden met wachtlijsten voor buitengewoon lager onderwijs.

Karel de Grote Hogeschool
2024
Naziha
Ou-Salah
Mijn scriptie onderzoekt de rol van maatschappelijk werkers binnen het VCLB De Wissel bij het ondersteunen van ouders die te maken hebben met lange wachtlijsten voor buitengewoon lager onderwijs. Door middel van literatuurstudie en interviews met maatschappelijk werkers belicht ik de uitdagingen die ouders ervaren, zoals financiële druk, praktische obstakels, en emotionele belasting. De cijfers van het "Meld je aan"-systeem, die in mijn scriptie zijn verwerkt, laten eveneens niets aan de verbeelding over met betrekking tot het nijpende tekort aan plaatsen in het buitengewoon onderwijs. Daarnaast bespreek ik de strategieën die maatschappelijk werkers toepassen om ouders en leerlingen te ondersteunen, en benadruk ik de noodzaak van structurele veranderingen om het capaciteitstekort in het buitengewoon onderwijs aan te pakken.
Meer lezen

Cell encapsulation in GelMA-Porogen of adipose-derived stem cells and human umbilical vein endothelial cells for 3D vascular development

Universiteit Gent
2024
Charlotte
Dermaux
Een van de grootste uitdagingen in tissue engineering is het creëren van functionele bloedvaten binnen artificiële weefsels. Deze studie onderzoekt het gebruik van alginaat als porogen om na het printen poriën te creëren in bio-inkt, wat de vorming van vasculaire netwerken bevordert.
De eigenschappen van alginaat als porogen werden geëvalueerd, evenals het evenwicht tussen volledige verwijdering van alginaat en de impact daarvan op cellevensvatbaarheid. De optimale combinatie van GelMA en porogen werd bepaald op basis van printbaarheid en effecten op de cel fysiologie van ingekapselde cellen. GelMA-Porogen leverde bij elke celtest betere resultaten op dan GelMA alleen, wat het tot een geschikte biomateriaalcombinatie maakt voor de vorming van vasculaire netwerken.
Meer lezen

ALGAL RESPONSES TO MICRO- AND NANOPLASTICS EXPOSURE: UNDERSTANDING THE ROLE OF EXTRACELLULAR POLYMERIC SUBSTANCES

Universiteit Gent
2024
Laila
Herder
While the potential threat of micro- and nanoplastics (MNPs) to marine ecosystems is gain- ing attention, research often utilizes unrealistically high exposure levels. This study bridges that gap by investigating the effects of environmentally relevant MNP concentrations on the saltwater microalgae Rhodomonas salina. It further explores the role of Extracellular Poly- meric Substances (EPS) in mitigating these effects. Microalgae were exposed to a range of PET and aged-PET concentrations (10, 100, 1000, and 10000 particles/mL) to account for potential changes in polymer properties and additive release due to aging. Kaolin served as a control for non-plastic particle effects. Although the study’s findings on algal growth didn’t show a clear trend, they did reveal some intriguing patterns in EPS quantity and com- position. Notably, at the low MNP concentrations used, there were no significant changes in total EPS amount. However, the Protein-to-Carbohydrate (P/C) ratio within the EPS dis- played distinct responses depending on the exposure type. While the P/C-ratio remained stable for PET exposures, it significantly increased for aged-PET and kaolin at higher con- centrations. Interestingly, kaolin exposure resulted in more and larger aggregates, whereas higher concentrations of PET and aged-PET led to fewer and smaller ones. Furthermore, at the highest exposure (10000 particles/mL), all treatments displayed a shift in aggregate composition, with a higher proportion of algal cells relative to EPS. These findings signifi- cantly improve risk assessment of MNPs under current marine pollution conditions. They also highlight the critical role of algal EPS in the aggregation of both microalgae and MNPs, ultimately influencing their environmental fate.
Meer lezen